De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 16 februari pagina 5

16 februari 1918 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

16 Febr. '18. No. 2121 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. < TIJDBEELD Teekenlng voor ,de Amsterdammer" van Gaurfje Winter Het laatste kooltje voor Grootmoeder, bet laatste hapje voor het kleintje Een grootsch plan Ja, zeker mag 't een grootsch plan heeten, het houden der tentoonstelling, uitgeschreven door de Zuid-Hollandsche Vereeniglng tot bevordering van Kunstnijverheid en Volks kunst, Comitéte Rotterdam. Het plan is een feit van nationale beteekenis. Het geeft blijk, dat er nog energie, nog idealen te vinden zijn in deze dagen van algeheele versuffing. Het brengt opwek king, nieuw leven, levenskracht aan velen, want het vraagt arbeid, en geestelijke in spanning om in vormen te geven het hoogste wat in de kunst te bereiken is. Wie daartoe de gedachten tot in het fijnste uitspint, ?al vreugde vinden, zelfs te midden van het droeve aardsche treurspel. De tentoonstelling zal gehouden worden van 27 April?28 Mei in de Academie voor beeldende kunsten en technische weten schappen te Rotterdam. ZIJ beoogt een overzicht te geven van hetgeen door Nederlandsche beoefenaars der Ambachts-, Nijver heid»- en Volkskunst wordt tot stand ge bracht; van praktische kunst dus, die zulk een voorname plaats in ons leven inneemt. Een .Commissie van Toelating" naast de Tentoonstellings-Commissie, zal het als hare taak beschouwen het peil van het toegelatene zoo hoog mogelijk te houden, zoodat een keurcollectie bijeen zal zijn, van groote beteekenis voor de ontwikkeling der nfjverheldskunst en volkskunst hier te lande. Copleën van welken aard ook zullen niet worden toegelaten. De inzendingen worden van 7?14 April ingewacht. Inlichtingen dienaangaande zijn te ontvangen van den secretaris der Tent. Co m. J. J. Hoogewetff, EEN WINTERBLOEIER De heele zuidmuur is dicht bedekt met | helder gele bloemen, duizenden bij duizenden, een weelde, die eer doet denken aan een zomer in het Zuiden dan aan een kouden Februari in Holland. De lange, vierkante groene twijgen zijn opgebonden aan het spalier, maar de zijtakjes staan van den muur af, overhangend naar buiten en bene den en zoo is dan de bloemenmassa een voet diep geworden of dieper nog. Een fijn gewarrel van takken en bloemen, waar de zon in speelt en waar de wind voor een groot deel van. zijn kracht beroofd wordt, zoo zelfs, dat tusschen takjes en bloemen, oude verdorde blaadjes, spalier en muur menig insect een schuilhoekje kon vinden, waar het de vorstnachten doorbrengt in een voor ons vrij wel onbegrfjpelijken toestand, dien wij gemakshalve winterslaap" noemen. Nu de zon schijnt, zijn ze te voorschijn gekomen, meest vliegen: dikke, bleekblauwe Pollenia's, nog grootere rotjesvliegen, die oppervlakkig gezien veel op honigbijen lijken, maar eigenlijk zweefvliegen zijn. Er komen nog meer zweefvliegen opdagen, je zoudt niet gelooven, dat die allemaal over winteren, prachtige, interessante dieren, maar nameloos en weinig bekend: Syrphus pyrastri en Syrphus balteatus.deeen metllchtgele hal vemaanvormige vlekken op zijn achter lijf, de andere bont van roode en gele en zwarte dwarsstreepen. Ik kan door zijn achterlijf heen kijken naar de heldere lucht; het beest heeft haast geen ingewanden of liever ze zijn doorschijnend en er zit niets in. Hoe ze het leven houden, is een raadsel. Een enkele probeert om stuifmeel te halen uit de bloe men, maar de meeldraden zitten veel te diep voor hun korte slurf. De Pollenia's sabbelen een beetje aan de bevroren bloemen, maar Middensteiger 28, Rotterdam. Moge een groot succes deze onderneming bekronen! In onze vrouwelijke handnijverheid is sinds langen tijd merkbare daling waar te nemen. Opkomst en bloei uit het begin dezer eeuw zijn verloopen. De destijds goed ge schoolde, energisch-volhardende werksters houden zich staande en werken voort, doch de jongere brengen het, op enkele uitzon deringen na, niet meer tot die hoogte, welke voor de toekomst der vrouwelijke nijverheid als kunst vak veel doet beloven. Van bezonken arbeid, verkregen door onafgebroken, veelzijdige studie is zeiden bQ vrouwen meer sprake, de haast der tijden drukt op het werk den stempel van opper vlakkigheid. De meesten bevinden zich het best bij kopieeren of blijven drijven op het onderwijs genoten op industrie- of kunst nijverheidschool, zonder verder naar hoogere ontwikkeling te streven. Jaren lang waren wij verstoken van den leerzamen prikkel der vergelijking, tentoon stellingen, een verblijf in het buitenland was eveneens uitgesloten, en zoo zijn wij allengs geraakt in een staat van uitputting, van indommelen. Thans komt het grootsche plan van het comitéte Rotterdam allen wakker schudden, ter juister tijd. Vrouwen, jonge meisjes, gij allen die, wij weten het bij ondervinding, fraai, goed-doordacht werk kunt leveren, spant u in, om te toonen dat 't u werkelijk ernst is met uw liefde voor kunst. Stel u zelve de hoogste eischen, want de tentoon stelling zal immers een overzicht geven van de beste werkprestaties van onze Nederlandsche kuntenaars (essen). Voeg mij niet toe, dat handwerkmateriaal zoo slecht is te krijgen, dat de zachtharmonieerende kleurgamma's ontbreken, dat alle ingrediënten zoo duur zijn. Ik weet dat alles, maar ik weet ook, dat geen waar kunstwerk daarvan af hankelfjk is, dat ge een kunststukje kunt scheppen met de meest eenvoudige gegevens, de meest ik denk niet, dat ze er veel af halen. De brave honigbij, de vriend der bannelingen, doet ook zijn best en krabbelt met tong en pooien nog net een beetje stuifmeel weg, maar den honig kan hij niet bereiken. Zoo bloeit onze Winterjasmijn dan vrijwel vruchteloos; ik heb aan de mijne in geen tien jaren een vruchtje gezien. Met wat moeite en geluk zijn ze echter wel te krijgen. 't Is eigenlijk zeer vreemd, dat deze prachtige muurplant niet meer algemeen wordt aangetroffen, 't Is al bijna een eeuw geleden, sedert zij door den beroemden primitieve werktuigen en de meest sterk sprekende kleuren, mits ge er u geheel in weet uit te spreken, mits ge oorspronkelijk werk levert, vrij ontsproten uit uw denken, arbeid die uw persoonlijk geestelijk eigendom is. Dat alles is ook bekend. Zet u dus aan het werk. De tentoonstelling is de eerste hernieuwde schrede op het pad, dat leidt naar welvaart, naar kunstontwikkeling. Wij hebben de kunst zoo noodig om blijd schap te geven aan ons leven. Wij kunnen haar niet missen l Als ik dit neerschrijf, dwalen mijn gedach ten onwillekeurig af naar den man die dezer dagen aan de kunst ontviel, den heer E. A. von Saher. Zoo iemand dan wist hij het ideëele in de kunst te gevoelen en te be grijpen. Aangewezen om als Directeur van het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem een collectie kunstvoorwerpen bijeen te brengen, ge&oot hij wanneer een of andere vondst op 't gebied van volkskunst hem onverwachts in handen viel. Menigmaal brachten wij in de ochtenduren een bezoek aan den wel willenden directeur. Vriendelijk, behulpzaam waar zijn hulp werd ingeroepen, kwam dan tevens steeds een leerzaam i kunstonderwerp ter sprake. Niet zelden werd met trots het werk van gevorderde leerlingen der school ge toond, of wel de groote antieke kast werd geopend en er een preciosa op 't gebied van volkskunst uitgehaald. Het laatst, nog slechts weinige weken geleden, werd ons een Chineesch vogelkooitje getoond, merkwaardig mooi in snijwerk uitgevoerd. Dan streelden de handen vol eerbied voor den kunstenaar die het tot stand bracht, de sierlijk gebogen lijnen en vormen en nam hij, de man van smaak, gretig in zich op, de weelde der ware kunst. Taktvol en smaakvol werd ook het Museum van Kunstnijverheid bijgehouden. Elkenieuwe aanwinst vond er een juist voor dat voor werp geëigend plekje, waar het op zijn voordeelight uitkwam. Talrijke, zij 't ook kleine, tentoonstellingen werden achtereenvolgens georganiseerd. Aan de hand van een goed verzorgde kleine catalogus waren ze meest bijzonder leerrijk en onvergetelijk voor hen die er de ware belangstelling voor hadden. Het plan van uitbreiding van het Museum, als het Koloniaal gedeelte naar elders werd overgebracht, was ictds overdacht. Dan zou voor volkskunst een flinke ruimte worden open gesteld, dan zou wat thans nog in laden en kasten huisde, schitterend aan 't licht komen, dan zou En wij, we gingen mede op in al die illusies, het hart vol vreeze voor de verwe zenlijking. De heer Von Saher heeft die uitbreiding ook niet mogen beleven. Zijn idealen zullen zijn lee^ingen en ook ons niet meer bezie len. Maar wat hij voor de ontwikkeling der kunst heeft gedaan zal vrucht blijven dra gen en gaat niet verloren. ELI s. M. ROGGE Practlsch vrouwenwerk op de Philippijnen Vrouwen aan het hoofd van groote han delszaken zijn ook in ons land geen zeldzaamheden meer, maar vrouwen, die met de zorg voor eigen handelssucces ook verbinden de maatschappelijke verheffing van een inlandsen menschenras, zijn nog dun gezaaid in de door Westerlingen bezette koloniën. Zoo'n vrouw is een jonge Amerikaansche, die op het eiland Luzon, het grootste der Philippijnen, woont in de hoofdstad Manilla. Ze is er nu bijna zeven jaar en toen ze er kwam als echtgenoote van mr. Brown, een zakenman en all round sportsman daarbij, had ze veel te weinig te doen naar haar zin; ze schilderde wat, speelde af en toe piano, schreef lange brieven naar huis, naar haar moeder in San Franclsco, maar was eigenlijk nooit geheel tevreden over haar dag. Ze had opgemerkt, hoe goede borduursters de Filipplno-vrouwen waren en hoe er in de dorpen van het groote eiland werksters waren te vinden, die groote kunstvaardig heid bezaten in die oude kunst, door de Spanjaarden indertijd Ingevoerd. De onder nemende Amerikaansche vond de bewerking IIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllflItllllllllll Fortune uit China, Nanking, in West-Europa, werd ingevoerd: een volkomen winterharde plant, die zelfs in schralen grond wil groeien en buitengewoon gemakkelijk wordt voortgeteelt. Zij wordt even gemakkelijk gestekt als de wilgen: een takje, zoo maar in den grand gestoken, bloeit al in het volgende jaar en schiet op met verrassende snelheid, zoodat een heele gevel in weinige jaren wordt overdekt. Alleen is het noodig de twijgen op te binden, want een zoo geriefelijke klimplant als de klimpop met zijn hechtworteltjes, of Winterjasmijn in bloei prachtig, maar de patronen te conventioneel en kwam op de gedachte, zelf een teekening te maken en die als blouseversiering te laten borduren. Haar eerste stukken zond ze als verjaarscadeau's naar San Franclsco, van waar haar moeder terugschreef, dat ze meer moest sturen, want dat het werk in Frlsco keopers kon vinden tegen goede prijzen. Haar moeder had vroeger ontwerpen geteekend voor een aardewerkfabriek en had buitendien een helder inzicht in zaken. De eerste bestelling, die mrs Brown kon laten uitvoeren, was er een van een goede zestig gulden, want er werd voor een waarde van 50 peso's verlangd en n peso is/1.25. Maar het ging crescendo met de bestellingen, en twee jaar later was er al een bestelde zending van duizend nachtjaponnen onder weg. Van toen af breidde zich de zaak ge regeld uit. Eerst werkten de vrouwen alle bfj mrs. Brown aan huis, maar dat was al gauw on voldoende. Er gingen boodschapsters naar verschillende dorpen, om borduursters te zoeken en knappe werksters werden aan gewezen, om aan meisjes het borduren te leeren, zoodat al gauw in en om Manilla honderden vlijtige handen voor de Ameri kaansche bezig waren. Zij bracht intusschen verbeteringen aan door nieuwe borduurramen te bedenken, teekeningen te ontwerpen en de oude, be proefde patronen langs modernen weg te vermenigvuldigen. Het was prettig, ambitieus en winstgevend werk; maar er waren twee kleine meisjes, die om moeders zorg vroegen, en zij was wel eens bang, dat het werk haar over de hand zou loopen. Toch bleef ze volhouden en toen haar man voor zaken een reis naar de Vereenigde Staten moest maken, ging het gezin mee; de beide kinderen bleven in San Francisco bij de grootmoeder achter en mrs. Brown zette haar reis voort naar de groote handels huizen, om relaties aan te knoopen. Zij veranderde haar werkwijze in zoover, dat ze niet meer in Manilla de reeds gemaakte kleedingstukken kocht, maar balen batist bestelde in de Staten, om die zelf tot kleedingstukken te laten bewerken met het fraaie borduursel van grillige lijnen en exotische bloemen, dat zoozeer werd gewaardeerd. Een Nederlander, die een studiereis deed door Oost-Azië, de heer G. J. N., vertelde onlangs in het weekblad Indië", dat thans in het huis van mrs. Elwood Brown twee honderd vrouwen werken, die de laatste hand aan het werk leggen of de uit te sturen stukken knippen en voorbereiden. In de omgeving der stad werken in haar eigen huizen vier duizend vrouwen, die samen honderd duizend el batist per maand noodig hebben. Eiken dag kan de onderneemster duizend stuks kleêren geborduurd krijgen. In de stoomwasscherfj, waar alle stukken, vóór ze verpakt worden, een behandeling ondergaan, werken dertig personen, in 1916 verkocht mrs. Brown voor 720.000 peso's en in 1917 verwachtte ze wel, dat het een millioen zou worden, en wekelijks betaalde ze tien duizend peso's uit aan loon voor de borduursters. In hoeveel gezinnen brengt zij daarmee meer welvaart en beter levensomstandig heden l Haar man, met wien de heer G. J. N. ook kennis maakte, en die naar zijn eigen zeggen in Manila niet anders was dan Mrs. Brown's Husband", doet ook zrjn best, om voor de Oost-Aziaten onder wie hij leeft, iets te beteekenen. Hij is oprichter van de Far Eastern Athletic Assodallon, een bond, die Chineezen, Japanners, Filipino's en Siameezen omvat en voor het verre Oosten werkt, zooals de organisatie, die in het Westen de Olympische spelen deed her leven. Zoo moeten de Oost-Aziaten mee vooruit, door werk en door lichaams oefening ! F. J. VAN UlLDRIKS TER WEE THEE ZAAMQAM 'trramtft di J3L s/tk/tarat fctftinfitr Qftam DE WATERSNOOD 1916 75 ets IIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIMIlllllllI de wilde wingerd met zijn kleefranken, is onze jasmijn niet. Daarginds in de bergen van China groeit hij zoowat op de manier van onze bramen tusschen de struiken. De snel opschietende takken blijven luk raak tusschen de twijgen van boomen en heesters vastzitten, vooral wanneer zij eenmaal zij takken hebben voortgebracht. Vinden ze geen steun, dan schieten ze nog eens extra lang uit, om ten slotte over te duikelen en als |ze dan den grond raken, slaan ze daar wortel, juist zooals bij ons sommige bramen en rozen doen. Het spreekt van zelf, dat op zoo'n manier al heel spoedig een groot terrein in beslag wordt genomen en het er ten slotte weinig op aan komt, of de plant veel vruchten voortbrengt. Van zijn leven in China weten wij trouwens maar weinig. De bouw der bloemen doet vermoeden, dat zij door vlinders moeten worden bestoven, maar wat,voor vlinders dat zijn,weten wij niet. Voor ons is de winterjasmijn vooral be langrijk om zijn rijken winterbloei. Dat begint al in November, soms zelfs in October en duurt tot Aprii. Elke bloem houdt het een dag of tien uit, tenzij het hard gaat vriezen, want dan zijn ze opeens allemaal dood, verwelkt en verbleekt. De bloemknoppen echter kunnen zeer feilen vorst doorstaan, zelfs als ze reeds zoover zijn ontwikkeld, dat zij zich den volgenden dag zouden openen. Gedurende een vorstweek ziet de plant er dan ook altijd nog hoopvol uit en zoodra het dooit, is zij weer overdekt met bloemen, alleen is het jammer, dat de verwelkte dan niet dadelijk afvallen. De ontwikkeling der bloemen aan een tak gaat zeer ongelijk. Men zou mogen ver wachten, dat de onderste knoppen, die het eerst zijn aangelegd, ook het eerst tot ont wikkeling zouden geraken, maar dat is lang niet altijd het geval, zooals op het hierbij afgebeelde takje ook te zien is. Deze om standigheid, gevoegd bij de zeer rijkelijke tak-ontwikkeling maakt, dat gedurende den geheelen bloeitijd-de bloemenmassa vrijwel gelijk over de plant verdeeld blijft, waar doer zijn waarde als muurversiering niet weing wordt verhoogd. De bloemen zijn geel, maar in het felle zonlicht kan de buiVAN ALLES'WAT Ons Kookboek GEHAKT MET WORTELTJES EN AARAPFELEN Hebt ge eenige vleeschresten, maak er dan twee gehakt balletjes van, desnoods met wat versch gehakt er door. Kook worteltjes en snijdt koude aardappelen van den vorigen dag in niet al te dunne plakjes. Stoof die in een sausje van melk, boter, bloem, zout en rijkelijk fijn gehakt e pieterselie. Ook de worteltjes worden met boter en pieterselie afgemaakt. E. H.?v. B. MACARONI MET APPELMOES 150 gram macaroni, een mespuntje zout, appelmoes van 6 middelmatig groote goudreinettes, suiker, kaneel, een stukje boter. Kook de macaroni met een mespuntje zout, in water gaar en droog. Maak intus schen appelmoes van de appelen en voeg er suiker aan toe naar smaak. Als alles gaar is, roert men macaroni en moes voorzichtig door elkaar onder toevoeging van een weinig gesmolten boter en wat kaneel. Wie er gelegenheid voor heeft, kan deze massa in een vuurvast schoteltje doen, er wat beschuiikruim op strooien en in den oven lichtbruin laten worden. Dit schoteltje is berekend voor 4 personen. In dezen tijd van schaarschte kan het in leemten voorzien. H. M. v. L.-G. E. AARDAPPELEN KOKEN Kook de aardappelen op de reeds aan gegeven wijze 7 minuten op het vuur en giet ze af op de, daarvoor in een pan klaar staande groenten, (welke niet langer dan 1 ... uur noodig heeft om gaar te worden o.a. bloemkool, spruitjes enz.) Ik spaar daardoor het zout voor de groenten en vuur om het water van de groenten aan de kook te hel pen. De aardappelen worden verder gaar in hoolkist of kranten. Sommige, vooral klelaardappelen, komen na ?4 a l uur prach tig droog daaruit; van andere, zandaardappelen, giet ik na afloop het beetje water door damp verzameld, nog eens af, en laat ze even op vuur opdrogen. EEN VRAAG Tapiocameel is, zoo schrijft men ons, nog vrij in den handel. Weet iemand er ook iets van te koken of te bakken ter aan vulling van het broodrantsoen? BEDE O, leer ons in dezen somberen tijd, Te zeggen veel lief'drijke dingen, Opdat daar iets moois iets zachts en iets teers Als een sterglans er dóór kan dringen l En leer ons moedig en krachtig te zijn, Stil-dankend en tevens geduldig: Want aan het ontzettende wereldleed Zijn ten deele wij allen schuldig! O, leer ons deemoedig te buigen 't hoofd, Als 't ware vergeving te vragen Aan de massa, die minder gezegend dan wij Niet dwingen het lot -maar het dragen". O, leer ons te danken elk uur van den dag, Voor de weldaden ons nog gegeven l En duizenden strijden in star geduld... Of schonken hun Jongbloeiend leven t O, leer ons te zijn, als kinderen van God; Dat wil zeggen menschen" te wezen, Die in het hemelsche wondere boek, Het ware woord kunnen lezen! JO DE VOS IIMMIfimlIlllIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIMIIItlllltllHMimilllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. tenkant van de nog niet geopende knoppen heel mooi oranje worden bij rood af. Ofschoon de Winterjasmijn in October zijn bladeren laat vallen is, het toch een altijd groene plant. De schors der vlerkante takken is altijd helder groen en volkomen er op ingericht om den taak der bladeren, het assimileeren van voedingsstoffen, ook in tien winter voort te zetten. De plant kent dus geen rust. Evenals de bloemen is ook die schors gevoelig voor den feilen zonne schijn, er gaat zich dan in de opperhuid het bekende anthokyaan, bloemenpaars, vormen, dat aan de groene twijgen een prachtig warme donkeren tint geeft, die heel mooi doet tusschen het geel der bloemen. In Mei ontwikkelen zich de nieuwe twijgen; die zijn bezet met kleine nog al dikke drletallige blaadjes en dan is de plant nog mooi genoeg, zoodat het heelemaal niet ooodig is, om er nog ter wille van zomerbloei een andere plant doorheen te laten strengelen. Ik heb er wel eens over gedackt om voor de aardigheid de echte klassieke witte jasmijn er bij te planten, die met de heerlijk welriekende bloemen. Maar veel liever geef ik die toch een plaatsje op zichzelt, want hij heeft een heel ander, veel fijner karakter, dat ook zuiver moet worden genoten. Beide jasmijnen maken een dicht wortel stelsel, vlak onder de oppervlakte van den bodem en ze kunnen het niet hebben, dat daar te veel aan gemorreld wordt. Het is daarom goed, om ze daar alleen te doen vergezellen door planten, die ook ongemoeid kunnen blijven, zooals de Kerstroos, of door heelemaal niets. Ik heb de mijne staan in een smal randje van huislook, waarvan de rozet jes heen duikelen over de dakpannen waar mee het is afgezet, dat ziet er nog al aardig uit en die huislook is ook zomer en winter altijd mooi en interessant. De winterjasmijn wordt ook wel vroege jasmijn genoemd en staat in de catalogi der kweekers geboekt als Jasminura nudifloium. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl