Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
23 Fcbr. '18. - No. 2122
EEN INTERNATIONALE MESSE"
STRAKS IN HOLLAND?
Bestaat er uitzicht, dat Holland na den
oorlog de plaats van vestiging wordt eener
internationale Messe"? Moet men dat
hopen? En kan nu reeds iets in die richting
worden gedaan ?
Laat mij eerst de vraag mogen bespreken
of er, bij herstel van den vrede, aan zulk
een internationale jaarmarkt behoefie zal
bestaan? Mij dunkt, dit zal zeker htt geval
zijn. Wie alleen let op den ruat, de vijand
schap en verbittering, tusschen de twee
oorlogvoerende groepen bestaande en OJT
den langen duur der vijandelijkheden, ook
door de (geslaagde of mislukte) pogingen
tot toebrenging van economisch nadeel o-er
en weer versterkt, die is geneigd te zeggen
dat het wel heel lang zal duren voordat
wederzijdsche aanraking mogelijk is en zal
worden beproefd. Maar men moet ook in
deze niet te algemeen redeneeren. Binnen
elk der beide groepen staan niet alle landen
scherp tegenover alle der andere: men is
In oorlog met de vijanden van zijn bond
genoot zonder het gevoel te hebben dat deze
nu ook de eigen,laten wij zeggen: persoonlijke
vijanden zijn. En waar dat gi/oel ontbreekt,
daar schijnt zooiets als economische toenade
ring straks niet uitgesloten,te minder wanneer
die toenadering slechts hierop neerkomt dat
men niet schromen zal dévroegere verhou
dingen van goederenruil te herstellen,
voorzoover reeds dadelijk de eigen behoeften
dat vorderen. Want juist dit is hier m.i. de
groote factor: tot opeen niet geringe hoogte
bestaat er hier dringende noodzaak, die zich
over gevoeligheden zal heenzetten, omdat het
eigen belang daartoe drijft Zeker, men heeft
wel getrasht en, zoover als het ging, wel
geleerd zich vrij te maken van vroegere
behoeften aan buitenlandsche,thans vijandige
goederen; op den weg van de
.,Ersatz"nijverheid, van de nood-voorziening in 't
algemeen is men een goed eind
vooruiigekomen en van hetgeen men in die richting
heeft geleerd, zal men later een zeker deel
blijven toepassen. Zoo zal dan niet
onverzwakt de wensch naar vreemd goed" blij
ven bestaan, maar zóó sterk zal deze factor
niet kunnen werken of sterker zal zijn de
drang om, nu bevrediging van de in oor
logsjaren zoo pijnlijk en lang gevoelde be
hoeften binnen het bereik ligt, daaraan te
voldoen. Immers, dit staat wel vast: trjts
de vernuftige vondsten van allerlei
noodvoorzieningen en ten spijt van verklaringen,
dat men ook zonder toevoer van goedtren
uit de vijandige staten het tamelijk wel kan
stellen, is aan beide zijden der loopgraven
meer en meer een toestand ontstaan, waarin
steeds nijpender het gemis van den vroegeren
goederen-ruil als 't ware aan den lijve wordt
gevoeld. Dat kan ook niet anders, want niet
alles kan overal wprien gemaakt. De eco
nomische geografie" is geen opsomming
van toevalligheden: natuurlijke, economische,
sociale en andere oorzaken bepalen de plaat
selijke verdeeling der verschillende voort
brengingen over de aarde. Dwingen" kan
men in deze slechts ten deele en dan wel
nimmer ongestraft.
Er zal dus, zoo neem ik aan, een zekere
drang zijn om uit de voorheen vijandige
rijken weer die goederen te betrekken, welke
men in 't bijzonder vandaar het best kan
verkrijgen. Maar tegen dien drang in zullen
werken nationale gevoeligheden. Het laat
zich denken, het is zelfs waarschijnlijk te
achten, dat men liever niet openlijk in eenig
land goederen aan de markt brengt, die
klaarblijkelijk door den vijand-van-gisteren
zijn geproduceerd. Bij zoodanige verhou
dingen zullen neutraal-gebleven landen een
belangrijke bemiddelaars-rol kunnen ver
vullen, de rol van den eerlijken makelaar'
en nog wel iets meer: met wederzijdsche
oogluiking zal tusscnen de tegenstanders
van voorheen het neutrale land een soort
van doorgangshuis" kunnen zijn, waarin
het vija: dig" goed zijn eliket en zijn ka
rakter verliest om, zonder ander certifi
caat van oorsprong" dan het neutrale, zijn
anders onmogelijke b;stemming te bereiken.
Een neutraliseerings-proces", als ik 't zoo
noemen mag.
Maar zulk een proces zal dan ook
gewenscht worden bij vraag en aanbod. Ook
hier zullen de gevoeligheden blij /en bestaan,
niet tusschen alle voorheen vijandige staten
even sterk en even langdurig, maar bij de
meeste of wellicht bij alle toch sterk en
lang genoeg om te beletten dat men zich
rechtsstreeks in verbinding stelt met den
vroegeren tegenstander. Zoo zal er dan,
dunkt mij, behoefte bestaan aan een onzijdig
vereenigingspunt, een buiten de partijen"
gelegen verzamelplaats, waar men elkaar
kan ontmoeten zonder argwaan voor in deze
of gene richting werkende nationale in
vloeden, een plaats waarheen men gaan kan
zonder zich (laat mij zeggen) te
compromitteeren als iemand, die bij en van den
vijand" gaat koopen.... Een Leiozig of een
Lyon, maar noch Duitsch noch Fransen en
dus vaor Franschen en Duitschers vrijuit
toegankelijk.
Zal Holland die verzamelplaats kunnen
zijn? Zal hier de internationale jaarmarkt
kunnen worden gevestigd, waarop men zien
kan wat de vreemdeling heeft aan te bieden
en waar men heengaat om op zijn eigen
voortbrengselen de aandacht te bepalen?
Waarom hier niet? Ik onderstel, dat het
tot den einde van den oorlog toe ons
geukt is buiten den strijd te blijden, dat wij
welke stromingen van oro-Éntente- of van
pro-Middenstaten-geündheid er zich ook
mogen (b ij ven) voordoen niet
gedoodvorfd worden als te hebben openlijk partij
gelrokken voor of tegen een van beide
groepen. In die onderstelling zal ons land
m. i. als aangewezen zijn om een econo
mische bemiddelaarsrol te vervullen en om
de internationale jaarmarkt te grondvesten
en te handhaven, 't Is waar, wij liggen aan
den uitersten westhoek van het Europeesch
vasteland, maar niettemin centraal genoeg
om in deze een middenpunt en geschikte
ontmoetingsplaats te zijn: naast Duihchland,
tegenover Engeland, grenzend aan België,
over dat land gemakkelijk van Frankrijk uit
bereikbaar, met de Vereenigde Staten door
een eigen stoomvaartlijn verbonden, in vaste
verbinding staande met de havens van beide
halfronden door onze de wereld omspan
nende scheepvaart. Zijn dit niet alle wezen
lijke voordeelen voor de vestiging van zulk
een markt hier te lande? h het dan niet
zaak, die voordeelen te doen wegen, ze te
gebruiken ?
Want dit behoeft wel geen betoog ge
lukt het, hierheen jaarlijks de nij veren en
handtlaren uit den vreemde te lokken om elkaar
hier te vinden en tot zaken-doen de gelegen
heid te openen, dan zal voor ons daarin geen
gering profijt gelegen zijn. Ik denk hier niet
allereerst aan de voor de hand liggende baten
uit den toevloed van reizigers, met het geld
dat zij hier inbrengen; ik der.k voornamelijk
aan de middellijke voordeelen: de ruimere
verspreiding van kennis omtrent economisch
Nederland" in kringen, waarin wij wenschen
moeten dat dis kennis steeds steviger
doordringe; het inzicht in den vreemde dat wij
hier, nu ji, zijn een klein volk in een klein
land (maar met gioote koloniën), doch dat
op het stuk van goederen-voortorenging en
goederen-ruil meer beduidt dan menigeen
over de grenzen vermoedt; in cé.i woord,
als men wil: de nationale reclame. Waaruit
weer tastbare en rechtstreekscfie voordeelen
zullen gewonnen worden, want, opgainde
om elkaar te ontmoeten, zullen de van elders
gekomenen ook met ons de aanraking nht
vermijden kunnen. Niet skchts wat zij, ook
wat wij te bieden hebben, zal dan ia ruime
mate hier zijn te vin-ien: de gastheer zal
zichzelven niet wegcijferen, zelis een ruimer
dtel voor zich kunnen bezetten dan wanneer
hij elders gast zijn zou.
Nu dan, wanneer wij die ons door de
omstandigheden m. i. waarschijnlijk g «boden
goede kans willen aangrijpen, wat hebben
wij dan daartoe te doen? Ik zou wel willen
dat in deze meer bevoegden dm ik hunne
gedachten ernstig daarover lieten gaan en
dat zij dit tijdig deden. Gaan züniet uit
eigen beweging daartoe over, dat dan de
Regeering ter bevordering van een zoo wezen
lijk landsbelang, daartoe onverwijld deleiding
neme, misschien om die weer aan bijzondere
personen over te geven, wanneer die op
aansporing der overheid de zaak hebben
aangepakt. Wat bij mij wel vaststaat, is:
dat men niet te Iaat beginne;) moet, ten
einde niet te laat gereed te zijn ; de vrede
zoo lang en zoo hcthaaldeiijk verschoven
zou ons kunnen verrassen delibirante
Senatu". Want de voorbereiding zal, even
min als de uitvoering, licht werk zijn ; beide
vorderen tactvolle en bevredigende oplossing
van allerlei moeilijke en netelige vragen.
Eén van deze zal zijn: in welke stad van
ons land de Messe" zal moeten worden
| gehouden. Vanzelf richten zich veler oogen
naar Utrecht. Hetft het door zijn jaarbeurzen
daarop niet zoo iets als een historisch",
een verkregen'1 recht? Ten deele zeker.
j En zeker is ook wel, dat de daar door de
i organisators opgedane Untusscti'-n
binnenI landsche"> ervaring van practisch nut zal
j zijn, ook waar de onderneming on zoo ruimer
| schaal als mondiale" o:: althans Eu'opeesche
j maikt zal worden opgezet. Maar biedt
Utrecht genoeg ruimte, ook voor verblijf
der vreemdelingen ? Hoe staat het daarmee
in Amsterdam, in Rotterdam ? Ziedaar slechts
: n enkele vraag. Bij de oplossing van deze
j kan men slechts hopen, dat geen enge
plaa<sej lijke overwegingen, geen esprit du clocher"
j den doorslag moge geven, waar een
algej meen belang van heel het land bij de zaak
is betrokken. Hopen moet men ook dat de
zaak, wordt zij aangevat, in ruimen geest
en groo'.en stijl worden opgezet en dat de
ons aangewreven zucht van asking too
much" hitr krachtig worde gebreideld. Laat
men niet te veel rekenen" en niet te veel
uitzien naar de dactelijke en tastbare baten.
Die volgen wel, juist als men ze niet te
sterk vooropschuifi!
De voorbereiding thans reeds en straks
de uitvoering zullen moeilijk zijn. Het wel
slagen zal ook beheersen! worden door
factoren, die ontsnappen aan invloeden,
waarvoor de organisators aansprakelijk kun
nen worden gesteld. Maar voor zoo/er het
van ons afhangt, moeten wij daaraan doen
wat wij kunnen; het doel is veel studie,
veel arbeid, veel geld waard, want, wordt
het bereikt, dan wurdt 's ianiis belang daar
door s:erk bevorderd. Ouk wie niet reeds
voetstoots de mogelijkheid van slagen der
poging toegeeft, werke er toe mede dat
althans die mugeliJKheid stevig worde onder
zocht ; blijkt dan, onverhoopt, de kans niet
te bestaan, wij hebben ons later geen ver
zuimde gelegefsheil te verwijten. Maar ik
vuur mij htb wel goeden moed dat verwe
zenlijking van cene Messe" ten onzent ligt
binnen den kring van het bereikbare, ook
al zou men voorloopig met bescheiden
uitkomsten tevreden moeten zijn. Laat dan
ten minste de vraag der bereikbaarheid deor
bevoegden ernstig worden overwogen. Te
verliezen is daubij niets. Eri wie zal zeg
gen, hoeveel daarmee niet te winnen is!
S Ai I S S A E R T
De Uitslag van de Stortingen op de
nieuwe 41 o pCts. Staatsleenlng
Bij het prospeclus van de nieuwste
X'iderlandsche S'aatsleening, groot f 500.010.000,
was bepaald, dat de stortingen voor zoo
verre daarvoor niet de te eemverieeren f> pCts.
obligatiëti 1914 werden aangewend moes
ten geschieden in vier termijnen en wel:
1ste termijn op 7 Februari 50 pCt.
'.Me 7 Maart 10
3de 8 April 20
4ie 7 Mei 20
met bevoegdheid der inschrijvers om dadelijk
vul te slurléri.
Bij de clrie voorgsarde crisisleeningen
waren soortgelijke bepalingen ten aanzien
van de storüngen gemaakt en bleek toen,
dat, op eene betrekkelijke kleinigheid na,
de inschrijvers reeds bij den sersien stor
tingstermijn nagenoeg tot het volle bedrag
hadden volgestort. Het wekte daarom eer.igc
teleurstelling, toen in de Staatscourant van
Maandagavond, den Uden F- briu.n, gemeld
werd, dat t«,t op Zaterdag O Fcbiuati slechts
f 337.7'J4 37H of iets meer fan , van het
geheel^ bedrag van eei iialf rniiliard gestort
was. Tegelijkertijd trok he.1 de aandacht, dat
de e ff ? CÏCHbciCCfj Jfi j{eiïuij u^ MCuclirtiiuSLllc
Bark gedur«"nde de week var. 'l ',' Februari
met ca. 1 5ti millioen waren toegenomen.
Een en ander scheen er op te wijzen, dat
thars niet alleen bJangiijk minder dan bij
vorige gi-Segei heden volgestort was, maar
ook dat van de door de Nederlandsche Bank
aangeboden facielneit om de nieuwe
obligatië.i op voordeel!:, c voorwaarden te he
ieenen een veel rn rm r gebruik gemaakt
was. iinkele fi 'anciede commentatoren waren
reeds dadelijk k!a;-.r om daaraan beschouwin
gen vast te knoopen o ntrent een minder
gunstiger! toestand van de binnenlandsche
geldmarkt. Indien zij de terzelf.'ertijd gepu
bliceerde kaspositie van de schatkist een
beetje nauwkeuriger bestudeerd hadden of
wel een week met het maken hunner com
mentaren gewacht hadden, dan zouden zij
spoedig gemerkt hebben, dat de positie veel
minder teleurstellend is dan zij oppervlakkig
scheen. Toegegeven mott daarbij worden,
dat de wijze, waaron het ministerie van
financiën de cijfers van den 2den en Oden
Februari publiceerde, wel eenlge aanleiding
heeft gegeven tot verwarring Daarin waren
toch in n bedrag samengekoppeld de stor
tingen in ter conversie aangeboden 5 pCts.
obiisatiën en die in geld (of wat daarmede
gelijk staat: schatkis'papier), zonder dat de
buitenstaander kon nagaan hoeveel er op
elk der beide wijzen afzonderlijk gestort was.
Bovendien schijnen in de opgaven van
2 en 9 Februari omtrent het op de leening
gestorte bedrag nog niet verantwoord te zijn
groot« bedragen hij de betaalmeesters in de
provinciën gestort doch niet geheel ver
rekend, maar waarvan het provenu zooals
uit de kaspositie van de schatkist op dien
data va t af te leiden reeds grootendeels
op het te goed van het Rijk bij de
Nedrrlandsche Bark was overgeschreven. Immers
volger.s de opgaaf van 9 Februari was in
het geheel gestort op rie l^ening f 337 794,738
en aangezien f 223 74(5.800 5 pCt. obligaties
ter conversie waren aangeboden, zoude dit
betekenen, dat slechts f 114 millioen in geld
gestort was of minder dan de op uiterlijk
7 Frhiuari verplicht geweest zijnde storting
van 50 pCt. op het in eeld betaalbare bedrag
der leening van f 2702-3200. Uit een
verg^lijking van de kaspositie van de schatkist
op 20 Januari met die van 9 Februari, blijkt
echter, dat de sehatkist in die twee weken
belangrijk meer moet hebben ontvangen dan
f 114 millioen. Den 26jten Januari stonden
nml. uit:
Schatkistbiljetten f 120206000
Schatkistprornesi-e:i 188.900.COO
Renteloos voorschot b!]
de Ned. Bark 10.500.741
Totaal vlottende schuld f 3Ï9.6K5.741
Den O.ien Februari daarentegen was dit
verminderd tot:
Schatkistbiljttten f 79722.000
Schatkistpromessen , 9.0SQ 000
f "l48 802.000 '
Af:
Rekening courant saldo
bij de N?'d. Bank f 5(3.044.00(5
f 92.757.994
W. J. THIEME & CIE TE ZUTPHEN geven uit:
DE MYTHEN EU LE8EIDEH-SERIE ? De Geschiedenis van het Romeinsche
H. A, GUERBER. Mythen en Legenden uit de Middel
eeuwen.
Haar oorsprong en invloed op letterkunde en
kunst. Bewerkt door Dr. H. W. Pu. E. VAN
DEN BERGH VAN EVS1NGA. 3e druk, met
64 fraaie platen. Ing. / 4.25, geb. /'5.
H. A. GUERBER. Mythen van Griekenland en Rome.
Bewerkt door Dr. B. C. GOUDSM1T. 3e druk,
met 64 fraaie platen. Ing. /'4.25, geb. /'5. j
H, A GUERBER. Koorsche Mythen
uit de Edda's en de Sagen. Bewerkt door Dr. H.
W. PH. VAN DEN BERGH VAN EYSINGA,
2e druk, met 64 fraaie platen.
Ing. / 4.25, geb. /' 5.?.
T. HADLAND DAVIS. Mythen en Lepden van Japan.
Bewerkt door Dr. B. C. GOUDSMIT, met 32
prachtige gekleurde platen. 2e druk.
Ing. / 4.25, geb. f5.
W. M. PETROVITCH. Heldensagen en legenden van
de Serviërs.
Bewerkt door J. P. WESSELINK?VAN ROSSUM,
met 32 prachtige platen in kltur.
Ing. f4.25, geb. f5.
T. W. ROLLESÏGH. Keltische Mythen en Legenden.
Bewerkt door Dr. B. C. GOUDSMIT, met 65
prachtige platen. Ing. f 4.25, geb. ?5.?.
r. H. J. W. SAL1MIIS. Gewijde Verhalen en legenden
van Hindoes en Boeddhisten
met een voorwoord van Prof. Dr. W. GALAND,
met 32 prachtige platen in kleur.
Ing. / 4.25, geb. f5.
JOSEF COHEN. Nederlandsche Sagen en Legenden
met 32 platen in kleurendruk en zwart van
POL DOM. Ing. / 4.25, geb. / 5.?.
Volk.
Bewerkt door Dr. B. C. GOUDSMIT, met vele
iilustratiën. Ing. f 2.25, geb. / 2 90.
E. M. TAPPAN. De Geschiedenis van het Grieksche
Bewerkt door Dr. B. C. GOUDSMIT, met vele
illustratié'n. Ing. / 2,25, geb. / 2.90.
Dr. C. TE LINTUM. De Geschiedenis van het
Ameri
kaansche Volk.
Geografisch Historisch, met vele illustraties en
kaarten. Ing. / 2.25, geb. / 2.90.
H. B. COTTERILL. M. A. Oud Hellas.
Zijn kunst, letterkunde en wijsbegeerte in ver
band met zijne staatkundige geschiedenis, van
de oudste tijden tot aan ALI-:XANÏM-;I< IH:N GKOOI
i
Bewerkt door Dr. B. C. GOUDSMIT en met een
inleiding van Prof. Dr. A. E. j. HOLWERDA te
Leider, met ca. 150 illustraties in halltoon en
tusschen den tekst en 5 prachtige platen in kleuren
druk. Ing. / 4.50, geb. / 5.10.
H. B. COTTERILL. M. A. Italiëin de Middeleeuwen
gedurende duizend jaar (303-1313).
Een kort historisch overzicht met hoofdstukken
over belangrijke gebeurtenissen en personen in
verband met godsdienst, kunst en litteratuur.
bewerkt door Dr. P. A. v. D. LAAN en met een
voorrede van Prof. |hr. Dr. J. SIX, met (55 fraaie
P'alen. ' Ing. / 4.50, geb. / 5.10.
L M. en Mr. Dr. C. H. BAALE. Handboek van reemdo
Woorden en Uitdrukkingen Citaten, ecfinische
lermen enz.
Nieuwe goedkoope uifgavc.
In.;. / 3.75, geb. /'?) !>ü.
Dr. F. A. SIOET1. Nederlandsche Spreekwoorden,
Spreekwijzen, Uitdrukkingen eo Gezeyden.
naar hun oorsprong en beleektnis verklaard en
in 'iet Fransch, Duitsch en EngeLsch vertaald.
DERDE DRUK. Comuieet in 2 ch elen.
Ing. /' 11 50, geh. / l.'-i.TO, in leer /' 15 20.
BEKNOPTE UITGAVE. Derde'd^k.
Dr. THOMAS CARTER. Verha!en uit Shakespeare.
Ncclerlandsch van Dr. EDWARD B. KOSTER,
met Hi fraaie gekleurde platen.
Ing. /2.50, geb. /'3.10.
Dr. E. E. SCHELTEMA. Herinneringen van een
Geneesheer,
i;.g. / 1.95, geb. / 2 50.
TH.M.HEÏELAAR. Wel tot Repünp van het lager
G, KNDP. Hendolsteclmiek.
Leiddraad bij de studie der a'L'.eniecue li
kennis. is::/. - deelen
H. A. ROMEIJN. Gronden der Gelijkstroomtechnisk.
Leerboek ten dienste van lui undCiWMS :n de
electrotechniek.
Eerste deel. 2e druk. Ing. / 2 ia , eb, / 295
Tweede deel. 2e druk. h:g. ! 90, ;;e;>. / 2 >:5.
11 A. ROMEI1N. Gronden der Wisselstroomtechiiiek.
Leerboek ten dienste \an het onderwijs h de
eicctrotechniek. ir u, ? ;"", ??i-.b / i.V')
zooals die bekend gemaakt is volgens K. B. van
:??(] Juni 1905 (Staatsblad Nu. 219), voor de
|ira;<;ijk bewerkt en van aanleekeningen voorzien.
\ï>iieJii;e ni'ijave. Deel ! ing, / 6.90, geb. / 7 60.
/H.80, /'9.50.
Br. A. RIEHL. Inleiding tot de Hedendaagsche
WijsAai! voüriiuH-hU-n, naar den vierden druk,
vert;:a:d d;!;>r Dr. M. KREUNEN.
Ing. / 2.25, geb. /' 2.75.
H, N. BRAlLSfSRO.
Be Ooriöi m M en Gcud.
Een studie omtrent den «jewapenren vrede.
Vertaling van Dr. W. VAN RAVESTF.YN |r.
!:^. ,''2-K), i.'tb. /'3.10.
Dr. JOS. SCHRIJNEN. Nederlandsche Volkskunde. i G. C. BYYANCK. Bewogen Tijden.
Compleet in 2 deelen.
Per deel ing. / 3 75, geb. / 4.45.
Dr. A. A. BEEKMAN. Nederland als Polderland.
Beschrijving van den eigenaardigen toestand
der belangrijkste helft van ons land, tevens be
vattende de topografie van dat gedeelte met de
voornaamste détails, toegelicht door kaarten en
teekeningen.
TWEEDE DRUK. Ing. / 6. , geb. / 7.10.
C. HUYGENS' Trijntje Cornelis Dr. KLUCHT.
Uitgegeven en van een inleiding en
aanteekeningen voorzien door Dr. H. J. EYMAEL.
Ing. / 1.50, geb. / 2. .
Eerste bundel.
KRONIEKEN EN BEELDEN iui5-lüi,;.
Tweede bundel. Ing / 390. jjeb
KRONIEKEN EN HEELDEN ii)l(i-i9'l7.
il1.1'', ; 3 !H', ;reb. /' ! ?1-~5
W. G. C. BÏVAHCK, Baiaafsci! Ferleden (Oeros'
Droefheid),
E. P f!, VAN imit Leerboek van het
Landhouwil'.-eir.-.Giuien naar (ie Enkele- f n Dubbele methode
;?] Land-, Tuin-en Bosehbouvvbediijven ; Taxatie
van Landerijen, Ontginningen en Bosschen;
l;.-)-?'h-;.an\>.-:is; Bedrijlssfiti.stiek ; Bijdrage
Gcscüieclen^ ; n;et etn voorrede van Dr. A. II.
BERKHOUT f;ig. / 4.25, geb. /' 4.75.
Or. l O, BiiEXElS. Plantenboek,
Bewerkt raar CüK'iSii.\.\S!-:.\* Taschenbuch
einheirniseher PfLinzen. Met 48 fraaie gekleurde
p'-aten. Geb. /'2.15
KERST ZSARI. Het Vogeiboek.
Zanders en krassers hij huis en schuur, in tuin
en park, langs weg en gracht, in veld en bosch,
aa:i iiias en strand, niet 103 fraaie gekleurde
afbeeldingen van vogels. Ing. / 2 40, geb. /'3.10.
.Bovenslasnrle werlsen z'jn in isoEfeo Soeidianilel veiir'Jsliaaf.
UITGAVEN VAN
ro
Dr. W. VAN
Met een voorwoord van HENRIETTE ROLANO
HOLST. Lu;. ? ! 'i'-, t^-b ., '.'^.