Historisch Archief 1877-1940
23'Febr. '18. No. 2122
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
IDIEJ
Tekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
VUE.SCHHOUWLR
W
Téléphones H, 7169-4336 Maison Ftancaise
MADAME BRISSAUD
MODES ROBES ET MANTEAUX
136 Noordeinde - DEK HAAG - 44 Piet Heinsttaat
klein, de lijn die bal 2 beschrijven moet
daarentegen lang. Passen wij nu de daar
even aangestipte theorie toe bij het maken
van dezen stoot, dan moet de queue dus
horizontaal gehouden worden bij het afstooten
en mag bal l niet meer dan 5 millimeter
onder diens middelpunt geraakt worden.
Gebeurt dit en is de stoot met de
vereischte kracht gespeeld, dan komt bal l
langzaam naar 3, verplaatst bij het caram
boleeren dezen bal maar eenige millimeters
en blijft zelf daarna onmiddellijk stilliggen,
terwijl bal 2 op de aangegeven wijze zijn
loop volbrengt en aldus na de carambole
de drie ballen op de gecirkelde plek zich
in triangulaire positie bevinden.
Wat de bedoeling was.
Dezen stoot moet, evenals de meeste
anderen, absoluut zonder effect gespeeld
worden. Over de noodzakelijkheid Van het
zonder effect spelen, en op de vraag waar
het effect in het biljartspel, en vooral bij
het trekken, dienstig voor is, kom Ik een
volgenden keer nog wel eens terug.
B.
De Koe: We 'staken, menschen!"
Illllllllllllll IIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII III
BILJARTSPORT
ELECTRISCHE
BILJARTVERWARMING
Denoodzakelijkheiddergisbesparingheefr,
als bij zooveel andere zaken, ook bij het
vraagstuk der doelmatige biljartverwarming
den juisten weg ter oplossing doen vinden
in de electricitdt en daardoor aan veel
wanhopig en permanent gesukkel voorgoed
een einde gemaakt.
Want het was wel terdege een vraagsluk,
heel wat ingewikkelder dan het er opper
vlakkig bekeken uit ziet. Wil een biljart
goed bespeelbaar zijn, dan mag het blad
niet vochtig en ook niet koud zijn. Want
zoowel bij een vochtig als een koud biljart
is de speler genoodzaakt veel harder te
stooten dan wanneer het op de vereischte
temperatuur is, zooda!: -daar dit spel grooten
deels berust op maat, dus stootgevoel, de
fijnere berekening door het ongewone harde
stooten finaal absent raakt. Het vochtige
klimaat van ons land maakt dus kunstmatige
verwarming noodzakelijk. Maar de praktijk
daarvan deed allerlei moeilijkheden voorden
dag komen die pas sinds korten tijd. doch
dan ook afdoende, overwonnen zijn. De eer
van deze uitvinding komt toe aan den heer
Groenendaal, exploitant van het hotel De
Roemei", Heiligeweg te Amsterdam.
* » *
De verwarming van een biljart moet zoo
danig zijn, dat het blad met het daarover
gespannen laken zooveel mogelijk gelijkmatig
verwarmd wordt. Het houten geraamte
waarop het blad rust en de houten banden
mogen, om het uitzetten en inkrimpen
daarvan te voorkomen, niet blootgesteld
worden aan de verwarming. Evenmin het
gummi van de banden.
Vóór de uitvinding der heeren G. werden
de biljarts op verschillende wijze verwarmd.
Elk dezer systemen kleefde echter een be
paald soort nadeel aan.
Daar was vooreerst de kaarsverwarming
die te plaatselijk beperkt bleef en dus
onvoldoende was. Vervolgens de verwarming
met warmwaterbuizen, aangesloten aan cen
trale verwarmings-inslallaties waardoor
wel het blad, maar tevens ook het hout
verwarmd werd. Wijders de afzonderlijk
met gas gestookte warmwaterbuizen
waardoor geregeld vochtige lucht ontstond
zoodat juist het euvel dat men wilde be
strijden, opgewekt werd.
Door een onder het biljart aangebracht
complex van heetelucht-reservoirs, welke
door een electrisch verwarmingselement
gevoed worden en dat bij een maximumtijd
van inschakeling van 10 uren per dag,
volgens warmte-tarief (Gem. Amsterdam)
slechts f 0.03Vs per dag stroomverbruik
kost, zijn al deze nadeelen ondervangen.
Het systeem Groenendaal" (waarop
bereids octrooi is aangevraagd) en dat men
onder diens biljarts in De Roemet" en ook
in Krasnapolsky zien kan, wordt door allen
die er kennis mede maakten waaronder
de beste spelers van ons land eenparig
als volmaakt geroemd.
Waarlijk, den heer Groenendaal verdiend
den dank en zijn uitvinding de belangstelling
van al wie in ons land de queue hanteeren!
O O O
HET TREKKEN
Het is geen overdrijving om te zeggen
dat het trekken een der voornaamste ver
richtingen in het biljartspel is. Immers, een
goed gespeelde partij bestaat zeker voor de
helft, en een zeer sterk gespeelde parlij wel
voor drie vierden uit lange en korte, rechte
en schuine trekstooten. Er zijn dan ook
een ontzaglijk groot aantal biljarters die het
nooit tot de vaardigheid van het trekken
gebracht hebben, en die, zeifs in de meest
eenvoudige trekposllie lot een vaak riskante
en bijna altijd met het oog op den vol
genden stcot foutieven bandsfoot hun
toevlucht moeten nemen. Maar ook bij hen
die het wel kunnen zijn dikwijls nog heel
war aanmerkingen te maken. Want het
trekken zooals het behoort te geschieden
is niet maar eenvoudig de stootbal terug te
doen loopen van bal 2 naar 3, maar is
inderdaad een heel wat gecompliceerder
verrichting, die in de perf.'ciie alleen bereikt
wordt door zeer sterke spelers.
De Zuiderzee-droogmaking aan de bittertafel
Teekening voor de Amsterdammer" van S. G.
Als die Zuiderzee van jenever was, hoefden we er niet zoo lang over te kletsen"
Het doel van den zwakken speler is het
maken van den carambole zonder meer,
dat van den sterken biljarter hst mak?n van
een zoo groot mogelijke serie" schreef ik
een vorigen keer. Zwakke biljarters die ook
trekken kunnen maken een trekstoot door
gaans bij middel van een vervaarlijken op
stopper, die bal 2, na uitgeloopen te zijn,
gewoonlijk doen stilligen zoo ver mogelijk
van de beide anderen verwijderd, terwijl ook
bal l en 3 meestal een of eenige meters van
elkaar zijn komen te liggen. Bij den sterken
biljarter daarentegen ziet men juist het om
gekeerde gebeuren. Daar is het trekken het
middel om de drie ballen in plaats van zoo
ver mogelijk uit, zoo dicht mogelijk bij elkaar
te brengen. In plaats van een vervaarlijken
opstopper een nauwkeurig berekende stoot
hard of zacht, of in een der tallooze
nuanceeringen daar tusschen, naarmate den
loop van bal 2 dit noodig maakt en
inpbats van het woeste trtfien tusschen bal
l en 3, waardoor deze onberekenbaar uit
eikaar komen te liggen, een beheerscht
touche dat beide ballen slechts eenige centi
meters verplaatst.
Men begrijpt dat zulk trekken niet uit
sluitend het gevolg kan zijn van ijskoude
berekening, maar dat hiervoor nootiig is
een zeker vnaatgevoel, toegespitst door her
haald oefenen, anders gezegd: aanleg en
routine.
Wie nu van nature over veel aanleg tot
biljarten beschikt za! uit zichzelven al heel
gauw komen tot het behandelen op de
juiste manier van een stoot terwijl den
gene die van dien aanleg niets of zeer
weinig bezit wel zij i leven lang een kruk
za! b'ijven. Want dat maatgevoel is een
verschijrue! waarvan geldt: het is er of het
is er niet. Daar het rreheel en a! voortkomt
uit het diepst van des spelers wezen kan
hete: niet van buitenaf ingebracht worden,en
is derhalve evenmin te leerenals het gevoel
voor muziek of schilderkunst of voorweike
kunstuiting ook.
Ei; zooals het vsrmogen om kunst te
genieten niet zelden plaats rnaakt voor een
psychische gesteldheid waarin kunst ons
verveelt of irriteert, kan ook ciat maatgevoel
bij het büiarten somtijds voor langen tijd
finaal absent zijn, niet zelden zonder eenige
aanwijsbare oorzaak, om op even onna
speurbare wijze plotseling weer terug te
keeren. Dit is in het vooibijgaan gezegd
wel een der voornaamste redenen, waarom
men, in het algemeen er zich voor wachten
moet een oordeel over de spelkwaliteiten
van eenig speler uit te sprtk'n op grond
van het zien van een enkele partij. Ee'i op
merking die ganschelijk niet overbodig is,
omdat hij weinig dingen doorgaans zoo
grenzenloos oppervlakkig geoorJretd wordt
als juist bij het biljarten, over spelers, door
publiek en andere spelers.
Toch, ondanks het ietwat ontmoedigende
van enkele hiervoren geuite opmerkingen,
is er in het biljartspel, ook voor spelers
met beperkten aanleg, en vooral op het
stuk van trekken, hrel wat te leeren. Met
het geven van enkele ttchnische aanwij
zingen daaromtrent zal ik in het onder
staande een aanvang maken.
i
Dezelfde trekstoot kan op twee manieren
gemaakt worden: de juiste en de verkeerde.
De verkeerde manier is die, waarbij, als
gevolg van een vervaarlijken opstopper, de
stootba! terugloopt van bal 2 naar 3, caram
boleert, om daarna nog, alvorens stil te
liggen, een meter of wat naar links of rechts,
al naar toevalligerwijze bal 3 links of rechts
van diens middelpunt geraakt was, uit te
loopen.
Dit wat de stootbal betreft.
Waar bal 2, na uitgeloopen te zijn, be
larden zal, is in dit geval al even moeielijk
te zeggen als het antwoord op de vraag:
op welk gedeelte van het biljart bal 3 ergens
terecht komen zal, te geven is. Daarvoor
toch is alles te onbehouwen, onbeheerscht
en derhalve te onberekenbaar.
Wie goed wil trekken moet zich van deze
belangrijke omstandigheid terdege bewust
zijn: dat, naarmate de queue bij het afstooten
schuiner gehouden en de stootbal lager ge
raakt wordt, deze sneller terugloopt en bal
2 zeer langzaam, terwijl, stoot men meteen
vlak gehouden queue, en de stootbai slechts
eenige millimeters onder diens middelpunt,
deze langzaam terugkomt doch bal 2
daar; entegen zeer vlug. De verklaring hiervan is
? zeer eenvoudig. De schuine queue en het
l diepe raken veroorzaker een snelle draaiing
i van den stootbal, waardoor deze, na bal 2
i maar even <ieraakt te hebben, onmiddellijk
| terugslaat, terwijl de vlakke queue en h L t
j hooge raken een langzame draaiing ten
geI votge heeft, waardoor de geheele kracht van
i den afstoot overgebracht word op bal 2,
j en de stootba! na het caratnboleeren onmid
dellijk siil komt ie liggen.
Iri bovenstaande ieekening is een
trekstootpositie afgebeeld welke door zwakke
spelers, ondanks de venegaande eenvoudig
heid van dessin, steevast verknoeid wordt,
düch die, bij inachtneming van eenige tech
nische wenken, altijd tot een bevredigende
uitkomst leiden moet.
De afstand tusschen bal 2 en 3 is zeer
Langs dezen weg?
Het zij mij vergund een bescheiden inzicht
ter lectuur te geven aan onze medewerkers
aan de Kracht en Warmte-Prijsvraag.
Uit het voorloopig verslag treedt duidelijk
naar voren dat het meerendeel onzer pioniers
de oplossing heel ver zoekt. M.i. te ver, in
aanmerking genomen de weinige brand-' en
grondstoffen waar we momenteel over be
schikken en die toch onmisbaar zijn voor het
vervaardigen van gecompliceerde toestellen.
Door de tijdsomstandigheden keeren wij
terug tot toestanden, die om hun primitief
heid veel overeenkomen met die uit oude
tijden. Hierom moeten wij onze gedachten
even terugbrengen tot die tijden en m.i.
onze overdenkingen baseeren op de hulp
middelen die de Ouden gebruikten, trachten
deze aan te passen aan onze moderne levens
wijze, wellicht is het dan mogelijk langs
dezen weg tot een gewenscht resultaat te
komen.
De volken der Oudheid brachten in
rotsopeningen water aan het koken door er
gloeiende steeren in te werpen. Ze wikkelden
v'eesch in kiei alvorens ze bak of
braadproces te doen ondergaan.
De Israëlieten maakten hun spijzen gaar
door deze in een schotel onder heete asch
te plaatsen. Is hier geen leering uit te trek
ken? Wordt b.v. de gloeiende asch, die uit
onze kachelroosters valt wel eens ter plaatse
practisch benut?
Door uit den rijken schat van kennis en
ervaring door de eeuwen heen te putten en
te combineeren met onze moderne uitvindin
gen is het wellicht mogelijk met nog meer
steen, briketten en korrels zand de funda
menten te leggen, waarop verrijzen zal het
groote slot, de groote uitvinding waartoe
de Commissie hare werkers met milde ga
ven aanspoort.
C. J. BERG VAN MIDDE LBURQH - B.RA Y
VRAüENRUBHIEK
voor
Aigemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve (3e vragen voor deze rubriek In te
f.encien aan het KedactiL'bureau, me! op den omslag
het motto Leekenspiegel", en otider opgave van
naam en si'res frie a!3 vertrouwelijk zulten worden
birfCilOUWd.)
\V. S. te A. Zoudt u ook kunnen r<
cdetU-clen of het juist is dat door d'n Mwister
van Oorlog ccii orJir in ui'gc.vcardigd. waarbij
bipaald is, dit vegetaristisc/i'! militairen hun
eten uit de kcii'.e >. I: nnen krijgen voor er
dier.ij k vet ir. gedaan is? En zoo j.:, heef
de Minister van Maria : iets dergelijks bepaald
voor zeemiliciens ?
Noch door d e". Minister van Oorlog, noch
door den Minitt.'r van Marine is een
dergi-lijke order uitgevaardigd.
In den Vegetarische Bode van Februari 1915
vinden we vermeid dat door den
BataljonsCommandant te Almelo is toegestaan het
verzoek van et'n landweer-soldaat om als
lid van den Nederlandschen Vegetari
rsBor.ü" bui en de ménage gesteld te worden,
en hem daarvoor de gebruikelijke vergoeding
te doen uitbetalen."
Door den Commandant te Deventer werd
een dergelijk verzoek tweemaal geweigerd,
In den Vegetarische Bode van Jur,i 1917
schrijft iemand, die voor militaire dienst
weigering voor de tweede maal zich in
voorarrest bevond:
Ik heb nu meer dan de eerste maal werk
gemaakt van vegetaries eten. Inplaatsdat ik
r.u gestampte pot krijg, houden ze vóór 't
stampen voor mij 'n portie apart en die krijg
ik dan met boter."
"EIIIIIIM1III «II lllfllllljllll HUI l III,MUI! II
Nederland en de
Gewonden
verpleging in Frankrijk
Wij stuurden dezer dagen naar het hos
pitaal St. Julien te Le Mans frs. 7740.6Ü, het
equivalent van f3088.50, zijnde 't totaal der
bijdragen bij onze Administratie ingekomen.