Historisch Archief 1877-1940
23 Febr. '18. No. 2122
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
De Vrouw en de Nederlandsche
Industrie
Zooals er een gezonde vaderlandsliefde
is, en een ziekelijke uitwas daarvan, die men
chauvinisme noemt, zoo moet ook wel onder
scheiden worden tusschen een gezonde en
een ziekelijke voorliefde voor de Neder
landsche industrie.
Nederland is een vrijhandelsland. Het stond
als zoodanig vóór den oorlog alleen op het
vasteland; en het is mogelijk, dat het na
den oorlog van alle zoogenaamde beschaafde
landen het eenige vrijhandelsland in de
wereld zal zijn, zoo ook Engeland dan naar
het stelsel van bescherming der industrie
mocht grijpen.
Nederland mag daar trotsch op zijn, vooral
in dezen tijd, want wanneer men met den
vinger n ding kan aanwijzen, dat dezen
heilloozen oorlog veroorzaakt heeft, dan is
het wel de commercieele afgunst, die de
volkeren als vijanden tegenover elkaar doet
staan. Men gunt elkaar de welvaart en den
vooruitgang niet, men tracht elkaar den pas
af te snijden, men meent dat men er zelf
beter aan toe is, wanneer een ander er
slechter aan toe is. Men wil den vreemde
ling verhinderen op de vaderlandsche markt
zijn waren te verkoopen, maar zelf wil men
zijn waren op alle markten der wereld af
zetten.
Het vrijhandelsbeginsel daarentegen leert,
dat de voorspoed van het eene volk ook de
voorspoed van het andere is; dat de wereld
er het best aan toe zal zijn, als alle volken
in volkomen vrijheid zich toeleggen op het
produceeren van die waren, die hun het
meeste voordeel bieden, en onderling hunne
producten ruilen. Het is het
vrijhandelsbeginsel, dat tot onderling contact in
plaats van afsluiting, tot waardeering in
plaats van afgunst, tot vriendschap in plaats
van vijandschap leidt; het is het vrijhandels
beginsel dat eens den wereldvrede brengen
zal, want het beschouwt alle staten als
deelen van n groot verband.
Daarom is het een beginsel, niet alleen
van groote materieele, maar in de eerste
plaats van hooge moreele waarde.
Met dat beginsel wil de beweging, waar
van Het Nederlandsche Fabrikaat", waar
van de Jaarbeurzen het uitvloeisel zijn, aller
minst breken. Chauvinisme is altijd een
kwaad, op het oogenblik is het een misdaad.
Op het oogenblik hetft een klein, neutraal
land vóór alles den heiligen pl'cht, angst
vallig de kiem van internationale toena
dering en waardeering te behoeden en
aan te kweeken, het is dan ook aller
minst de bedoeling van de beweging
tengunste onzer nationale industrie, dat wij
alles zelf" zouden gaan maken. Er is zelfs
niets dwazer dan te meenen, dat wij dat
zouden kunnen. Het is nauwlijks mogelijk
ons voor te stellen hoe wij er dan aan toe
zouden zijn, heel wat erger waarschijnlijk
dan in dezen tijd, die ons allen toch als
een booze droom voorkomt. Wij zouden
eeuwen achteruitgaan. Het is ook een dwaas
heid te meenen, dat wij iets niet moeten
invoeren, wanneer wij het in Holland zelf
toch zoo goed kunnen maken."
Het is niet de vraag of wij iets ook kun
nen maken, maar of wij het beter kunnen
maken dan een ander land. Het is juist het
voordeel van het internationale goederen
verkeer, dat wij door ruil een waar op
voordeeliger voet krijgen, dan wanneer wij
ze zelf fabriceerden.
aOok door den oorlog moeten wij ons op
dit punt niet van de wijs laten brengen.
Wij hooren het iederen dag, dat wij dat en
dat nu zouden kunnen maken, als wij er
maar op ingericht waren.
Laten wij echter wel bedenken, dat het
wel zeer twijfelachtig is, of wij ons ooit zoo
zouden kunnen inrichten, dat wij inderdaad
geheel op eigen kracht zouden kunnen drij
ven in een jarenlangen oorlog; dat daaren
tegen een volk, dat zich op den oorlog inricht,
op zelfvernietiging aanstuurt.
Wij moeten ons ook niet voorstellen, dat
de Nederlandsch-Fabrik-aat-beweging steun
bedoelt te brengen aan een anders nood
lijdende Nederlandsche industrie. Wij moeten
ons vooral geen overdreven voorstelling
maken van de beteekenis der Nederlandsche
markt voor onze industrie; wij zijn een klein
OM DE MEEUWEN
... insulis, quarum pars magna a
feris barbarlsque nationihus incolitur,
ex quibus sunt, qui piscibus a'que
ovis avium vivere txistamantur".
Zoo staat het bij Caesar en zoo is het
nog een beetje. De eilanden zijn Walcheren,
Schouwen, Voorne en vooral de strergtl
van Texel tot Rottum. De wilde
barbaarsche volkeren, die zich daar voeden met
visschen en vogeleieren, dat zijn wadschip
pers, dijkwerkers, boerenarbeiders, boeren
jongens en meisjes, zeevaartschoolleerlingen,
zet kapiteins in ruste en allen die hetzij uit
winstbejag, hetzij om een lekker hapje maar
vooral or.der de bekoring van het rijke leven
van den voorzomer te eizoek" gaan. Ik
weet daar alles van, want ik heb driejaren
In dat Arcadiëgewoond en heb onder die
wilde barbaarsche naties nog vele goede
vrienden. Het eizoeken is een volkomen
atavistisch verschijnsel. Het zit er bij de
jeugd al in en toen ik daar op Texel
schoolmeesterde, zaten de kinderen in Mei
en Juni vaak met anderhalf oor te luisteren
naar de grutto's en schooleksters als die
schreeuwend over de school vlogen en van
heel andere dingen vertelden dan taalregels
of sommen. En er zat niet anders op, dan
met hen mee te doen, maar dan binnen de
perken van wet en rede.
In Caesar's tijd en nog lang daarna heeft
dat eierenzoeken niet veel gehinderd, anders
zouden die vogels tot op onzen tijd niet zoo
talrijk zijn g:bleven. In de laatste eeuw echter
gaat hun aar.tal st<,;k achteruit, zoowel door
de toename der menschelijke bevolking als
land, en een industrie, die niet voor uitvoer
werkt, kan ten onzent slechts bij uitzondering,
zoo ooit, groot worden.
De Nederlandsen Fabrlkaat-beweg'ng wil
dan ook iets heel anders. Alle goede zaken
hebben hun keerzij. Onze waa'deering voor
het buitenland, onze cosmopolitische geest,
ging wel eens te ver. Men beweerde wel
eens, dat wij in Holland alleen tevreden
waren met iets, dat een vreemd metk droeg;
men fluisterde wel eens, dat er Hollandsche
producten waren, heel huishoudelijke zelfs,
die eerst naar het buitenland moesten gaan,
en terugkomen als buitenlandsche waar, om
genade te vinden In de oogen der Neder
landsche huisvrouw. Wij waren er niet
trotsch op onze eigen waren te gebruiken,
integendeel, deze moesten ons met een
soort boerenbedrog in handen gespeeld
worden. Te belachelijker als men bedenkt,
dat de Hollandsche industrie vóór alles
uitvoer-industrie is, de Hollandsche waar dus
door het buitenland wél goed genoeg
gevonde i wordt. En het eind was, dat wij ten
slotte, daar de Hollandsche waar angstvallig
verborgen werd gehouden, zelf nauwelijks
weten, wat van de vele voorwerpen die wij
geb/uiken en koopen van Hollandsen maak
sel is. Aan dien onwaardigen toestand
moest een einde gemaakt worden.
Ik kwam eens vele jaren geleden in een
winkel van een klein stadje in Devonshire
met het een of ander voorwerp, waarvan
ik een tweede exemplaar wenscnte. Wat
het was, is mij lang ontschoten, maar wat
ik nooit vergeten heb, dat is het gebaar
van diepe verachting waarmee de winkel
juffrouw het mij op mijn vraag weer toe
reikte, zeggende: O, no, its Continental
make". Zulke arrogantie moge niet zeer
beminnelijk zijn, zij is een symptoom van
een mentaliteit der bevolking, van een geloof
in eigen kracht, die heel wat beter is dan
het gebrek aan zelfvertrouwen, dat ons tot
nu toe op dit punt gekenmerkt heeft.
Bij dit alles zijn de vrouwen een zeer
gewichtige factor. Al wat er gefabriceerd
wordt, kan men in twee categorieën
verdeelen: het zijn óf produciiemiddelen óf
gebruiksartikelen; maar het einddoel der
productiemiddelen is tenslotte ook weer:
consumptie-artikelen te helpen maken. Deze
laatste zijn het doel van alle productie; zij
bepalen onze welvaart, ons welvaren.
Wie anders beslist er nu echter over den
afzet dezer artikelen dan de vrouw? Zij
koopt, en wat zij koopt, kan de Nederland
sche winkelier inslaan. Maar aan deneenen
kant is zij tot nu toe weer vrijwel afhan
kelijk van den wirkelier geweest, omdat zij
de waren alleen uit de winkels kende, en de
winkelier wordt het aan den anderen kant
door de onbekendheid der Hollandsche
prcducten dikwijls heel wat gemakkelijker ge
maakt, iets uit het buitenland dan uit Hol
land te betrekken.
De Jaarbeurs heeft vóór alles ten doel
den Nederlandschen producent niet den
winkelier in betrekking te brengen; dit
werk, dat verleden jaar met zooveel succes
is begonnen, zal dit jaar worden voortgezet.
Er is zeker geen gunstiger lijd om Neder
landsche producten bekend te maken, want
het grootste deel der buitenlandsche wordt
hoe langer hoe schaarscher of is in het
geheel niet meer te krijgen.
En nu moet het doel van dit alles zijn, niet
dat wij door dik en door dun Nederlandsche
waren koopen, ook al zijn ze duurder, of slech
ter, zoo vindt men het wel eens opgevat
maar dat wij met zoo groot mogelijke waren
kennis en zoo zuiver mogelijk oordeel onze
keus bfpa'en. En wij vrouwen moeten
inzien, dat dit een zaak van veel gewicht
is. Want de keus die wij doen, staat niet op
zichzelf, maar gebeurt duizendvoudig-,iederen
dag, en bepaalt tenslotte het welvaren van
een heel volk. En wanneer nu wat er in
ons land gemaakt wordt, de fabrieken die
er in ons land aanwezig zijn, niet een vage
reminiscentie uit het aardrijkskunde-boek
van onze schooljaren is, maar wanneer wij
onzerzijds werkelijk kennis van zaken heb
ben, dan zijn wij niet meer geheel afhan
kelijk van den winkelier, maar kunnen hem
er toe brengen met onze eisenen rekening
te houden. Het is een bekend feit, dat een
winkelier althans een proef waagt met een
artikel, waarnaar eenige malen navraag is
geweest.
De vrouw uit de hoogere standen is er
zeker, wat warenkennis betreft, niet op
vooruitgegaan in de laatste halve eeuw.
Tusschen de wijze waarop de welgestelde
vrouw haar shopping doet, afgewisseld door
lunch en afternoon tea, en de vrouw uit
door de inpolderingen en droogleggingen,
die de dieren berooven van hun broedplaat
sen. Zie maar eens op de kaart van Tt.xd;
daar hebben de vogels achtereenvolgens den
Eierlandschen polder, den polder Prins Hen
drik en den polder het Noorden moeten af
staan en ook zijn op verschillende plaatsen
de duinen die vroeger wild lagen, in cul
tuur genomen.
De vogels hadden dus dringend bescher
ming noodig en daarin is voorzien door de
jongste vogelwet, die het rapen van alle
soorten van vogeleieren verbiedt met uit
zondering van enkele, zooals die van de
kievit en van de meeuwvogrls, welke waar
devolle handelsartikelen opleveren. Onder
zekere beperkingen kan het rapen van die
eieren worden toegestaan, zonder dat de
vogelstand er onder behoeft te lijden. Als
de wet maar strikt en goed wordt uitge
voerd!
Nu hapert daar nog veel aan en juist in
het belang der meeuwvogels, dat zijn de
meeuwen en de sterntjes, heeft dezer dagen
de Nederlandsche VereeniKing tot
Beacherm'-ng van Vogels een verzoekschrift gericht
aan den Minister van Landbouw, om beper
king te brengen in de uitgifte van vergun
ningen voor het rapen van meeuweneieren.
Volgens de wet worden die vergunningen
alleen uitgereikt aan hen die een bedrijf'
maken van het rapen van meeuweneieren
en nu schijnen in c!e laatste jaren een groot
aantal particulieren, o. a. dan ook die
zeekapiteino in ruste, dat bedrijf" ter hand
genomen te hebben, alleen maar om voor
hun plezier uit eierrapen te gaan. De ver
gunningen zijn verleend ook en daarmee is
een groote fout begaan. De bepaling om
trent het rapen van meeuweneirer. is eigen
lijk alleen in de wet gekomen terwille van
twee echte bedrijven" die destijds in ons
land bestonden en die nog al dichterlijk
worden aangeduid onder den naam van
vogelarijen: de vogelarij Schouwen en de
vogelarij Rot urn Daar nestelen sinds
onhet volk in de schaarsche uurtjes die haar
huishouden haar Iaat, haar schaarsche guldens
aanwendt, is een hemelsbreed verschil, dat
ztker niet ten gunste der eerste is.
Wij gaan zonder eenigen twijfel zeer zware
tijden tegemoet, tijden, die de ontzagiqke
bres welke er in den goederenrijkdom der
wereld geslagen is, weer zullen moeten aan
vullen. En in alle landen ziet men, dat alle
krachten moeten worden ingespannen. Aan
die krachtsinspanning kunnen ook de vrouwen
zich niet onttrekken, ook zij moeten op alle
manieren meewerken. En een der wegen
daartoe wijst ons de jaarbeurs. Wanneer
wij onze eigen industrie leeren kennen en
waardeeren, wanneer wij met juist oordeel
en juisten blik de waarde van het Neder
landsche product tegen het buitenlandsche
leeren afwegen, dan zullen wij tweeërlei
voordeel behalen: een materieel en een
moreel. Een materieel voordeel, want, zijn
fabrikaten van eigen bodem inderdaad de
beste, dan bespaart men noodelooze transport
kosten door er de voorkeur aan te geren
boven buitenlandsche; en een moreel voor
deel, want het zal bij ons een zelfrespect
aankweeken, dat ons tot nu toe op dit punt
te zeer ontbrak; en dat, vrij van
opgeblazenheid of chauvinisme, een klein volk slechts
keren kan.
E. C. v. DORP
Vrouwenkiesrecht
in verschillende landen
III RUSLAND
Er is wel eens in deze kolommen van dit
blad beweerd, dat er van eene bepaalde
vrouwenbeweging in Rusland niet kon gespro
ken worden. Nieis is minder wair dan dat.
Sinds vele jiren hetft er in Rusland eene
levendige vrouwenbeweging bestaan, die
zich in tal van vereenigingen, met meer of
minder scherp omlijnde doeleinden, vertakt.
Eene der grootste en krachtigste van deze
vereenigingen is die welke strijdt voor de
politieke rechten der vrouw, waarvan dr.
Shishkina Yavein de leidster is.
Dat men in andere landen betrekkelijk
weinig van het werk dier verschillende ver
eenigingen vernam, moet op rekening gesteld
worden van den politieken toestand, waarin
het land zich bevond.
Niettegenstaande de hinderpalen, die van
regeeringswege werden opgeworpen om de
Russische vrouwenverenigingen het toe
treden tot internationale bonden van vrouwen
te beletten, wist toch dr. Shishkina Yavein
met hare vereenieing reeds kort na de
oprichtiiig van den Wereldbond voor Vrouwen
kiesrecht zich bij dat lichaam aan te sluiten,
en op de internationale congressen, die van
den Wereldbond uitgingen, waren de Russi
sche vrouwen altijd zeer gezien en belang
wekkende leden.
Toen een jaar geleden de eerste revolutie
in Ruslanj tot stand kwam en de Russische
Staatsmacht overging in democratischer
handen, protesteerde de Ver. voor Vrouwen
kiesrecht onmiddellijk tegen het program
van de Voorloopige Regeering, omdat
daarin niet uitdrukkelijk vermeld stond, dat
de mannen en vrouwen van Rusland gelijke
politieke rechten zouden verkrijgen. Wel
was er in dat program gesproken van
algemeen kiesrecht," maar de Russische
vrouwen, indachtig aan hetgeen in
Westersche landen onder algemeen kiesrecht wordt
verstaan, wenschten eene uitdrukkelijke ver
klaring, dat de Voorloopige Regeering van
Rusland onder algemeen kiesrecht" dat
voor mannen en vrouwen beiden bedoelde.
Het bleek spoedig, dat zoowel de Raad
van Arbeiders en Soldaten, als Prins Lvoff,
de President van den Ministerraad, bij het
opmaken van het program aan vrouwen
kiesrecht niet hadden gedacht en meer nog,
dat zij ook niet van plan waren het onmid
dellijk in te voeren. Toen zette dr. Yavein
met hare vereeniping onmiddellijk eene groote
aktie door heel Rusland op touw, die overal
door mannen en vrouwen krachtig werd
gesteund.
Zoo krachtig was de wil der bevolking
om bij de nieuwe grondwet den vrouwen
het haar toekomende kiesrecht te verleenen,
dat toen kort daarop, den 19 Maart 1917,
een reuzendemonstratie in Petrograd door
de vrouwen op touw werd gezet, waaraan
pi.m. 'j!5.000 vrouwen deelnamen, de Raad
van Arbeiders en Soldaten, en ook Prins
Lvoff moesten toegeven en ten aanhoore
van duizenden burgers van het land de
belofte aflegden, dat de nieuwe regeering
volkomen gelijke politieke rechten voor
heugelijke tijden de meeuwen en sterns in
groot aantal en daar zijn jaar in en jaar uit
onder den regel der wet de eieren geraapt
door de pachters, die er een goed stuk brood
mee verdienden. Deze pachters verdedigen
in hun eigen belang hun terreinen tegen roof
en strooperij, terwijl ze het rapen der eieren
zoo regelen en desnoods beperken, dat de
vogelstand eer toe-dan afneemt. Nu bestaat
er in ons land nog maar n enkele plek,
waar de meeuwenbevolkine: zoo talrijk is,
dat daar ook een vogelarij gevestigd zou
kunnen worden, maar dat is privaat bezit
en de bezitter geeft er den voorkeur aan, om
de vogels daar geheel en al ongestoord te
laten. En zooals wij weten is de vogelarij
Rottum door de mobilisatie tijdelijk op zwart
zaad.
Wij moeten vreezen, dat de houders van
vergunningen buiten de vogelarijen niet de
noodige aandacht schenken aan de
wenscheHjkheid om zich in het eierrapen zoo te
beperken, dat de meeuwenbevolking er niet
op achteruit gaat. De sluitingsdatum voor
het zoeken van meeuweneieren is 15 Juni.
Dat kan in de vogelarijen gerust zoo ge
regeld worden, want dan vinden na dien
datum de vogels nog rust en gelegenheid
voor het uitbroeden van een tweede legsel.
Buiten de vogelarijen is dat lang niet altijd
het geval, omdat daar sommige meeuw-en
sternsoorten nestelen in het hooiland. Eigen
lijk moesten de vergunningen dan ook be
perkt blijven tot de erkende vogelarijen.
Wanneer die beperking streng werd ge
handhaafd, zou het zeker mogelijk zijn, dat
dezelfde terreinen, die thans ieder jaar leeg
geroofd worden, zich mettertijd tot rijke
vogelarijen konden ontwikkelen. Zoodoende
zou het nationaal inkomen met duizenden
guldens worden vermeerderd en tegelijk zou
het aantal der zoo nuttige meeuwen en
sternijes toenemen.
In mijn boek ,,Het Intieme Leven der
Vogels1' heb ik nog al uitvoerig betoogd
hoe nuttig de meeuwen en sterntjes zijn
mannen en vrouwen zou invoeren. En in
derdaad werden toen in het Voorloopige
Bestuur een paar vrouwen benoemd, waar
van zelfs een, een ministersplaats kreeg
en een ander tot Presidente van de
conslitueerende vergadering werd benoemd.
Of evenwel, nu de macht bïj de Bolsjeviki
berust en Trotzky en Lenin er de lakens
uitdeelen, de vooruitzichten der vrouwen in
Rusland met betrekking tot hare politieke
rechten, even gunstig zijn gebleven, daarvan
valt niets te zeggen. Vertrouwbare berichten
zijn daarover nog niet tot ons gekomen.
IV HONGARIJE
Dat Hongarije, in zoo velerlei opzicht
een achterlijk land op wetgevend gebied,
met de invoering van Vrouwenkiesrecht
menig kultuurland gaat voorbij streven, geeft
aan de vrouwenkiesrecht-beweging in de ver
schillende landen eene bijzondere beteekenis.
Vilma Glücklich
Presidente van de
Vrouwenkiesrechtbeweging in Hongarije.
Toen in het begin van het vorige jaar
de jonge, vooruitstrevende Keizer Karel,
Koning van Hongarije het volk eene nieuwe,
meer democratische kieswet beloofde, heeft
de Ver. voor Vrouwenkiesrecht in Hongarije,
die onder de bekwame leiding staat van
mevr. Vilma Glücklich, onmiddellijk eene
groote agitatie in het land op touw gezet
om bij die kiesrechthervorming ook het
vrouwenkiesrecht op te nemen. Deze agitatie
had tengevolge, dat het Kiesrechtverbond,
een verbond van arbeiders en burgers van
het land, dat de nieuwe kiesrechtformule
zoude opmaken, en dat onder leiding stond
van den warmen voorstander voor vrouwen
kiesrecht, dr. Wilhelm Vazsonyi, op 2 Juni
1917, in de constitueerende vergadering, het
besluit nam, dat men bij de kiesrechther
vorming het vrouwenkiesrecht ook zou
opnemen.
Den Ssten Juni daaraanvolgend werd er
in Boedapest eene groote indrukwekkende
demonstratie van vrouwen gehouden, om
dit besluit kracht bij te zetten. Duizenden
vrouwen uit alle kringen der maatschappij,
namen aan dien optocht deel, welke besloten
werd door eene vergadering, waarin door
de leiders van verschillende politieke par
tijen het woord werd gevoerd, die allen
de verzekering gaven, dat in de
kiesrechtuitbreiding ook het vrouwenkiesrecht zou
worden begrepen.
Den 21 Dec. 1917 werd door Vazsonyr,
den minister voor de kiesrechthervorming,
het wetsvoorstel bij het Parlement inge
diend, waarbij een min of meer bepeikt
mannenkiesrecht en een beperkt vrouwen
kiesrecht wordt aanbevolen.
Vazsonyi wil aan alle vrouwen boven
24 jaar, die een 4de klasse burgerschool of
daarmede gelijk gestelde inrichting van
onderwijs doorloopen hebben, of van een
door de Regeering in te stellen Commissie
een bewijs ontvangen, dat zij in ontwikke
ling daarmede gelijk staan, het kiesrecht
geven. En verder aan alle vrouwen, die in
en door den oorlog weduwe zijn geworden
en een of meer wettige kinderen bezitten.
Voorwaar geen zeer democratisch
kiesals insectenverdelgers. Onder de meeuwen
is dat vooral de kokmeeuw, onder de sternijes
het gewone vischdiefje, de Noorsche Stern
en het Zwarte Sterntje. Dezer dagen kunt
Het gewone Vischdiefje
Foto A. Burdet
Uit de serie stereoscoopplaten: Onze
Vogels in 't Wild". Uitgave van de
Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten
ge zien, hoe overal waar geploegd of gras-.
land gescheurd wordt de meeuwen bfj hon
derden op het land neerstrijken en uit de
kluiten de engerlingen, ritnaalden en emelten
wegpikken met nog meer ijver en vlugheid
dan de roeken. De sterntjes zijn alleen hier
recht, maar toch een voorstel, waarmede
alle politieke partijen in Hongarije vrede
hebben en het sterk aanbevelen. Wordt dit
voorstel wet, dan zullen in Hongarije onge
veer 300.000 vrouwen het kiesrecht krijgen.
Daar ook de Pers van alle richtingen zich
sympathiek tegenover dit wetsvoorstel van
minister Vazsor.yi stelt, schijnt er geen twijfel
meer te bestaan, dat het spoedig zal wor
den aangenomen.
Dr. Alexander Glesswein
Pauselijk prelaat en lid van het
Hongaarsche parlement.
Bijzondere krachtige hulp tueft de vrou
wenkiesrecht-beweging in Hongarije steeds
en ook nu ondervonden, van den zeer sym
pathieken en ook in ons land goeden bekende,
dr. Alexander Giesswein, Lid van het
Hongaarsche Parlement en Prelaat van den Paus.
Deze groote man hetft nooit geschroomd
om met al het gewicht aan zijn hooge po
sitie verbonden, zich beschikbaar te stellen
in dienst der vrouwenbeweging, waarvan
de vrouwenkiesrecht-beweging zijn groote
voorliefde had.
Zoodra in Hongarije het vrouwenkiesrecht
is ingevoerd, zal ongetwijfeld Oostenrijk
spoedig volgen. Trouwens de voorteekens
zijn reeds aanwezig, dat ook in dat land
de strijd der vrouwen voor politieke rechten
zeer spoedig goede vruchten zal oogsten.
ALETTA H. JACOBS
VAN ALLES WAT
Tapioca gerechten
Als antwoord op onze vraag geplaatst in
het vorig weekblad, ontvingen wij verschei
dene recepten, waarvoor wij de inzendsters
zeer danken. Ze luiden aldus:
Van Tapioca kan men heerlijke en voed
zame pannekoeken bakken. In Indiëgebrui
ken velen tapioca in plaats van bloem voor
fijne flensjes. C. M.
Tapioca is verkrijgbaar met gist als
zelfrijzend bakmeel voor flensj-'s,
appelbeignets enz. en ook als Donsco", fijn gemalen,
voor pap van melk of karnemelk. Ik ge
bruik het ook in plaats van maïzena of
puddingmeel in chocolavla en andere vla's.
Men mengt tapiocameel altijd eerst koud
aan en roert het dan in de kokende vloei
stof, 't Is zeer voedzaam. M. B.
OPGEROLDE TAPIOCAKOEKJES
voor de lunch
Maak deeg van 2 ons tapiocameel, 2 eieren,
een eetlepel suiker, een theelepel gemalen
kaneel en wat melk. Doe er een eetlepel
vol van in de koekenpan ; bak aan eene zijde.
Vanzelf begint dan het koekje zich om te
krullen aan de randen en is gemakkelijk op
te rollen. Druppel een beetje deeg op de
plaats waar de eene zijde over de andere
heen ligt en bak dan verder rondom bruin.
Bestrooi met suiker en dien onmiddellijk
op (niet laten staan, daar de koekjes dan
neerslaan en er niet zoo smakelijk uitzien).
E. H.-v. B.
TiR
?rnslt da JSL geklearda fcfo'Sinhst QttKt
DE WATERSNOOD
in den zomertijd en vangen vooral rond
vliegende of huppelende insecten, zooals
sprinkhanen en langpoot-muggen, de zwarte
stern bovendien vooral schietmotten. Deze
schietmotten zijn de ouders van de koker
juffers, die de dure zijden fuiken van onze
visschers stuk knagen. Inderdaad is het nut
van de meeuwen en de sterntjes voor land
bouw en bedrijf veel grooter dan in het
algemeen wel gedacht wordt. Maar van
veel meer beteekenis nog is hun overwel
digende schoonheid, vooral daar waar zij
zich in groot aantal vertoonen. Daarom
moeten wij vooral veel, veel, vee! van die
vogels hebben.
Nu heobendeze vogels ook nog te lijden on
der een ander wetsartikel, of liever het feit.dat
al. 2 van art. 2 der vogelwet nog altijd niet
van kracht is verklaard, een alinea die nog
al bij amendement door de Tweede Kamer
zelf in de wet is gebracht. Hierbij wordt
verboden het vervoeren en verhandelen van
huiden en veeren van inlandsche vogels.
Het komt dus hierop neer, dat het dragen
van huiden of veeren van bij de wet be
schermde vogels kort en goed verboden
wordt. Het is werkelijk meer dan tijd, dat
dit nu eindelijk eens gebeurt, want nu kunnen
nog altijd op zee op de afgelegen plaatsen
waar politietoezicht zoo goed als onmogelijk
is, de nuttige en schoone meeuwen en
sterntjes bij honderden worden gedood.
Zoolang de jagers daarbij niet betrapt wor
den, kunnen zij, door de dieren te villen,
hun roof ongestoord in veilige haven brengea
en verder verhandelen. Het adres der
Vereeniging zegt zeer terecht, dat thans, nu het
landbouwbedrijf zooveel arbeidskrachten
vordert, met alle gerustheid dat
stroopersbedrijf voor goed kan worden gestuit. Boven
dien, als ik mij niet vergis, zijn juist in
dezen tijd de vogelveeren nu niet sterk
in de mode. Redenen waarom, naar ik hoop,
onze Minister, die het zoo goed met den
Landbouw meent, op beide adressen gunstig
zal beschikken. JAC. P. T HIJ s si-: