De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 2 maart pagina 2

2 maart 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 2 Maart '18. No. 2123 DE VOGELVERSCHRIKKER Teekening voor De Amsterdammer" van Jordaan Om de kool te sparen...! ENGELAND EN DE JODEN IN PALESTINA j Naar aanleiding van het Joodsche Congres j te Amsterdam, \ door CAROLINE EITJE j Nu door de congresdemonstiatie van Zon dag 17 Febr. hel Joodsche vraagstuk ook voor de groote massa van het Nederlandsche volk eenige actualiteit heeft verkregen, is t het misschien niet ongewenscht eens te i wijzen op de politieke zijde dezer beweging, j die tot dusver weinig de aandacht trok, maar die in den laatsten tijd sterker op den voorgrond is getreden, sinds dit vraagstuk een factor is geworden in den huidigen wereldoorlog. Het is de Britsche regeering geweest, die met den scherpen kijk, welke haar zoo vaak kenmerkt, de politieke mogelijkheden dezer beweging heeft ingezien ;en besloten heeft haar te exploiteeren ten bate van de Engel sche belangen; want de voorstelling alsof Engeland de nationale eischen der Joden aanvaardt, omdat de Bijbel Palestina aan wijst als Israëls blijvende woonplaats, is wel fraai gevonden, maar zal niemand over tuigen. Iedereen weet dat dïBritsche staats lieden, in deze gevaarlijke crisis van het Engelsche volksbestaan, wel wat beters te doen hebben dan zich ter wille van ander mans idealen in zulke netelige problemen te begeven. r- Ware het de Engelsche regeerirg alleen te doen geweest om een moreel succes te behalen, dan hadden hare beloften, Novem ber 19,7 aan Lord Rothschild gedaan, zeker llllllltlllMIIIIMMIIIMIIMIIIIIIIMIIIIMMIMIIIIIHII Mlllllllll III . lliilllllinlII IHlllllll«lllllllll»lllllll«l?«IIII!NIII«UIIIUIIII«l»IUllllllllllUI VIJFDE PRIJS van onzen NovelIcn-Wodstrijd DE WRAAK VAN DEN LOMBOKKER' DOOR H. J. SMID De Augustuszon brandde op de velden; op de ka'e stoppels, waar van de gerst reeds was bin nengehaald ; op de zwaar neerhangende taiwehalmen, die in dee moedige hou ding den doodelijken slag nog afwacht; ten; op de 1 ruggen der arbeiders, die met de zicht in de rechter- en de wdhaak in de linkerhand, schoof rijden raast schoof. De onweersbui van den voii en avond had de bovenkorst van den hatden kleigrond week gemaakt, zoodat die zich in dikke randen krulde om de zooien der zichters. De waterdamp, die door de felle zonnestralen aan den bodem onttrokken werd, maakte de atmosfeer zwoel en drukkrnd. Op het land van boer Weigers werkten twee mannen gelijk-op: de Lombokktr" en Kromme Gerrit". Ze waren zeer verschillend van aard en lichaamsbouw. Gerrit, de vastearbeider, was een wat kribbig kereltje, met het hoofd erg in de schouders, waarvan er een niet weinig naar achteren puilde. M mies, de knecht, was een forsche lobbc-s, wiens achterhoofd met nek en rug een bijna rechte lijn vormde. Hij had zich indertijd als soldaat minder positief en duidelijk geklonken Uit deze onomwonden erkentiiiiK <--an het Jood sche recht op Palestina, uit deze biiiax-rde beloften van hulp bij het stichten van den nationalen staat, spreekt duidelijk dat Enge land hier kans ziet om voordeelen te be halen, die het zelfs met groote opofferingen niet te duur gekocht acht. Om evenwel de beteekenis van het Jood sche vraagstuk voor Engeland goed te kunnen begrijpen, moet men teruggaan tut de felle rivaliteit, die reeds lang vóór den oorlog Engeland en Duitschland in Voor-A'.iëtor doodsvijanden maakte. Groot-Bnttannië, dat sinds langen tij J zonder noemenswaar dige mededinging in deze gebieden zijn gezag had kunnen laten gelden, zag dezen invloed in de laatste twintig jaar overvleu geld door dien van DuitschUnd. Dit was ern toestand waarin Engeiand om vele redenen iet kon berusten en zooals Colenbrander ineen zijner staatkundige overzichten schreif, was het besef, dat het bij den Turk zijn gezag verloren had, die Eigeland tot de Triple Alliantie heeft gedrrven, het wilde tot eiken prijs voorkomen, dat Duitsch^aud de hand legde op Voor-Azië. .." Waar dit probleem zoo'n groote rol heeft gespeeld in de vroegere Britsche politiek, is het begrijpelijk, dat het ook in den huldigen strijd zijn invloed laat voelen. D,: EngHsclie staatslieden beseffen, dat zich r.u de ge schiktste maar ook tevens de laatste moge lijkheid biedt om met succes de Duittche mededinging te bestrijden. Lijdt deze poging ditmaal schipbreuk, dan is het met Engeland's prestige in Voor-Aziëgedaan, dan is laten overhalen om te teekenen voor de Ojst, had de geschiedenis op Lombok mee gemaakt en was na verloop van een paar jaren met een klein pensioen en e* n lialf stijven voet bij zijn ouoen boer teruggekrerd. In de practijk hinderde het lichamelijk verschil in dit tweetal minder dan men wel denken zou. Wat Gerrit aan kracht bij zijn makker moest acbu rstaan, dat won hij voor een groot deel aan handigheid, en wie beiden de zicht door de halmen zag drijven, merkte al heel gauw, dat de sUg van den Kromme beter was dan die van den Oostganger; zoodat hij, ofschoon minder forsch toege bracht, toch weinig minder effect had, en de zwakke voor 't losmaken van een schoof nitt meer tijd noodig had ddn e sterke. 't Was trouwens gewoonte, dat twee, die samen weikten in 't koren, zith naar t Ikander regelden. Ieder had een zwad ovtr de volle breedte van den akker, waai bij de een den «nder een paar schooven vóór was, om elkaar niet in den weg te staan. Mannes had het voorste zwad, dat schijn baar het achterste was; wai.t hij stond in raag boven den arbeider en dat zou geen knecht tich laten nemen Toéchch tscchch tséchchl met een scherp geluid sneed de zicht de droge halmen, die, door den welhaak geleid, dan in zacht ruischend over eikair glijden zkh tegen hun nog staande broeders aanvlijdtri. Tsèchch Uéchcht telkens acht tot tien slagen, het linkerbeen vooruit en na eiken slag een kort pasje voorwaarts. Dan ruggelirg» te:ujj, de wrlhaak de gevallen halmen in 't midden grijper.d en de zicht met korte, doffe filagen aan 't benedeneind meehelper d : t.suk tsuk tsuk ! Zoo werd de schoof gevormd, bij 't beginpunt terug gekomen op den voet getrokken, opgelicht en met een wending naar rechts neergelegd, om te wachten op de btnds'er. Tsèchch tséchch ! Al meer hal men vielen, al meer schooven werden op zij gelegd, over de heele breedte van den akker, wel veertig in de rij. En als een zichter aan 't eind van zijn iwad gekomen was, sloeg hij de blinkende zicht opwaarts over den arm en gingnaardenanderen kant vanden akker, nam het handvat tusschfn deknkei, streek met de platte houten steel van zijn welhaak langs het staal, om het weer een N.V. PAERELS Meubileering M'J. COMP LET E MEI' BI L E EttLNG Rokin 128 Telef. 4541 N de Duit«che hegemonie aldaar een onbetwist baar feit geworden. En om zoo'n catastropre te voo;komen spant Engeland nu al zijn krachten in. Daartoe wordt in de eerste plaats de mili taire en politieke vernietiging van Turkije nagestreefd. Is deze macht geruïneerd, dan heeft de Duitsche invloed zijn voornaimsten ruggesteun in de Mohamedaansche wereld verloren. Maar daarnaast ziet men te Landen de wenschelijkheid in van eene opbouwende actie, die een herleven van den Turkschen staat ook in de toekomst onmogelijk moet maken. Daartoe steunt de Engelsche regeering alle separatistische neigingen, die zich sinds het uitbreken van den oorlog bij de vele nietTuiksche elementen van dit rijk hebben ge openbaard. Doordezepolitiek hoopt Engeland de definitieve verbrokkeling te bereiken van het poiiü'k beiangritKf, rr.aar Ivigelard vijandige Turksche nheidbiijk. In plaats dairvan zal een grot p kleine hiaten in het leven worden geroepen, aie ieder op zich i zelf ongevaarlijk voor Engeland, door de i wijze van hun ontstaan, door vrees voor j Tu'kije en de onderlinge jdlouzie, nauwe aansluiting bij den bevrijder zullen moeten zoeken. In plaats dus van de gevaarlijke Duitseh-Turksche combinatie, een conglo meraat van kleine staatjes, die als evenveel steunpunten van de Britsche macht kunnen gelden. Voorwaar eene situatie, die de Britsche hegemonie in Voor-Aziëvolkomen moet hers'ellen ! In dit vernuftig bedachte, typisch Engelsche steunpunten-systeem, mag een land als Palestina zeker niet ontbreken en de beteekenis van dit gebied als strategisch s'eunpunt, geeft ons dan ook de verklaring waar om de Britsche regeering zoo welwillend is tegenover de Jootfsche nationale eischen. Dit land, waar de Joden hun publiek rech telijk gewaarborgden Staat gevestigd willen zien, vormt eene onmisbare schakel in de reeks Fngelsche machtsposities, die zich vanaf Gibraltar tot in Indiëuitstrekt. Zonder beheersching van deze kust, die het Ooste lijke bekken van de Middellandsche Zee bestrijkt, is Egypte, het Suezkanaal en dus de verbinding met Ir.diëniet afdoende be veiligd. Engeland heeft er dus alle belang bij om op deze kust een staat in het leven te roepen, die als een tweede Nederland,een bar rière zal vormen tegenover iedere landmacht, Het Joodsche Congres, den 17den Febr. 1.1. gehouden in het Concertgebouw te Amsterdam Teekening voor de Amsterdammer" van Martin Monnickendam Robijn A. S. Onderwijzer houdt een toespraak beetje te scherpen en begon dan een nieuw z.wad, ten oogenblik later gevolgd door zijn makker. Tséchcri t.H-cr-ch tsuk ttuk ! Soms klonken de slagen samen, dan veer niet ; want Gerrit detrd over t Ike schoof een of twee slagen meer dan Alannts, die daarentegen wat langzamer tempo had aangenomen. Zoo hadden beide mannen ;eeds sedert zonsopear g gewerkt. S rak s hadden ze een half uurije. tegen den A-dijk gelegen ; ZJ hadden e^n paar sneden brood gegeten e;i koude koffie gedronken. Toen hadden ze r.og wat gepraat ; maar ieder had zijn eigen taal gespiokon tn was door den ander i:itt verstaan. Gemt wjs begonnen over r;en geschuif j e, dat hij pas had gelezen: HciL'ndjagsche slavernij, verspreid door de arbeinersvereeniging Het Morgenl'Cht", waar van Gei rit een ijverig iid was. De arbeiders waren nog altijd slaven, en de boeren mestten zi- h vet niet hua zweet; zeker, dat vond G:rrit ook. Maar Man n es ha ;1 e r op gezegd, da! h ij er niet Vi'el van voelde. Als errit rog slaven w 1de zien, dan moest hij maar eens naar Indi gaan en kijken, hoe die tm:ine keieis zich daar d«o j werkten en dan ook nog lieten doodslaan voor hun meesters. Geuit had maar r. ie t vi-rder getracht, hem v;.n hun eigen slavernij te ov rtuigen. je k'jn r<;u nooit iets zeggen, of Marrus wist h t 7Óó te draaien, cat je op Lombok te rechtkwam honderdmaal 'tzHfde! En wat gingen je toch die n lakte, vreemde kerels aan, zoolarg j. 't zelf niet vtel btti-r had? En of Mannes daar uen of twiiitig van had doodgeschoten of doudgestokeo, daar was di wereld niets anders door gewordt n. Maar wat lKt Morgenlicht" wou! Voorloopig waren ze nog niet sterk genoeg, moesten t og maar slaaf zijn, 't zware koren zichten voor den rijk<n boer. Nog een paar uren in de brandende zon, dan zouden ze vand?ag ten minste gedaan hebben. Tn-chch-ti-èchch tsuk tsuk?huup! 't Is dan toch gruwHijk heet, Mannes!' Heet? 't Is warm, m»ft ja zeggen. Heet is't in de Oost, als d?ar de zon vlak boven je hof'fd staat en ja dai gepakt en gezakt door de alang-alang moet marcheeren." Natuurlijk we-er die Oost," dacht Gerrit wrevilig. AOU maar geen antwoord er op geven. Een tijd lang hoorde men niets dan 't geluid dtr zichten. Ze waien nu ongeveer midden op den akker, 'i Staat hier dicnter dan op 't andere eind, M/uint-s !" Ja, dichter, \liar hier kun je nog doo;komeii. Uit: a':tig-au.'ip . . .." Loop heen. 'K t r c l, nut r.ijdigde (i 'rnt. , ? ? wc r I dt: ( J )Sl anders da t va dat wee; 'k al l-'pf', al Li'ig:" Daaiop draaide hij minacntend d bokker" zijn kromm-n !uj> iut weer in -ie t.irwe. Een uogtnbiik stuud Maar, terwijl zijn niit , Hang a Lini:!" d''k v n n r.itts Van 't geweer; UL- reus ai te vl arheidc urn de krenking Lomg '.>rei:i r voelen, KUNSTENAAR?KAMERLID Kunstenaars weest op uw hoede, Als we straks aan 't kiezen gaan Zorg dan dat er in de Kamer Ook voor u wat wordt gedaan. Dat er ook voor uw belangen Iemand aan het laadje zit, Geeft uw veeriienduizend sfemmen Aan een kunsfnaar-Kamerlid. Hooggeachte Dames, Meeren Stemt op onzen kandidaat, Steunt ons met uw medewerking Als u naar de stembus gaat, Wij waardeeren zeer uw bijval En uw applaudissement, Geeft ons nu in plaats van bloemen Eens 'n kamerlid present. Royaards zou ons kunnen helpen Met zijn donderend geluid, Hoe welluidend en bezielend Spreekt hij onze taal niet uit. Met zijn regiseurstalenten Maakte hij de heeren dol, Telkens hoorde men hem brallen: Geen van jullie kent zijn rol. Mengelberg is ook een beste Voor de tweede-kamer-sleur, In een pittig vierkwartsmaatje Dirigeert hij het gezeur, Op een kunst-subsidie-motie Componeert hij fluks 'n wals, Dikwijls zal hij moeten roepen Duymaer, man wat speel je valsch. Ruys is ook een zeer geschikte Vuor een twefdekamcr stoel, V, el meer nog dan Duys en Kuyper Amuseert hij er de boel, Plotseling wordt er gelachen Heel de boel applauüisseert, A is hij onder al het kletsen Ktecrekooper imiteert. Enn\ Vredj moet er komen Da: is net een vrouw voor ons, Z<>. regeert er mei haar gratie En haar roze poederdons, Als ze dan haar zin wil krijgen van Minister Posthuma, Speelt ze met hem om te plagen Romeo en Julia. Als men mij er heen wil zenden Ga ik graag van onzen stand, -Us ik dan niet vlot kan praten !\Teem ik mijn gieiaar ter hand, Als 't moet maak ik 'n liedje ,,Posthuma waar zit je thee?'' En dan zingt de heele Kamer Vrooüjk het refreintje mee. j. H. SPEENHOFF die van het Oostfn de MJddellandscVie ze?, Eg yple of andere Britsche steunpunten tracht te naderen; f en staat, die ook in geval van nood, als uitvalspoort zal kunnen dienen tegenover iederen vijand, die in Oostelijker liggende gebieden de Britsche Belangen bedreigt. Aan een Jodenstaat heeft Engeland steeg het Llotd hem in 'ealeien opwaarts tot onder zijn ywt-unrirpi nek- haruP. Toen hitf hij e ven zijn lechtc-riuu.d Kt \ geopend voor den rnono, spu^d.' < r in. l,, n ?-? l cl e f-^ar dan uin l:-:' iiaiidval van de r.-.i-ht en stootte uit : Dat zaïje ?ien, kromme kn/ng' -;)j (£ ook van nou wal and-wis weel. Allo, manneke. sla toe : en non har."op '." Met n groo'en s'ap s'cnd t.ij voor zijn zwad t n op 't zelfde oogenblik suisde de zicht wet r door de halmen. Sjinkss -- sjinkss sj:i.kss' Zoo'n krates! altijd den mf.nd vol praalt s Oproerpttckers! Sjii;k';s - sjinkss! Zoo'n wij-it-eu- ' 'n Halve keit-l n woord voor twi-e! T-vjch -- '.such -? huup! Met nüdigen z \\aai vioos; de MJioof op zij. j-i, Mannes v,,,s 'n £ot ie MI l -? kon je maar van alles tegen zeggen hé'ïMannes kon zich niet verdedigen. Nee ---M.inies had niet zoo'n scherpen mord a!c, K'omme errit maar Mannes had vuisten ! Sjinkss sj nkss -- ' Wild vlogen de losgeslagen halmen tegen 't nog staande koren op en gleden en tuimel den nog als de welhaak al weer naar nieuwe offers tastteen de zicht uilïlikkerde voor een volgenden slag: Siitikss sj nkss' ? Intusschen sloeg ook de Kromme met haastige slagen in het graan. De Lonibokker scheen wezenlijk boos geworden - had hij toch niet gedacht. Na, zoo erg was't niet 't mocht hem toch wel eens gezegd worden H. VAN DQOREN & Cie. CEN KAAB - AMSTERDAM - UTRECHT DAMES-HOEDEN en DONTWEIKEI zijn eeuwig gezanik over dat nikkerland en die soldateiij ! 'l Was immers zoo: van andere dingen wist hij niets - las misschien niet eens een krant -- Tjichch ij'chch tuchch tjuk tjuk huup! Drommels! de Lonibokker was al weer met de volgende schoof bezig. Nog een beetje vlugger, Gerrit! Tjichs Tjichs tjuk tjuk huup! Verdraaid ! de Lombokker kwam nog mér voor ~- had bijna drie schooven tegen hij twee. errit zou ook e-ens wat breeder slag doen: l sichch tsichch zoo deed hij 't ook in acht; maar nu ging 't we«er minder vlug: de Lombokker had al weer wat gewonnen. Vlugger, Gerrit, vlugger: l'.jicn tsjich l Zoo hard als de Lombokker nu arbeidde, zou hij 't ook nkt lang volhouden. Zijn woede zou wel bekoelen. Anders geen weer om koel te worden. Gerrit rukte zijn baaien hemd nog verder open... i'^rch tsj'ch ! Z;ch doodwerken voor den boer ? Mannes was gek ze ?waren allebei gek! S'raks, als Mannes er genoeg van had, zou hij hem voorstellen, nog een half uurtje te gaan liggen. Maar eerst volhouden i Niet voor den boer; maar voor zijn eer. Die domme Lombokker wou hem zijn lichamelijke minderheid doen gevtx'lrn, zijr. rug gemeen! Tsj'ch tt j;ch i t Z-vert liep met bruine straal'jes langs zijn hals en verdween in zijn loshangend hemd. Beroerde kerel sloeg nog maar al door sloeg steeds feller zet niets keek heel niet op. Gerrit zou natuurlijk ook niets ze g.jen heel onverschillig doen tsuk tsuk huup! Toch even over den schouder kijken! Ue afstand werd groofer. Mannes had haast zijn zwad aan den grond Gerrit was wel al twintig schooven achter. Lang kon hij !t zoo niet meer volhouden. Zijn slapen bonsden, 't Dwarrelde hem soms voor de oogen. Had hij vaker, als 't zoo heet was. Kon hij 't hem1 maar even uit gooien, een slok water drinken! Mannes had zijn zwad er liggen en stapte nu naar den anderen kant van den akker. Gerrit vermande zich: nu geen vermoeidheid laten b'ijken! Sjinkss sj'nkss! Tusschen de slagen door hoorde hij achter zich't knerpen der stoppels onder de zware schotnen van Mannes; meende op zijn krommen rug nog een spottend oog te voelen Tsuk tsuk

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl