Historisch Archief 1877-1940
Jaarbeurs-teekeningen voor De Amsterdammer" van Is. van Mens
BV C* ST«
DE NEDERLANDSCHE INDUSTRIE
IN DE LAATSTE DRIEJAREN, EN
DE UTRECHTSCHEJAARBEURS
Tot n der voordeelen van dezen oorlog
behoort de verbetering van onze
geografischen kennis", beweerde onlangs een lid van
het Engelsche parlement; wij voor ons zijn
niet zoo optimistisch, maar wanneer er van
voordeelen sprake moet zijn, zouden wij
hiertoe de ontwikkeling en opbloei der
nationale industrie zoowel in de bellingerente
als in de neutrale landen willen rekenen.
Voor ons is gelukkig de tijd voorbij, dat
uitsluitend in Steels" gegokt werd; terwijl
ook niet voor verschillende artikelen als
eerste eisch gesteld wordt, dat ze van
buitenlandsch origine moeten zijn. Verschil
lende omstandigheden hebben hiertoe zeer
8*erk medegewerkt; de afwezigheid van de
buitenlandschr concurent, waardoor het eigen
product er beter in kon komen of waardoor
men gedwongen werd een nijverheidstak,
die vóór dien als niet rendeerend gegolden
had in het leven te roepen, behoort wel
tot n van de meest belangrijke factoren.
Daarom zullen allen, die interesse bezitten
voor onze nationale nijverheid het denkbeeld
om hier te lande ook een Jaarbeurs te
organiseeren levendig toegejuicht hebben; niet
tegenstaande de korie tijd van voorbereiding,
de afwachtende houding, die talrijke be
trokkenen aannamen, was deze eerste Jaar
beurs een succes, iets wat als stimulans bij
de voorbereiding en deelname dezer tweede
Jaarbeurs''gewerkt heeft. Men zou het kun
nen beschouwen als een groote show-room"
onzer nijverheid en menigeen, die een be
zoek aan de Jaarbeurs gebracht heeft, zal
vermoedelijk verwonderd geweest zijn n
over de deelname en hoe talrijke ariikelen,
WALCHEREN
ALS HANDELSCENTRUM IN DE
VIJFTIENDE EEUW
Toen in 1572 den Briel het voorbeeld
tot den Opstand had gegeven, is, zooals
bekend, spoedig de beweging naar Zeeland
overgeslagen. Nog in hetzelfde jaar kiezen
ook de drie steden van Walche en
Arnemuiden, Vere en Vlissingen de zijde van
Prins Willem. De belangrijkste stad van
het eiland echter, Middelbure, blijft nog
eenige jaren den Koning getrouw, en geelt
zich eerst in 1574 na een langdurig beleg
aan den Prins over. Ongetwijfeld waren
waaraan men meende, dat het buitenland
het monopolie bezat, daar aanwezig waren.
En toch de omstandigheden hebben neg
minder medegewerkt; de aanwezige voor
raad van verschilende grondstoffen is nog
minder geworden, de kolenschaarste heeft
de productie van de fabrieken aan een limiet
gebonden. Juist daarom zal men de groote
deelname aan deze tweede Jaarbeurs nog
meer moeten waardeeren.
In het algemeen kunnen wij niet vinden,
dat de inzendingen zich in eene buitenge
woon artistiek milieu bevinden, de
aankieeding der stands is meestal vrij
gewoontjes, n enkele verheft zich boven het
gemiddelde peil. Was hier niet een fraaie
gelegenheid geweest, om van de capacitei
ten onzer vier kunstenaars gebmik te maken?
Gelukkig zijn er enkele uitzonderingen; in
de allereerste plaats dienen wij de
PhoenixBrouwerij" hiervan te noemen, die hier met
een alkoholvrij bier, Maltine, uitkwam en
haar geheele paviljoen zeer artistiek aange
kleed had; onze S'aatsmijnen waren ineen
eigen paviljoen, ontworpen door Leliman,
verschenen en waar de bezoekers met be
hulp van een film ook nationaal fabri
kaat enkele wetenswaardigheden van het
mijnbedrijf te zien kregen. Naast deze
ne Staatsinstelling troffen wïj n-->g enkele
andere aan en we kunnen niet anders dan
hun aanwezigheid ter beurse zeer
apprecieeren, omdat hierdoor dat deel van onze
handeldrij venden en industrieelen,diede voor
lichting noodig hebbend in de gelegenheid
zijn hiermede in contact te komen. Naast
deze officieele instellingen is de
Vereeniging het Nederlandsche Fabrikaat," n der
geestelijke vaders van de Jaarbeurs en die
door talrijke inzendingen illustreert hoe met
het .?Made in Holland" gezwendeld wordt.
De machinenijverheid, n der industrie
takken, die door den oorlogstoestand en door
kolennood en materiaalschaarschte wel tot
de sterkst gedupeerd .-n behoort, is niet
tegenstaande dit uitstekend vertegenwoor
digd en komt zelfs met erkele primeurs
voor den dag. We noemen hiervan Werk
spoor, wier inzending zeker modeartikel"
is, een torpedokanon, terwijl ze hierbij
een klein model van een Wood's pomp
exposeert, d.i. een centrifugaal pomp met
buitengewoon hooge capicitelt en die voor
ons polderland ongetwijfeld veel toe
passing zal vinden. De afwezigheid van
Amerikaansch fabrikaat noopte de Bataaf sche
Petroleum Mij. ertoe met de Thomassen
motorenfabriek in connectie te treden om
zich een pornp installatie voor ruwe petro
leum tedoen vervaardigen, met het gevolg, dat
deze firma een 32-tal dezer installaties op
gedragen werd te leveren, waarvan men er
n in natura" opgesteld In werking kan
zien. De Philipsgloeilamp.-'nfdbriek demon
streert op zeer aanschouwelijke wijzen de
kwaliteit harer metaaldraadlampen, terwijl
ze ook Röntgenlampen en anderen voor
wetenschappelijk onderzoek demonstreert.
Op dit zelfde gebied dienen we een inzen
ding van de glasfabn k Leerdam" te
memorceren, die naast wijnglazen volgens ont
werp van de Bazel, Jera-glas voor laboratoria
doeleinden, waarvan vóór den oorlog Du
schland het monopolie bezat, in gezonden heeft.
Een kind des tijds hetft de Rubberfabriek,
gebrs. Merrns te Haarlem, ingezonden, een
ebonieten dccumulatorenbak voor onderzee
booten en die voor den oorlog hier niet
vervaardigd werden, omdat Duitschland,
dit als een Deutsch unfreundliche Tat"
beschouwde; eveneens vindt men hier
tennisballen, maar waarvan de fabricage
stagnatie ondervindt, omdat het doek, waar
door de elasticiteit van de bal behouden
\inttiiiiiiiiiintniiiiiiintiiiiiuiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiii
^£g£Z$*^
Oude kaart van Walcheren en Omgeving
het naast andere ook vooral economische
oorzaken, die tot dezen gang van zaken
hebben medegewerkt, oorzaken, die verder
terug moeten gezocht worden dan men
oppervlakkig wel zou vermoeden. Het is
dit belangrijke onderwerp, dat eenigen tijd
geleden dr. Z. W. Sneller de stof heeft
geleverd voor zijn proefschrift, dat blijkens
den titel daarvan: Walcheren in de vijftiende
eeuw nog slechts de eerste phase van de
reeds sedert het begin van de 15de eeuw,
en wellicht nog vroeger, bestaande
differenten" tusschen Middelburg en Arnemuiden,
Vere en Vlissingen omvat.
Hoe de ontwikkeling van deze
differenten" verder is geweest, en hoe daaruit
ten slotte de toestand van de jaren 1572
1574 ontstaan is, daarvan hooren wij in dit
werk nog zoo goed als niet. Ongetwijfeld
zal het beloofde vervolg op dr. Sneller's
proefschrift, dat niet te lang op zich
moge doen wachten, ons daaromtrent nader
inlichten. Hetgeen dit eerste deel ons echter
wél brengt dat is een vlot en duidelijk ge
schreven overzicht van den economischen
toestand, bepaaldelijk den handel van Wal
cheren gedurende de vijftiende eeuw, en
het is daarvan dat ik in dit weekblad in
enkele algemeene trekken de hoofdpunten
wil samenvatten.
Geheel anders dan tegenwoordig bood het
vaarwater tusschen Walcheren en Zuidbeve
land in de 15de en 16de eeuw - gelijk uit de
hierbij afgebeelde kaart uit de 16 Je eeuw dui
delijk kan blijken den
schepen een voortreffe
lijke reede. Nog te meer
valt het belang daarvan
in het oogf, wanneer wij
in aanmerking nemen, dat
drie belangrijke interna
tionale verkeersrouten: de
weg Oostzee - Brugge, de
weg Rijn-Brugge en de
weg Engeland Antwer
pen langs die reede voer
den. Wat betreft dien
laatsten weg, de schrijver
heeft hier voor het eerst,
in verband met het feit,
dat lersekeroord, waar
een tol voor da voor
bijvarende schepen was
gevestigd, volgens oude
kaarten waaronder ook
de hier afgebeelde op
het thans verdronken land
van Zuidbeveland tegen
over Bergen op Zoom
moet hebben gelegen,
duidelijk gemaakt, dat
die weg noordelijk van
Zuidbeveland. en vervol
gens door de tegenwoor
dige Eendracht langs Ber
gen op Zoom naar Ant
werpen moet hebben
geloopen.
Hoe is nu de ontwik
keling van den handel
in den loop van de vijf
tiende eeuw geweest ?
In het kort kan men het
aldus zeggen, dat in
de eerste helft van
die eeuw door Mid
delburg voortdurend po
gingen werden gedaan
om in die stad even
als reeds vroeger o.a.
geschied was, door den
landsheer een haven U doen vestigen, het
welk echter door twee omstandigheden op
niets is uitgeloopen. Vooreerst door de
antagonie tusschen Middelburg en Arne
muiden, steden die direct van den landsheer
afhingen eener , en Vere en Vlissingen,
steden, die in den loop van de vijftiende
eeuw geheel in het bezit kwamen van de
heeren van Borsele, bijna zelfstandige vor
sten (een van hen was gehuwd met de
dochter van den koning van Schotland)
anderzijds. Ook zonder dat zou echter het stre
ven van Middelburg om aldaat een stapel ge
vestigd te krijgen wel opniets zijn uitgeloopen.
Reeds sedert het begin der 15de eeuw toch be
gon door het verzanden van het Zwin het eer
tijds zoo machtige Brugge steeds meer te ver
vallen, on v. . ten de Walchersche steden
in Dordrecht
enBrugge in plaats van mededingers plaatsen,
waarvan de belangen samenvielen, doordat
de schepen van elders, in plaats van direct
Biugge aan te doen, op de reede van
Walcheren kwamen te ankeren, terwijl daar
de goederen op kleine lichters werden
overgeladen, en zoo naar Brugge gevoerd,
op dezelfde wijze ais dat in onze dagen ten
opzichte van de voor de Rijnlanden bestemde
goederen te Rotterdam pleegt te geschieden.
De nooit ten volle verkregen stapelhandel
wordt dus een transifo-handel, en het is
vooral over dit transito-verkeer, dat het
werk van dr. Sneller vele belangrijke ge
gevens bevat, alle ontleend aan geschreven
bronnen, die tot heden nog nooit voor dat
doel waren geraadpleegd. Die bronnen
ik kom hier straks nog nader op terug
waren voornamelijk de rekeningen van den
Rentmeester van Zeeland Bewesten Schelde,
waarin onder meer zijn verantwoord de
ontvangsten van den waterbaljuw, den amb
tenaar die, uitsluitend van vreemde schepen
of van inlandsche schepen, die vreemde
waren vervoerden, de z.g. ankeragegelden
had te ontvangen. Een andere belasting in
het begin van de vijftiende eeuw het
innen der ankeragegelden begint met 1431
was het pont- of cancelioengelt" geweest,
samenhangende mH den door Middelburg
eerst zoo gewenschten stapel. Dat deze
stapel door de omstandigheden allengs niet
meer begeerd werd, blijkt ook
ondubbe'zinnig hieruit, dat over laatstgenoemde
belasting sedert 1431 steeds meer met de
vreemde kooplieden gecomposeerd" werd,
totdat zij tenslotte gehetl verviel.
Zooals Ie begrijpen is, zijn de posten in
de rentmefstersrekeningen betreffende het
ankeragegeld uitnemend geschikt om zich
een beeld te vormen van het handelsverkeer
op de Walchersche reede gedurende de 15de
eeuw.
l.'it die gegevens leerei wij dan in de
eerste plaats, dat Middelburg en Arnemuiden
gedurende de in het werk van dr. Sneller
behandelde periode is er, doordat deze beide
steden direct van den landsheer afhingen
en Arnemuiden door allerlei omstandighe
den steeds meer aan den leiband van
Middelburg is gaan loopen, van een aan den
tegenovergestelden kant staan van beide,
zooals in de jaren 1572?1574, nog in het
geheel geen sprake vooral schepen uit
het Westen: Bretagne, Spanje, Portugal,
Genua, Venetiëtot zich trokken, Vere vooral
schepen uit het Oosten, en dat wel
voorramelijk uit de Hanzesteden. Wat betreft de
schepen uit Engeland, daaromtrent kan men
uit de ankeragelijsten geen juist beeld ver
krijgen, om de eenvoudige reden, dat in
verband met de door de Bourgondische
vorsten gevolgde politiek, die op het einde
van de 15de eeuw uitliep op den Magnus
Intercursus van 1492, Engelsche schepen van
de belasting waren vrijgesteld. Hetzelfde
geschiedde ten aanzien van de schepen van
de Hanze sedert 1477 jaar van het
GrootPrivilegie van Maria van Bourgondië-,
terwijl de heeren van Vere al reeds sedert
1469 den schepen van de Hanze vrijdom
verleend hadden, om ze zoodoende in hun
havei te lokken. Raadpleging voor het be
oogde doel van de rekeningen alleen zou
dus een onjuist beeld geven, en het is
daarom dat de schrijver naast die bronnen,
vooral voor den handel op Engeland, en dien
op de Hanze, ook nog verscheiden andere,
gelukkig eveneens nog ten dienste staande
ongeschreven bronnen, voor een groot deel
blijft, hier te lande niet gefabriceerd wordt.
De ruimte op de Maliebaan wordt hoofd
zakelijk ingenomen door de chemische en
aan verwante industrie; ook hier was de oorlog
meestentijds de levensverwekker; onder de
inzendingen zijn talrijke, die een gevolg zijn
van distributie en schaarschte en moeten
dienen de huisvrouw te gemoet te komen;
thee-, koffiesurrogaten, vloeibare was, melk
poeder, krachtvoedsel preparaten zijn meer
malen vertegenwoordigd. De andere arti
kelen, die ook na den oorlog recht van
bestaan hebben, vertoonen ook een embarras
de choix; zoo komt de Delftsche Gist- en
Spiritusfabriek voor den dag met aether
voor narcose, die aan dezelfde eischen vol
doet als het Duitsche preparaat, dat vroeger
hier gebruikt werd. Brocades en Stheeman
te Meppel vervaardigen thans jodium-en zil
ver- preparaten, talrijke pharmaceut ische
specialité's, waarvan de bereiding hoofdzakelijk
in Duitsche handen was; de meeste dezer
producten, evenals die van andere onzer che
mische fabrieken op dezelfde hoogte als het
Made in Germany" gesteld mag worden.
Ook op ander gebied kunnen wij met
trots de voortbrengselen onzer nijverheid
gadeslaan; treedt men den stand der firma
van Leer binner; dan zou men een
oogenblik wanen niets dan echt Engelsche" platen
te zien en toch is hier alles Nederlandsen
fabrikaat. Deze firma vervaardigt z- Ifs de
reproducties van meesterwerken in het Louvre
en die door suppoosten daar te koop aan
geboden worden en misschien heeft menige
Hollander zich deze aangeschaft, weinig ver
moedend, dat hij zijn nationale nijverheid
steunde. Dat zich deze firma tot de
upperten" onder haar Europeesche collega's mag
rekenen, bewijzen de specimen van een
Parijsche kunstveiling-catalogus, die geen enkele
Europeesche firma, in zulk een korte spanne
j tijds en aan zulke hooge eischen voldoende
kon ver/aardigen. De chemigrafische kunst
inrichting Schnabel exposeert catalogi, repro
ducties in natuurlijke kleuren, direct naar de
natuuropname, die misschien aan het
buitenlandsche fabrikaat superieur zijn.
Het hier vermeldde is slechts een greep
uit het v?le; de officieele catalogus licht
in dit opzicht den belangstellende beter in.
Maar overal kunnen wij waarnemen, dat
onze nationale nijverheid getoond heeft zich
aan de omstandigheden te kunnen aanpassen
en dat wanneer de vredestoestand terugge
keerd is, het buitenlandsche fabrikaat in het
nationale een ernstige concurrent zal hebben,
een strijd, waartoe de Nods-rlandschekooper
veel kan bijdragen om deze ten gunste
onzer nijverheid te beslissen.
We gelooven, dat wanneer deze tweede
Jaarbeuis weer tot het verleden behoort,
de personen, die dpze instelling georgani
seerd en geleid hebben met recht tevreden
ep hun werk mogen zijn.
H. J. Hbl.üEN
ABM ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.
B
on
st. de. IstuLS Cy
IÏEERE.N-ARTI KELEN,
UITRUSTINGEN.
A
B
M
ABMABM.ABM.ABM.ABMABM.ABM.ABMABM.ABM.ABM.
in het gemeente-archief van Middelburg be
rustende, heeft geraadpleegd. De resultaten
van het onderzoek uit de rekeningen zijn in
hoofdzaak samengevat in Hoofdstuk III: De
Walchersche ankeragelijsten. terwijl in de
Hoofdstukken V?VII, achtereenvolgens ge
titeld: Walcheren in het Westen, Walcheren
in het Oosten en Walcheren en Engeland
Schotland de gegevens uit de overige bron
nen zijn verwerkt.
Tot nu oe sprak ik alleen over den handel
van Walcheren in het algemeen. Ook over
Middelburg in het bijzonder bevat het werk
van dr. Sneller veel belangrijks. Het laatste
hoofdstukjgetiteld : Middelburg als handels
stad, is geheel aan den handel van die stad
gewijd. We leeren er onder meer uit, dat
vooral in de tweede helft van de vijftiende
eeuw, doordat op de reede van Middelburg
steeds meer vreemde kooplieden hun goe
deren overlaadden, de makelaardij er tot
grooten bloei kwam. Eigen handel, althans
groothandel, van inwoners van de stad zelf
kwam niet veel voor. Allermerkwaardigst
in dit verband is de opmerking, dat de
Middelburgsche kooplieden hun overgelegde
penningen, liever dan ze in nieuwe handels
ondernemingen te steken, plachten te be
leggen in landbezit, waartoe zij te eerder
overgingen, omdat volgens een overoud
privilegie de burgers van de stad vrij waren
van het betalen van schot, een grondbe
lasting, die door alle overige eigenaars van
lard op het eiland aan de Staten van Wal
cheren, het tegenwoordige bestuur van den
Polder Walcheren, moest worden afgedragen.
Ziehier enkele van de belangrijkste resul
taten, die het onderzoek van dr. Sneller
heeft opgeleverd. Zooals ik al zeide, de
gegevens zijn voor een groot deel ontleend
aan de rentmeestersrekeningen, die merk
waardig volledig zijn bewaard gebleven, en
thans nog. uitnemend geordend, in het
Rijksarchief in Zeeland berusten. Vooral de
laatste omstandigheid is dr. Sneller van
groot voordeel geweest, ja men kan gerust
zeggen, dat een studie als van dr. Sntller
niet had kunnen worden geschreven, zoo er
niet volgens de tegenwoordige eischen van
archiefregeling samengestelde gedrukte, en
dus niet alleen op het archief maar ook in
eigen huis te raadplegen, inventarissen van
die rekeningen waren aanwezig geweest.
In het Voorwoord merkt de schrijver op,
dat het gemeentearchief van Vere, weinig
geordend als het is, slechts een enkele
maal bruikbaar materiaal heeft opgeleverd.
De waarheid van dit gezegde laat zich dan
ook het geheele boek door duidelijk ge
voelen, en men kan er zeker van zijn, dat,
mncht er van dat zoo belangrijke en uit
gebreide archief eens laten we hopen
binnen niet al te langen tijd*) een in
ventaris verschijnen, op dezelfde overzich
telijke wijze bewerkt als de bovengenoemde
inventarissen van de rekeningen in het
Rijksarchkf in Zeeland, rte studie van dr.
Sneller daaruit aanmerkelijk zal kunnen
worden aangevuld.
De gegevens uit de rentm°estersrtke
ningen zijn door Dr. Sneller in ho< fdzaak
ontleend aan de ontvangst der
arikenagegelden, die door den watei baljuw ; t ,d wer
den. Aan dezen ambtenaar wijdt de schrijver
nog een afzonderlijk hoofostuk (Hoofd
stuk IV), dat, hoewel eenigszins buiten het
eigenlijke onderwerp van de studie vallerde,
toch door de vele nieuwe bijzonderheden,
die daarin over den waterbaljuw worden
medegedeeld, zeer welkom is. In den ouden
tijd was er, evenals in de andere steden,
ook te Arnemuiden n baljuw van d!e stad,
die door den landsiieer werd benoemd.
St-dert de regeering van Philips den Goede
splits dit ambt zien in twttün: ten baeliu
van den lande," en een bvliu van den
water." Deze laatste is de ambtenaar boven
bedoeld, die, behalve met het ii.nm der
ankeragegelden, in lateren tijd ook met de
uitoefening der rechtspleging op de wateren
vóór Walcheren belast was, en als zoodanig
geplaatst wastusschen den Rentmeester van
Zeeland Bewestenschelde, die als hoogbaljuw
rechtspraak had o ver geheel Z eland Bewesten
schelde, d.i. Walcheren en Zuid-en
Noordbeveland met uitzondering van de steden,
en den Baljuw van Middelburg. Nitui'rlijk
moesten hieruit op den duur allerlei ge
schillen ontstaan, die intusschen eerst in de
16de eeuw talrijk werden In de 15de eeuw
is er van de rechtsmacht van den water
baljuw nog weinig te bemerken. In dat
opzicht is het ambt van den waterbaljuw
van Arnemuiden geheel verschillend van
dat van den waterbaijuw van Sluis, die juist
in de eerste plaats rechterlijk ambtenaar was.
L. L A S O K D E R
*) Nadat dit was geschreven verschenen
de Verslagen omtrent 'sRijks Oude Ar
chieven over 1916 Daar merkt de Rijks
archivaris in Zeeland blz. 117 op, dat. zoo
het gemeentebestuur van Vere zijn archief
aan het Rijksarchief in bruikleen wilde af
staan, evenals het gemeentebestuur van
St. Maartensdijk dat gedaan het f t, dit aan
bod van rijkswege onmiddellijk zou worden
aanvaard. In het belang der wetenschap is
het te hopen, dat het daartoe mogen komen;
immers alleen op deze wijze zou me" de
waarborgen hebhen, dat een behoorlijke
inventaris tot stand kwam, en eerst zulk
een inventaris zou de schatten die thans
nog in het gemeentehuis van Vere berusten,
tot hun volle recht kunnen doen komen.