De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 16 maart pagina 12

16 maart 1918 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 16 Maart '18. - No, 2125 TJIT HEBT Hoe eerder men besluit tot de aanschaffing van een FONGERS, des te spoediger kan men profiteeren van de vele goede eigenschappen,die dat rijwiel bezit - OeGroninpRiiwielenfabriekA.FONfiERS INGEZONDEN Waarom pro-Entente en anti-Duitsch ? Aan dr. Frederik van Eeden Voor uw artikel Waarom Pro-Entente en Anti-Duitsch?" in dit uw blad van 16 Februari jl. moet ik mij des te meer aan u verplicht gevoelen omdat u zich daarin wel de moeite hebt willen getroosten rog eens voor de zooveelste keer ter wille van mtjn botten geest te herhalen wat, naar uw zeggen, iiiiiiiimimiiiimiitiiiiiiiiiimiiiiiiiMiiimiiiiiiii LIEDEN IV MELIS STOKE stelt den lezer voor: zekeren sportsman, een heer, die onlangs geheel bekomen is van zijne aversie tegen het voetbalspd. .... Het komt door mijn barbier, en voorts door mijn vriend, een gewlssen heer, wiens naam hier niet ter zake doet, maar die tot dezulken behoort die van strafschoppen en competities spreken. Mijn barbier Het mij, zeven morgens lang, op een wedstrijd-aankondiging kijken; mijn vriend beloofde mij, dat er gevochten zou worden. Toen heb ik.'verleden Zondag, een slappen hoed opgezet, een fiksche stok in de hand genomen, en ben naar 't Stadion gegaan. Ge ziet het zelf lezer, minder uit sportieve overwegingen, dan wel onder dien goedAmsterdamschen drang, die relletjes en op tochten doet ontstaan: ,omdat-dr-wat-ande-hand-was". Goed. Ik wist, dat Ajax tegen Blauw-wit zou spelen, dat er dertig-duizend menschen zouden zijn, en dat er veel van afhing. Dit waren dingen die ik zeer pertinent wist: ook had ik vele, en veelal met elkander strijdige berichten vernomen, dat dezen vuil-dei'en" of sterk in hun midden-linie waren" of nog al eens fijn buiten-werk" te zien gaven.. maar dit alles zeide mij niets. Ook de namen der vereenigingen zelden mij niets, ondanks hunne welgekpzenheid en originaliteit, waarvoor ik hierbij aan even tueel nog levende oprichters gaarne hulde breng. Enfin, ik raak van mijn chapit.'e af. Ik ging dan, Zondag, met een slappen hoed, dikken stok, en een fietsbel in de zijzak van mijn overjas, langs den Amslelveenschen weg... indien tenminste onder omstandigheden als deze, gaan mag heeten, wat niet anders is dan ellebogen en dringen. Ik voelde mij eenigszins teleurgesteld, alreeds ontelbare keeren zoo door u zelf als door professor Van Hamel aangetoond en trouwens reeds uit zijn aard zoo een voudig en duidelijk is, dat het eigenlijk in het geheel geen betoog van noode heeft. Des te meer dan oek doet het mij leed te moeten belijden, ook in dit uw jongite onderricht weer opnieuw te vergeefs naar een behoorlijke argumentatie te hebben gezocht waaruit dan nu eindelijk op over tuigende wijs zou kunnen blijken dat de Entente en ook vooral Amerika geen oorlog voert voor eigen imperialistische en kapi talistische belangen. Logische bewijzen voor dit gevoelen te vorderen ware natuurlijk ongerijmd, maar even goed als het aan mij bekend is dat bewijzen van zoodanlgen aard in deze dingen niet te leveren zijn, is het aan bekend hoe menigmaal het woord bewijzen" ge bezigd wordt in de beteekenis van waar schijnlijk of althans aannemelijk maken. Zoo iets echter wordt, voorzoover ik zien kan, niet door u gedaan. Zelfs voel ik mij gedrongen tot de verklaring dat in uw betoog geheel onlogische gevolgtrekkingen voorkomen, doordien het zich in hoofdzaak onledig houdt met een vraag die niet door mij in het debat is gebracht. U stelt weer de oude kwestie van pro" en anti" en legt mij de lijst van Dultschland's misdaden voor. Ik geef u de verzekering dat ik niet de geringste neiging gevoel er ook maar n van te schrappen en ze mijn gemoed met niet minder hartelijken afschuw vervullen dan llllllllllllimilMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIItlllllMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIHIIlm toen ik de aanhangers der beide vereeni gingen zoo vreedzaam naast en door elkaar zag voortgaan ... maar, zoo dacht ik, den stok steviger in de hand knellend, bij de eerste strafschop zal dat wel anders worden. Bij het Stadion ontdekte ik, tusschen een troep schreeuwende kerels, mijn vriend; reeds dacht ik, dat er al ruzie was, toen ik bemerkte, dat het chocolade-venters waren. Een dikke heer, Coucke genaamd, schudde ons de hand, en geleidde ons joviaal naar eenige stoelen, vlak vooraan, op het veld, zooals genoten worden door de bevoor rechten, die het wegen der zadels en jockey's mogen bijwonen bij de courses. Om het grasveld een geweldige menschenmassa... het duizelde mij, toen ik bedacht, dat ieder van hen behalve ik wist wat een corner-kick precies is; midden op het terrein was een aantal jongelui, die ik aan hunne schaarsche en gestreepte klee ding aanstonds herkende als Blau w-witten... maar aangezien er geen tegenpartij was, en niemand nog schreeuwde, liet ik voorloopig mijn fietsbel in mijn zak. Intusschen duidde mijn vriend mij de be langrijke aanwezigen aan. Allereerst wees hij mfj op een mageren heer, met een kun stenaarsdas en een koopmansgezicht, die zeer zichtbaar in een loge stond. Dit is de bouwmeester van het Stadion" fluisterde hij eerbiedig. Nu ben ik niet onverschillig voor de im posante bouwwerken van onzen modernen tijd, maar in dit geval bleef ik ijskoud; want van een bouwwerk is hier weinig sprake. Het voornaamste is, een ovale plek gronds onbebouwd te laten, en daaromheen naar een buitenlandsch of klassiek voor beeld stellages te maken, die niet in zakken als er dertig-duizend menschen op stampen. Ik keek, of ik eenlgen vrees voor instorten op des bouwmeesters gelaat kon bespeuren, maar hij keek trotsch naar het onbebouwde ovaal, waarlangs, als de aarde in haar baan, een schetterend militair muziekkorps trok. Dan was er de goede stellingcommandant, wellicht voor 't laatst in zijn functie; hij zat in de middelste loge en had het koud, want met dit weer moesten ze sol en ombre kunnen omdraaien. Nu profiteerde de onoverdekte tribune het uwe. Kan hier echter uit volgen dat men derhalve Pro-Entente" moet zijn? Hetft niet ook 1e Entente - hoe menigmaal ? het geschreven recht van tractaten geschon den en zich ter verontschuldiging even onvervaard op deoprlogsnoodzaakberoepen? Heeft niet ook zij door haar represaille maatregelen" hoevele non-combattanten tot slachtoffers gemaakt ? En kan men Engelands politiek uit vroeger dagen zoo maar ver geten, gelijk u wilt dat we doen zullen, en wat voor de veiligheid van uw standpunt dan ook zeker wel het verstandigste is ? Is dus de gevolgtrekking geheel onpeoorloofd dat de geringer gruwzaamheid van Engelands oorlogsmethoden minder dank is te weten aan zijn eerbied voor moreele beginselen dan aan de betrekkelijk toevallige omstan digheid van zijn veel minder benarde positie? En al ware dit alles anders, hoe zou er uit kunnen volgen dat Engeland louter geeste lijke en in het geheel geen materialistische doeleinden beoogt? Toch was dit juist de vraag die ik stelde, maar ook de eenige waarop u geen, of althans niet dan zeer onvolledig, antwoord geeft. U ziet dezen oorlog als een worsteling tusschen autocratie en democratie. Maar staat dat met zóó schitterende klaarheid aan den hemel te lezen dat niemand wei geren kan aan de waerheid van die stel ling te gelooven? Zoo iemand u vroeg, hoe zij zich met het verbond tusschen het liberale Engeland, nog sterker, het republikeinsche Frankrijk en het autocratische Rus van de voorjaarszon. En ginds", zeide mijn vriend, vindt ge tallooze bekende voetbal-liefhebbers". Inderdaad zag ik vele bekenden, waarvan mij echter niet bekend was, dat ze voetballiefhebbers waren... het is geloof ik 1öch wel waar, dat er wat an-de-hand is. De hartstocht van zulk een groote menigte is voor de meesten hunner verschrikkelijker dan het feit, dat AJ3x twee punten zou kunnen halen in een strijd tegen Blauw-wit... of omgekeerd. En ten slotte was er nog een amateurfotograaf, met een ongemotiveerd-grijnzend gezicht. Plotseling geschreeuw, een applaus dat als een regen van millioenen erwten over de tribunes klettert, onwillekeurig grijp ik mijn stok... elf jongelui met bloote knieën komen het veld op. Het eerste wat ze doen, is zich te laten fotografeeren, dat maakt op mij een onaangenamen indruk van onbescheidendheid. Maar aanstonds geef ik mij gewonnen voor hun beminnelijk sans-gcne; een dame naast mij, laat een schel en lang-aangehouden gefluit hooren, dat blijkbaar voor een der spelers bestemd is. Hij heeft echter aan andere dingen te denken, want de scheids rechter (iemand die, tusschen haakjes, vreeselijk hard moet kunnen loopen) gooit ten aanzien van de ademlooze dertig-duizend toe schouwers kop-of je-weet-wel met een gulden. Het resultaat is, dat de spelers,ondereen ongemotiveerd gejoel en getier van 't publiek naar hun plaatsen gaan. Vlak bij mij staat er een; hij is van Blauw wit, en heeft een zeer onfrisch wit broekje aan. Voorts loopt, op zeer hinderlijke wijze, voortdurend een heer in pandjesjas en bloots hoofds, met een dwaas vlaggetje in de hand, voor mij langs de lijn. Mijn vriend legt mij uit, dat hij daartoe verplicht is. Nu is het spel begonnen; het is twee uur. Een voetbalwedstrijd bestaat voor een goed sportsman daaruit, dat hij tweemaal vijftig minuten aaneen schreeuwt, en daartusschen; voor- en na chocolade eet en twist. Er werd luid geschreeuwd, maar wat en waarvoor is slechts bij benadering uit te maken. Dit geschreeuw duurde voort tot aan de pauze rust noemen ze dat om land verdraagt, wat zoudt u vooraannemelijks hebben te antwoorden? Trouwens zal, vrees ik, de zegepraal der democratie der wereld het heil niet aan brengen zoo ze niet gepaard gaat met de geboorte van een nieuwe sociale ordening. De republieken Amerika en Frankrijk zijn wel de treurige bewijzen hiervan. Moet de wereld verlost worden, en dat moet ze! dat ze dan allereerst verlost worde uit de macht van den Satan die Mammon heet. Hij draagtde wezenlijke schuld van dezenverschrikkelijken oorlog, een schuld waarin alle volkeren hun droevig aandeel hebben omdat ze alle in de macht van dien Satan liggen. Uw hypothese schijnt me zwakker toe dan de andere, dat deze oorlog een in hoof dzaak economische oorlog is, waarin Duitschland en Engeland worstelen om de wereld heerschappij, beide in politieken en conoe mischen zin. En dat Amerika mede in diworsteling gedreven is door de vrees voor zijn geld. En dat zijn president ten laatste ten offer is gevallen aan de reusachtige en overmachtige geldaristocratie in zijn land die, lang voordat hij voor haar bukken moest, tot den oorlog tegen Duitschland heeft opgezweept. De Entente staat bij Amerika voor ontzachlijke schulden wegens geleverd oorlogs materiaal in het krijt; zij moet dus over winnen, zal niet de voldoening dier schulden geheel onzeker worden. Dat Wiison eens de nobelste bedoelingen kan hebben gehad wil ik graag onderstellen, dan, op een teeken van den scheidsrechter, en ongeveer tegelijk met het spel, weer te beginnen, tot aan het eind. Na dien tijd nemen de chocoladeverkoopers het ge schreeuw weer over.... Zulk een wedstrijd, lezer, is vol spannende momenten. De spelers schoppen elkander nu en dan uit vergissing tegen de beenen; dit valt niet te verwonderen, of kwalijk te nemen, wanneer men bedenkr, dat deze langzamerhand dezelfde grondkleur krijgen als de bal, het leder". Ach, hoe bevuilden die 22 jongelieden hunne beenen. En dat, terwijl die bij hen verreweg het edelste lichaamsdeel vormen, naar mijn oordeel; daarom is een schop tegen het been voor hen erger, dan een slag op het hoofd b.v. Het viel mij dan ook op, dat de spelers hunne hoofden met eenige nonchalance in 't werk stellen tot het wegstooten van de bal. Dit alles onder groote blijken van instemming en aanmoediging van de zijde van het publiek. Een der meest spinnende oogenblikken vond ik wel dat, waarop de Ajax-aanvoerder zijn eveneens uiterst spannend broekje scheurde; het Maandag-ochtendblad ver meldde op insinueerende wijze, dat zijn ploeg fraai binnenwerk'1 te zien gaf. Onder de grootste opwinding bleef ik tot aan het eind toe het spel volgen; zelfs de hoop op een algemeen vuistgevecht was opgelost in het geweldig enthousiasme der omstanders. Zelfs keek ik n et verbaasd om, toen een juffrouw achter mij, die aan een stuk door het woord Blauw-witje" gegild had, een harer buuriieden met eene parapluie op het hoofd sloeg. Het meissie van de kiep!" lichtte men in... ... Toen was het... opeens... afgeloopen. De stand was 0-0... en tot mijne groote verbazing zag ik, dat het publiek het Stadion begon te verlaten. Gelukkig zag ik den heer Coucke, dien ik aanstonds om opheldering vroeg. Mijnheer, zoo zeide itc, dit is de eerste voetbalwedstrijd, dien ik van mijn leven bezocht heb... Het resultaat is 00... U geeft me toe, dat ik evengoed thuis had kunnen blijven !" O ja zeker" zeide hij haastig en was verdwenen. Daarop begaf Ik mij naar het loket, en maar dat men aan een staatsman zijn ver trouwen zou hebben te schenken zoolang niet de onmogelijkheid daartoe gebleken is, gelijk u mij leeren wilt, daarin zie ik een stelling die door alle ervaring wordt tegen gesproken. Zooveel weten wij er nu wel van, dunkt me, dank vooral ook den tegenwoordigen oorlog, van af, dat de staat kunde alom een sfeer van onzuiverheid, van leugen en bedrog pleegt te scheppen en de staatslieden onder een heirleger van invloeden staan waartegen zij, zoo al ooit, maar uiterst zelden zijn opgewassen. Zoo hebt u mij dus onbevredigd gelaten. Ik mag het u niet euvel duiden, want ik houd mfj overtuigd dat het niet anders mogelijk was. U maant tot geduld. Gehoorzaam en ge willig hebben wij de roede te kussen die ons kastijdt tot onze genezing, totdat de hoogzedelijke bedoelingen van de Entente, die niet anders dan ook vooral ons heil beoogen, bereikt zullen zijn. Maar hoe lang moet dit duren? Totdat Europa met haar heele beschaving reddeloos tegen den grond ligt getreden ? En is het zelfs wel zoo zeker dat de Entente zegeviert ? Verschuift zij halsstarrig maar steeds het staken van den strijd, dan zou het kunnen gebeuren dat vandeschoone beloften waardoor een deel der wereld zich in verrukking laat brengen in het geheel geen vervulling meer mogelijk bleek. In hoogachting heb ik de eer te zijn, Uw dw. dr. I. MOLENAAR eischte mijn geld terug. U noemt dit toch geen resultaat'' be toogde ik verontwaardigd. Men haalde minachtend de schouders op... Zoodat ik mij huiswaarts begaf, met de bescheiden hoop nog eens van mijn leven het oogenblik mcête maken, dat die bal in het net tusschen die drie paaltjes vliegt. Dat moet aardig zijn. Ik zond dit artikel met bovenschrift: Mfjn grootste spo'idag" aan de Telegraaf. Maar ik kreeg het met een onbeleefd briefje terug... Munttoren te Amsterdam Uit het bruisend stadsgewemel, boven 't breede volksgedein, rijs ik tot den wijden hemel, frank en fijn. Haan praalt hoog in zoaneglorie, stout ontzwierde zegevlag, vaan van vlammende victorie, blinkend in den blauwen dag l Hcort",p vlotten klepelslag klinkt een lied: Holland, niet in 't groot verleden ligt uw toekomst, bleef uw kracht, maar uit 't moeit'-en-zorg doortreden warrig wo ste'perk van heden rijst een nieuwe schoonheidsmacht. Grondt uw toekomst,Holland,Heden!" Hecht en rank, rijs ik frank boven 't wentelend gewerael, rustig tot den hoogen hemel. HENRIET TE MOOIJ

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl