Historisch Archief 1877-1940
16-Maart '18. No. 2125
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V R N E DE RL AN D
IOIDEIINGEII
Hinten Bierpnontn en bileend door
VAN DAM Azn. & ZONEN
AHSTEiDAMiKlonniersburgwal 70
ROTTERDAM: Noord-Blaak 77
ARNHEM: Kiem Plein G
UTRECHT: Witteiiouwenslfaal 30
LEEUWARDEN: Eebuuit 10
STARK'S
'OXYDOL'
(CHLORAS KALICUS TANDPASTA)
45 cent p. Tube*
Naaml. Venn. STARK & Co.
Chemische Fabriek
,,'s's-GRAVENHAGE
B.V.DHEIDE
'8-QraY«l.weg. - Tel. U50
ARTISTIEKE
MEUBILEERINB
SPECIALE ONTWERPEN
IIET ADRES
VOOR
HEERENKLEEDINB
H.J.LOOR, Utrecht
N. V. Maas- en Waterweg
Maatschappij tot bevordering van de vestiging van
Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Lange Haven 9 Tel. 93 Schiedam
Verleent haar bemiddeling b| den Aan- en Verkoop van Panden en
Industrieterrelnea ea het verschaffen van Bedr|iskapitaal.
Stenografie
Biënts
Balt
Zelfond. BO t. In d. Boekh. en na postw. bij
RIENTS BALT, Den Haag, bij wien ook mond. en schr. ond.
Telkens weer verwerven Personen hiermee een goede
Betrekking of belangrijke Malarisrerhooging.
nllllllllhllll Itlltllllllllllll'lnlllllllllllllllllllllllMtMlItlmllllllltlimitllllllimmi»
LIBeRTY
Mg^
Cl'
feCRAVeMHAGC l
I 11 ni HUN ti i m m in ui i ii i n i n HU
4 STOeieNx 19= 2ARMSTOei.eN.28.2 I
DR6SSOIR J10- lAf CL% 55/1Ö1ML29?!
^""iiiiiiiinJUliniiliiiHitiijHi MiiiiiiuiiuiiniiiHiuiiMiiiiiiiiMiM imuiiiHiiiiMiiiiiiiiiimiiHiiiimuiMiiitiiiuuiiimmiuui!
ajiimmfflinuMH««iBiBiiiinm«inmmMnnnffliiniiniinnninnii!iia
I MEEREN MODE-ARTIKELEN l
HEERENSTRAAT lï, GRONINGEN
TELEFOON 1083
XXXXXXXXXXXXXX
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 2.25 per kwartaal
XXXXXXXXXXXXXX
Ilirillll JllltlllllllllMllllllllllllllllllllMIIMIIIMIMIIIIIIIlllllltlllllllllllHIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllMIIlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIlllll .IIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIIIIIIIII
iiiiiitiiiiiiiiiiiiin
PER FLACON
?1.50 0.80
VOORTREFFELIJK
VOEDINGSMIDDEL:
HETZIJ OP DE BOTERHAM:
HETZIJ AF EN TOE EEN LEPELTJE:
HETZIJ ALS PAP.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii: i
De (eenigen tijd geleden) bekend geworden
aanschrijving van den Minister de Jonge wijst
voor het eerst den weg, dien men in dergelijke
gevallen moest bewandelen. Ware, evenals
thans de z.g. tractementen-commissie, een
bureau of autoriteit of commissie reeds
vroeger aangewezen tot het onderzoeken van
pogingen tot verbetering in allerlei opzichten,
Toen de felle bewogenheid van het op
standig verdriet was geluwd tot een stille
gelatenheid, begon, onmerkbaar eerst, een
vreemd en zacht gevoel in haar ziel te
groeien. Zij gaf er zich aanvankelijk geen
rekenschap van, het was zoo koesterend en
weldadig, dat zij er zich aan overgaf, zonder
zich af te vragen wat het was of vanwaar
het kwam. Zij dacht veel aan het doode
kind, of juister, ze dacht er altijd aan; al
haar doen, haar denken, heel haar gaan door
de eendere dagen was van zijn ongeziene
maar durende tegenwoordigheid vervuld.
Wanneer zij den morgen doorspoedde in de
bedrijvigheid van het huishouden, dan was
er als een zachte fluistering in haar, een
gaan en komen van woorden en gedachten,
uit haar vloeiend en keerend weer, vaag en
zonder omlijning soms, maar immer vol zin.
Soms was 't als een zachte muziek, een on
grijpbare melodie, die af- en aanruischte.
En wanneer ze in den stillen middag, waarin
geen werk haar voortjoeg, alleen zat in de
rustige huiskamer, dan was 't weer anders.
Dan spon ze lange lange vertelsels, die waren
vol zon en blijheid van voorjaarsdagen, en
ze kleedde ze in klaren en sierlijken vorm,
in ranke en teedere woorden en weer lag,
als immer, heel haar wezen in de vertel
lingen. Dan was de stilte om haar als een
gretig en overgegeven luisteren. Zoo ging
het vele vele dagen, die waren rimpelloos
vredig. En het koesterend gevoel in haar
ziel groeide, het doorstraalde heel haar
wezen, het was als een ingehouden trillend
zingen, dat haar geheel vervulde. Maar nog
was niet in haar het bewust weten wat dit
was.
Tot onverwacht, op een bleeken
lentevooravond, terwijl ze alleen en droomend
zat, de verheldering in haar viel. Dit was
het: ze wist zich niet meer alleen, het ver
killend besef der doodelijke eenzaamheid
was weggegleden, als een koestering was
om haar de verwarmende nabijheid van het
welke tegemoet kwam aan den drang naar
wijziging in het nog in zeer oude tijden
wortelende legerinstituut, dan had de op
richting van alle die vereecigingen achter
wege kunnen blijven.
Mocht de nieuwe vereeniging alsnog een
andere richting willen inilaan, welke meer
gelegen is in het wederzijdsch steun zoeken
kind. Naar hem gingen de trillingen van
haar ziel als golven muziek, voor hem
waren de zachte spinsels van haar teerste
gedachten en in de zoete eenzaamheid,
wanneer ze, diep wegmijmerend, zich
uitzagde, dan wist ze de gemeenschap van
hun beider wezens innig als ooit.
Het doorsidderde haar met een vlammende
vreugde toen ze dit, zoo lang al haar on
geweten bezit, zich klaar bewust werd. Ze
zat bij het venster, uitstarend in den
Aprilavond, die kil was met de jagende
wolkendrommen boven de boomen, broos lijkend
in het eerste ijle groen. Maar er was dat
vreemde, onbenaderbare in de lucht, de
eerste trillingen van het nieuwe. Ze vouwde
de handen tezamen en trachtte het nieuwe
in haar te overzien. Maar wanneer haar
denken met klare formuleeringen aankwam,
dan zonk er iets weg en werd ongrijpbaar
en angstig hield ze haar al te grage ge
dachten terug van dit broze, het was nog
zoo nieuw en teeder. Maar wanneer haar
speurend voelen er langs streek, dan was
het al rijkdom en warmte. O, al de innig
heid van die vervlogen jaren, die ze ver
loren gewaand had in dien nacht na dat
laatst contact, het was er nog, haar onver
vreemdbaar bezit l Hoe eigen was het haar
nog, dit, haar jongste kind! Wanneer zij
sprak stond het luisterend aan haar schoot,
haar glimlach blonk weer in zijn oogen en
geen dagen konden komen, die zijn ziel
van de hare vervreemden konden.
Zij wendde nu de blikken weg van den
avond, die al zwaarder werd van schemer
en zag rond zich in de kamer, waar zij
alleen was. Die was dezen avond vol van
een bijna vijandige kilheid. Want alle dingen
stonden in zoo starre ordelijkheid, zoo stroeve
ongebruiktheid, als had nog niemand ooit
ze aangeraakt en leven gegeven. Maar de
moeder bespeurde er niets van, want er was
die zonnige tegenwoordigheid, die alle dingen
een eigen trillend leven gaf.
in het maatschappelijk leven nademobilisatie,
waarbij df>n vooral zou zijn te zorgen, dat
de oudere verlofsofficieren, die in de burger
maatschappij eene positie van beteekenis
bekleeden, in die vereeniging een rol kunnen
spelen, welke hen op grond van ervaringen
menschenkennls toekomt, dan zou de nieuwe
vereeniging zich in de sympathie van de
legerautoriteiten kunnen verheugen, en was
van die zijde de noodlge steun te ver wachten. 1)
Daarnaast is in eigen kring nog zooveel
goeds te verrichten, dat een dergelijke ver
eeniging zeer zeker op haar plaats is. Welis
waar is het mij niet duidelijk, waarom de
bestaande vereeniging van verlofsofficleren
voor dit doel niet zou kunnen dienen, desnoods
met wat nieuw bloed opgefrischt (de heer
van der Sloot is in het orgaan daaromtrent
al heel weinig overtuigend), doch de taak
moet van gelijken aard zijn. Onder de op
den weg van zulk een vereeniging liggende
werkzaamheden zou ik in de eerste plaats
willen rangschikken de onderlinge opvoeding
tot plichtsbesef en de juiste vervulling van
de taak, welke den verlofofficier is opge
dragen, voor zoover de geringere
welenschappelijke ontwikkeling en de
spoedopleiding leemten in de opvattingen en in
de kennis der verlofsofficieren hebben ge
laten.
Opleiding en verloven van verlofsofficleren
Met groote Ingenomenheid is de verbete
ring inzake de opleiding van verlofs-officieren
1) Reeds kan de vereeniging een succesje
boeken, tenzij de maatregel van het naar
huis zenden van 150 verlofsofficieren reeds
gereed lag. Sedert ik dit schreef hebben
mij berichten bereikt, dat de vereeniging
van verlofsofficieren ook in de door mij
aangeduide richting wil werken.
imiiiMfliniMiiinmiiinimiiiiniiiiiiiiHiiinni
Mimnthimiimiiinii
Al dieper zonk ze weg in mijmering, de
droom was nu als een eindeloos land van
gelukzaligheid. Er legde zich een glans van
verklaardheid over haar wezen, dat zich
verinnigd had in rust.
Zoo vonden haar de kinderen, die, toen
het later werd, de een na d' ander thuis
kwamen. Het eerst d« oudste dochter. Zij
vond de kamer nog donker en, voor het
lichte vierkant van het open raam, de moeder,
stil en droomverloren. Er gleed haar een
bitsheid van de lippen over de
ongezelligheid van het leeg en donker vertrek en,
zonder een antwoord af te wachten, deed
ze het gas aanplotlen en schoof een stoel
bij de tafel. Met verstolen blikken zag ze
naar de moeder, die nu opstond en de gor
dijnen sluiten ging. En zij verwonderde
zich: Moeder leek zoo vreemd van avond,
maar ze verdiepte zich verder niet erin en
begon onverwijld aan haar werk.
Stil zette zich de moeder aan de tafel,
dicht onder de lamp, zooals zij gewoon was.
Maar het werk, dat haar handen opnamen,
bezag ze bijna met bevreemding. Er was
iets in haar als het gevoel, dat dit nu zonder
zin was, al dit gewone doen van lederen
dag, nu ze de wezenlijke waarden van het
bestaan had aanschouwd en doorvoeld.
Het bleef stil in de kamer, een lijdzame
trage stille, waarin geen woorden heen en
weer glipten van de een naar d' ander.
Eerst toen de drie andere kinderen thuis
kwamen, twee broeders en een zuster, raakte
de kamer vol gerucht en klinkklank van
stemmen en werden alle dingen levend.
En de moeder, zwijgend en onopgemerkt,
schouwde den kring van haar kinderen rond
en zag hoezeer zij tezamen hoorden, omdat
zij, in eenzelfde levensphase allen, eikaars
leven begrepen, elkanders belangen deelden.
Zij, de moeder, stond buiten hun kring. Het
eudste meisje, dat zwijgend had zitten
werken, ruimde nu haastig haar boeken
weg en nam een handwerk. In de beweging
begroet, welke verbetering gelegen is in het
weder op peil brengen van de wetenschappe
lijke eisenen, welke aan den a.s. verlofs
officier zullen moeten worden gesteld.
Wanneer de tijd van opleiding nog aan
merkelijk wordt uitgebreid zal het gehalte
weder worden, zooals het was voor de
mobilisatie.
Een ernstige teleurstelling is geweest de
wijze, waarop de verlcfsofficieren in de
gelegenheid zijn gesteld over te gaan tot
het korps beroeps-officieren.
Ik zal niet in details treden omtrent deze
regeling, die nu eenmaal is afgekondigd en
die vermoedelijk zeer geringe resultaten zal
afwerpen.
Wanneer het gering aantal eenmaal zal
openbaar worden gemaakt, wijte men dit
niet aan de verlofs-officieren, doch aan de
voorwaarden, die gesteld zijn. Men begrijpe
mij goed. Ik wensch geen lagere eischen,
doch oordeelkundiger voorwaarden, waarbij
men moedig de moeilijkheid der
ancienniteitslegeling onder de oogen had moeten zien.
Wanneer men dat had aangedurfd, was de
toeloop ongetwijfeld grooter geweest, had
men de beste elementen kunnen uitzoeken
en een uitstekende aanvulling gehad voor
het tekort aan beroeps-officieren, hetwelk
na de mobilisatie te wachten staat. Na de
mobilisatie toch, wanneer vele beroeps
officieren noodig zijn om het beheer te
voerenoverde groole hoeveelheden materiaal
en de reserve-eenheden, die men toch wei
niet met een enkele pennestreek zal ont
binden, omdat de vele kosten daaraan be
steed dan weggeworpen geld zouden
beteekenen, zsl zich dat gebrek op ernstige
wijze openbaren. Intusschen is het aantal
verlofsofficieren op verbazingwekkende wijze
aangevuld en dient het wijs beleid in deze
aangelegenheden erkend te worden.
waarmee ze haar stoel naast die van haar
zuster schoof, was dat gezellig bijschikken
tot vertrouwelijkheid
Hun gesprekken gonsden langs haar als
een onafgebroken stroom, maar ze verstond
ieder woord, eiken zin. En naarmate zij zich
scherper bewust werd, dat zij haar, de moe
der, de oudere, hadden gesloten buiten hun
Intieme leven, voelde ze warmer en voller
den rijkdom van haar pas gevonden geluk.
Hoe eenzaam zou zij nu geweest zijn zon
der dat, hoe schrijnend hulpeloos eenzaam l
Maar ook stuwde dit geluksbestf in haar op
den drang om zich te mengen in hun
saamhoorigheid, om hun frissche volle levens
blijheid te deelen, om niet, bij haar
overvullen'den innerlijken rijkdom, uiterlijk een arme,
een vereenzaamd» te schijnen.
Zoo schoof ze nu en dan, tastend en voor
zichtig, een aarzelend woord tusschen hun
rappe zinnen, immer schroomvallig en bang
mis te lasten. Ze voelde zich vreemd-ont
wend in de sfeer, waarin ze trad.
En al maar, terwijl haar zachte woorden
gingen als fladderende vogels, bleef over
haar wezen die stille glimlach, die ver
klaardheid, die de kinderen bij hun binnen
komen wel hadden opgemerkt, maar die ze,
ongewend zich in het wezen der moeder te
verdiepen, niet te begrijpen wisten, zoodat
er hun daarover alleen een toch weer ver
vagende verwondering gebleven was. En nu
verbaasden zij zich alleen nog, dat moeder
vanavond zoo spraakzaam was.
Maar de moeder, eensklaps met klare dui
delijkheid z.1g ze het en ze schrikte van
zichzelf. 2e zag, dat dit niet was het echte,
levende, a! leek het uiterlijk daarop. Ze zag,
dat het weer was juist als die andere maal:
zelfbedrog, tasten in de ruimte, bouwen op
niets. Neen, er was geen innigheid meer
tusschen haar en deze opgegroeide kinde
ren, geen bevend raken van haar ziel aan
de hunne, dat een zachte trilling in de oogen
bracht. Het waren alleen de woorden, de
Hiertegenover zijn teekenen merkbaar, dat
een deel der oudere verlofs-officieren met
verlof wenscht te gaan, ten einde de positie
in de burgermaatschappij weder in te nemen.
Deze drang naar wijziging in hun positie
is alleszins verklaarbaar en het legerbestuur
streeft er naar hieraan tegemoet te komen.
Nu doet zich evenwel het geval voor, dat
bij sommige onderdeden door de vrijgevige
opvatting der commandanten aanvragen om
verlof worden gesteund, terwijl andere
commandanten de eischen van den dienst
zwaarder laten wegen. Hiervoor is geen
bepaald voorschrift te geven. Er is dan ook
gelukkig een regeling getroffen, waardoor
de Minister de beslissing heeft en niet de
commandanten. E/enwel verschillen de ad
viezen omtrent de onmisbaarheid bij den
dienst. Niet alleen, dat daardoor de slech
ten gemakkelijker verlof krijgen dan de
goeden (onmisbaarheid;, doch tevens doen
de verschillen in opvatting bij de comman
danten bij het eene onderdeel vacatures
ontstaan, welke door andere onderdeelen
moeten worden aangevuld, welke laatste
troependeelen genoodzaakt zijn geen verloven
gunstig te adviseeren, op straffe van
vethooging der dlenstprestaties def
achterblijvenden.
Zou niet als systeem te aanvaarden zijn
het aanvullen door pas aangestelden instede,
van het ontblooten van andere onderdeelen
door overplaatsing. Wel is dit practlsch niet
altijd uitvoerbaar, omdat een waarnemend
compagniescommandant niet te vervangen
is door een pas aangesteld vaandrig of
luitenant, doch een streven in die richting
zou dankbaar worden aanvaard. Wellicht
wordt zelfs dit systeem reeds toegepast, doch
dan dient opgemerkt, dat de uitwerking
daarvan bij de korpsen nog niet wordt ge
voeld.
iiiimiiiiimmiiiiii minimin umin
leege woorden, die elkaar belangstellend
gezinde, maar in den grond elkaar vreemde
lieden tot elkander spreken zouden.
Toen het vlammend-scherp besef hiervan
door haar was heengeflitst, trok ze zich
plotseling schuw terug. Een kilheid als een
najaarswind omwoel haar. Neen, neen, niet
langer dit zelfbedrog, dit kijken in deze
zwarte leegheid. Dit, wat eens het hare was,
het behoorde haar nu niet meer. Het was
noodig, dat ze zichzelf deze waarheid dui
delijk zegde. Ja, eenmaal was 't haar zoo
eigen geweest, een deel van haarzelf, maar
de tijd had zich gesteld tusschen haar en
haar bezit en het haar ontfutseld, beetje
voor beelje. Haar blikken keerden zich weer
naar binnen nu, een diepe zelfinkeer omving
haar in mijmering. En ze vroeg zich af of
ze wellicht had kunnen behouden, of door
haar eigen schuld dit eenmaal liefst bezit
haar uit de handen was geglipt. Maar ze
speurde geen zelfbeschadiging, niets dan
het besef van het onvermijdelijke van dit
noodlotsgebeuren en een zachten weemoed
om het onverbiddelijke ervan.
Maar als een plotselinge uitstorting van
zonlicht over koel water was daar over de
kilheid van haar bepeinzing de gloed van
haar dlep-inneilijke vreugde. Ze voelde het
over zich golven als een koestering. O dit,
dit was het haar eigene voor immer i Ner
gens in de wereld behoefde ze te zoeken,
te grijpen waar was dat, wat men voor al
tijd het zijne noemt, dat niet het gierige
leven listig ontsteelt? hier in haarzelf
was het geluk, het blijvende. Het was het
hare, voor altijd, dit haar liefste kind, waar
haar wezen naar uit vloog, wiens zieltje, in een
durende overgaaf, overleende naar haar ziel.
En ze wist het nu in een overstelping
van dankbaarheid: geen tijd kon ooit zich
stellen tusschen hem en haar, want de dood,
die hem genomen had, had hem haar be
houden, opdat het leven hem haar niet
rooven zou.