De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 16 maart pagina 9

16 maart 1918 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

16 JWaart '18. No. 2125" DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE TOEKOMSTIGE VERBINDING VAN AMSTERDAM MET ZIJN ACHTERLAND Het Rijnkanaal DOOR F. S'JACOB C. i. Directeur der Gemeente-Handelsinrlchtlngen te Amsterdam Nauwelijks heeft Amsterdam de zeker heid verkregen, dat zijn verbinding met de zee in de naaste jaren gebracht zal worden in een toe stand, die de haven toegankelijk zal ma ken voor de aller grootste oceaanschepen, of het blijkt we der noodig aandacht te schenken aan de voedingsader der ha ven, haar verbinding met de groote rlDe schrijvèr"vatTdit nrtikel Even rusteloos als het bloeiend havenbedrijf is in normalen tijd, zoo moeten de zorgen voor de bestaan sbelangen der haven zelf worden voortgezet. In Augustus 1915 heeft de tegenwoordige Minister van Waterstaat aan een Commissie van Ingenieurs van den Rijks-Waterstaat opdracht verleend om van advies te dienen omtrent de werken, welke zullen zijn uitte voeren voor het maken van een aan de tegenwoordige en de waarschijnlijk toe komstige eischen van het scheepvaartverkeer voldoenden scheepvaartweg van Amsterdam naar de Lek". Het wil ons voorkomen, dat de opdracht hier gevoegelijk geëindigd had kunnen wor den, doch de Minister heeft er nog aan toegevoegd : met gebruikmaking, voor zooveel moge lijk, van het bestaande Merwedekanaal" ; en nog werd een geschikte gelegenheid om den zin te eindigen niet aangegrepen, maar liet de Minister nog volgen: tot bij den Spoorweg Gouda?Utrecht en overigens door den aanleg van een nieuw kanaal vak". De aldus aan handen en voeten gebonden commissie toog aan het werk en heeft in Maart 1917 haar welverzurgd rapport afgeleverd. De verbeteringen, door de Commissie voor gesteld, getuigen van haren ruimen blik, zij voldoen in menig opzicht aan de hoogst te stellen eischen (zie de bijgevoegde profielteekenlngen op gelijke schaal); zij be staan in hoofdzaak in een bodemverbreeding van 20 tot 38, M , met spiegelbreedte van 60 M. en een bodemverdieping van 3.70- A. P. tot 4,60 M. A. R, hetgeen bij den normalen kanaalwaterstand op dit deel van het kanaal van 0.40 M. A. P. de vaarwaterdiepte brengt van 3 30 M. op 4.20 M. In verband hiermede zullen diverse brugdoorvaarten verwijd worden, terwijl bovendien lage beweegbare bruggen ver vangen zullen worden door hooge vaste bruggen. Het moet echter als een natuurlijk gevolg der opdracht worden beschouwd dat het nieuwe kanaalgedeelte dat ontworpen werd, Amsterdam in geenen deele kan bevredigen. Door dat ontwerp wordt de verbinding met den Beneden-Rijn en de Waal, de rivieren waarlangs het Bovenrijnsch verkeer gaat, naar den achtergrond geschoven. Het wordt blijkbaar voldoende geacht, dat Amsterdam een goede verbinding heeft met de Lek; de Minister spreekt immers ook van de ver binding van Amsterdam met de Lek l Zeer sterk komt dit uit in het schrijven van den Minister aan B. en W., waar deze zegt, dat een verbetering van het kanaal tasschen Vianen en Gortnch'.m niet in het plan is opgenomen, omdat ondersteld is, dat vaartuigen voor den Boven-Rijn bestemd of daarvan afkomende, welke zoodanige afme tingen bezitten, dat deze evengenoemd kanaalgedeelte nipt kunnen bevaren, hun weg zullen nemen langs de Noord of bij voldoende waterstand langs de Lek en den Neder-kijn. Die zinsnede moei ontstemming verwek ken; zij bevat de miskenning van de beteekenis der Amsterdamsche haven, een der teegangen tot Nederland;" dit nader uiteen te zetten valt buiten het bestek van dit ar tikel, het valt trouwens gemakkelijk in te zien. De Commissie biedt een ontwerp van een nieuw kanaalgedeelte aan, dat zich plm. 1500 M. beneden Vreeswijk met de Lek vereenigt en wel onder zoodanigen snijdtngshoek, dat het gemakkelijk zal zijn de Lek af te varen, of van de richting Krimpen komende het kanaal op te varen, doch die groote moeilijkheden moet opleveren voor het verkeer vice-versa tusschen de voor naven van Vianen, die boven de schipbrug ligt, en die van het nieuwe kanaalvak die er beneden ligt. Reeds nu zou het voor sleeptreinen, die de Lek afbakken, onmogelijk zijn bij Vreeswijk de rechthoekig op de rivieras staande voorhaver. in te zwaaien, ware er niet de toevallige omstandigheid dat de ruime voorhaven van Vianen hier uitkomst biedt. De van de Lek komende sleeptreinen kunnen den haven van Vianen i ru waaien en vervolgens de rivier zonder groot bezwaar rechthoekig oversteken. Hoe de oniwerpesr het zich echter gedacht hebben, dat die sleep treinen de nieuwe kanaalvoorhaven zouden kunnen inzwaaien, welker as met de rivier normaallijnen een hoek maakt, die kleiner is dan 45°, is niet duidelijk en leidt tot de veronderstelling, dat men de scheepvaart, die anders dan van de Lek beneden Vrees wijk komt of daarheen gericht is, als een quantiténégligeable heeft beschouwd. Toch blijkt uit de cijfers, die de Commissie zelf in haar rapport verstrekt, dat de inhoud in tonnen van de vaartuigen, die te Vreeswijk van en naar het Zederikkanaal en van en naar den Neder Rijn passeeren bijna l K maal zoo groot is als die van het verkeer, dat van of naar Krimpen a/d Lek gericht is. Het lijdt geen twijfel of, indien de Commissie de cijfers van meerdere jaren had verstrekt, dan zou te zien zijn, dat min hier te maken heeft met een stijgend verkeer tusschen Amsterdam en den Boven Rijn, dat helaas nog teruggehouden is door de onmogelijk heid om met de schepen van grootere af metingen de kunstwerken op het kanaal te passeeren. Opnieuw moet Amsterdam dus den strijd aanbinden voor het bestaan van zijn haven, want niets minder staat op het spel. Op nieuw, want die strijd is reeds oud. In de jaren van 1870 -'80 heeft Amsterdam met alle wapenen gevochten voor een korte ver binding met de rivieren. -ZE E. Situatie van het bestaande Merwede kanaal waarop tevens aangegeven de andere ontworpen of gedachte kanaal trace's ter verbinding van Amsterdam met de rivieren UMI DTientallen plannen werden gemaakt ter verbetering der z.g. Keulsche Vaart; Am sterdam echter hield vast aan het eigen denk beeld: een kanaal te verkrijgen via Amers foort en de Geldersche vallei naar de Grebbe a/d Neder Rijn en Dodewaard a/d Waal, waarmede het de korst denkbare verbind'ng met de rivieren zou krijgen, en het wilde zich met niets minder tevreden stellen. Wanneer Amsterdam zich in de sedert verlodpen jaren had moeten behelpen met een kanaal, waarop tusschen Amsterdam en de Grebbe ten minste 7 schutkolken gepas seerd moesten worden,mag gevreesd worden, dat de groei der Rijnvaart nog aanmerkelijk meer belemmerd zou zijn geworden dan thans het geval is geweest. Gemakkelijk ware het zeker niet geweest, wanneer men zich rekenschap was gaan geven van de onvoldoende eigenschappen, aan dat in Span den verdeeld kanaal een grootere capaciteit te verleenen. Over de kosten, die daaraan verbonden geweest zouden zijn, zij gezwegen. Opnieuw willen Amsterdammers en het zijn voor hun stad warm voelende mannen , dat de Regeering thans overtuigd zal worden van de wenschelijkheid van het aanlrggen van een kanaal door de Geldersche vallei. B. en W. van Amsterdam hebben zich, door den minister om advies gevraagd, daarbij niet aangesloten. Zij hebben den minister een andere oplossing in overweging gegeven, die getuigt van practischen zin. Thans bevelen zij aan, dat afgezien zal worden van het blijkbaar door den Minister vooropgesteld doel om het Merwedekanaal tusschen de Lek en Amsterdam slechts uit n kanaalpand te doen bestaan. B. en W. willen behouden de sluizen ten Westen van Utrecht, die het kanaalgedeelte tusschtn de Lek en Amsterdam verdeel'n in twee pant'en en wel n op Amstelboezempeil en n op het peil van den Vaartschen Rijn. Het ver vallen van het voordeel, dat opheffing van het schutten te Utrecht zou opleveren, wordt niet overwegend geacht, omdat tegenwoordig te Utrecht dubbele sluizen aanwezig zijn, die het oponthoud tot een minimum be perken en men verkrijgt door deze opoffe ring het voordeel, dat in het Vaartsche Rijn-pand van het kanaal een open kruising met den Vaartschen Rijn gemaakt kan wor den, en dat daardoor een veel gunstiger tracévoor het kanaal ten Zuiden van Utrecht verkregen kan worden. B. en W. bevelen daarom het reeds in 1880 door den Hoofd ingenieur J. van der Toorn den Minister aangeboden kanaalontwerp aan, dat van het snijpunt van het tegenwoordig kanaal met den Vaartschen Rijn loopt naar Wijk bij Duurstede, en na snijding met de rivier door de Betuwe gaat, om even boven Tiel de Waal te bereiken. Van dit door B. en W. aanbevolen trac (zie de teekening) valt rog het volgende op te merken. Htt zal kostbaarder zijn dan het ont werp waarover de Minister verzocht een mee ning te mogen vernemen. Het nieuw te maken gedeelte is nl. aanzienlijk langer en er zijn kostbare kunstwerken te maken waar van te noemen zijn de kruisingen met de spoorwegen Utrecht Kuilenburg en Geldermalser Kesteren, benevens de sluizen tegen over Wijk bij Duurstede; desluiswerkenop den rechter rivieroever bij Wijk bij Duur stede kunren buiten beschouwing blijven omdat zij weg vallen tegen die, welke vol gens het commissieplan ten Westen van Vreeswijk gemaakt zouden moeten worden. Ook de noodzakelijkheid dat de vaartuigen bij Wijk bij Duurstede de Lek moeten over steken, kan kostbare werken veroorzaken, doch daarrepenovt r dienen gesteld te worden de onvermijdelijke kosten, die gemaakt zou den moeten worden, (al werden zij ook door de commissie niet begroot) om het over steken der Lek nabij Vreeswijk mogelijk te maken. Tegenover die minderere kosten staat, dat komen te vervallen die voor de sluiswerken, die de Commissie moest ontwerpen voor het snijden van den Leidschen Rijn en de Doorslag, nabij Jutphaas. Daarnevens wor den ookanderebdangrijkevoordeelen bereikt. Het gebruik der Koninginnesluis te Vrees wijk zal voor de scheepvaart, die zich Lekafwaarts richt of uit die richting komt, aan trekkelijk blijven, waardoor beide soorten van scheepvaart, de binnenvaart en de Rijn vaart, op het kanaal boven Utrecht, elkaar nietin het vaarwater zullen komen; de bevaar bare Waal zal langs korteren weg bereikt kunnen worden ; het Zederikkanaal kan ver meden worden. Van Tiel zal de afstand tot Amsterdam bedragen 70 K.M, dat is 12 K.M. korter dan de afstand Tiel?Rotterdam (82 K.M ) 1). Nog sterker spreekt dit cijfer van 70 K.M. als men het vergelijkt met den afstand, die thans de schepen nog hebben af te leggen naar Amsterdam als zij Tiel genaderd zijn; die ifitand bedraagt: Tiel via Gorkum-Vreeswijk?Amsterdam 11ÜK.M., en er zal op dien afstand dus 40 K.M. gewonnen wor den ; Amsterdam komt 40 K.M. dichter bij den Boven-Rijn, zonder dat n sluis meer (van de Waal komend in den regel vier) dan thans gepasseerd behoeft te worden. Ook voor de vaart, die via den NederRijn Amsterdam wenscht te bereiken wordt de route bekort; de afstand Wijk bij Duur stede?Amsterdam wordt 11 K.M. korter indien de L' k niet behoeft te worden afge varen tot Vreeswijk en ten slotte wordt de mogelijkheid geopend in gunstige verbin ding te komen met de gekanaliseerde Maas en het Limburgsche kolenbekken, zoodra het Maas?Waal kanaal gereed zal zijn. In K.M.'s gemeten is de Gelderfche vallei-route de kortste, dit valt niet te looche nen, al is het verschil niet meer dan 6 K.M. Zou men echter te goeder trouw durven Besla eind. Profiel. ). _ t _ £0,00 _ ____ -- _ 35.20 Vooróestelti Profiel.. '---U£i-.L. = C C" ? ft9-" fiLQ=J*L. _ Invalid-Portwijn DE BESTE MIDDAGDRANK f2.- p. flesch Wijnhandel de Barbanson, 51 Amstel, Amsterdam iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiii veronderstellen dat ook de vergelijking van de vaartijden om Amsterdam te bereiken ten gunste van het vallei-kanaal zou uitvallen? Het is misschien te vroeg om te oordeelen, omdat een nieuw project in overeensttmming met de eischen des tijds moet worden opgemaakt, maar de veronderstelling is toch niet geheel ongegrond, dat men bij een Geldersche vallei-kanaal onvermijdelijk meer sluizen zal moeten passeeren en dat alleen om een afstand van 6 K.M. te winnen! Om die 6 K.M. zou thans een geheel nieuw kanaal, met alles wat daarmede gepord eaat, ge graven moeten worden van 76 K M lengte. In gemoede zij de vraag gesteld: Zou het niet practischer zijn als alle belanghebben| den en belangstellenden in Amsterdam in plaats van zich te verdeelen in groepen met verschillende idealen, thans krachtig de handen Inén sloegen om hetgeen door B. en W. aan den Minister in overweging werd gegeven, eensgezind te ondersteunen? Zou er niet eerder iets bereikt worden, als er op aangestuurd wordt een nieuw kanaal gedeelte aan te leggen ter lengte van 29 KM , dan wanneer 76 KM. nieuw kanaal met kostbare nieuwe onteigeningen en kunst werken moet tot stand gebracht worden? B. en W. van Amsteidam hebben met f jrsch gebaar de richting gewezen, die zij meenen, dat in het belang der Amsterdamsche haven Ingeslagen moet worden om thans in af zier; baren tijd het voorgestelde doel te bereiken. Men volge B. en W, opdat ver meden worde dat, evenals in de zeventiger en tachtiger jaren, het 13 jaren duurt aleer men in den Haag besluit een werk te maken, dat Ams'erdam niet in zijn beïang acht. Men houde den aangewezen koers vrij, doorkruise het vaarwater niet, opdat recht door zee en snel op het doel kan worden afgestevend. Ife ZHO^>?st Dwarsprofiel over het bestaande Merwedekanaal in vergelijking met het door de Commissie in het rapport aan den Minister voorgestelde 1) Op het scheidingspunt Gorkum be dragen de afstanden tot Rotterdam en Am sterdam respectievelijk 42 en 70 KM. Op het scheidingspunt is dus thans Rotterdam aanmerkelijk dichter bij, In de toekomst zou op het schei Jingspunt Tiel, Amsterdam het meest nabij kunnen zijn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl