De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 23 maart pagina 12

23 maart 1918 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Maart '18. No. 2126 MOED Twee soldaten-boeken. L* Courage, par M. M. les docte»rs Louis Hnot et Paul Voivenel, 1917, Libr. Felix Alcan, Paris. L'ofilcier et Ie soldat Francais, Capitaioe Z * » « Nouv. Libr. Nationale Pari». 1917. Galli occursant cum variis alulatiöus cantaque moris sul, vermeldt Livius (lib. 20), 't geen de Vrij-Heer van Paffenrode in zfln .Griekse en Roomse Land-Militie", vertaalt in: De Franse komen toegeloopen met verscheyden gehuyl, en met singen volgens haer gewoonte. Geen moderne aanvoerder zal nog Livius, of Cesar of het boek van den heer van Paffenrode ter hand nemen, om daaruit ge gevens te putten omtrent den aanval; maar In het tegenwoordige voorschrift (R. I. I.) klinkt nog immer deze zelfde zeer menschelijke vraag naar aan-moedigirg door, in de zinsnede: De onderwijzer (lees aanvoerder II) zal de kreet Hoera! aanheffen, die herhaal delijk door de manschappen herhaald wordt; terwijl elders sprake is van slaande trommen, en van de muziek, die 't Wilhelmus speelt. O, oud en romantisch sprookje van moed. Hoe valsch klinkt in den modernen oorlog de leuze van den: frischen, fiöhligenKrieg. De moed der ouden was de geweldige zenuw-ontspanning van weinige minuten, of uren; het oogenblik van 't gevecht was te kort om den strijder ook maar even aan zfln leuze te doen twijfelen. Maar de moderne positie-oorlog vergt niet alleen in technischen en tactischen, maar ook in moreelen zin ontzaggelijk veel m eer l De moderne oorlog, waarin ieder plaat selijk succes van ondergeschikt belang is, waarin de soldaat geen onmiddellijk resultaat ziet, doch maanden, jaren lang te gehoor zamen heeft aan bevelen, waarvan hij de strekking bij lange na niet vermoeden kan, waarin hij dagenlang werkeloos aan eene ontzenuwende artillerie beschieting is bloot gesteld... en waarin hij tijd heeft... zijne leuze te overdenken en te toetsen aan zijne persoonlijke belangen, deze oorlog vraagt offers, waartoe slechts een in staat is, die het logisch altruïsme weet te onderkennen, of die daaraan door tucht-maatregelen onder worpen is. Het eerste is slechts weggelegd voor de meest beschaafden in een leger, en stempelt hen met den meest menschwaatdigen moed; daartoe kunnen zij de dragers zijn van het instituut der krijgstucht, waardoor de groote massa aan het doel wordt dienstbaar gesteld. Die tweede soort van moed r u, de moed der gedisciplineerde massa, van een leger dus, is het waaraan twee Fransche militaire artsen een aantal belangrijke hoofdstukken gewijd hebben. De beide schrijvers zijn ten oorlog getrok ken met het enthousiaste revanche-leger, met het leger der wit-gehandschoende officieren, dier officieren uit den ouden school, die, in goudbetreste uniformen, rechtop-staande en met den veldkfjker t oor de oogen, trouw aan een verouderd moeds-princlpe, als slacht offers vielen, der eerst* kogels. In die eeiste oorlogsperiode hebben de twee doctoren, onafhankelijk van elkander, de gevallen van heldenmoed genoteerd, de gevallen uit hun oorlogskliniek, die zij merk waardig overeenstemmend bevonden. Maar ra dien eersten roes, toen de oorlog van een geweldig avontuur werd, tot een diep-ernstig bedrijf, geschiedde ook in hen, wat onder die millioenen wachtende soldaten plaats had: zij keerden zich tot de diepere oorzaken. In hun scherfvrije schuilplaatsen verdiep ten ze zich in oorlogslitteratuur in den meest uitgebrelden zin: En zij deden een wonderlijke ontdekking: Verblind door den moed zoo schrijven zfj als door een zonnestraal, hebben wQ hem willen vastleggen... maar het goddelijk licht ontvluchtte onzen hartstochtelQken greep. Toen wij den dauwdroppel wilden grijpen, vernielden wij hem helaas. Maar hoe mooi was hij, in de zon l" Zoo is inderdaad dit boek. In deels anecdotlsche, deels psychologlsch-wetenschappelijke hoofdstukken worden de biologie en de psychologie van den moed besproken; en in ieder woord tintelt het licht van een, ondanks alles, helder stralend ideaal. Als grondslag van te persoonlijkheid nemen de schrijvers het instinct tot zelfbehoud aan, maar zij erkennen, dat de mensch zich gedu rende zijne evolutie verheft tot een ideaal, waarvan de formuleering hem gemakkelijker wordt gemaakt door de omstandigheden van 't sociologische leven, en de volmaaktheid van zijn zenuwstelsel; zij wijzen er op, dat oorlogen ontstaan onder de in hunne samen leving het best georganiseerde dieren (bijen en, waarschijnlijk, mieren). Deze dieren offeren zich op, en dat wel onder tucht. Dezen moed der gedisciplineerden nu stellen zij tegenover die van den enkeling, die zijn eigen opoffering begrijpt. De tucht ver zekert een gewoonte-leven van moment tot moment, dat het individu belet aan zichzelf te denken. Een automatisme zeggen zij Barnavaux na dat verkregen wordt door het voortdurend uitoefenen van een nauw-omschreven plicht, moet de bron tot zelfopoffering zijn in de ernstigste omstandigheden. Hier staan wij dus, plotseling, voor den strengen gevel van het gebouw onzer vaak zoo droog gescholden reglementen; er is, zegt de kapitein Z * * * wiens boek ik expresselijk noemde met het hier besprokene, er is een schoonheid, als van een bronzen monument in de eerste regels van den (Franschtn) inwendigen dienst: Daar de tucht de voornaamste kracht der legers vormt, is het van belang dat iedere meerdere een geheele, onvoorwaardelijke en onmiddellijke ondergeschiktheid zijner min de'en ver ge Het boek van den kapitein Z * * *, het zij hier voorloopig geconstateerd, is niets dan de practische toepassing der theorieën, die door de beide doctoren in Le Courage" ontworpen worden; het is de anonyme verklaring van den practischen troepenofficier, die begrijpt dat de massa niet door woorden, maar door een voorbeeld moed aangespoord wordet?. Hij voelt zijn taak als die van een, die den moed in zichzelf cultiveert tot een entstof, waarmede hij zijn troep inoculeert. De eenzame mensch wordt, zooals het dier, slechts geleid door zijn vrees. O m den moed te ontwikkelen, zeggen de schrijvers, is noodig: het sexueele instinct, of het gemeen schapsinstinct. Naarmate de samenleving zich ontwikkelt, gaan de factoren belang, gewoonte, het na doen, van den aanvoerder, hel gemeenschaps gevoel, en de leuze een rol spelen; en eindelijk het volgen der vriendschap, en dat van de idee. Zoodat allereerst de vrees, en vervolgens het instinct van gemeenschapsbehoud, het logisch altruïsme, besproken worden. Bij het overwinnen van de vrees, spelen drie factoren een rol: het strijden voor het behoud van levensbehoeften, de (sexueele) vreugde van 't gevaar, en de vreugde van 't spel. De volgende hoofdstukken zijn daaraan gewijd. Vooral dat betreffende de vrees is merk waardig. Het verstand vormt een beeld, en het is juist dat beeld, dat de verstandelijke vrees inboezoemt; wanneer het beeld overdreven is, komen de waanvoorstellingen, zooals die van den schildwacht, die overal vijanden meent te zien, in den nacht bijvoorbeeld. De vrees, zegt Dugald Stuwart, is een ziekte van het voorstellingsvermogen". Wie aan het gevaar denkt, ondervindt meer vrees, dan hij die er temidden van is. Vandaar de kracht, die men door het verwekken van een paniek, dus van de gedachte aan een gevaar, kan uitoefenen; de voorbeelden daar van, zijn in de krijgsgeschiedenis talrijk. Ik moet hierbij denken, aan 't geen pro fessor Bolk onlangs in zijn dies-rede gezegd heeft van de geneigdheid der menschen, om teveel met vergrootglazen te werken". Waar het in het dagelQksch leven reeds moeilijk is, de zaken in hunne normale pro porties te blijven beschouwen... hoe moei lijk moet dat niet vallen in den oorlog, waar iedere situatie een fatale kan zijn. Wie niet vreest, heeft geen fantaisie" zegt Ribot. Het blijkt wel uit de getuigenissen der strijders in dezen oorlog, dat het negeeren van de vrees onmogelijk is, hoogstens het afleiden der gedachten van zichzelf:, Het sublimeeren van zijn gedachtenleven tot het ideaal. Het is mij niet mogelijk, de schrijvers geheel te volgen in de ontwikkeling hunner theorieën; het zoude mij te ver voeren. Zij wijden nu een hoofdstuk aan de zelfopoffering voor het algemeen belang en komen ver volgens tot een anatomie van den moed". Men moet zich de houding van een held geven: door dit gebaar verwekt men in zich het gevoel, waarvan die houding de uit drukking is". Tot deze, aan de bekende rompstandtheorie herinnerde uitlating van Bertrand, in zijn oorlogsroman ,,1'Appel du Sol", ware wellicht dit geheele hoofdstuk te herleiden, waarin sprake is van het verband tusschen psyche en physiek; het blijkt wel,dat Paulhan, Ribot en Fiessinger, of de oude Lavater in dezen geen anderinzichtgevendan'tgeen, wat de practische troepenofficier doet, die rekening houdt met de karaktereigenschappen van zijn manscnappen; onze persoonlijke aanleg ligt ten g-onüslag aan ons maatschappelijk leven; aan onze daden en ontroeringen, en, in dien zin, aan onzen moed of vrees. Een krachtig handelend man zal meer optimisme en spierkracht bezitten dan een gevoelsmensch. En daarom is het, dat bij zekere wapens, zooals bij de luchtvaart bij voorbeeld, die een absolute zelf beheerschin g vergen, de militaire artsen een zekeren anatomo-physiologische coëfficiënt als eisch aan het individu stellen, dat wil zeggen aan de beheersching zijner zenuwen. Men herinnert zich des Corsicaan, die, zonder morsen, een glas wijn leegdronk, terwijl, onverwacht, toen hfj het glas aan de lippen had, een pistool werd afgeschoten. Dit is een voorbeeld van physieken moed. De schrijvers herinneren, in dit verband aan de proeven, die het instituut Malvey genomen heeft met hartslag-grafieken. Deze geven duidelijk aan, hoe groot de kracht is, waarmede een Individu zijn ontroeringen beheerscht. Iets dergelijks wordt bij de moderne justitie toegepast, om te constateeren op welk moment in het verhoor de beklaagde ondanks zichzelf - reageert. In de beide onderstaande grafieken geeft het kruisje het moment van een onverwacht afgegeven schot aan; men ziet in het eerste geval een grooten uitslag, die gevolgd wordt door een oogenblik dat het hart bijna stil staat. In het tweede geval echter biedt het individu instinctmatig weerstand, en de hartslag wordt zelfs ruimer. De basis van den moed is zelf beheersching. Menschen, wier gestel licht vatbaar is voor ontroeringen, bezitten dat weerstands-instict niet, bij hen vindt men, zegt Dupré: een abnormale hevigheid van affect der physleke en psychische aandoeningen. Dezulken zullen Grafieken, den hartslag voorstellend. Het kruisje geeft het moment aan, waarop een pistoolschot werd afgegeven. door hun aanleg geneigd zijn, overdreven schrikbeelden te koesteren, en dientenge volge organische stoornissen, b. v. in de ingewanden te ondervinden. Neen, de moed is geen eenvoudige zaak; in hare ontwikkeling speelt alles z^n rol, zoo goed de ingewanden als de verbeeldingscentra en de geestelijke eigenschappen. Het kind zeggen de schrijvers is in zijn normalen vorm bevreesd, want het heeft een verbeeldings-voorstelling der dingen; maar juist het feit, dat zijn verbeeldingscentra zijne intellectueele aandoeningen overheerschen, versterkt de actie in hem van het na-doen, het volgen en het enthousiasme, waardoor hij de goddelijke jonge held der slagvelden wordt." De soldaat is een kind; hij wenscht niet liever dan, in 't gevaar, te gehoorzamen,'en zijn aanvoerder te vertrouwen. Hij wil in zijn aanvoerder een half-god zien, en ver geeft hem iedere gestrengheid, maar geen enkele zwakte. Die eigenschap legt den aanvoerder een zwaren taak op, die er in de eerste plaats een is van zelftucht. De kapi tein Z*** geeft den troepen-officier den raad, zich voortdurend te ontwikkelen, geesteIQk bezig te houden, om in zichzelf het ge voel van eigenwaarde te cultiveeren, dat hem de kracht zal geven tot een inspireerende h >uding tegenover den troep. En de beide doctoren eindigen het hoofdstuk met de woorden: De moed van het gewone leven is dikwijls niet anders dan het kleed, waarmede een egoïst zijn waren aard betnantelt. Zoo iemand zal vaak aarzelen in 't gevecht. Maar de bescheiden man, die zich slechts laat leiden door plicht en ideaal, bereikt zonder moeite den heldenmoed, die de god delijke kroon der menschheid is. Ten slotte enkele woorden over het ge vecht. Dit hoofdstuk is het mooiste van het boek. De schrijvers beschouwen het zenuwstelsel als een accumulator van energie; naarmate het geleverde quantum energie grooter ge weest is, het verrichte werk belangrijker, is de opwinding der overwinning geringer. 1. Onmiddellijk vóór het gevecht, komt de potentleele neuro-cerebrale energie in spanning. De energetische druk stijgt voort durend. 2. Gedurende het gevecht komt ontspan ning, en, verder nog, uitputting zelfs in ne gatieven zin. Dit bewerkstelligt een zekere gevoelloosheid. 3. Na 't gevecht totale zenuw-uitputting. Officieren, die lichamelijk zijn uitgerust, ver klaren: Ik ben weer stevig... maar gees telijk nog niet heelemaal... ik heb mijn mesprit offensif" nog niet terug". Ter illustratie van 1. dient het gedeelte van Henri Barbusse's Feu, waarin hij zijn troep beschrijft, die in de loopgraaf gereed staat tot den aanval: de doodelflke stilte, de automatische handelingen, van een die zijn uitrusting recht schikt, een ander die onbewust een willekeurig voorwerp streelt, of een onzinnig gebaar maakt. De cerebrale centra werken gespannen achter het tragisch of onverschillig gelaats masker; de bezigheid van den geest geeft een enorme snelheid van gedachten. Door die spanning wordt de geringste opmerking of daad van geweldig belang: de soldaat herinnert zich later lederen gras spriet, dien hij op dat oogenblik heeft waar genomen. Den aanval noemt generaal Percin: de vlucht naar voren; de spanning was zóó groot, dat men verlangt naar de actie, die ontspanning brengt. Deze zet zich voort tot voorbij het normale niveau. Dit is het oogenblik waarop de aanvoerder den taak heeft, de ontzettende kracht der zenuw-ont spanning in de juiste richting te leiden. Hij kan dit doen door n woord, n gebaar, door zijn aanwezigheid reeds De kracht die de soldaat in die momenten ont wikkelt moet zeer groot zijn; de meest ingetogen en verlegen karakters zijn het heftigst, want zij vinden nu een uitweg voor al hun opgepotte energie. Het geheele organisme komt in beweging, tot een soort dronkenschap van den daad, waarin vreugde,woede en trots zich mengden, en die een volstrekt sexueele basis heeft. De lichamelijke inspanning is, volgens Havelock Ellis, de krachtigste stimulans tot hooger krachtsontwikkeling. Men denke aan den toestand, waarin dansers kunnen geraken, en die aan krankzinnigheid grenst. Het rumoer en de muziek verhoogen de benevelende uitwerking der spierbeweging; de laatste doet de vermoeienis verdwijnen, zfj ver een igt de aspiraties van een geheel ras... de volksliederen zijn in werkelijkheid gods dienstige gezangen. Het gevecht is geëindigd. Wat er over is aan energie, zegt Ribot, uit zich zooals het toevallig kan, in niet tot het eind doorge voerde gebaren, ingewands-stoornissen, of langs een kunstmatigen uitweg. De uitputting is ei een van de zenuwen; en daardoor komt het, dat zij alle organen beheerscht en aan leiding kan geven tot huilen of driftaanvallen. Dit is het tragisch oogenblik, dat zich in den nog levenden soldaat de mensch in het leger de massa gaat toerea. De helden vallen in asch... en zijn burgers, werklieden en boeren. Een een groote slaperigheid komt over den troep. H. SALOMONSON iiiiiiniiiiiiiiiiiiiitMHi.iiilHlllitiuiiilliniiiiuiliiiiiiMiiniiitiiiiiMinMiiiiniiMMiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiinMiiiiii tntn iiiii iHiiiiiiitniiiiltiiiiMiiiimiMtimimiimimii NI Eerste Neder!. » Binckhorststraat __ _ n CM u A AP Matte-f Droge- en Buide/elementen - UtN nAAü- benevens Verlichtingskistje» Tel. Interc. H. 5800 Hoofdvertegenwoordiger: TECHN. BUR. MARYNEN - Den Haag ZANDVOORT Openbare Vrijwillige Verkooping wegens sterfgeval. Notaris J. A. WILKENS, te Haarlem, is voornemens op Zaterdag 3O Maart 1918,! namiddags na 5'/2 uur, in het! Verkooplokaal 't Notarishuis", aan de Bilderdijkstraat te Haarlem, publiek te verkoopen: Eene VI r, L, A, genaamd Hoogduin" en get. 30, met dubbele garage, get. 2, »rTen en Duingroud, staande en liggende te Zandvoort aan den Boulevard Paulus Loot op den hoek van- en aan de Mauritsstraat, Kad. Sectie C NOS. 2624, 2524 en 2619, samen groot 4O Aren 46 Centiaren. In drie perceelen en combinatiën. De Villa bevat: beneden: 2 kamers, hall, keuken, bijkeuken, kelder; Ie verd. 5slaapkamers; 2e verd. zolder en dienstbodenkamers en is in eigen gebruik. Aanvaarding en betaling vóór of op 11 Mei 1918. Bezichtiging Dinsdag en Don derdag en op den Verkoopdag namiddags van 2?4 uur. Nadere inlichtingen ten kan tore van genoemden Notaris, Wagenweg 58, alsmede te Amsterdam ten kantore van de Notarissen SMITS, VAN DER HELM en KOOPMAN, Keizers gracht 697, en van de firma JOHs. DRAIJER Hzn., Keizers gracht 514. BUNSCHOTEN & DE GOOYEK Hofle-reranoiers». Indische Uitrustingen. UTRECHT, Oudegracbt bij de Jansbrug, 51 , 53, 55. EEN1G ADRES. Geen Filialen. S. C. van Waalwijk van Doorn, Beëedigd MAKELAAR, sedert vele jaren HET KANTOOR tot bevordering van de vestiging van Industrieën te Schiedam en Omstreken, belast zich met AAN- en VERKOOP, HUUR- en VERHUUR van BOUWGROND, INDUSTRIE-TERREINEN, PAKHUISPANDEN, HEERENHUIZENIINKELPANDEN.BENEDEN-JOVENWONINGEN Voor alle gewenschte inlichtingen en informatiën vervoege men zich ten Kantore: Singel 64 (hoek Tweede Tuinsingel) SCHIEDAM.-Telefoon 181 Verschenen bij de Uitgevers en Drukkers Mij. van F. VAN ROSSEN te Amsterdam: NOODWONINGEN een overzicht, bewerkt door Ir. P. BAKKER SCHUT. Met 51 afbeeldingen. Prijs f 1,50. (Uitgegeven door de Soc.-Techn. Ver. van demokr. Ingenieurs en Architektwi). Drukkerij SCHILT Utrecht A mst er dam. CATALOGI - TIJDSCHRIFTEN ENZ. - - tot in de fijnste uitvoering - Speciaal voor groote werken en voor groote oplagen sedert 1878 in den Handel zuivert het hoofd van alle onreinheden; bevordert den haargroei. Vttr schoolgaande kinderei «imiikur. 8I1VIO1N E Roosverdrflvend, antlsepttsch haarwater; voorkomt het uit vallen der haren. Let op den naam J. BIJL008 - Alkmaar Verschillende bekroningen. GEBR. B. H. & H. KOOLHAAS Makelaars en Aannemers ELANDSGRACHT 14 :: TEL, N; 7800 Agenten der Centrale Hypotheekbank te Den Haag. Bijkantoor van de Mij. van Brandverzekering voor het Koninkrijk der Nederlanden te VHertogenbosch. BOUW-CREDIETÉN JXÓOPT EE1>( tAMSTEL RIJWIELFABRIEK DE AMSTEL" KLISSER E CITROEN AMSTERDAM In lederen Boekhandel: Gebonden f 0.95 per deel. J.G.KOR5TEN 5ANITAIRTECH BUREAU KONING5PLEI1U TAKIEVEJff Verzekering van kapitaal uit te keeren bij overlijden. Premie per f 100.?kapitaal. LeeftQd| 20 Jurpremit j ? 1.41 25 ?1.61 30 ?1.87 35 f 2.21 40 ?2.66 45 ?3.23 Verzekering van kapitaal nit te keeren na een bepaald aantal jar^nof bij vroeger overlijden. Piemie per f 100.?kapitaal. HAARLEM Opgericht 1870 Leeftijd 20 jaar 30 jaar 40 jaar t Uitkeering na 10 jaar ?9.08 9.09 n 9.24 15 jaar j 20 jaar ?5.70 .5.73 5.94 ?4.08 4.14 4.41 25 jaar ?3.10 3.20 3.53 30 jaar | 35 jaar ?2.51 2.64 .3.07 ?2.13 2.29 lllustratiedruk-papier van de Firma C. G. A. CORVEY, Keizersgracht 285, Amsterdam, Tel. N. 1202 en 555 Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerfl, voorheen Ellerman, Harms <fi Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl