De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 23 maart pagina 2

23 maart 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Maart '18. No. 2126 Teekenlng voor De Amsterdammer" van Jordaan De Bijzondere Gevolmachtigde iimiiiiliiiiiiimiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUttllllltlllllllltllllMIINIIMH IJimHHIIllllllllllllllllllllllllllllllMIIIHIIIII ntusschen, de nood is zóó dreigend en de wensen om zélf wat te doen is zóó sterk dat adviezen gegeven moeten worden. Nu zijn resultaten van het vorige jaar bekend en deze wijzen uit dat het werkelijk Mogelijk is om wat goeds te bereiken, mits de keuze van het gewas goed is en de grond voldoende. Grootere grasvelden, waar voldoende zon neschijn is, en die niet liggen in de drup" van hoornen, kunnen, bijtijds gespit, een aardige oogst aan bruine boonen voort brengen. Soms was ook de oogst van aard appelen goed. Bruine boonen stellen betrekkelijk lage eisenen aan den grond en bovendien is in die grasvelden nogal wat voedsel opge hoopt. Zij vertegenwoordigen met hun hoog eitwitgehalte een groote voedingswaarde en de verbouw is gemakkelijk. Ook slagen zij op de meest uiteenloopende grondsoorten, en bleek 't het vorige jaar dat deze ver bouw verreweg de minste teleurstelling geeft. Waar de nood hoofdzakelijk zich uit door gebrek aan vet, is er nog een zaak die allen aandacht verdient, ofschoon het nuttig effect ook hier niet zeer groot kan zijn. Het is de verbouw van zonnebloemen en IIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIII! iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii SIGNIFICA II Eriseenweetenschappelijk vak, dat als 't ware van zelve tot Sig nifica voert en het meest dringend er de noodzaak van toont. Dat is de Wis kunde, veelal be schouwd als de exacte weetenschap bij uitneemendMathesis is de weetenschap die, door niets ontziende on derzoekingen van het menschelijk denkvermoogen, van zelve voert tot het onderzoek van de taal als middel tot verstandhouding. Mathesis is Inderdaad, zooals de hoogleeraar Mannoury het onlangs heeft gezegd : woordkunst, en bezinning van het woord. Mathesis verlangt de grootste denkbare en moegelijke stelligheid en zeekerheid. Ze wil het stellig ware vinden en boekstaven. De eenige werktuigen die ze daartoe be schikbaar vindt, zijn woorden. Want cijfers en teekens zijn toch maar oovereen gekoo men bekortingen, van zinnen en woorden. Daarom is het niet toevallig dat het juist onze grootste wiskundigen zijn die zich voor Significa interesseeren.Wiskunde is Significa. De wiskunde heeft in de laatste eeuw enorme schreeden vooruit gedaan. Ze heeft met allerlei conventies gebrooken en is ook gekoomen tot een scherpe kritiek van de taal. Als ze woorden gebruikt als gelijk", congruent", Identiek", eenheid", veel heid", oneindig", getal" en zoo voort, dan wilde ze nauwkeurig weeten wat ze dan doet. Het denken oover de betee kenis" der woorden bracht van zelve tot de vraag: wat beteekent beteekenis"? Men zegt dat er iets verstaan" wordt onder een woord. Hoe kan men iets onder een woord verstaan? Het is moogelijk een woord nader te be schouwen en te ontleeden. Dan blijkt dat het iets is met zeer onzeekere bepaling en zeer -wisselende waarde. Ieder woord heeft tal van nuances, schakeeringen in beteekenis en waarde. Een Amerikaansch schrijver van den jongsten tijd heeft b.v. het woord historie" ge schiedenis" onderzocht en bevonden dat het meer dan zestig verschillende nuances heeft. In een vroeger artikel van professor Blok vinden wij enkele van die schakeeringen aangeduid. *) *) P. I. Blok. Geschiedenis (Onze eeuw 1902/03 IV blz. 465.) het zorgvuldig bij elkaar brengen van het zaad. In gemeenten waar daartoe gelegenheid is zou men een prijs kunnen vaststellen voor goed gewonnen zaad van zonnebloemen. Dat zou heden al bekend gemaakt moeten worden, opdat tuinbezitters bij t ij ds hun maatregelen kunnen treffen. In ieder geval zou het kwantum zaad dat verzameld kan worden bij tfldige prijsbelofte vél grooter zijn dan vroeger het geval was. Bezitters van groote tuinen kunnen met zonnebloemen heel wat vet produceeren. Men moet zich niet voorstellen dat deze verbouw rendabel is, verre van dien. Ik stel mij voor dat tuinlul en kinderen het recht moesten krijgen om het zaad bijtijds MiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiii:iiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiii NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenburg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST UTRECHT IEIDEH DEK HAAG DELFT Vleutenscheweg. Utrechtscheveer26. FynjékadsB. HouttuininS VICE-VERSA llimilMIIMIIimiHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIllllllllMUHIII Ik zal eenige voorbeelden geeven van dat woord-onderzoek, en men zal er beeter door begrijpen hoe onmoogelijk het is, een solide taai-gebouw op te richten met zulk onstand vastig en vlottend materiaal. Lady Welby stelde vóór, drie onderschei dingen te maken voor elk woord, n.l. l sense 2 meaning en 3 significaHce. Of, vol gens de vertaling van Mr. J. J. de Haan (1) zin (2) beteekenis en (3) waarde. De zin (1) van een woord is betrekkelijk eenvoudig te bepalen. Neemen we het woord zin" zelf. Het woord ,zin" kan gebeezlgd worden in den zin van" volzin", of in den zin van neiging, of in den zin van zintuig" (speurzin) of in den zin van beteekenis'' (woorden zonder zin.) Dit wordt gewoonlijk door den context, de omgeevende woorden, voldoende duidelijk gemaakt, en geeft weinig aanleiding tot misverstand. De beteekenis (2) van een woord is dat gene wat door het woord wordt aangeduid, de zaak, de werkelijkheid, die men onder" het woord verstaat. Het antwoord op de vraag wat is zin"? hetzij in den zin van neiging" of in den zin van volzin". Heeft men dus eenmaal de zin van het woord bepaald, dan kan men onderzoeken welke beteekenis het woord, in dien be paalden zin. hebben kan. Deeze beteekenis (2) nu is meestal een nagenoeg onvatbare, onbepaalbare en zeer twijfelachtige zaak- ledere woordenreeks is nog geen zin". En wat men bedoelt als men zegt dat een woord of woordenreeks geen zin heeft, dat is bijna altijd niet verder aan te geeven. Ook doet men gewoonlijk geen moeite die beteekenis duidelijk te maken. Men volstaat met het woord en laat de rest ondoordacht en onbezonnen. Maar nu komt ten derde datgene wat Lady Welby Signiflcance (3) noemde, en wat de Haan zeer terecht vertaalde door waarde" (3). Dat is de kracht die het woord heeft bij gebruik. Dat wat men doet en teweegbrengt als men het woord uitspreekt, schrijft, hoort of leest. De daad en de uitwerking teevens. Want een gesprooken of geschreeven woord is wat het is, niet slechts door den spreeker of schrijver maar ook door den hoorder of leezer. Die waarde (3) nu Is van het allergrootste gewigt. Door die kracht kan men invloed hebken op het leeven en het welzijn van duizende meedemenschen. Om bij het woord zin" te blijven, men kan een ontzaglijke uitwerking teweeg brengen door iets zonder zin" te noemen. En een vrouw die eenen man zegt dat ze zin" in hem heeft, kan daardoor op het geluk van zichzelve of van den man blijvende invloed hebben. N.V. PAERELS Meubileering M". COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N te plukken en te verzamelen. Een paar rijen zonnebloemen versieren den tuin en als de tuinman van te voren weet dat hij een hoogen prijs voor het zaad krijgt en dat hij het makkelijk kan inleveren op een van te voren bekend gemaakte plaats, tegen contante betaling, zal hij zijn vollen aandacht er bij houden en trachten die premie" te krijgen. Vroeger jaren ging het grootste gedeelte van dit zaad verloren. Het lijkt mij noodig dat heden te voorkomen. De directe zorg voor het eigen gezin zal zeker menig tuinbezitter er toe brengen voedsel te gaan verbouwen, maar meer dan vorige jaren is het noodzakelijk voorzichtig te zijn. M. i. zijn in deze omstandigheden bruine boonen vrijwel het eenige gewas dat men met succes verbouwen kan, tenzij goede bemesting en grooter oppervlakte de aardappelen verbouw mogelijk maken. P. H. BURGERS Directeur van het Landgoed mjohanna Hoeve" IIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllillllMIIIIIIIIII DUITSCHLAND EN HET VLAAMSCH ACTIVISME Terwijl, zooals nog in het vorig nummer van De Amsterdammei" de hoof daitikelenschrijver met zulke duidelijke illustraties aantoonde, de Dultschers met alle mogelijke middelende noodlottige activisten-campagne in Belgiësteunen, wijzen er niettemin ver schillende symptomen op dat de Duitsche regeering, moge zij in het bezette land de politiek van verdeeldheid krachtig voort zetten, ter gelegener tijd niet zal aarzelen de activisten in den steek te laten, zoodra zij hunne diensten niet meer van noode heeft. Reeds spoorde gouverneur-generaal von Falkenhausen, in zijne jongste verklaring, den vertegenwoordigers van den Raad van Vlaanderen aan, alvorens de middelen te bepalen waardoor na den oorlog Vlaanderen's zelfstandigheid verzekerd moet worden, eerst het Vlaamsche volk de noodzakelijkheid der consolidatie dezer zelfstandigheid bij te brengen. Langzamerhand sohijnt het tot de Duitsche machthebbers door te dringen dat het Vlaamsche volk niet achter de activistische beweging staat; hunne houding ten opzichte van die beweging wordt dus meer gereserveerd. Dit behoeft niemand te ver wonderen. Het is hier reeds meermalen betoogd dat de Vlamen-politiek der Duitsche regeering voornamelijk bedoeld is als strijdmiddel tegen het vijandelijk land; slechts in de eerste plaats ten doel heeft verdeeldheid te zaaien onder de Belgische bjvolking, en hare vaderlandslievende stemming te ver zwakken, en dat zij deze politiek slechts En nu is het de oorzaak van namelooze verwarring en misverstand, dat men de waarde (3) van een woordjlaat gelden, zonder het eens te zijn oover de beteekenis (2). Daarbij moet worden in 't oog gehouden dat geen enkel woord op zich zelf staand wordt gebruikt. Ook al is men het eens oover den zin (1) van het woord, dan krijgt het toch eerst zijn beteekenis (2) zoowel als zijn waarde (3) door den volzin waarin het staat. Men gebruikt namelijk een woord maar bij uitzondering alleen. Dat geschiedt bij uitroepen of commando's, zooals Brand!!" of Voorwaarts!" of halt!' Dan is hun waarde of kracht zeer groot, en hun be teekenis meestal vrij duidelijk. Maar in alle discussies, gesprekken of geschriften worden de woorden gebruikt in samenstelling, en al hun beteekenis en waarde hangt af van de andere woorden waarmee ze samen staan. Dit zorgvuldig onüeeden en onderzoeken van elk woord, en het onderschelden van zijn elementen, dat is de taak der Significa. En nu is het zoo moeielijk voorde meeste menschen dit onderzoek te volgen en te begrijpen, omdat ze bij het ontleeden van hun gedachten steeds weer gebruik maken van die onzuivere en onontleede woorden. Het is alsof men met kleeverige handen iets van pluisjes wil reinigen. Steeds kleeven ze weer vast. Zoo moeielijk ook reinigen we onze taal. De onzuivere woorden laten ons niet los. Als men het weezen en de bedoeling der significa wil duidelijk maken, dan zeggen de meesten: O ! een beeter definitie van woorden, ja we)! dat kan wel nuttig zijn. Maar dat doen de philologen immers al ? Daar zijn de woorden-boeken voor." Dit is een misverstand. De woordenboeken geeven definities, omschrijvingen in andere woorden. Maar daarmee zijn we niet gebaat. Want daarmee gaan we niet dieper in op het weezen van een woord. Ten eerste om dat men de woorden daarbij afzonderlijk beschouwt, en geen enkel woord afzonder lijk beschouwd kan worden, omdat elk woord iets anders wordt door de woorden waarin het gevat is en door de wijze, den tijd, de omstandigheid waarin het gebruikt wordt. En ten tweede omdat men in een definitie niet doordringt in de werkelijke beteekenis 2) en waarde (3) van het woord. De philologie is zeeker voor de Significa onmisbaar. Maar Significa vereischt nog iets geheel anders dan taai-kennis en philologie. Voor de Significa is noodig: wijsgeerig inzicht en ook dichterlijk-ethisch gevoel. De beteekenis (2) meaning" zooals Lady Welby het noemde de onderscheiding dus, die ik door (2) zal aanduiden van het woord eer" b.v. kan niet door een definitie zoolang zal volgen als zij dit nuttig en voordeelig acht voor hare belangen. Verder heeft het reeds de aandacht ge trokken dat de Rijkskanselier in zijne laatste verklaring nopens België, de Vlaamsche kwestie In het geheel niet heef t aangeroerd. Hij zou dit ook moeilijk hebben kunnen doen. Graaf Hertling moet, bij het afleggen van zijne verklaringen zeer goed hebben ge weten dat, zoo ooit besprekingen omtrent het Belgisch vraagstuk zouden plaats vinden, deze slechts een onafhankelijk en zelfstandig Belgiëzouden kunnen betreffen, waarbij de kwestie van Vlaanderen's onafhankelijkheid niet eens beroerd zou worden. Deze zwenking in de houding van de Duitsche regeering moet worden toege schreven aan het veldwinnen der erkenning, dat het volledig herstel van België's inte griteit als eerste voorwaarde geldt voor een vrede in het Westen. Hierbij kan echter van eene af zonderlijke behandeling van VlaamschBelgiëtegenover Waalsch-Belgiëgeen sprake zijn. Deze zwenking wordt nog geaccentu eerd door een hoogst merkwaardig artikel in de Fanrkfurter Zeitung". Het blad schrijft: Nog steeds voeren de geweld-politici in Duitschland eene harts tochtelijke propaganda voor de annexatie der Vlaamsche kust. Terwijl de rijkskanselier zonder voorbehoud verklaard heeft dat wij niet er aan denken, Belgiëte behouden", heeft hij zonder twijfel ook verklaard, dat wij niet een deel van België, zulk een es sentieel gedeelte als zijn kust, willen be houden. De kanselier heeft ten tweede uit drukkelijk en meermalen van Belgiëge sproken, en niet van Vlaanderen en Walenland. De Germania" heeft er wederom opmerkzaam op gemaakt dat hij zich hier mede gesteld heeft tegenover het streven dat thans op een afzonderlijken vrede met Vlaanderen aanstuurt. Inderdaad kan voor ons als verdragsdeelnemer thans slechts de geheele Belgische staat gegeven zijn. Het vraagstuk, hoe binnen het kader van zulk een verdrag met Belgiëde nationale belangen van de met ons stamverwante Vlamen kunnen verzekerd worden, blijft hiervan onafhankelijk en het is er helaas ook niet zoo eenvoudig mede gesteld als het den luidruchtigsten vrienden van dezen vplksstam thans dikwijls toeschijnt. Ook diegene welke, als wfl, het streven der Vlamen met de warmste sympathieën be geleidt, mag niet voorbijzien dat niet iedere verbintenis, die wij ten hunnen gunste in staat zouden zijn door te zetten, hun voort durend ten voordeel moet strekken. In ieder geval kan buiten dit kaden de erkenning eener staatkundige zelfstandigheid niet wor den gerechtvaardigd, zoolang niet werkelijk het Vlaamsche volk IN ZIJN GEHEEL zich er over heeft uitgesproken, of het deze zelf standigheid wenscht of niet *)." Wanneer men zich herinnert hoeveel moeite de Brusselsche correspondent van de Frankfurter" zich heeft gegeven om het activistisch streven als eene groote, wijd vertakte beweging voor te stellen, dan kan men den omkeer in de houding van dit blad alleen verklaren door het feit, dat ook in regeringskringen, waarmede dit orgaan stellig relaties onderhoudt, dusdanige omkeer heeft plaats gegrepen. Men heeft daar thans blijkbaar de u'opie van een zelfstandig, van Duitschland afhankelijk, Vlaanderen opge geven. Men zegt dus tot de activisten: Gaat voort op den Ingeslagen weg." Natuurlijk. Laat de splijtzwam van ver deeldheid rustig voortwoekeren. Zeker,... zoo men ook in het Westen den vrede te dicteeren kreeg, dan zou men in Belgiëde comedie van Koerland en Llthauen kunnen herhalen. In dit geval zou men zich van het *) Wij cursiveeren. worden bepaald. Niemand kan het antwoord geeven op de vraag: Wat is eer? Het om schrijven in andere woorden brengt ons niet verder. Gaan wij na, wanneer het woord eer" gebruikt wordt, dan koomen we tot de meest teegenstrijdige uitkomst. Eer" in tegen stelling van schande" de eenige aan duiding die men er van geeven kan wordt gebruikt om precies teegenoovergestelde werking te verkrijgen, en staat voor een ding, een zaak, een werkelfikheid die voor verschillende persoonen een geheel verschil lende aard heeft. Zoo zal het in zeekere kringen een eer" zijn veel geld te hebben. De rijkdom wordt meestal geëerd, al is het niet in woorden, dan toch in daden van dienstbetoon en onderdanigheid. Men kan zeggen dat onze heed'indaagsche maatschappij den rijkdom altijd en ooveral eert, en wel door het toemeeten van alle begeerlijke goederen aan den rijke. Maar er zijn ook kringen nog wel zwak en klein, maar steeds toeneemend waarin het rijk-zijn precies het teegen oovergestelde van eer-betoon teweeg brengt, waarin dus rijkdom niet tot eer maar tot schande strekt. Wat nu eigenlijk eer, eervol is, vol eer dat kan niemand duidelijk zeggen. Eevenmln kan men met stelligheid aanduiden wat een vrouw onder haar eer" verstaat. De zaak eer" heeft dns bij ver schillende individuen een geheel verschil lenden aard, en derhalve kan er van eene vaste beteekenis (2) van het woord geen sprake zijn. De socialist stelt" er een eer in socialist te zijn. De conservatief acht dezelfde zaak Iets schandelijks, en legt in het woord socialist een niet eervolle waarde (3). Hetzelfde geldt van patrioüsche en internationale gevoelens. Ze strekken" tot eer of tot schande, men stelt" er eer of schande in, al naar individueele gezind heid. Als verstandhoudingsmiddel is dus zulk een woord voorloopig geheel verwer pelijk. Het kan enkel verwarring en twee dracht stichten. En toch dit is het ergste wordt de waarde (3) van zulk een woord voortduurend op de meest roekelooze en ondoordachte wijze aangewend, met gaweldige werking. Wat is dan die zaak, die werkelijkheid die door het woord eer" wordt beteekend"? Het schijnt iets te zijn wat men ergens in kan stellen." Hetgeen wijst op iets dat ge hoorzaamt aan een willekeurige handeling. Maar die expressie is beeldspraak. Wat is dan het ding eer"? Is er een antwoord op die vraag ? Een volkoomen afdoend antwoord zeeker niet, in den teegenwoordigen toestand onzer verstandhouding. Maar in hoever kan men die vraag ten deele oplossen, en cenigzins zuiver en bevreedigend oplossen ? HOUZEEP Het besluit van de Regeering Is een groot gebaar van ons, Waarom heeft ons slimme Volkje Nog niet meer van die Loudons? Rijke, fiere Nederlanders Nu niet ponteneuren gaan ; Gaat nu niet Piet Heintje spelen Want Loudon heeft wel gedaan. Laat hij ons niet de Beschermers... Van de Groote Naties zijn? Maakt hij deze Groote Heeren Niet afhankelijk en klein? Wat zou Engeland beginnen Zonder onze Handelsvloot? Zonder ons gaan zijn soldaten Zeker van den honger dood. Als ze ons zoo noodig hebben Spelen we voor Leeuw en muis, Als ze ons om schepen vragen Is hun groote zaak niet pluis. Holland, laat je schepen varen Want ze brengen koren mee, Voor jenever en voor varkens Voor het mesten van uw vee. Niet zoo zeuren, niet zoo dazen Over Vaderlandsche Eer Gokken, sjacheren en gappen Dat beteekent toch veel meer. Weg, met die fatsoens-begrippen Lap die rommel aan je laars, Waarom nu nog eerlijk wezen In een bende sjacheraars? Heel 't menschdom wordt een zoodje Laat 't rotten tot 't stikt, Smoesjes over recht en plichten Zijn voor ons toch niet geschikt. Holland laat niet om je lachen Doe toch mee, zooals de rest, Moet je nu alleen gaan vechten Tegen heel die centenpest? J. H. SPEENHOFF Illllllllll II IIIIII1IIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IHIIIIIIIIIIIHMIIUII H. VAN DOOREN & Cie. DEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECHT DAMES-HOEDEN en BONTWERKEN HIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlmillllllllllllllllmlmlIlmlIIIIIHIIIIIIHIIIIIII activisme als nuttig werktuig kunnen be dienen. Hoe weinig vertrouwen Duitschland in zulk een uitslag heeft, blijkt wel uit de voorbereidingen die het treft, zich van de activistische beweging los te maken om zich op die wijze ter gelegener tijd van de activisten te kunnen ontdoen. De positie van deze laatsten wordt dus weinig benijdenswaard. Verloochend door Duitschland, van welk land zij al hun heil verwachtten, veracht door geheel de wereld, verguisd en als ver raders gebrandmerkt door hunne eigen land en rasgenooten! Maar... hebben zij beter verdiend? ARNOLD VAS DIAS llllllllltlMIIIIMIIMHIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIMIIIIIIIIIIMIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIlllllltl Het is de taak der Significa dat te onder zoeken. En men zal wel willen toegeeven dat het een zaak is van 't hoogste gewigt. Hangt niet vreede en oorlog, leeven en dood, geluk en onheil, het samenwerken der volken van deeze en dergelijke vragen af? Weigerde niet de Oostenrij ksche regeering de arbitrage, omdat ze niet oovereen te brengen was met de eer" der Monarchie? Welk een groote en fatale rol speelen sommige woorden en zinnen in het waereldgebeuren!! Wat heeft Napoleon niet teweeg gebracht door zijn welbereekend gebruik van het woord gloire"? Wat doen nu nog onze socialistische demagoogen met de woorden: Klassen-strijd, proletarisch be wustzijn, idealisme, utopie en dergelijke? Men gebruikt de macht en de kracht der woorden hun waarde (3) zonder zich reekenschap te geeven van hun beteekenis (2). Ziedaar een steeds vloeyende bron van geestesvergiftiging. Het zal veelen moeyelijk zijn, in het ge weldig tumult onzer dagen, in te zien dat wij tot zulke subtiele werksaamheid moeten teruggaan om de ellende en den rampspoed van onze tijden te bestrijden. Moet men de dood en het lijden van millioenen koelbloedig aan ons laten voorbijgaan om ons te ver diepen in zoo fijne en rustige geestesarbeid? Ik kan hierop antwoorden dooreen gelijkenis. Als er in een stad typhus heerscht cf cholera, waaraan duizenden sterven en waar door de stad een beeld van jammer en ellende vertoont, dan is het zeeker goed en loffelijk om de zieken te helpen, dedooden te begraven, de lijdenden en beroofden te troosten en hun lot te verzachten. Maar beeter is het nog, te zoeken naar de oorzaak der pestilentie. En als het dan blijkt dat al het water wat in de stad ge bruikt wordt, tot drank en tot reiniging, afkomstig is van een bron in de bergen is het dan niet beeter dan alle onmiddelijke, maar palliatieve hulp voor de zieken, om de bron nauwkeurig en geduldig op de aanweezigheld van microben te onderzoeken? Dat is subtiel en geduld-eischend werk. Maar alleen door zulk werk is door de Amerikanen de geele koorts uit Panama verdreeven en het groote werk der door graving tot stand gekoomen. Een zuivere taal is voor ons geestelq'k en zeedslijk leeven, voor broederschap en vreede, voor verstandhouding en wijsheid, niet minder noodig dan zuiver water voor ons lijf. En zij die ons ontwijfelbaar aan toonde dat die bron vergiftigd Is en ooveral epidemische tweedracht en verwarring sticht mag wel een weldoenster der menschheid worden genaamd. FREDERIK VAN EEDEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl