De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 23 maart pagina 3

23 maart 1918 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

'23 Maart '18. No. 2126 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VüR NEDERLAND Fr. SINEHUS 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON N. 5812 HEMDEN HAAR MAAT STARK'S 'OXYDOL' (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) 45 cent p. Tube. Naaml. Venn. STARK & Co. Chemische Fabriek ,,'s-l '8-GRAVENHAGE MEUBILEERING-MAATSCHAPPIJ HOLLAND" N. Z. VOORBURGWAL 274 AMSTERDAM TEL. 5974 N. BIJ HET INRICHTEN UWER WONINQ HEBT BIJ 3 PUNTEN IN HET 000 TE HOUDEN i DUURZAAMHEID HARMONIE SflS! GEMATIGDEN PRIJS DAT WIJ IN ONZE INRICHTINSEN DEZE EIGENSCHAPPEN VEREENI8EN, BEWIJZEN DE TALLOOZE TEVREDENHEIDSBETUIBINBEN, WELKE WIJ VOOR U TER INZABE HOUDEN. Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zQn prachtige heuvel achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te DE BILT station Lage prijzen, mooie wegen, gas, tlec.tr, licht, water. OTTO Tel. Int. 38 & 48 N. V. Maas- en Waterweg Maatschappij tot bevordering van de vestiging vat Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN Lange Haven 3 Tel. 23 Schiedam Verleent haar bemiddeling; b| den Aan- en Verkoop van Panden er Industrieterreinen en het verschaffen van Bedrflfskapltul. m/mm nieuuisfe prf/s//èfce Combinatie van da Reproductie Piano*Weugel l V\\v ^ Een enkele druk op de electrische knopen men geniet in eigen woning van het piano spel der beroemdstepianisten Hef pianospel wordt natuur getrouw en tot in de kleinste ffjnheden geheel zelfstandig (pneumatisch electn'schj weergegeven In Piano als Vleugel onzicht baar gebouwd Het rollen als met de hand te bespelen. Steeds gaarne-ren genoons. *** ?W«,\?. Vraagt gèillush-.Gatalogi». ^ l DAS KETTNERs Heiligeweg 21/25 AMSTERDAM Verschenen: Dagboek van een Amsterdammer DOOR BARBAROSSA PRIJS f 0.95. VAN HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam. LI B RT Y GORDlJÏISTOITeN STAI.6M FRAHCO OP AAM VP A AG MADRAS MUSLIrtPK S .295 .650 ^. DAMAST !£*:; S.. 8.73 vooRHAnnen in PATRONCrf neTzx» AM5TCRDAM VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE BERGPLAATS VOOR INBOEDELS Amsterdam, Frans van Mierisstraat 90. Telefoon Zuid 822 DEN HAAG ARNHEM Westeinde 48 Parkstraat 52 IIIIIIllllllIlllllllllllfliiMitilDillllIII PER FLACON ?1.50 0.80 EEN VOORTREFFELIJK VOEDINGSMIDDEL: HETZIJ OP DE BOTERHAM; HETZIJ AF EN TOE EEN LEPELTJE; HETZIJ ALS PAP. /// -v / ACHTSTE PRIJS in onzon HoveHert-Wedstrijd IN DE PIJPENLA DOOR BEP LANSDORP 't Was schaftlijd voor 't personeel van 't 3de rangs hotel-restaurant. De deur van de pijpenla zwaaide open en 't blonde, hooggekuifde hoofd van Fie keek om den hoek. Ze was niet de eerste vandaag; de portier was er al. Goeiemiddag," zei Fie vroolijk met haar smakelijke stem. De portier knikte 't hoofd eenige malen achtereen tot wedergroet. Fie's stralende bruine oogen gingen van den portier in z'n grijzen uniform naar de lange tafel, waarop aan weerskanten de borden met dikke boterhammen klaar stonden, als eene garneering van reusachtig groote ronde knoopen op de dofbiuine lap hout. Achter de leege stoelen om liep Fie naar haar vaste plaatsje bij 't raam, een vroolijk wflsje neuriënd; op iedere stoelleuning die ze langs ging, gaf ze een licht klapje met haar vlakke handpalm, juist op de maat van 't wijsje. «Wat is die vroolijk l", dacht de portier, even scherp opnemend 't blije, blonde gezicht. Met een zucht van welbehagen ging ze zitten; met korte rukjes haar stoel onder zich naar voren trekkend tot ze echt ge zellig vlak aan tafel zat. Langzaam begon ze te eten, met loom beweeg van kauwende kaken, onderwijl opmerkzaam kijkend naar 't doen van den portier. Die spreidde een servelje voor hem alleen op de geverfde tafel, die danig afgeschilferd was en vol krassen zat. Hij stoorde zich er niet an of de anderen onder elkaar gekheid over hem maakten en hem meneer de beron" noemden; openlijk in de maling nemen duifde nie mand hem, daar er een zeker gezag van hem uitging, dat zijn bestaan niet alleen en in hoofdzaak dankte aan z'n kranige figuur in de uniformjas, maar ook en veel meer aan z'n gemoedelijk-ironische opmerkingen en aan z'n belezenheid en helderen kijk op verschillende toestanden en gebeurtenissen. Hij zat weldra met smaak te eten, onder de hand lezend in het Nieuwsblad. 't Werd stil in de pijpenla; slechts af en toe kraakritselde de krant tussehen de kus sentjes-vingers van den portier of schraapte een kuch hard en rauw, door de stilte. Fie zat met een verveeld gezicht 't raam uit te kijken, maar daar viel niet veel bij zonders te zien; op de doodsche, gorige binnenplaats lagen alleen wat leege kisten en een paar vaten slordig dooreengesmeten. Fie draalde langzaam haar hoofd naar de deur, waarvan juist de gele deurknop bewoog. Gespannen keek ze wie achter de deur zou uitkomen. Een kind van een jaar of veertien kwam binnen. .Zoo Jans, ben jij daar," riep Fie en de klemtoon op jij scheen aan te dulden, dat ze feitelijk een ander had verwacht te zien; ze scheen teleurgesteld op het gezicht van 't kleine aschblonde dikkertje met de nog korte rokken en 't schriele vlechtje tegen 't achterhoofd gespeld tot een eng stijfplakje. He," zei Jans met een gemaakt keelge luid, jasses wat een vervelende ochtend was dat. Die lamme menschen staan alle maal even laat op en een rommel van je welste op de kameis." Ze plofte neer en schoof drukdoend haar bord naar zich toe, schuins naar den portier kijkend en even haar tong uitstekend naar de omhooggeheven krant. 't Trof juist, dat deze het Nieuwsblad liet zakken; hij keek de uitgestoken tong voorbij en zei tegen Fie: Alweer een moord." Wat nou weer," deed Fie £retig, Een moord uit jaloezie," zei de dikke met 'n gelaten uitdrukking op z'n gezicht en op 'n toon of ie de uitslag van een roeiwedstrijd voorlas. Fie, een en al gehoor, boog zich voorover, zij wilde geen woord missen van zoo iets. God, een liefdes-ge schiedenis, wat een narigheid was er toch in de wereld, o brr, ze most er maar niet aan denken. Maar onderwijl zat ze met een bepaald angstig plezier te luisteren. Daar schiet nou een man een andere vent dood, omdat die per ongeluk met z'n meissie an 't vrijen was geraakt... en toen schoot ie z'n eigen oote morsdood." Als Fie sterk getroffen werd door iets, was 't haar een behoefte sterke uitdrukkingen te gebruiken. Zoo ook nu. Verdomme," schreeuwde ze, haar vuist zacht timmerend op de tafel, z'n eige! Wat hét ie daar nou an! Wie is nou zoo stom om z'n eige voor z'n raap te schieten. Gotachot!" Waar woont u," vroeg de portier ironisch en met 'n zekere nadruk: Hoe is uw adres, dan kom ik u eens een visite maken." Keizersgracht," zei de kleine Jans nesterig, 't leelijke hoofd achterover in de nek werpend. Wat verbeeldde die vent zich wel, zij zou 'm lik op stuk geven! Fie kreeg een vuurroode kleur, ze keek de portier valsch an, verschrikte met een paar nijdige rukken haar hoofd en nam zich vast voor, d'r mond niet meer open te doen zoolang die lamme vent in de buurt was. En onder 't vooitkauwen zat ze te piekeren: En wat heb ik nou miszeid! God nog toe, dat was toch 't gewoonste wat je nou maar hebbe kon! Maar die knul was dan ook zoo'n deftigheid." Langzaam-aan zakte haar boosheid weg en ging haar denken een andere richting uit. De kelner kwam binnen; een lange magere man met blauwe kringen van vermoeidheid onder de oogen ; hij liep wat mankerlg, want z'n kleine teen was open en dat deed veel pijn; hij was er al voor bij den dokter geweest, maar ja, as je maar met zoo'n poot blijft dóórsjouwen, zie dan maar dat je 't dicht krijgt," zat ie met zelfmedelijden te vertellen. Blijf dan es een poossie thuis," argu menteerde Fie, die vergat dat ze nooit meer d'r mond zou open doen, zoolang deiporlier er was. God man, da's toch geen doen, je krijg d'r secuur nog wat ergs van!" Haar bruine oogen glansden vochtig. De portier zat smakelijk door te eten, alsof 't z'n kouwe kleeren niet raakte. Dat heb ik 'm n dag gelapt, maar dat doe ik ook niet nog 's." Hoezoo," Fie keek fel vragend den kelner aan. Laatst ben ik's tweedaagjes thuis ge bleven fce. Ik kon niet staan, zoo'n pijn as ik in me poote had. 'k Had netuurlijk derrek een boodschap an de petroon gestuurd. Ik kom dan weer terug en raai 's wat de petroon tegen me zegt: De Groot," zegt ie, nou heb ik die twee dagen Janssens voor jou in de plaats genomen, as je 'm nou ziet, moet je 'm die dagen loon uitbetalen, hoor," en meneer draaide zich om en liet mij voor Piet snot staan." Sodem " schreeuwde Fie en ze sloeg hard met haar stevige werkvuist op tafel dat de bordjes rinkinkten." Tut-tut," zei de portier, z'n blozend, ver genoegd gezicht naar Fie wendend en dan tot den kellner: Wat zijn die meisjes toch ruw in de mond." Toen Fie hem nijdig aar keek, zag ze een ondeugend lichtje pinkelen in z'n lichtblauwe oogen. Fijne rimpeltjes plooiden als een waaiertje op zij van de oogen naar de slapen toe. Fie wist niet wat ze er van denken moest; meende ie 't nou of was 't maar 'n grappie. Nou, 't was haar ook 'n zorg. En met de ellebogen stuttend op de tatel, wendde ze zich naar de Groot en begon hem te beklagen en ongezouten zei ze haar meening over Meneer" die dan toch maar niet buiten hun kon. Een schandaal is 't, nou mag je as arm mensch geen eens meer ziek weze ook! Zoo'n rijke slampamper, die de gosgansche dag geen poot uitsteekt, die loopt voor elk wissewassie naar den dokter, maar wij arrerne mensche, wij motte maar krepeere l Late ze maar verrêkke, as 't hun maar geen cente kost." Fie verslikte zich en begon te hotsten. Tut-tut," had de portier al een paar keer gezegd, maar Fie had er niet op gelet. De Groot zei er niets op, hij 2at troebel voor zich uit te kijken, piekerend en tob bend, met af en toe een gezichtsvertrekklng van pijn. Zwijgend begon hij z'n boterham te kauwen. Langzamerhand kwamen anderen van het personeel binnen; 't werd roezemoezig en vol In de pijpenla; er werd smoezelend gefluisterd, ai en toe klonk zacht gegiegel. Dan in eens kwam een stem er hard tussehen door en werd 't een algemeen gepraat en gelach. Fie keek met zoekende oogen de rij ge zichten langs aan den overkant van de tafel, boog zich dan voorover om aan haar kant te kijken. Nee, hij was er nog niet!" Juist ging de deur open en kwam vlug als een aal een jonge man binnen, prettig om te zien met een matbleeke huid, zwart krulhaar en donkere ernstige oogen. Kom hier zitten, Bingerman," riep Fie en ze trommelde hard met haar hand op de houten gaatjeszitting van de stoel naast haar. Ze wond er geen doekjes om, dat ze den jongen kellner graag mocht, ze dacht daar gewoon niet aan. Ik heb hier al een stoel zeg, dank je," riep hij kalm terug. Zwijgend ging hij met z'n bord aan 'i eind van de tafel zitten, l ie was danig in haar wiek geschoten door die wcifjeringom naast haar te komen; ze was toch werachtig een knappe meid, die gezien mocht worde. Nou afijn, misschien was ie moei en dankten ie God dat ie erges kon neerplofte. Ja, netuurlijk, dat zou 't wel weze, stom dat ze dat niet eerder bedacht. Ze most ook niet zoo gauw kwaad weze. En lachend, haar blinkend witte tanden glanzend tussehen de volle lippen, boog haar blonde hoofd voorover en riep ze een grap raar zijn kant toe. Maar terwijl ze dit deed, dacht ze door den grond te zinken. Ze had de zwarte oogen van Bingerman gezien met een vreemde, verliefde schijn er in, o God, naar wie keek ie zoo. Fie wist 't niet, ze zag n oogenblik niets dan een licht, vreemd licht, dat vlak voor haar pogen geschoven werd. Een Dauw, misselijk gevoel kroop bij haar op. Die oogen, God die vreemde hartstoch telijke oogen met dat licht erin, Gotochot! O, wat hield ze van 'm. Naar wie keek ie zoo. En ineens fel dwong ze zich tot kalmte, dat nare licht trok voor haar oogen weg en nu wist ze meteen: 'tomwaschmeisje, hoe heette ze ook weer, Lientje, o ja Lientje Zwart. God, dat schaap met 'r stomme gezicht. Even voelde ze zich wat geruster. Toen keek ze weer naar Bingerman met dwingende oogen, o dat hij nu niet haar kant opkeek. God daar keek ie wér zoo en dat schaap bloosde en kijk ze nou verlegen doen, d'r oogen neerslaan. Och wat heb ik 't graag. O nou keek ze. Met een bijtende kloppende onrust zag l ie dat ze toch wel mooie oogen had, hoe kou iemand zoo verliefd, zoo akelig idioot kijken. Jasses. Maar zij scheen dat erg pret tig te vinden. Zou zij ook zoo kunnen kijken. Als ze hem eens zoo aankeek vanmiddag als ie de keuken inkwam. Nee, nee dat kon ze tcch niet. Fie keek en keek, zenuwachtig knipper den af en toe haar oogen, haar mond werd een harde rechte streep die niet paste bij 't gevulde blonde gezicht, ze balde haar linkervuist, onder tafel. Nou, ja, maar wat zat ze zich eigenlijk dik te make. Gut, iedere man is wel es zoo'n beetje verliefd, maar dat ging wel weer over. Zij was toch veel knapper dan die Lien, die suffert, die nooit es wat zei, altijd maar gedwee haar gangetje ging. Een zacht en stil kind werd ze genoemd. Ja, goeie morge, achter de mouw had ze 'em, een echte gniepert was 't. Uit haar piekeren werd ze opgeschikt door 't bonken en schuiven van de stoelen. Schafttijd was om; de vrouwen ruimden de boel bij elkaar, allen gingen weer aan 't werk. Fie die een gevoel had gehad of ze In een klein hokje apart had gezeten, dwong zich zelf tot haar gewone opgewektheid. Niks late merke, d'r was toch ook eigenlijk niks an de hand, hij was toch niet met 'r aan 't vrije. Ze was toch z'n meissie niet. (Slot volgt) iniiiiii miiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiimiMimimuii'iiiiiiiJ H. BERSSENBRUGGE, PORTRETFOTOGRAAF ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesrlatj, DFN MAAG. Tel. 1538.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl