Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
30 Maart '18. No. 2127
AAN 't WESTELIJK FRONT
Teekenlng voor De Amsterdammer" van Jordaan
Zal de slag vallen ?
IMIHIIIIIUIIIIIHH
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
Moto fat v a nieten burg
DAGELIJKSCHE MOTORD1ENST
UTRECHT LEIDEN DEN HMG DELFT
Vlautentchiweg. UtrachtscheveerZC. FynjékadiS. HouttuintnS
VICE-VERSA
llllllllflIIIIIMIIIIIIItllllllllUIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIllllllHIIIIIIIIII
welk zich met den aankoop en de distri
butie der 75000 pakken belastte. Toen deze
zaak In orde was en hierdoor dus verzekerd
was dat er voldoende voorraad in Neder
land bleef om de industrie aan den gang
te houden, was er voor de regeering geen
bezwaar meer om de grenzen voor den uit
voer van ruwe tabak langer gesloten te
houden. Men hief het uitvoerverbod op.
En nu over de wijze van distributie zelve!
. Deze week geheel af van hetgeen op ge
bied van noodzakelijke levensmiddelen werd
toegepast, ofschoon ook rantsoeneering als
basis was aangenomen. Elke fabrikant werd
een zekere hoeveelheid tabak toegewezen
in verhouding tot het aantal werklieden dat
hij in dienst had. Die distribueering ging
echter op zeer eigenaardige wijze en wel
bij openbare veiling. In de maanden Augustus
en November 1917 werden de eerste twee
veilingen gehouden en wel van het twee
derde gedeelte der totale 75000 pakken. De
te veilen distributie tabak werd in kave
lingen van diverse hoeveelheden verdeeld.
Van elke kaveling werd vastgesteld een
minitnum-prfjs in verhouding van de waarde
der tabak. Onder dezen minimum-prijs mocht
niet geboden worden. Die kavelingen wei
den bij opbod geveild, in dier voege, dat
geen enkele fabrikant meer mocht koopen
dan het hem vooraf toegewezen rantsoen,
wie de hoogste bieder voor een kaveling
was werd kooper. Maar toch was alles zoo
goed geregeld, dat elke fabrikant zijn aan
deel moest" krijgen. De onderlinge con
currentie zou echter alweder tengevolge
hebben, dat de prijzen abnormaal hoog zouden
worden. Om dit nu te voorkomen had het
syndicaat bepaald, dat van hetgeen de kave
lingen meer opbrachten dan de vastgestel
de minimum-prijzen, pondspondsgewijze
een gedeelte aan de koopers zou worden
terug betaald, waardoor die prijzen kunst
matig met 40 pCt. werden verlaagd. Hier
door betaalde de fabrikant voor zijn totale
in verhouding tot de marktwaarde eenveel
lageren prijs, waardoor hij op meer loonende
wijze kon produceeren. Dit ingenieuse
systeem voldeed en zoo zal nog een der
gelijke veiling, omvattende het resteerende
3/.i deel der geblokkeerde 75000 pakken in het
belang der fabrikanten worden gehouden. Een
zeer eigenaardig rantsoeneerings-syteem dus.
Zoo is dus ook een artikel dat door velen
vaak als luxe" wordt beschouwd onderde
distributie te land gekomen. Tengevolge van
de zonderlinge economische verhoudingen.
door den oorlog geschapen.
iiiiiimtiiiiiiiiiiiiiimiiiuiimttuuuiiiiiiiiimumiiiimmiiimumiiiiiii
Wat staat Nederland te wachten?
Steeds donkerder, steeds benauwder wordt
het om ons heen, besloten als wij zijn
tusschen de oorlogvoerende mogendheden.
De zee, de vrije zee, de weg die ons ver
bindt met de Nederlandsche gewesten bulten
Europa, waarlangs onze schepen voorheen
i de weelde uit het Oosten" naar het Westen
voerde, steeds enger wordende, gevaarlijk
voor onze koopvaardijvloot, welke zich al
meer en meer iu hare beweging belemmerd
ziet door de naijverige elkander bestrijdende
grootmachten. De kleine naties, die beschermd
zullen worden, worden mede onwillens in
den maalstroom gevoerd, worden gedreven
in de draaikolk en aldus ten ondergang
liiiiiiiiiiHiiMiiitiiimiiMiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiii
BESCHERMING VAN KLEINE NATIES
De Schepen-Kwestle
Men loopt te hoop, en praat elkaar voor
dat de opvordering van scheepen zeeroofjis.
De toestand komt mij vóór het best door
de volgende gelijkenis aangeduid te worden.
Een knaap wordt bedreigd door een groot
gevaarlijk monster, de duitsche
expansiezucht, geleid en opgehitst door een sterk,
geweetenloos, militair bewind.
Een paar sterke mannen wagen het den
strijd met dat monster aan te binden. Zij
verzeekeren den knaap hun goede gezind
heid en hun sympathie. Zij begrijpen vol
komen zijn vrees en zijn ongeneigdheid om
het Wilde Beest zelf aan te vallen, wat
nutteloos zelfopoffering zou zijn. Zij eischen
van hem alleen dat hij zich afzijdig houdt
en hun actie niet stoort. De strijd wordt al
heeviger en meer gespannen, het gaat om
leeven of dood, en de knaap komt gevaarlijk
in 't gedrang. Hfj heeft nog een wapen dat
de beide mannen in hun strijd van grooten
dienst zou zijn. Hij durft het niet afstaan,
uit vrees het Wilde Beest tot zich te lokken.
Nu zeggen de mannen, die hun handen vol
hebben in het schrikkelijk conflict, hier dat
wapen! de nood dringt!1'
Dat de jongen het nu niet vrij willig geeft
is volkoomen te begrijpen. Hij moet zich
afzijdig houden. Maar dat zQ moord en
brand schreeuwt als het hem uit de handen
wordt genoomen, terwijl hij zelf te zwak is
NV. PAERELS
Meubileering MIJ.
COMPLETE MEÜBILEERINCr
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
gedoemd. Waar moet het heen ? Wij hebben
bekwame ministers; aan het hoofd van het
Departement van buitenlandsche zaken een
minister, die om zijne kunde, zijn karakter
en beleid het vertrouwen geniet van
z^jn volk, en de achting afdwingt van het
Buitenland.
Schoon klinken de woorden in de ruimte:
strijd tegen onrecht en willekeur, strijd voor
het toekomstig heil van de menschheid,
duurzame vrede, wapens neer, bescherming
van de kleine naties! Voor het bereiken
van die gedroomde, in waan afgebeelde
toekomst wordt in alle landen het militair
tot het uiterste opgevoerd, worden menschen
geofferd, steden verwoest, schatten vernie
tigd, volkeren uitgehongerd.
Wat staat ons land te wachten... ons land
met moeite in de woeste wereldzee gehand
haafd als een veilige plek, waar de
vredesduif nog neer kan strijken... tot hoe lang?
Wij willen graag op eigen krachten steunen.
Die krachten zijn zin voor vrijheid, voor
rechtvaardigheid, voor arbeidzaamheid, voor
gastvrijheid ook voor den vreemdeling, in
het algemeen voor de ontwikkeling van de
edele menschelijke drijf/eeren. De tijden
echter, de tegenwoordige verhouding der
volkeren, kunnen ons niet meer doen zijn,
ondanks persoonlijken moed en heldhaftig
heid,de meester van dezee.deoverwinnenden
op het slagveld. Hoe zal het gaan? Waar
in Europa vinden wij steun wanneer wij
met onze hellrijke beginselen in het nauw
geraken? Een bandgenootschap met een
groote Westersche mogendheid voert voor
de kleine naties, onder het mom van be
scherming, tot een gedwongen neerbuiging.
Het schijnt, dat in Europa's lusthof door
overmaat van bloei de worm is gaan knagen,
waardoor vooze vruchten worden afgeworpen,
dat over dien hof onder de warreling van
politieke en diplomatiek berekenende ge
dachten een nevel is gekomen, die zich
immer verdikkend, ten slotte angstig doet
vragen: waar is licht? Daghet het niet
in het Oosten, waar een nieuw, jong, krachtig,
frlsch leven ontluikt, dat den bolster tot
openbarsten dringt?
Nederland is niet alleen een Westersche
staat, zijne belangen liggen niet minder dan
in Europa in het Oosten, in zijn uitgebreid
eilandenrijk, in Aziëmet over de veertig
mtllioen inwoners. Nederland verlieze die be
langen vooral niet uit het oog. Door wijs beleid,
door een vrijgevige staatkunde, door oprechte
waardeering van de deugden en het streven
van de landsbevolking, door eerlijk te werken
in het gemeenschappelijk belang, zich over
te geven aan hetgeen de geest der tijden
bij de voortgaande ontwikkeling van het
Aziatisch volk vordert, kan Nederland een
waardige, krachtige plaats In het Oosten
blijven vervullen.
Japan heeft zich ontwikkeld tot een macht,
tot wie in het Oosten aller blikken gericht
zijn. Welke rol is voor dat rijk in de naaste
toekomst weggelegd? Ook het Westen
maakt zich daarover ongerust, en vraagt
zich vaak angstig af of Japan, dat ter schole
ging in Europa, ook daar zal hebben inge
zogen den zucht tot machtsuitbreidlng door
geweld. Wij willen beter denken van dien
jongen, zich zoo vlug ontwikkelden staat,
ontwikkeld .vooral in al wat raakt beschaving,
kennis en wetenschap. Het ligt, dunkt ons,
op onzen weg bij de groote belangen van
Nederland in Indië, vriendschappelijke aan
raking te onderhouden met Japan, nauwere
aansluiting 'te zoeken, en zulks in 't bijzon
der te verkrijgen door de bevolking van
onzen Indischen Archipel te steunen, met
haar tot samenwerking te geraken voor hare
geestelijke en stoffelijke verheffing, opdat
zich daar vorme een eerbied en ontzag
afdwingend gebied, dat als de gewaardeerde
bondgenoot worde beschouwd van een rijk
als Japan bij de opleving van Azië, welk
werelddeel eenmaal nog het zich zelf ten
IIMIIIItllMlllllimilMimillllilllllllllllllllll
OELOF flITROEN
Kalverstraat 1
= Opgericht 1850 =
TELEFOON 658 N
Paarlen, Brillanten
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
iiiiiiiillliiiiminiiii
om het te durven hanteeren, dat is bespot
telijk.
Toen het Wilde Beest hem de klauwen
in den nek zette dat wil zeggen: onze
scheepen vernielde, onze zeelui vermoordde
zonder schijn van recht, zonder zweem van
verontschuldiging toen hield hij zich dood
koest, trillend van angst, met een zwak
protest. Maar nu zijn vrienden die tot
nog toe in deezen strijd door geen enkele
daad hun onvriendelijkheid of onoprechtheid
toonden hem het wapen uit handen neemen
om hun hulp afdoende en effectief te maken,
nu zet hij een vreeselijke keel op en gilt
met betraande wangen dat hem grievend
onrecht wordt gedaan, dat zijn helpers
huichelaars en geweldenaars zijn en dat ze
hem in de klauwen van het monster drijven.
Dit nu vindt ik dom, onrechtvaardig en
belachelijk. Ik voel niets van die golf van
verontwaardiging" die door 't land heet ge
gaan te zijn, en waaraan onze minister-prési
dent zoo pathetisch uiting heeft gegeeven.
Ik betreur dat Holland niet sterk en wijs
genoeg geweest is om door het neemen
van voorzorgs-maatreegelen onze onzijdig
heid makkelijker en veiliger te maken. De
regeering had moeten zorgen dat er voedsel
genoeg was, en dat wij onafhankelijk
bleeven van de hulp der strijdenden, door het
opzamelen van voorraad en door dwang tot
beperking van verbruik. Dat ware een wijze
en fiere actie geweest. Nu staan wij door
onze domme winzucht en onvoorzichtigheid
voor een dreigende hongersnood en moeten
ons door beedelen links en rechts verneederen,
Maar nu te keer gaan als de vermoorde
onnoozelheid en te schimpen op de mannen
die ook voor onze zaak vechten, dat is het
wat ons thans degradeert en bespottelijk
maakt.
Gaarne verneem ik, wat er onjuist is in
deeze gelijkenis.
Is het monster bijgeval gebleeken een
vriendelijke engel te zijn?
Heeft het niet veeleer zijn waren aard
getoond in Rusland, en zijn klauwen en
tanden laten zien, zonder de minste moeite
die te verbergen, nu het niet meer noodig
was, en het ongelukkige land verscheurd
aan zijn ongenade was oovergeleeverd ?
Koomen er niet dagelijks nieuwe bewijzen
voor zijn schuld ?
Men leze eens wat een oprecht en
vreedelievend Duttscher, dr. Alfred Fried schrijft
in de Friedenswart van Maart 1918, oover
de schaamtelooze verraad en geweld-poüliek
van Duitschland teegenoover Rusland.
Moeten wij een tweede Griekenland
worden ?" werd in het parlament gevraagd.
Ik zou vragen: moeten wij een tweede
Serviëworden? Of een tweede Oekrajine?
of een tweede Polen, Finland, Lithauwen
enzoovoort?
Zijn de vroome heeren van de
anti-revolutionaire, of laat ik liever zeggen:
pseudoondergang richtend Europa naar de kroon
zal steken.
Rijswijk
C. R. BAKHUIZEN v. D. BRINK
De Duitsche Vervlaamsching
Uwe artikeltjes in de Amsterdammer"
van Zaterdag 16 Maart, nopen mij tot eet
woord van protest, en wel speciaal tegen
dat hetwelk als titel voert de Duitsche
verVlaamschlng".
Maar dit staat mijns insziens zoo nauw in
verband ook met Hongerdemonstratie" en
zelfs met het verdere redactioneele gedeelte
van uw blad, dat dit schrijven van mij, ook
de algemeene strekking daarvan betreft.
Over strekking redeneert men natuurlijk
niet. De een denkt zus, de andere zoo. En
dat is ook zeer goed zoolang dit eigen
toestanden in het eigen land betreft. Maar
waar dit betreft toestanden die men niet
kent, in een vreemd land, worden vaak aan
de strekking der feiten opgeofferd. Of men
negeert de feiten heelemaal. Dat u dat doet,
bewijzen de onderschriften bij de fac-similes
der activistlsche affiches. Wanneer men het
volk wil bereiken, dan moet men tot het
volk gaan, men moet het op een aangename
wijze brengen de geestelijke opvoeding die
het noodig heeft. U zelf zouit dit in ieder
ander geval toejuichen. Maar, in Vlaanderen,
heet het dan lokmiddel" e. d. meer. (Zie
affiches l en 2).
U kunt in Nederland wel een
tot-hetbittere-eind-vechter wezen. Niets eenvou
diger dan dat. Maar in Vlaanderen Is dat
wat anders. Het gaat daar nog even anders
toe dan in Holland, en een
vrede-hoe-danook ware daar op 't oogenblik de grootste
zegen. Vlaanderen wil een zelfstandige staat
wez?n, met niet eene mogendheid in oorlog;
't is heusch niet om VJaanderens wil, dat
Belgiëin den oorlog betrokken wordt. En
moest de Entente 't winnen (wat nog lang
niet zeker is) dan zou het in het geheel
niet Vlaanderen zijn dat daar de mooiste
vruchten van zou dragen. (Affiche 4: het
pacifisme moet de Gentenaars verleiden.")
Wat affiche 3 aangaat, is uw onderschrift
een niet bizonder klesche toespeling op de
ellende van het Vlaamsche volk. Bewijst u
eerst dat die affiche onwaarheid spreekt.
Maar kunt u dat niet, vindt u dan het feit
dat ze kond maakt, niet hemeltergead ?
Affiche 5. Hoe kardinaal Mercier tegen
over ons Vlamingen staat, is ons allen
bekend. In z'n soort is hij misschien een
held, maar hij mocht wel het meest katho
lieke gedeelte van zijn land een beetje meer
recht laten wedervaren. Zonder Vlaanderen
zou ook kardinaal Mercier niet wezen wat hij is.
Affiche 6. Voor het compliment dat wij
activisten daar krijgen, onzen dank.
U wilt da» men u nooit zal verwijten tot
de ontzieling van arm Vlaanderen b g gedra
gen te hebben. Weest u gerust. Maar wan
neer Vlaanderen sterker dan ooit en vrij
leven zal, maakt u er dan a.u.b. geen aan
spraak op daar uw deel in gehad te hebben.
Ik meen redenen te hebben om te ver
moeden dat het echter niet de
Vlaamsckactivistische zaak als zoodanig is, die u
tegenstaat, maar veeleer het feit, dat Duitsch
land er in betrokken is.
JEAN DE METS
Mogelijke verbetering In de techniek
der Evenredige Verkiezing
Met belangstelling volgde ik de be
schouwingen, die destijds over de tech
niek der evenredige verkiezing ten beste
gegeven werden. Daardoor viel ook mijn
aandacht op het artikel in uw nummer va»
26 Januari, waarin op het gebrekkige van
een bepaalde wijze van handelen gewezen
word. Tevens dacht ik echter aan een rege
ling, zooals ik die door een praktisch
bultenmensch hoorde uiteen zetten. Deze senten
mij zeer eenvoudig en daar nog steeds
de uitdrukking simplex verl slglüm van
kracht is, zou het mogelijk zijn dat hier een
oplossing gevonden was, die het overdenken
waard is.
Deze persoon Het het stemmen op een
lijst zonder opgave vaneen bepaalden persoon
geheel terzijde, daar hij meende dat men
even goed op een willekeurig persoon der
gewenschte partij stemmen kan. Hij stelde
zich voor dat de kiesdistricten zooals zij nu
bestaan, behouden bleven maar alleen uit
techniich oogpunt. Ook het stellen der can
didaten in deze districten dacht hij zich als
vroeger, alleen met dit verschil dat men niet
gehouden was om op een dezer zijn stem
uit te brengen. Als iemand in Schoonhoven
zijn stem wenschte uit te brengen op David
Wijnkoop in Amsterdam, dan moest hem dit
vrij staan. Zoodoende zouden dus in de ver
schillende districten samen, laten we zeggen
500 canidaten zijn, die een stemmenaantal,
wisselend tusschen het minimum en een
christelijke partij zoo bizonder bekoord en
gesticht door de zalvende godslasteringen
van het Duitsche militaire bewind?
Zijn daarenteegenoover de soobere en van
alle gefeemel .vrije woorden van Wilson
aanduidingen van schijnheiligheid en hui
chelarij ?
Ik zou willen vragen: hoe kan men een
kleine natie anders beschermen" dan door
met alle macht teegen de bedreigende vijan
den op te treeden? Moeten de sterke mannen
uit mijn gelijkenis soms hun weerkracht
verzwakken om het noodgeschreeuw van
den knaap? Zou men dat deugdelijke be
scherming noemen?
Wat beteekent dan het smalen op de be
schermer" van kleine naties? Het schijnt
soms waarachtig wel, alsof de Duitsche
handelingen booven alle moraal staan, als
aardbevingen of orkanen, als natuurver
schijnselen die men maar uit den weg moet
gaan, wil men niet verpletterd worden, als
een natuurmacht die nooit schuld heeft, en
waarbij ieder die er slachtoffer van wordt
het aan zich zelven td wijten heeft. Zoo
sprecken de gewelddadigen van Potsdam.
Maar wat zegt genoemde eerlijke en
vreedelievende Duitscher, dr. Fried, van de Reede
van Wilson, waarmee deze Hertling en
Czernin beantwoordde ?
S/e ist so klar vle Quellwasser, ein so
wunderbares Dokument logischen und mo
dernen Denkens, das sie uns in diesem
fauDEMOCRATEN
Democraten dat zijn menschen
Die zich zelf het beste wenschen,
Meestal zijn het beursmeneeren
Die alleen met geld regeeren.
Van die vriendelijke luidjes
Bang voor hun gespaarde duitjes,
En die met hun slimme zaken
Dammeren tot slaven maken.
Allen gaan we democraten"
Iedereen het zijne laten,
Vuile baantjes gaan verdwijnen
Niemand werkt meer in de mijnen.
Onze rappe keukenmeiden
Gaan dan frischjes auto rijden,
En ze danken de Mevrouwen
Om te schrobben en te sjouwen.
Dienders komt men niet meer tegen
Straten ziet men niet meer vegen,
Schol en tarbot gaan we missen
Als de visschers niet meer visschen.
Geen benzine en sigaren
Schepen kunnen niet meer varen,
Geen van al die democraten
Wil op zee zijn leven laten.
Als we dol zijn op garnalen
Moeten we die zelf gaan halen,
Reizen kunnen we niet maken
Als de heeren stokers staken.
Wie wil dan nog geld verdienen
Op zoo'n gloeiende machine,
Fieve telefoon-juffrouwen
Laten niet meer op zich snauwen.
Glazenwasschers, schoorsteenvegers
Ververs, sjouwers en verplegers,
Allen zijn ze ontevreden
En ze worden kamerleden.
Bedelaars gaan dan als heeren
Op de beurs wat speculeeren.
Slimmen, dammen, armen, rijken
Allen zijn we dan gelijken,
Allen gaan ze zich gedragen
Als de sjiek" in 's Gravenhage.
En de felste democraten
Worden pracht-aristocraten,
ledereen wil rentenieren
ledereen wil feest gaan vieren.
En ten leste
Wil geen mensch het land bemesten.
J. H. SPEENHOFF
IllllltlllMIIHIIlDlIlIIllllllltllllllllllllllllllIllIIlIliritlIIIIIIIIIIIlUlIUIlHIIII
H. VAN DOOREN & Cie.
DEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECH1
DAMES-HOEDEN en BONTWERKEN
maximum, op zich vereenigden. Tot zoover
was dus alles vrij gewoon.
Nu dacht hij zich verder dat al deze
candidaten op een bepaalden dag in een groote
zaal, bijv.inhet Paleis v.Volksvlfjtte Amsterd.
samen kwamen, waarvan de wanden behangen
waren met lijsten.vermeldende naam en stem
mental van elk hunner met de schriftelijk
gedane overdrachten. Een bestuur had de
namen gerangschikt naar het stemmental
vóór zich. Ben zeker aantal der gekozene*
kan, daar zij meer stemmen hadden dan het
vereischte aantal, dadelijk verkozen worden
verklaard. Deze verkozenen behielden dan
echter nog de beschikking over hun
stemmensurplus. Achtereen volgens kwamen nu
de candidaten aan de beurt, die beneden het
benoodlgde stemmencijfer gebleven waren.
Aan ieder der anderen moest het vrij staan
over zijn stemmen te beschikken om daar
mede die van anderen aan te vullen. Uit den
aard der zaak zouden de gelijkgezinden elkan
der helpen. Kon iemand het vereischte aantal
niet halen, dan kon hij slechts met zijn
stemmen anderen bijspringen. Als er vol
doende tijd gelaten wordt, dan mag men
aannemen dat de stemmenoverdracht reeds
vóór de samenkomst vastgesteld zal zijn,
tenminste in hoofdzaak. Hierbij kunnen de
kiezers ook een woord medespreken, zooëat
de invloed der partijbesturen binnen behoor
lijke grenzen blijft.
Het komt mij voor dat het denkbeeld van
den bultenman zeer goed uitvoerbaar is en
dat daarbij de meeste billijkheid, zonder te
loor gaan van n enkele stem betracht
wordt. Ik verzoek daarom de medewerking
van dit blad om deze regeling aan het oor
deel van anderen te onderwerpen.
Dr. P. J. MINKO
in HiiiiiiimiHiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiimiiiiiimniiiiii iiiiiiiiHtMiini
iendtn, schwiirenden Getümmel wie ein Ruf
aus einer besseren Welt anmatet."
(Friedenswarte, Maart pg. 83).
Wat beteekenen daarteegenoover de vlam
mende protesten'" van een natie die enkel
reeden heeft om dankbaar te zijn dat er nog
sterke machten voor ideeële motieven dur
ven vechten? Meent onze regeering ook bij
geval dat Amerika's ingrijpen de oorlog
noodeloos verlengt, dat wil zeggen de
zeegepraal van het onrecht onbehoorlijk in
den weg staat?
Men hoore het woord van den oprechten
vreedelievenden Duitscher:
Wer nach diesen wieder holten Wllsonschen
Vorschtagen, besonders nach dieser letzien
Nott, nach diesen, den Boden für elne
Errterung in so ehrllcher Weise ebnenden
Worten, es noch iiber sich bringt, ein
Massenmorden auszalösen, einen rein militiïrischen
Steg zu gewinnen, der lödt eine unerhörte
Verantwortung au/ sich, bernimmt vor der
Gegenwart und Nachwelt eine von Menschen
kaum ertragbare Schuld, der begeht ein an
Zltsenhaftigkeit noch nie dagewesenes
Verbrechen".
Als men mij nu weer met alle geweld tot
een kliek" wil reekenen dan liefst tot de
kliek van Dr. Alfred Fried.
FREDERIK VAN EEDEN