De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 30 maart pagina 2

30 maart 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 30 Maart '18. No. 2127 AAN 't WESTELIJK FRONT Teekenlng voor De Amsterdammer" van Jordaan Zal de slag vallen ? IMIHIIIIIUIIIIIHH NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP Moto fat v a nieten burg DAGELIJKSCHE MOTORD1ENST UTRECHT LEIDEN DEN HMG DELFT Vlautentchiweg. UtrachtscheveerZC. FynjékadiS. HouttuintnS VICE-VERSA llllllllflIIIIIMIIIIIIItllllllllUIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIllllllHIIIIIIIIII welk zich met den aankoop en de distri butie der 75000 pakken belastte. Toen deze zaak In orde was en hierdoor dus verzekerd was dat er voldoende voorraad in Neder land bleef om de industrie aan den gang te houden, was er voor de regeering geen bezwaar meer om de grenzen voor den uit voer van ruwe tabak langer gesloten te houden. Men hief het uitvoerverbod op. En nu over de wijze van distributie zelve! . Deze week geheel af van hetgeen op ge bied van noodzakelijke levensmiddelen werd toegepast, ofschoon ook rantsoeneering als basis was aangenomen. Elke fabrikant werd een zekere hoeveelheid tabak toegewezen in verhouding tot het aantal werklieden dat hij in dienst had. Die distribueering ging echter op zeer eigenaardige wijze en wel bij openbare veiling. In de maanden Augustus en November 1917 werden de eerste twee veilingen gehouden en wel van het twee derde gedeelte der totale 75000 pakken. De te veilen distributie tabak werd in kave lingen van diverse hoeveelheden verdeeld. Van elke kaveling werd vastgesteld een minitnum-prfjs in verhouding van de waarde der tabak. Onder dezen minimum-prijs mocht niet geboden worden. Die kavelingen wei den bij opbod geveild, in dier voege, dat geen enkele fabrikant meer mocht koopen dan het hem vooraf toegewezen rantsoen, wie de hoogste bieder voor een kaveling was werd kooper. Maar toch was alles zoo goed geregeld, dat elke fabrikant zijn aan deel moest" krijgen. De onderlinge con currentie zou echter alweder tengevolge hebben, dat de prijzen abnormaal hoog zouden worden. Om dit nu te voorkomen had het syndicaat bepaald, dat van hetgeen de kave lingen meer opbrachten dan de vastgestel de minimum-prijzen, pondspondsgewijze een gedeelte aan de koopers zou worden terug betaald, waardoor die prijzen kunst matig met 40 pCt. werden verlaagd. Hier door betaalde de fabrikant voor zijn totale in verhouding tot de marktwaarde eenveel lageren prijs, waardoor hij op meer loonende wijze kon produceeren. Dit ingenieuse systeem voldeed en zoo zal nog een der gelijke veiling, omvattende het resteerende 3/.i deel der geblokkeerde 75000 pakken in het belang der fabrikanten worden gehouden. Een zeer eigenaardig rantsoeneerings-syteem dus. Zoo is dus ook een artikel dat door velen vaak als luxe" wordt beschouwd onderde distributie te land gekomen. Tengevolge van de zonderlinge economische verhoudingen. door den oorlog geschapen. iiiiiimtiiiiiiiiiiiiiimiiiuiimttuuuiiiiiiiiimumiiiimmiiimumiiiiiii Wat staat Nederland te wachten? Steeds donkerder, steeds benauwder wordt het om ons heen, besloten als wij zijn tusschen de oorlogvoerende mogendheden. De zee, de vrije zee, de weg die ons ver bindt met de Nederlandsche gewesten bulten Europa, waarlangs onze schepen voorheen i de weelde uit het Oosten" naar het Westen voerde, steeds enger wordende, gevaarlijk voor onze koopvaardijvloot, welke zich al meer en meer iu hare beweging belemmerd ziet door de naijverige elkander bestrijdende grootmachten. De kleine naties, die beschermd zullen worden, worden mede onwillens in den maalstroom gevoerd, worden gedreven in de draaikolk en aldus ten ondergang liiiiiiiiiiHiiMiiitiiimiiMiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiii BESCHERMING VAN KLEINE NATIES De Schepen-Kwestle Men loopt te hoop, en praat elkaar voor dat de opvordering van scheepen zeeroofjis. De toestand komt mij vóór het best door de volgende gelijkenis aangeduid te worden. Een knaap wordt bedreigd door een groot gevaarlijk monster, de duitsche expansiezucht, geleid en opgehitst door een sterk, geweetenloos, militair bewind. Een paar sterke mannen wagen het den strijd met dat monster aan te binden. Zij verzeekeren den knaap hun goede gezind heid en hun sympathie. Zij begrijpen vol komen zijn vrees en zijn ongeneigdheid om het Wilde Beest zelf aan te vallen, wat nutteloos zelfopoffering zou zijn. Zij eischen van hem alleen dat hij zich afzijdig houdt en hun actie niet stoort. De strijd wordt al heeviger en meer gespannen, het gaat om leeven of dood, en de knaap komt gevaarlijk in 't gedrang. Hfj heeft nog een wapen dat de beide mannen in hun strijd van grooten dienst zou zijn. Hij durft het niet afstaan, uit vrees het Wilde Beest tot zich te lokken. Nu zeggen de mannen, die hun handen vol hebben in het schrikkelijk conflict, hier dat wapen! de nood dringt!1' Dat de jongen het nu niet vrij willig geeft is volkoomen te begrijpen. Hij moet zich afzijdig houden. Maar dat zQ moord en brand schreeuwt als het hem uit de handen wordt genoomen, terwijl hij zelf te zwak is NV. PAERELS Meubileering MIJ. COMPLETE MEÜBILEERINCr -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N gedoemd. Waar moet het heen ? Wij hebben bekwame ministers; aan het hoofd van het Departement van buitenlandsche zaken een minister, die om zijne kunde, zijn karakter en beleid het vertrouwen geniet van z^jn volk, en de achting afdwingt van het Buitenland. Schoon klinken de woorden in de ruimte: strijd tegen onrecht en willekeur, strijd voor het toekomstig heil van de menschheid, duurzame vrede, wapens neer, bescherming van de kleine naties! Voor het bereiken van die gedroomde, in waan afgebeelde toekomst wordt in alle landen het militair tot het uiterste opgevoerd, worden menschen geofferd, steden verwoest, schatten vernie tigd, volkeren uitgehongerd. Wat staat ons land te wachten... ons land met moeite in de woeste wereldzee gehand haafd als een veilige plek, waar de vredesduif nog neer kan strijken... tot hoe lang? Wij willen graag op eigen krachten steunen. Die krachten zijn zin voor vrijheid, voor rechtvaardigheid, voor arbeidzaamheid, voor gastvrijheid ook voor den vreemdeling, in het algemeen voor de ontwikkeling van de edele menschelijke drijf/eeren. De tijden echter, de tegenwoordige verhouding der volkeren, kunnen ons niet meer doen zijn, ondanks persoonlijken moed en heldhaftig heid,de meester van dezee.deoverwinnenden op het slagveld. Hoe zal het gaan? Waar in Europa vinden wij steun wanneer wij met onze hellrijke beginselen in het nauw geraken? Een bandgenootschap met een groote Westersche mogendheid voert voor de kleine naties, onder het mom van be scherming, tot een gedwongen neerbuiging. Het schijnt, dat in Europa's lusthof door overmaat van bloei de worm is gaan knagen, waardoor vooze vruchten worden afgeworpen, dat over dien hof onder de warreling van politieke en diplomatiek berekenende ge dachten een nevel is gekomen, die zich immer verdikkend, ten slotte angstig doet vragen: waar is licht? Daghet het niet in het Oosten, waar een nieuw, jong, krachtig, frlsch leven ontluikt, dat den bolster tot openbarsten dringt? Nederland is niet alleen een Westersche staat, zijne belangen liggen niet minder dan in Europa in het Oosten, in zijn uitgebreid eilandenrijk, in Aziëmet over de veertig mtllioen inwoners. Nederland verlieze die be langen vooral niet uit het oog. Door wijs beleid, door een vrijgevige staatkunde, door oprechte waardeering van de deugden en het streven van de landsbevolking, door eerlijk te werken in het gemeenschappelijk belang, zich over te geven aan hetgeen de geest der tijden bij de voortgaande ontwikkeling van het Aziatisch volk vordert, kan Nederland een waardige, krachtige plaats In het Oosten blijven vervullen. Japan heeft zich ontwikkeld tot een macht, tot wie in het Oosten aller blikken gericht zijn. Welke rol is voor dat rijk in de naaste toekomst weggelegd? Ook het Westen maakt zich daarover ongerust, en vraagt zich vaak angstig af of Japan, dat ter schole ging in Europa, ook daar zal hebben inge zogen den zucht tot machtsuitbreidlng door geweld. Wij willen beter denken van dien jongen, zich zoo vlug ontwikkelden staat, ontwikkeld .vooral in al wat raakt beschaving, kennis en wetenschap. Het ligt, dunkt ons, op onzen weg bij de groote belangen van Nederland in Indië, vriendschappelijke aan raking te onderhouden met Japan, nauwere aansluiting 'te zoeken, en zulks in 't bijzon der te verkrijgen door de bevolking van onzen Indischen Archipel te steunen, met haar tot samenwerking te geraken voor hare geestelijke en stoffelijke verheffing, opdat zich daar vorme een eerbied en ontzag afdwingend gebied, dat als de gewaardeerde bondgenoot worde beschouwd van een rijk als Japan bij de opleving van Azië, welk werelddeel eenmaal nog het zich zelf ten IIMIIIItllMlllllimilMimillllilllllllllllllllll OELOF flITROEN Kalverstraat 1 = Opgericht 1850 = TELEFOON 658 N Paarlen, Brillanten Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit iiiiiiiillliiiiminiiii om het te durven hanteeren, dat is bespot telijk. Toen het Wilde Beest hem de klauwen in den nek zette dat wil zeggen: onze scheepen vernielde, onze zeelui vermoordde zonder schijn van recht, zonder zweem van verontschuldiging toen hield hij zich dood koest, trillend van angst, met een zwak protest. Maar nu zijn vrienden die tot nog toe in deezen strijd door geen enkele daad hun onvriendelijkheid of onoprechtheid toonden hem het wapen uit handen neemen om hun hulp afdoende en effectief te maken, nu zet hij een vreeselijke keel op en gilt met betraande wangen dat hem grievend onrecht wordt gedaan, dat zijn helpers huichelaars en geweldenaars zijn en dat ze hem in de klauwen van het monster drijven. Dit nu vindt ik dom, onrechtvaardig en belachelijk. Ik voel niets van die golf van verontwaardiging" die door 't land heet ge gaan te zijn, en waaraan onze minister-prési dent zoo pathetisch uiting heeft gegeeven. Ik betreur dat Holland niet sterk en wijs genoeg geweest is om door het neemen van voorzorgs-maatreegelen onze onzijdig heid makkelijker en veiliger te maken. De regeering had moeten zorgen dat er voedsel genoeg was, en dat wij onafhankelijk bleeven van de hulp der strijdenden, door het opzamelen van voorraad en door dwang tot beperking van verbruik. Dat ware een wijze en fiere actie geweest. Nu staan wij door onze domme winzucht en onvoorzichtigheid voor een dreigende hongersnood en moeten ons door beedelen links en rechts verneederen, Maar nu te keer gaan als de vermoorde onnoozelheid en te schimpen op de mannen die ook voor onze zaak vechten, dat is het wat ons thans degradeert en bespottelijk maakt. Gaarne verneem ik, wat er onjuist is in deeze gelijkenis. Is het monster bijgeval gebleeken een vriendelijke engel te zijn? Heeft het niet veeleer zijn waren aard getoond in Rusland, en zijn klauwen en tanden laten zien, zonder de minste moeite die te verbergen, nu het niet meer noodig was, en het ongelukkige land verscheurd aan zijn ongenade was oovergeleeverd ? Koomen er niet dagelijks nieuwe bewijzen voor zijn schuld ? Men leze eens wat een oprecht en vreedelievend Duttscher, dr. Alfred Fried schrijft in de Friedenswart van Maart 1918, oover de schaamtelooze verraad en geweld-poüliek van Duitschland teegenoover Rusland. Moeten wij een tweede Griekenland worden ?" werd in het parlament gevraagd. Ik zou vragen: moeten wij een tweede Serviëworden? Of een tweede Oekrajine? of een tweede Polen, Finland, Lithauwen enzoovoort? Zijn de vroome heeren van de anti-revolutionaire, of laat ik liever zeggen: pseudoondergang richtend Europa naar de kroon zal steken. Rijswijk C. R. BAKHUIZEN v. D. BRINK De Duitsche Vervlaamsching Uwe artikeltjes in de Amsterdammer" van Zaterdag 16 Maart, nopen mij tot eet woord van protest, en wel speciaal tegen dat hetwelk als titel voert de Duitsche verVlaamschlng". Maar dit staat mijns insziens zoo nauw in verband ook met Hongerdemonstratie" en zelfs met het verdere redactioneele gedeelte van uw blad, dat dit schrijven van mij, ook de algemeene strekking daarvan betreft. Over strekking redeneert men natuurlijk niet. De een denkt zus, de andere zoo. En dat is ook zeer goed zoolang dit eigen toestanden in het eigen land betreft. Maar waar dit betreft toestanden die men niet kent, in een vreemd land, worden vaak aan de strekking der feiten opgeofferd. Of men negeert de feiten heelemaal. Dat u dat doet, bewijzen de onderschriften bij de fac-similes der activistlsche affiches. Wanneer men het volk wil bereiken, dan moet men tot het volk gaan, men moet het op een aangename wijze brengen de geestelijke opvoeding die het noodig heeft. U zelf zouit dit in ieder ander geval toejuichen. Maar, in Vlaanderen, heet het dan lokmiddel" e. d. meer. (Zie affiches l en 2). U kunt in Nederland wel een tot-hetbittere-eind-vechter wezen. Niets eenvou diger dan dat. Maar in Vlaanderen Is dat wat anders. Het gaat daar nog even anders toe dan in Holland, en een vrede-hoe-danook ware daar op 't oogenblik de grootste zegen. Vlaanderen wil een zelfstandige staat wez?n, met niet eene mogendheid in oorlog; 't is heusch niet om VJaanderens wil, dat Belgiëin den oorlog betrokken wordt. En moest de Entente 't winnen (wat nog lang niet zeker is) dan zou het in het geheel niet Vlaanderen zijn dat daar de mooiste vruchten van zou dragen. (Affiche 4: het pacifisme moet de Gentenaars verleiden.") Wat affiche 3 aangaat, is uw onderschrift een niet bizonder klesche toespeling op de ellende van het Vlaamsche volk. Bewijst u eerst dat die affiche onwaarheid spreekt. Maar kunt u dat niet, vindt u dan het feit dat ze kond maakt, niet hemeltergead ? Affiche 5. Hoe kardinaal Mercier tegen over ons Vlamingen staat, is ons allen bekend. In z'n soort is hij misschien een held, maar hij mocht wel het meest katho lieke gedeelte van zijn land een beetje meer recht laten wedervaren. Zonder Vlaanderen zou ook kardinaal Mercier niet wezen wat hij is. Affiche 6. Voor het compliment dat wij activisten daar krijgen, onzen dank. U wilt da» men u nooit zal verwijten tot de ontzieling van arm Vlaanderen b g gedra gen te hebben. Weest u gerust. Maar wan neer Vlaanderen sterker dan ooit en vrij leven zal, maakt u er dan a.u.b. geen aan spraak op daar uw deel in gehad te hebben. Ik meen redenen te hebben om te ver moeden dat het echter niet de Vlaamsckactivistische zaak als zoodanig is, die u tegenstaat, maar veeleer het feit, dat Duitsch land er in betrokken is. JEAN DE METS Mogelijke verbetering In de techniek der Evenredige Verkiezing Met belangstelling volgde ik de be schouwingen, die destijds over de tech niek der evenredige verkiezing ten beste gegeven werden. Daardoor viel ook mijn aandacht op het artikel in uw nummer va» 26 Januari, waarin op het gebrekkige van een bepaalde wijze van handelen gewezen word. Tevens dacht ik echter aan een rege ling, zooals ik die door een praktisch bultenmensch hoorde uiteen zetten. Deze senten mij zeer eenvoudig en daar nog steeds de uitdrukking simplex verl slglüm van kracht is, zou het mogelijk zijn dat hier een oplossing gevonden was, die het overdenken waard is. Deze persoon Het het stemmen op een lijst zonder opgave vaneen bepaalden persoon geheel terzijde, daar hij meende dat men even goed op een willekeurig persoon der gewenschte partij stemmen kan. Hij stelde zich voor dat de kiesdistricten zooals zij nu bestaan, behouden bleven maar alleen uit techniich oogpunt. Ook het stellen der can didaten in deze districten dacht hij zich als vroeger, alleen met dit verschil dat men niet gehouden was om op een dezer zijn stem uit te brengen. Als iemand in Schoonhoven zijn stem wenschte uit te brengen op David Wijnkoop in Amsterdam, dan moest hem dit vrij staan. Zoodoende zouden dus in de ver schillende districten samen, laten we zeggen 500 canidaten zijn, die een stemmenaantal, wisselend tusschen het minimum en een christelijke partij zoo bizonder bekoord en gesticht door de zalvende godslasteringen van het Duitsche militaire bewind? Zijn daarenteegenoover de soobere en van alle gefeemel .vrije woorden van Wilson aanduidingen van schijnheiligheid en hui chelarij ? Ik zou willen vragen: hoe kan men een kleine natie anders beschermen" dan door met alle macht teegen de bedreigende vijan den op te treeden? Moeten de sterke mannen uit mijn gelijkenis soms hun weerkracht verzwakken om het noodgeschreeuw van den knaap? Zou men dat deugdelijke be scherming noemen? Wat beteekent dan het smalen op de be schermer" van kleine naties? Het schijnt soms waarachtig wel, alsof de Duitsche handelingen booven alle moraal staan, als aardbevingen of orkanen, als natuurver schijnselen die men maar uit den weg moet gaan, wil men niet verpletterd worden, als een natuurmacht die nooit schuld heeft, en waarbij ieder die er slachtoffer van wordt het aan zich zelven td wijten heeft. Zoo sprecken de gewelddadigen van Potsdam. Maar wat zegt genoemde eerlijke en vreedelievende Duitscher, dr. Fried, van de Reede van Wilson, waarmee deze Hertling en Czernin beantwoordde ? S/e ist so klar vle Quellwasser, ein so wunderbares Dokument logischen und mo dernen Denkens, das sie uns in diesem fauDEMOCRATEN Democraten dat zijn menschen Die zich zelf het beste wenschen, Meestal zijn het beursmeneeren Die alleen met geld regeeren. Van die vriendelijke luidjes Bang voor hun gespaarde duitjes, En die met hun slimme zaken Dammeren tot slaven maken. Allen gaan we democraten" Iedereen het zijne laten, Vuile baantjes gaan verdwijnen Niemand werkt meer in de mijnen. Onze rappe keukenmeiden Gaan dan frischjes auto rijden, En ze danken de Mevrouwen Om te schrobben en te sjouwen. Dienders komt men niet meer tegen Straten ziet men niet meer vegen, Schol en tarbot gaan we missen Als de visschers niet meer visschen. Geen benzine en sigaren Schepen kunnen niet meer varen, Geen van al die democraten Wil op zee zijn leven laten. Als we dol zijn op garnalen Moeten we die zelf gaan halen, Reizen kunnen we niet maken Als de heeren stokers staken. Wie wil dan nog geld verdienen Op zoo'n gloeiende machine, Fieve telefoon-juffrouwen Laten niet meer op zich snauwen. Glazenwasschers, schoorsteenvegers Ververs, sjouwers en verplegers, Allen zijn ze ontevreden En ze worden kamerleden. Bedelaars gaan dan als heeren Op de beurs wat speculeeren. Slimmen, dammen, armen, rijken Allen zijn we dan gelijken, Allen gaan ze zich gedragen Als de sjiek" in 's Gravenhage. En de felste democraten Worden pracht-aristocraten, ledereen wil rentenieren ledereen wil feest gaan vieren. En ten leste Wil geen mensch het land bemesten. J. H. SPEENHOFF IllllltlllMIIHIIlDlIlIIllllllltllllllllllllllllllIllIIlIliritlIIIIIIIIIIIlUlIUIlHIIII H. VAN DOOREN & Cie. DEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECH1 DAMES-HOEDEN en BONTWERKEN maximum, op zich vereenigden. Tot zoover was dus alles vrij gewoon. Nu dacht hij zich verder dat al deze candidaten op een bepaalden dag in een groote zaal, bijv.inhet Paleis v.Volksvlfjtte Amsterd. samen kwamen, waarvan de wanden behangen waren met lijsten.vermeldende naam en stem mental van elk hunner met de schriftelijk gedane overdrachten. Een bestuur had de namen gerangschikt naar het stemmental vóór zich. Ben zeker aantal der gekozene* kan, daar zij meer stemmen hadden dan het vereischte aantal, dadelijk verkozen worden verklaard. Deze verkozenen behielden dan echter nog de beschikking over hun stemmensurplus. Achtereen volgens kwamen nu de candidaten aan de beurt, die beneden het benoodlgde stemmencijfer gebleven waren. Aan ieder der anderen moest het vrij staan over zijn stemmen te beschikken om daar mede die van anderen aan te vullen. Uit den aard der zaak zouden de gelijkgezinden elkan der helpen. Kon iemand het vereischte aantal niet halen, dan kon hij slechts met zijn stemmen anderen bijspringen. Als er vol doende tijd gelaten wordt, dan mag men aannemen dat de stemmenoverdracht reeds vóór de samenkomst vastgesteld zal zijn, tenminste in hoofdzaak. Hierbij kunnen de kiezers ook een woord medespreken, zooëat de invloed der partijbesturen binnen behoor lijke grenzen blijft. Het komt mij voor dat het denkbeeld van den bultenman zeer goed uitvoerbaar is en dat daarbij de meeste billijkheid, zonder te loor gaan van n enkele stem betracht wordt. Ik verzoek daarom de medewerking van dit blad om deze regeling aan het oor deel van anderen te onderwerpen. Dr. P. J. MINKO in HiiiiiiimiHiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiimiiiiiimniiiiii iiiiiiiiHtMiini iendtn, schwiirenden Getümmel wie ein Ruf aus einer besseren Welt anmatet." (Friedenswarte, Maart pg. 83). Wat beteekenen daarteegenoover de vlam mende protesten'" van een natie die enkel reeden heeft om dankbaar te zijn dat er nog sterke machten voor ideeële motieven dur ven vechten? Meent onze regeering ook bij geval dat Amerika's ingrijpen de oorlog noodeloos verlengt, dat wil zeggen de zeegepraal van het onrecht onbehoorlijk in den weg staat? Men hoore het woord van den oprechten vreedelievenden Duitscher: Wer nach diesen wieder holten Wllsonschen Vorschtagen, besonders nach dieser letzien Nott, nach diesen, den Boden für elne Errterung in so ehrllcher Weise ebnenden Worten, es noch iiber sich bringt, ein Massenmorden auszalösen, einen rein militiïrischen Steg zu gewinnen, der lödt eine unerhörte Verantwortung au/ sich, bernimmt vor der Gegenwart und Nachwelt eine von Menschen kaum ertragbare Schuld, der begeht ein an Zltsenhaftigkeit noch nie dagewesenes Verbrechen". Als men mij nu weer met alle geweld tot een kliek" wil reekenen dan liefst tot de kliek van Dr. Alfred Fried. FREDERIK VAN EEDEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl