Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V00R NEDERLAND
6 April '18. - No. 2128
ft.
SCHILDERKUNST-KRONIEK
OABRIÉL (van Wissellngh, Amsterdam)
Ee» tentoonstelling randen zuiveren
schilder Gabriei is voor mij altijd
belangrijk. Mfln liefde voor dit werk toch,
is niet van gisteren, en er is nooit een
terugvallen in de genegenheid voor dit schil
deren geconstateerd. Gabriël mist voor velen
de melodieuze wijze van werken, die in
cob Marls kenmerkend is. Natuurlijk.
abrlël is niet romantisch; hij is puntig,
sober, eer latijnack van wezen dan duitscn.
Hij is dat als type. Hij was in den beginne,
kort, romantisch' Hij heeft van uit dat ge
zichtspunt werk gemaakt, dat, nu nog, enke
len gaarne prijzen, en dat zeker nu en dan
te waardeeren is. Maar op dat werk staat
Oabriël's eigen merk niet. Het lag niet In
zijn aard. Zijn werkwijze Is anders dan die
der romantici: zijn eigen techniek
een geheel veilige (wat niet van die
van Jacob Maris later meer gezegd kan
worden). En wat maakte hij in die techniek ?
Hij schilderde het landschap, wanneer het
op zijn doodeenvoudigst is voor den leek.
Er zijn zelden op zijn meest te waardeeren
schilderijen groot-gebouwde wolkencom
plexen te vinden, of effecten, die het thea
trale hart der menigte maltraiteeren. Hij is
een schilder voor de scherpgestelden, om
voor hen, die belust zijn op de zuiverheid,
tn die daarvan démelodie (want die is er
ook) gemakkelijk zoeken. Hij is een schilder
vol zekerheid, en toch zonder emphase. Hij
bewijst zijn waarheid klakkeloos. En dat
is een genoegen. En van dat genoegen
kunt ge hier genieten. Zie bijv. «Aan de
plassen (No. 23); is dat niet onomwonden
juist, zonder wat ook dat troebel is, is het
niet steil" te zien (ik bedoel niet
stijlzooals Gabriël dat alleen kon, en dorst?
En zijn de .Eendennesten" (No. 4) zeer blank
grijs hier niet tegelijk te noemen, en de
fijne sterk geziene Molen in den
Polder" (No. 56), en zijn Plas met Water
planten" (No. 47) lila-grijs, en zijn Water
lelies", en zqn Vischfuiken" (behalve de
lucht)? Wilt ge van den vredigen-zuiveren
Gabriël een voorbeeld, dan is dit te vinden
in de Oude Forten te Abcoude"; wilt ge
hem zwierig, dan is hij dat in den Zand
weg" met al de groenen van de boomen
(No. 41) en in de Violen (No. 8). Wilt ge
een uitgebreidheid, een ruimte vloden, dan
ziet ge dat in Bij Putten", en in Bij Giet
hoorn" (No. 35). Moet ge hem als
romantischen schilder erkennen, dan zijn van
die gevoelswQze hier eveneens voorbeelden
(Huisje te Deventer, No. 38; Het witte huls
No. 39, en het genoemde No. 19). Wilt ge
hem alsnog wat zwaar constateeren, dan is
dit in No. 42 bij de schuur. Maar deze dingen
zijn kleine schakeeringen alleen van Gabriël's
type. En dat type Is niet anders dan ik het
gekarakteriseerd heb: zuiver maar niet nuch
ter ; met een melodie die meestal niet open
baar is voor de romantisch-gestemden, maar
die altijd, degelijk bestaat, en nu en dan
(ik herinner mij een werkje met een ochtend
nevel, en een ander, met een wagentje dat
over een brug gaat rijden) duidelijker is.
Het type van Gabriël is voorts dat van een
waarnemer, een opmerker van kantige dingen,
van boomen, die tegenover de vlakte van
zijn polder en zijn landschap, zijn kracht
van na-gaan bewijzen. Hij is geen
Figuur"schilder; zijn leerling Tholen" overtreft
hem daar zonder moeiten in; hij is een
schilder van het licht, dat niet overweldigt,
maar definieert: toch niet zonder stemming.
En om dit alles, om zijn afzonderlijkheid
tevens en om zijn zekere techniek is Gabriël
een schilder gebleven, dien ik, nooit over
schat, toch evenmin in zijn waarde heb
onderschat zooals velen dit deden, en
doen.
PAUL HERMANN (= HENRI HÉRAN)
Bij Caramelli en Tessaro, te Utrecht
Hoewel er een stadsgezicht te vinden is,
een paar, en wat aan landschap, is het meeste
der werken van Paul Hermann Figuur;
menschen. En daarin treft dadelijk, en
blijvend, htt sensueele accent. De
geaardheid dezer zinnelijkheid is niet f ransch,
hoewel Hermann elf jaren in Parijs werkte.
Deze zinnelijkheid is dultsch; zij is zwaar;
er is een overdrevenheid in, die tot het
tegennatuurlijke kan gaan. Het is altijd merk
waardig dit opnieuw in de duitsche kunst te
kunnen erkennen. Ge vindt dit bij de besten.
Het is een verwording; niet gallisch (en
dat is dan als Atheensch). Het is een
verwording, die |te zwaar-georganiseerde
soldatenstaten van nature schijnt te ge
beuren; Rome is oudtijds daarvan het be
wijzend exempel, en de zekere overeen
komst. De zinnelijkheid in Hermann mist
de overwinnende vroolijlcheid; de blijheid,
de scherts, evenzeer als zij het ten eenen
male natuurlijke ontbeert. Zij is drama; en
zij is op weg naar het steriele. Zij is daar
om niet zonder roerends, of zonder dat wat
schril en zeer aandoet. Integendeel; zij heeft
dien toon in zich, die ge moet hooren.
Niemand ontkent ongstraft het natuurlijke;
de vruchtbaarheid?Een enkel naai, het
zij tot volledigheid genoteerd, is er anders
in sommij; werk, maar te zelden, om het
genoemde te overheerschen. Deze drama
tische, gevaarlijke zinnelQkheid, zij is even
goed bij hem in het Paar, als in de figuur
alleen. Ge vindt haar in de Zonde, als in
de Zondeval" (het paar door den slang
omstrengeld). Zij is in de Liefkozing", en
in de kop, en profiel, dien hij Ancien
Regime" heeft genoemd. Zij is in de curieus
heid van de Droom" (No. 18). Zq is min
der tragisch in Margot met hoed" en
Margot zonder hoed" (26 en 44) waar ze
tot roekeloosheid werd. In Adam en Eva"
is zij integendeel vermoeider (No. 22); in
die Schieberin" brutaal. In deze werken
vindt ge, als techniek ze beziend, een ervaren
werkman, en een nauwlettend kunstenaar.
Soms wat akademisch, of onder invloeden,
is Hermann een oorspronkelijkheid verder
van voldoende grootte. Hij is dat niet alleen
in de Figuur" om 4e Figuur", en haar
expressie. Hij is dat in een BTuinfeest"(24);
in zijn Stadsgezicht" het koelst is hij dat
in S<* Maria della Salute in Venetië"; het
meest blank vindt ge hem in een
Tneetuin"en ineen Landschap"(lltho);
fluweelenzwart daarentegen in zijn actrice, Paz
Ferrer". Ge ziet, het werk is geschakeerd
genoeg, en genoeg krachtig om van meer
dan een gewone tentoonstelling te kunnen
spreken. De tentoonstelling is, inderdaad,
voor hen, die Hermann niet kennen, het
gaan waard. Ge vindt hier niets van de een
voudigste of scherpste grootheid; het werk
is fragmentarisch in zijn bekentenissen, en
dikwijls in zijn voltooiing, zelfs al dient
dit onvoltoold-zijn als een insinueeren van
de stemming maar het is, als fragment,
vol van een aantal aanduidingen omtrent
de ziel eener natie, die zich wellicht ge
maakt heeft gedacht ter waereldheerschappij,
maar die in ondeugden, ter steriliteit neigend,
deze nooit kon verkrijgen. Ook zóó gezien
heeft het werk naast de kunstwaarde nog
een waarde, die ik hier te vermelden had.
DE ROTTERDAMSCHE X (Kunstkring,
Rotterdam)
De Rotterdamsche Kunst kring bestaat vijf
en twinttg jaar. Hij heeft dit feest willen
vieren met een tentoonstelling van de Rotter
damsche Tien. Dit is logisch maar er is
een logika, die het beste niet vindt. De
kunstkring vond hier het beste niet. Deze
tentoonstelling geeft geen glans aan de
gebeurtenis, aan het feest van den Kring.
Er is weinig belangrijks. A.ddicks bloe
men, anemonen, zijn met veel goeden wil,
te noemen evenals Altmann's Stads
buitenkant". Derkzen van Angeren, de
etser van talent is ver beneden zijn peil in een
ets als No. 15, een stadsgezicht van Rotter
dam. Hij heeft daar een schijnbare nauw
keurigheid bereikt, en schijnbaar veel détails
gegeven, maar het werk, als geheel, is
kleur-loos, en de moeite eraan besteed, is,
voor mij, vergeefsche moeite. Beter herken
ik hem in zijn andere studies (16, 17, 18,
19, 20) en in zijn aquarel. Hij is daar levend
ten minste, samenvattend soms, en soms
ruim en fijn. Het werk van J. Hey berg
L e d e b o e r, het geeft in de portretten noch
de ziel, noch de kleur, noch een eigen per
soonlijkheid. Huib Luns is de vlotste
dezer Rotterdammers. Hij is echter meer
objectlef-waargenomen vorm en niet schoone
kleur, dan iets anders. Hij is vaardig, maar
niet diep; snel, maar niet persoonlijk ge
noeg. Als zoodanig erkent ge hem in zijn
Naaktstudie, in zijn portret van Van Voorden,
en in No. 3, 't Leege Koortje. Louis
Chrlspijn Jr. in costuum. is décoratiever, moderner
van opzet, dan de overige. Ook Oldewelt
heeft hier een Naaklfiguur;! stilleven, een
portret, dat hij Geertje" noemde. Het is
het beste zijner inzending, absoluut gezien.
Het is niet het meest-persoonlijke echter;
de intonatie is a la Kever. La R i v i e r e
is luchtig, en luchtig het best. Hij is illu
stratief best te zien; ik noem van hem Het
Erf." M. S c h i l d t is een schilder vol van
.burgerlijke', beschouwing. Hij heeft de
hardnekkigheid, de volharding van den ge
slaagden werkman; hij laat niet af, maar
hij heeft zoo goed als geen smaak, en weinig
persoonlijkheid. Hij is hollandsch in den
zin van realist, maar hij is niet hollandsch
in den zin van kleurgevoelige. Het minst
ongevoelig van hem vind ik Aan 't Ver
stellen" en Groenendaal, een stadsgezicht.
Au g. W. van Voorden is voor de Rot
terdammers de schilder van hun Haven; ten
minste voor sommige Rotterdammers, ik ken
hun Haven en hun Rivier, en ik zie de schoon
heid van beide niet bij van Voorden; zelfs niet
de actie. Ik verkies van zijn inzending daarom,
zonder er iets van een groote gave nog in
te ontdekken, een Slapend Varken." Het is
ten minste* zoo wat geschilderd, j. H.We ij n s;
waarom zond hij pok niet een zuiverder ver
zameling in? Hij is beter, dan ge hier zoudt
meenen; beter dan de te noemen dingen de
Binnenplaats" en de Winter". Hij heef l niet
groot, nu en dan, een riviergezicht geschil
derd, dat in den Kring moest hangen, en hij
heeft een gezicht met sneeuw meer dan eens
geproduceerd, dat meer kleur" had dan zijn
werk van deze verzameling. Hfl is in 't al
gemeen te hard. Dat is zijn gevaarlijke kant
maar er was toch meer dan n reden, om
deze slechte eigenschap bij voorkeur niet
te laten zien?
B. VIEÜERS (Protector) Rotterdam;
WIJTSMAN (hij Unger en Van Mens).
Wat de twee Wijtsman's betreft in 't
kort gezegd: het werk laat onverschillig.
En het bewerkt nog iets. Het stemt onge
durig. En waardoor? Het is nooit schoon,
nooit rntreerend en het laat een aantal
kundigheden toch zien. En deze lijken tel
kens opnieuw verspild; het werk is schoolsch,
zonder harteklank. In denzelfden Kunsthandel
vond ik een grooten Gabriël, en een tweeden,
uit zijn vroegeren tijd. Het verschil met de
pogingen der Wijtsman's was pijnlijk duide
lijk: Gabriël een schilder, zij eer ongevoelige
handwerkslui.
V i e g e r s is zoo geen leerling van
Dankmeyer toch een schilder, onder den invloed
van dien fleurigen romanticus. Het werk
wijst dit zonder omwegen aan. Maar terwijl
Dankmeyer, dikwijls hortend en stootend,
altijd spontaan is en echt, levend, en zuiver,
een colorist, vindt ge deze eigenschappen
bq Vlegers (zie NOS, 32,23,18) veel te weinig.
De kleur is niet zuiver, niet sprankelend;
soms is het geheel zelfs mat. Tot de beste
behooren van het dertigtal schilderijtjes een
Kippenhok" (4) een Tuinderschuur" (18)
en een Stadsgezicht (No. 34).
Het overige is het overige.
PLASSCHAKRT
Het Nieuwe Bank-Octrooi
Naar aanleiding van mijn artikel in het
nummer van 23 Maart ontving ik het vol
gende schrijven:
In het Groene Weekblad van 23 Maart
berekent de heer J. D. S., dat aan de Ned.
Bank voor een waarde van f 400 millioen in
open bewaring is toevertrouwd, waarvan
haar ook tevens de realisatie van coupons
etc. is opgedragen. De opbrengst is circa
20 millioen, de provisie % procent dus
f50.000.-; bij nieuwe winst verdeeling trekt
de Bank van de meerdere winst boven 7
procent slechts V8 dus volgens den heer
J. D. S. ontvangt debankvooral dat
reuzengedoe slechts f 6000.?en legt er dus schatten
gelds op toe.
Nu is deze calculatie al heel luchtig en
vluchtig en geeft een verkeerden kijk op het
geval. Het provisieloon van H procent is
klein en ik geef toe dat het geen rol speelt,
maar de hoofdzaak is het bewaatloon dat
75 cents per f 1000 bedraagt, op f 400 millioen
bedraagt het f 300 000, doch in werkelijkheid
veel meer door voortdurende bijvoegingen,
terwijl terugnemingen niet in mindering
worden gebracht. Theoretisch bedraagt dus
op ledere f 1000 het bewaarloon 75 cents,
de opbrengst coupons f 40, dus ad % pCt.,
provisieloon 10 cents, dus in theorie is het be
waarloon 7Vi maal zoo groot als de provisie;
in de practijk is 't verschil veel grooter, want
beziet men wat men betalen moet, dan
bedraagt de provisie op coupons etc. slechts
circa V'11 van de totale kosten.
Gaat de bank nu de realisatie van coupon s
weigeren, dan zou zij niet alleen de provisie
daarop missen, (wat meer moeite geeft dan
profijt) maar het grootste deel van de
f 400 millioen zou worden weggehaald en
elders gebracht, daar waar men wel de
coupons wil realiseeren.
Het grootste deel van de 3 ton
bewaarloon zou dan ook verdwijnen. Nu maakt
dit ook niet veel uit als de Bank er toch
T8 van moet afstaan tenminste zoo rede
neert de heer J, D. S.; en zoo schijnt de
Ned. Bank ook te gaan redeneeren, want
men neemt thans geen buitenJandsche stuk
ken in bewaring, die niet Hollandsch ge
zegeld zijn, men remitteert de netto opbrengst
op het einde van de volgende maand en
vroeger in het begin van de volgende maand.
Vroeger maakte de Bank om de zooveel
jaren schoon schip en ontving men een
nieuwe acte (opgave) in plaats van de
oude en de bijvoegingen; dit alles kan
de laatste jaren niet gebeuren; op klachten
en verzoeken hoort men, dat er gebrek is
aan personeel en ruimte, geen animo omdat
er toch 7/s van de winst afgaat, waarom
dan niet b.v. aan alle buitenlandsche fondsen
den bons gegeven, art. 15 van de Voorwaar
den van Bewaring kan dan luiden:
In open bewaarneming kunnen gegeven
worden uitsluitend Nederlandsche of
Ned.Indische effecten etc. etc."
Om hiervan de coupons te realiseeren
is geen heksenwerk, men verlicht de taak
van de Oude Tante op de Turfmarkt; de
bewaargevers zijn er mede geholpen, die
het Nederlandsche deel van hun bezit op
de Turfmarkt kunnen laten, en de andere
groote en kleine banken die wel personeel,
en ruimte en animo hebben om voor be
waarloon en provisie de buitenlandsche
effecten te bewaren en de coupons te reali
seeren z^n er eveneens mee gebaat.
N.
De aan mijn adres gerichte opmerkingen
in het begin van bovenstaand schrijven
zouden gewettigd zijn, indien bij het wets
ontwerp aan de Bank de bevoegdheid ont
nomen werd .zich met open bewaarnemingen
te belasten. Dit is echter niet het geval;
alleen wordt voorgesteld haar de bevoegd
heid te ontnemen, de coupons enz. der in
bewaring genomen fondsen ten behoeve der
houders te verzilveren. Daarom was het
volkomen juist in mijne becijfering alleen
rekening te houden met de inkomsten, die
de Bank uit dat onderdeel van dat bedrijf
trekt en niet in aanmerking te nemen, wat
de Bank ontvangt uit het overige deel van
het bedrijf, dat zij behouden mag.
De schampere toon, waarop de inzender
over de Bank spreekt, komt mij ook weinig
gerechtvaardigd voor. Eenigszins zoude
het zijn, indien het geïncrimineerde verbod
van de Bank ware uitgegaan.
Niets minder dar. dat is echter het geval;
uit de memorie van toelichting blijkt toch,
dat de Bank zich ook in de toekomst gaarne
met die werkzaamheden wil belasten, al
veroorzaken zij meer last dan profijt.
Intusschen opent het schrijven van den
inzender een nieuw gezichtspunt, dat wel
der moeite waard is onder de oogen gezien
te worden. Er blijkt nml. een addertje onder
het gras te schuilen. Ofschoon het wetsont
werp schijnbaar slechts bedoelt, de Bank
In het vervolg de bevoegdheid te ontzeggen
zich met het incasseeren der coupons enz.
van de bij haar in open bewaring gegeven
fondsen te belasten, zal dat in de praktijk
eene veel verdere strekking hebben.
Het is toch zeer waarschijnlijk, dat wan
neer zij in de toekomst aan hare bewaar
gevers niet meer dezelfde faciliteiten mag
verleenen, een groot deel der open
bewaargevingen naar elders zal verhuizen, hetgeen
niet alleen niet in het algemeen belang is,
maar ook niet in het belang van de schat
kist. Deze zal dan toch 7/8 van het
bewaarloon, dat de Bank voor die werkzaamheid
ontvangt, derven en al wordt tegenwoordig
met tientallen millioenen gewerkt en gedacht
alsof het niets is?de enkele tonnen gouds,
die het Rijk uit deze bemoeienissen van de
Bank ontvangt, is een niet te versmaden
bate, die men in de tegenwoordige om
standigheden niet zoo maar mag
wegwerwerpen. En ware het publiek er dan slechts
door gebaat! Maar het zal wel geen betoog
behoeven, dat waar het publiek dan met
zijne bewaargevingen zal gaan, het zeker
niet goedkooper en veiliger zal terecht
komen.
De overige opmerkingen in bovenstaand
schrijven kan ik onbesproken laten, als geen
betrekking hebbende op het in mijn artikel
behandelde. Alleen veroorloof ik mij op te
merken, dat er toch wel goede gronden
kunnen zijn, waarom de Bank sedert de
invoering van de nieuwe zegelwet weigert
fondsen in open bewaring te nemen, die
niet voorzien zijn van Nederlandsch zegel.
En wat ten slotte het door den inzender
geopperde denkbeeld aangaat om de Bank
zich alleen te laten belasten met het in
bewaring nemen van binnenlandsche fondsen,
ook dat komt mij niet aanbevelenswaardig
voor. Het moge waar zijn, dat onder de
tegenwoordige omstandigheden allerlei moei
lijkheden verbonden zijn aan het incasseeren
van coupons op buitenlandsche fondsen, In
normale tijden ging het even eenvoudig als
voor binnenlandsche effecten. En nu gaat het
toch niet aan in het reglement bepalingen vast
te leggen, die misschien onder de abnormale
toestanden te vergoeilijken zijn, maar die
bij het terugkeeren van normale tijden geen
doel hebben. Doet men zulks echter wel en
maakt de Bank eene scheiding tusschen de
fondsen, die zij wel en niet in bewaring
wil nemen, dan loopt zij groot gevaar, dat
mlddelerwijl de geheele tak van haar bedrijf
verloopt; want bewaargevers zullen weinig
voelen voor zoodanige scheiding van hun
bezit en het bij voorkeur daar brengen, waar
het in zijn geheel bewaard en behandeld
kan worden. J. D. SAN TIL H AN o
IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIINIIIIlnlIlllllllllllllltlMlllnlIlllllMIIMIIIIIIIIIIMIIIIII.IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMItlHIl
Een humoristisch boek van F. DE SINCLAIR
Meneer Focus als Meid-Alleen.
Geïllustreerd met 100 plaatjes van
CHRIS KRAS Kz.
Prijs ingenaaid f 1.90.
Keurig gebonden f 2.25.
Oordeel der Pers over de werken van DE SINCLAIR:
Geen geringe verdienste van dit boek is, dat het by al het over
stelpend grappige zoo in-fatsoenlijk blijft en zelfs van de charges de
menschelijke waardigheid in tact laat. Gewis deze pen is te waar
deeren. Ook de plaatjes zijn aardig en ontglippen als zwarte silhouetten
aan de fijne kritiek, welke de gewone teekening te dulden heeft.
WOLFGANG.
Neen, de Hollandsche geestigheid is met JUSTUS VAN MAURIK niet
ten grave gedaald. We hebben ze weer genoten, we hebben hartelijk
gelachen bij de lectuur van .Meneer Focus". Hier is ontspannende
lectuur en de geestige prentjes van CHRIS KRAK maken alles zoo aan
schouwelijk als slechts te wenschen is. Wie zich eens bevrijden wil
van den beklemmenden invloed van onze zielbesludeerende roman
schrijvers, die neme dezen bundel waarin hu Van Maurik's geest zal
meenen te ontmoeten. Dorische Courant.
Dit boek van DE SINCLAIR is een vermakelijk boek, een boek met
heel wat komisch ven u ft en wie het leest met een in ,dezen
zenuwachtigen tijd" nog niet ganschelijk verdorven gemoed, die zal her
haaldelijk heel wat pret hebben.
HENRI DEKKING in De Amsterdammer, Weekbl. v. Nederland.
Maar DE SINCLAIR is een oqlyke schrijver, die de kunst verstaat je
te laten lachen. En de lach is eerlijk en komt uit het hart. Zelden
heb ik een schrijver ontmoet, die gladder en losser schriift. Aan te
bevelen. De Tijd.
Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF te Amsterdam.
Van dezen schrijver verschenen nog:
MENEER FOCUS, Geïll. door Chris Kras Kz. - Ing. f 1.90 geb. f2.25
Meneer Focus als Globetrotter GeYII. d. Chris Kras Kz, Ing. f 1.90 geb. f 2.25
V8rtatin9 van ANNA VAN GOGH-KAULBACH. Derde goedkoope
druk Volksurtom. Prijs in twee gebonden deelen a 95 Cent.
_ Uitgave van HOLKEMA & WARENOORF - Amsterdam.
DOOK
F. M. DOSTOJEVSKY.
Attie Nieboer schreef
by den eersten druk in
,,Eigen Haard' over
dit boek o. a.:
Onder ieders bereik
vallen doet het zeker
niet, zoo'n werk van
circa vijf gulden; en
ik wou dat de uitge
vers al aan de goed
koope uitgave'1 toe
waren, a f l 50, zoo
als er al van dezen
schrijver verschenen.
Intusschen zoudt ge
dan vast een dezer
kunnen aanschaffen,
want als ge u on
deide intellectueelen"
rekent is het in elk
noodig althans n
boek van Dostojevsky
in bezit te hebben, wil
men een goede Bi
bliotheek" bezitten.
Temeer, waar het
allicht nog wel een
poos kan duren voor
we met de
Karamazows" zoo ver zijn,
want onder de po
pulaire" sch
nlDostojewsky helaas
yoorloopig nog wel niet te
zullen gaan behooren.
En toch, hoeveel
gegevens zijn ook
daarvoor niet bij
dezen schrijver te
vinden: Er is liefde,
hartstocht, misdaad,
dramatiek, afwisse
ling, spanning,... het
boeit, zooals men dat
noemt minstens
evenzeer als een ro
man van Eugéne Sue,
van Zola, van
Sherlock Holmes!
Dat er spoedig een
tweede (en dan als 't
kan goedkooper) druk
noodig zal zijn Ze
verdienen het, zooals ledei " een' goed-slagen verdient die den nii u.-i hen iets 'goeds wil gt-V'-n. IV
vertaling van Van Gogh?Kaulbach is in (7 algemeen goed, en dil is uuk ecu verdienste van een uitgever,
dat zulk een belangrijk werk niet in handen v;in loonvertalers of vertaalsters wordt gegeven.
:.
H'AftRLEM
BRAND
VAN
1846
VERZEKERT OOK
Levensverzekering- flmw* L *****
Maatschappij pil IU U C UI
Maatschappelijk Kapitaal EEN MILLIOEN GULDEN volteekend
Sluit Levensverzekeringen en Lijfrenten
on bijzonder gunstige
verzekeringsvoorwaarden tegen zeer BILLIJKE PREMIEM
Drukkerij SCHILT
Utrecht Amsterdam.
CATALOGI - TIJDSCHRIFTEN ENZ.
- ? tot in de fijnste uitvoering ? ?
Speciaal voor groote werken en voor groote oplagen
WABMOESSTRAAT.
Restaurant den gebeden dag :-:
-;- :-: -:- Dagelijks Concert
Zalen voor Vergaderingen.