De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 6 april pagina 2

6 april 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 6 April '18. No. 2128 DE GEEST VAN FRANKRIJK Teekening voor De Amsterdammer" van Jordaan ILS NE PASSERONT PAS!' gaan mesten als hij ze nog krijgen kan! Hij zal dan van dien waan genezen! Opheffing der maximumprijzen is hier hoogst noodzakelijk, wil niet ook de var kensfokkerij absoluut vernietigd worden! Met den naderenden zomer zou de varkens stapel zich uitbreiden mits de maximumprijs direct wordt opgeheven! Voor de eenheids worst" kan men ten slotte de paar procent varkensvleesch missen. De rundveestapel is in den herfst en winter door voederschaarschte in mageren toestand en door de groote vraag ontzettend geslonken. De naderende weidetijd kan iets herstellen, maar er wordt een vél grooter aantal ge slacht als ze mager zijn dan als ze vet zijn. Om kort te gaan, een diepgaande bespreking is onnoodlg en overigens in de geheele landbottwpers te vinden, het is uiterst noodza kelijk direct minstens drie vleeschlooze dagen per week in te voeren. De meeste menschen hebben die toch al en de meer-vermogenden knabbelen op onrustbarende wijze aan ons nationaal kapitaal! 2) Geen kaas meer weg voor kolen! Geen vet meer uit het land, geen crediet. Uit stekende voedingsmiddelen die ons volk voldoende kunnen voeden in den komenden lllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIMMIItllllllltllllllnlItllllllllll NEGENDE PRIJS van onzen Hovellen-Y/eüstrijd ONDER DE CARILLONS (Etn Amsterdamscfie vertelling) DOOR S. SCHMIDT-PRYES De Schrijfster. Als een wilde, golvende zee is het felbewogen l even i n de stra ten der stad. Nooit is daar stilstand, rus teloos voeren de golven mee wat zij eenmaal hebben opge nomen in hun greep; desteen wordt gladgeslepen en ge schuurd... maar soms wordt hij verbrijzeld te gen de rotsen, stukgeslagen in den maalstroom... Midden in het drukste rumoer der straten is een stille plaats, waar nochtans velen door den stroom worden heengevoerd. Het is een groot gebouw waar als in een brand punt, de schitterende stralen van kennis en beschaving uit het land samenvallen, en waar bij de eindelooze rijen boeken de intellectueel en de half-intellectueel en de schijn-intellectueel elkander ontmoeten in ernstig gezoek. De deuren zijn groen en smal en hoog. Ze openen zich wel langzaam en gaan on verbiddelijk achter je dicht... En Heintje had ze dikwijls gezien, die deuren en ze was er altijd onberedeneerd bang voor geweest... Zoo ernstig ziet dat er daar uit, zoo angstig degelijk en deftig en geleerd... Die daar komen moeten knap zijn...! En nu was ze er zoo waarlijk heen gedi rigeerd, naar diezelfde groene deuren en wat daar achter was, door den zoon van winter, behooren hier te blijven, en wat een vreemde natie ons gelieft af te persen op ons angstvallig vragen, hebben v/ij niet meer noodig. Geen vertooningen op het slappe koord, geen uiterst handige welsprekendheid over duizend-en-een-maatregeltjes. met duizend en-een foutjes, maar n krachtig geluid! Een koninklijk woord! Mijn volk moet besluiten op eigen beenen te staan. Ik vraag het offer aan onzen groot handel om gedurende n of twee jaar geen winsten te maken. Ik vraag aan onze industrie het offer eener tijdelijke onderwerping aan het absolute staatsgezag en ook kleinere winsten. Ik vraag aan onzen landbouw een doelbewuste opbouw der meest noodige productie en groote offers aan vrijheid en winst. Ik vraag aan het geheele volk het offer van een doelbewuste beperking in levensomstandigheden. Dat alles voor onze absolute zelfstandigheid en nationale eer!". De vraag moet niet luiden: Hoe krijgen we wat, zonder een pak slaag op te loopen ' maar Hoe zorgen wij voor ons zelf!''. Er leeft in breede kringen de absolute overtuiging dat het gaan zou. Het beetje dat wij nu krijgen, kost ons te iiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiMiiniii haar patroon, die een boek moest hebben, een geleerd boek. Nou, 't was toch fijn, dat ze uit mocht! Want al moet je de naarste boodschap doen, dat is toch nog prettiger, dan daar in dat warme, broeierige hok, vlak onder de dakpannen, den heelen dag te zitten pieken. En wér een mouw inzetten en een rok in mekaar naaien 'en voor de zooveelste maal 'n stel drukknoopen... Je wilt nog wel eens wat anders... Maar op straat was 't óók warm! En dat nog wel voor een voorjaarsdag. Heintje liep in haar winterkleeren, als zoovelen nog. Haar mantel was wat kaaltjes en de zakingangen en knoopsgaten, uitgesleten en groen, duldden geen bekijks. Haar zwart vilten hoedje zag wat goor en grijs bij 't lint, en de toppen van haar handschoenen werden 't liefst verborgen gehouden. Maar toch zag ze er, hoewel wat hoekig en mager en bleek, vroolijk en leutig en kwiek uit, zooals ze daar onbezorgd langs de straat flaneerde, elk winkelraam het hare, nauwe lijks uitwijkend voor fietsen; de trams en auto's en rijtuigen met voorname minachting bekijkend, als een troep snuivende druktemakers, die haar te min waren om voor op zij te gaan; soms achtertrippeld door een heerachtig wezen dat haar een teedersmachtend dag juffie" toefluisterde, welke vriendelijke groet onveranderlijk zijnjtegenhanger vond in een nijdig-toegevoegd: .idiote gek!" of een verachtelijk gemompeld: mesjogge is-t-ie!" Zóó was Heintje, de haren 'n beetje zwie rend uit haar matelotje; en terwijl het zon netje op haar bleeke, sproeterige ateliergezicht speelde, dacht ze dat het leven toch fijn was, en dat zoo'n wandeling eeuwig moest duren, en dat er geen nare boodschap achteraan moest komen. De groene deuren weken uit, zoo gemak kelijk als je 't nooit gedacht had, en Heintje zag voor 't eerst van haar leven wat daar achter was. Ge moet u deze spelonken, deze schatkameren der wetenschap niet al te profaan voorstellen : wie daar voor 't eerst binnen treedt, laat alle vrijmoedigheid varen. In hunne kerkachtige ruimten past een bedeesd gefluister, een bescheiden sluipen. Je moet daar opgegroeid zijn als een aardappel in een kelder, om je er lekker te voelen. Een half geleerd, half huiselijk uitziend man in een soort van glazen kooi liep Heintje voorbij: daar moest ze toch zeker niet wezen? Een tweede Cerberus, te midden van hoeden en jassen ging ze eveneens aarzelend, wei felend langs. Toen bevond ze zich voor een trap, waarop juist een donkere schim naar boven gleed; die besloot ze te volgen. Na eenige trappen en hoeken stond zij stil aan den ingang van een wereld van wezens, die N.V. PAERELS Meubileenng MIJ. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N veel en de handel is te gevaarlijk, Wij kunnen het zelf!". Dat is het antwoord dat het beste deel van ons volk zou eisenen van zijn vertegen woordiging op zóó 'n koninklijke Bood schap!". Een nijver volk met het zelfbewustzijn offers te brengen voor een groote zaak Den strijdenden volken is die wereldtaak reeds opgelegd, het Nederlandsche volk aanvaarde dien taak! Het is nu onze beurt voor offers bereid te zijn! En welke kleine offers nog vergeleken bij België... enz.! P. H. BURGERS 1) Volgens een ernstige taxatie vermeld in landbouwbladen, is b.v. in Brabant slechts 75 pCt. rogge uitgezaaid van de oppervlakte in 1917! 2) Middelerwijl is rantsoeneering van vleesch ingevoerd. De partieële Reorganisatie van het Post- en Telegraaf personeel Het reorganisatieontwerp-Lely, waarbij niet het geheele personeel, doch slechts een willekeurig deel daarvan, dat men den naam heeft gegeven van middelbaar perso neel van eten kantoordienst, aan eene reor ganisatie wordt onderworpen, zal ongetwij feld, al moge het voor de lagere rangen een succes in democratische richting heeter, de animositeit bestendigen en vermeerderen, welke reeds in zoo groote mate bestaat onder de hoogere rangen van het personeel: Commiezen-titulair en adj.-commiezen con tra Commiezen. 005TER5EEK MEUBlLEERttiQEN druk fluisterden en gesticuleerden, of heenen-weer liepen of schreven of lazen of staar den of wachtten, en waarin de schim aan stonds verdween. Wat nu ? Waar moest ze heer, ? ... Bleeke jonge mannen dwaalden daar, met interessant-geknipte baarden, en schrale en kale kantoorachtige jongelingen neusden er in dikke boeken, terwijl nette gebrilde juffers zware folianten torsten. Oude gebaarde studenten keken er met een gevoel van meer derheid rond, en jonge gladgeschoren pro fessors bewogen zich haastig door het zalenlabyrinth. En op al dit bescheiden en beschaafde gewoel zagen in kalme ver hevenheid twee wereldbollen neer, en leken met hun ronde dikke geleerde koppen, Heintje wel in een grijns toe te roepen: , Zeg, jij dom menschekind, wat doe je hierï" Aan 'n soort van toonbank, waar meer deren wachtten, ging ze ten slotte ook maar staan, 't Wachten duurde lang, want ze voelde zich, onder al die mannen, bekeken en ver legen. .. Eindelijk gaf ze haar briefje. Daar moet u binnen mee wezen!" zei de meneer achter de toonbank. Ja daar, daar!" riep hij ongeduldig, want't was gauw koffie tijd, en er stonden er nog meer. Heintje trad een zaal in vol schrijvende menschen, die echter op dat oogenblik die bezigheid staaktenom de nieuw-aangekomene te bekijken. Tallooze paren oogen en lorg netten werden op haar gericht. En je kon niet door den grond zinken. Dat boek vindt u daar aan dezen muur," zei de bibliothecaris. Neemt u dat trapje maar, dat daar staat!" Daar klom Heintje dan, onder al die oogen... haar knieën knikten, 't schemerde haar... Bom! klonk het, en daar lag een aantal boeken op den grond. Was ik er maar weer uit! dacht Heintje bevend... De vele oogen lachten, 't Is zoo'n prettige afwisseling als er op zoo'n studiemorgen eens iets ge beurt ! Maar de warme stem van een jongen man klonk bemoedigend naast haar: Ik zal u wel even helpen, juffrouw." En toen was ze in een ommezien geholpen, en de boeken stonden weer op hun plaats, en niemand keek meer en alles was ineens prettig. Toen keken ze elkander aan. Hé, die ken ik! dacht Hein. Hé, die ken ik! dacht de jonge man. Die heb ik weieens op vergaderingen gezien, dat is die Jaap Van Ammers, die zoo hard moet studeeren... Die heb ik weieens op een vergadering ontmoet, dat is die kleine Heintje... En ze lachten allebei tegelijk. Wacht u een oogenblik, dan loop ik 'n eindje met u meü, als u 't goed vindt," zei Jaap. De Dritte im Bunde" was niet ver. Een lang meisje stond op want de klokken bulten sloegen twaalf-, dat in bijna alle Het vermag niet de oorzaken van den belangenstrijd tusschen deze groepen weg te nemen, noch is het eene reorganisatie, die de partijen tot elkander brengt, hetgeen toch zoo noodig is voor een goed functionneeren van de post- en telegraafmachine. Het ontwerp, met zooveel spanning door genoemde categorieën tegemoet gezien, doet een verscherping vau den strijd verwachten. Het ondemocratische element in dit ont werp is, dat de democratische lijn niet ver genoeg wordt doorgetrokken. Aan eene billijke oplossing is, bij ontsten tenis van overgangsbepalingen voor de bestaande Commiezen-titulair en adj.-com miezen, ten eenen male te kort gedaan. De minister heeft in de veelheid van rangen bij het post- en telegraafbedrijf ver eenvoudiging willen brengen. Hij stelde n.l. officieel vast het bestaan van drie groepen: Hooger, middelbaar en lager personeel. Na de commiezen-titulair en de adj.-commiezen bij het middelbaar personeel te hebben in gedeeld, wordt de democratische lijn aan de laagste groepen voltrokken, ten koste echter van hen, die reeds aan de spits van het z.g. middelbaar personeel staan.?Tot de middelbare groep rekenen zich voor namelijk de categoriën kantoorbedienden en telegrafisten, welke ambtenaren, eerst sedert betrekkelijk korten tijd zonder of met geiing examen aangesteld, den z.g. middelbaren bond stichtten. Het onbillijke nu van dit ontwerp voor de Commiezen-titulair en de adj.commiezen is het bij het middelbaar personeel indeelen van een korps ambtenaren van plm. 7000 leden, waarvan In totaal n lid in den bond van middelbaar personeel is georganiseerd, en die krachtens afgelegde examens en pres'alies dan ook niet in de middelbare groep behooren. Deze categoriën, die slechts vergeleken kunnen worden met den naast hoogeren groep der Commiezen en daarmede in afgelegde examens weinig, in dienstprestaties nog minder verschillen, moeten het aanzien dat, waar alle rangen verbetering van perspectief en salaris hebben te boeken, zij worden genivelleerd met de van lager naar omhoog komende groepen, naar lager plan dus, en zouden zich deze moreele en materleele drukking moeten laten welgevallen. De categorie der Commiezen daarentegen, voor wie alle hoogere functies openstaan, zagen reeds hunne salarissen belangrijk verhoogen, zoodat reeds elke verhouding met de na hen komende groepen is verbroken. Waar voorheen bij het maximum dienst jaren een salarisverschil bestond van plm. J 500, overtreft thans een Commies met 4 dienstjaren en met een salaris van ? 2000, het inkomen van een Commies-titulair met 25 dienstjaren. Dit verschil wordt zeer zeker niet gewettigd. Men oordeele: Het verschil in ontwikkeling tusschen den Commies, die met het diploma 5 j c. thans zonder nader examen den dienst binnen komt, en den bestaanden Commies-titulair, die over het algemeen, in het bezit is van het diploma 3 j.c. (de bezitters van het di ploma 5 j.c. zijn thans in den Commiesrang overgegaan) en bovendien een zwaar ver gelijkend toelatings-examen had af te leggen, waarbij zij dus hadden te concurreeren met de bezitters van het 5 j.c. diploma, is niet zóó groot, dat een indeeling van de laatste bij de middelbare groep met gemis aan perspectief en drukking der salarieering is te rechtvaardigen. Niet alleen dat dit ontwerp een bevoor rechting schept door verbreeding der schei ding, en de democratische lijn niet tot zijn recht komt, maar ook is het in hooge mate nadeelig voor de schatkist, omdat het voor den duren rang van Commies eene afzon derlijke recruteering bepaalt, welke de dienst geenszins eischt. R. N. opzichten een tegenstelling met Heintje vormde. Bleek-lila overhemd, zwarte das, onberispelijke rok, aschblond glad haar, vriendelijke trekken bij flauwe oogep, en 'n leeftijd die er voor een jong meisje nog net médoor kon. U loopt toch ook nu-e, juffrouw Clingenbos?" vroeg Jaap vriendelijk. Zonlicht en straatrumoer; op de brug liep 't druk van scholieren, die naar huis gingen. Vreemd, dat ik hier nu zoo loop met die twee, dacht Heintje. Haar metgezel beviel haar wel. Schrandere bleeke kop, steil, zwart haar, levendige oogen... Dat zoo'n geleerde met haar wou loopen! Hij was maar broodbezorger, dat wist ze, maar hij studeerde boekhouden en Engelsch en stond als hél knap bekend. Ja, naar die vergaderingen ga ik altijd," zei Hein, in antwoord op een vraag. Dus dan zie ik u vanavond," zei Jaap vroolfjk. Jammer dat u niet kunt, juffrouw Clingenbos/t zal zoo hél interessant wezen!" ja... ja, ik... ik kan ióch wel..." zei de aangesprokene met een verlegen glimlachje, en toen nam ze afscheid op de gewone plaats van scheiding, en ze keek nog even naar de twee, die daar gingen temidden der volte... * * * Mia Clingenbos was een eerlijke, degelijke meid. Ze kon het niet helpen, dat ze in weelde geboren en getogen was, maar ze wist, dat ze haar schuld aan de maatschappij te voldoen had. Ze werkte hard en leidde een van die levens van plicht en getrouw heid in het kleine, die ons voor de angstige vraag stellen, waarom ze toch niet met wat meer geluk beloond worden. Dat zijn van die natuten, die het geluk schijnt te schu wen. ,. Ook hier had het streven om goed te zijn" geen bevrediging gebracht en een nieuw, een egoïstisch verlangen naar geluk, niets dan geluk, was bescheiden komen aankloppen... Die stille flinke jonge man, waar ze door een toeval mee had kennisgemaakt en met wien ze sedert geregeld opliep bij 't ver laten der leeszaal, had het zoete geluksverlangen bij haar gewekt... En ze omringde het met een aureool: zij zou als vrouw den moed toonen, in haar voornamen kring voor den man harer keuze uit te komen ze zou met iedereen breken desnoods, armoe lijden... Maar de argelooze Jaap wist van dit alles nog niets... Leest de Volksstem! De Dageraad! 'n Nieuwe brochure! De stemmen der colporteurs galmen luid door de hooge ruimte. En het stroomt door de tourniquets. Bekende gezichten ontmoeten elkaar. De vaandels gloeien in warme kleuren als 'n groet, aan het eind der zaal... En alles tesamen, de dingen en de menschen, het vormt weerde HOLLAND'S WARE VIJAND Nederland, vergroot uw akkers Zaai nu graan en suikerbiet, Ga gelaten honger lijden Voor een andermans verdriet. Laat ze kalm elkaar vermoorden Tot hun waanzin is gedaan, Zorg met ploegen en met eggen Voor uw heerlijk volksbestaan. Laat u niet lot oproer brengen Door een volks-geweldenaar, Buitenshuis hebt ge geen vijand Binnenshuis dreigt u gevaar. Let op al die vrijheids-jankers Stop ze snel het tuchthuis in, Steun de ware vaderlanders Schaar u rond uw Koningin. Katholieken, Protestanten Kweekt de eerbied voor God's Huis, Want uw allerf eiste -wapen Is uw krachten-gevend Kruis. Mocht de nood nog hooger stijgen Houdt dan zeer gestreng de wacht, Slaat ze neer, die volksmisleiders In uw tweedracht zit hun macht. Met het vleien van de armen Brengt men u tot haat en nijd, Hoedt u voor hun schrander praten Wantrouwt hun weldadigheid. Laat geen een van al die wroeters Naar uw Tweede Kamer gaan, Want ze willen u regeeren Om er centen uit te slaan. Luistert niet naar hunne leugens Spuwt op hun vervloekt geschrijf, Schudt die vaderland-bespotters Net als luizen van uw lijf. Socialen, Liberalen, Clericalen, werkt en bidt, Weert met uw intelligentie Heel die baantjes-jagers-klit. Nederlanders kent uw vijand, Hij bedreigt uw ideaal, Hij verkoopt u en verraadt u In uw eigen land en taal. J. H. S PEEN H o FF Openstelling van den rang van Commies voor den naast lageren rang van Commiestitulair is een eisch van democratie en oeconomisch beheer. Overgangsbepalin gen voor den bestaanden Commies-titulair zijn bovendien eischen van billijkheid en dienstbelang, noodzakelijk, terwijl de materieële en geestelijke behoeften van beide groepen nagenoeg gelijk zijn, ook ter be slechting van den strijd tusschen de Com miezen en de naast lagere groepen, die thans eene goede verhouding en dienstuitvoering onmogelijk maakt, zeer tot schade van den dienst. S. DEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECHT DAMES-HOEDEN en HOUTWERKEN heerlijke oude, geestvplle omgeving, waar een stadskind, hongerig van ziel, in gedijt als een mot in 't licht... Het is wonderlijk met hoe weinig middelen een arm meisje er nog aardig weet uit te zien. Het ciême-wollen blousje van Heintje zou Mia bij nadere beschouwing zeker op de vodden gegooid hebben, en toch... Jaap vond het prettig om naar haar te zien, nadat hij haar gevonden had, en nadat Mia hem had gevonden, en ze bij elkaar zaten. Welk een genot voor Heintje, maar de vurige sprekers te luisteren, toe te juichen of af te keuren wat ze zeiden, en alles in zich op te nemen, om er dan later met enkele ateliervriendinnen, de club", zooals ze genoemd werden, fel over te discussieeren. Dat was pas leven, en ze genoot met haar jonge krachtige ziel van die bewogen atmosfeer.. , l Zacht zongen de menschen, toen ze, saamgedrongen, de breede deuren uitgingen, in de heerlijke frissche avondlucht. Het was donker en de verlichte trams tinkelden en zoemden, en onze drie gingen samen, langs de vroolijke winkellichten, midden door de drukte der late wandelaars, en over de bruggen der stille, donkere grachten. Maar wie kan werkelijk weten, of het socialisme komt?" zei Heintje peinzend, het gesprek voortzettend. Wat ;s socialisme?" vroeg Mia. Het is zoo vaag, wat ze er onder verstaan, en zoo verschillend..." Ja", zei Jaap met zijn diepe, warme stem en een licht glansde uit zijn oogen. We weten niet wat er komen zal, maar we kunnen toch werken en ons best doen en als we onszelf maar mooier maken en flinker en ontwikkelder, dan moet dat toch wel goed zijn voor datgene wat komt..." Heintje zag op naar dat intelligente, be geesterde gezicht. Wat is dat mooi, dacht ze, en goed... Ik vind, als je maar je plicht doet," zei Mia. Ieder zijn sociale werk..." Plicht, dat is zoo koud, zoo dor..." zei Heintje. Er is mér dan plicht," zei Jaap. Er is liefde..." Toen was 't oogenblik van scheiden ge komen. Waar de huizen breed zijn, hooggestoept en rustig, hunne voornaam-grijze gevels weerspiegeld in de donkere gracht, waar de lage bogen der bruggen welven over 't water, waar langzaam vaart de zwaarbe laden schuit, daar woont Mia. De lieve, eenvoudige kamer, aan 't eind van de royale gang, is voor haar alleen. Ze opent het raam en ziet in den roerloosstillen, vochtzwarten tuin. Van deraampost lekken droppels. Het leven is te droevig zelfs om te weenen. -. een peilloos zwart... En nog in haar slaap blijft dat onbegrijpe

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl