De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 6 april pagina 6

6 april 1918 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 6 April '18. -No. 2128 Het Eiland Sint Eustatius in de 18e eeuw In de laagte rechts de magazijnen in 1781 door de Engelschen verwoest; de ruïnen zijn thans nog zichtbaar. Het huis rechts in de hoogte is vermoedelijk het landhuis van den Gouverneur. De^vlag waait op het fort Een Nederlandsch-Amerikaansch Saluut door W. D. H. BARON VAN ASBECK Oud-Gouverneur van Suriname. Amerikanen kun nen met eene zekere warmte aan Hollan ders vertellen dat het eerste saluut aan hun vlag gegeven werd door een Hollandsen kanon. Veel Hollan ders staan vreemd tegenover die mededeeling. Nog onlangs las ik ergens, waar sprake was van St. Eustatius, dat op dit De schrijver van dit artikel, eiland, Volgens de traditie, de vlag van de V. S. de eerste Internationale begroeting moet hebben ontvangen. De schrijver was blijkbaar onzeker. Het saluut echter is een feit; maar er zijn enkele bijzonderheden aan die begroeting vast, die er meer dan gewone beteekenis aan geven. In de ondervolgende historische schets komen die bijzonderheden voldoende aan het licht. Toen de bewoners der dertien Amerikaansche Staten den 4en Juli 1776 zich onafhankelijk verklaarden, zonder dat er toen sprake was van een i g zelfbestemmingsrecht, en die onafhankelijkheid erkend werd door Frankrijk, de Staten der provincie Friesland (26 Februari 1782) en de Algemeene Staten (19 April 1782) was reeds door een decreet van 22 December 1775 het aanzijn geschonken aan eene Amerikaansche zeemacht, bestaande uit 5 kleine schepen, waarvan een, de An drea Doria genaamd, een brik met 100 kop pen en eene bewapening van 14 vierponders en 14 lichtere draaibassen. Haar comman dant, Robinson, ontving den last naar St. Eustatius te gaan om daar geschut, kruit en andere oorlogsbehoeften te halen. ' De vlag, die van dit vaartuig woei, was wit-rood gestreept met 13 strepen, voor eiken staat een streep; later werd in die vlag het blauwe vierkant met sterren, voor eiken staat een ster, opgenomen. Er zijn Amerikanen die meenen dat ook de vlag der Vereenigde Nederlanden in de eerste jaren der Unie rood en wit gestreept was en met eenige voldoening duiden zij op de overeenkomst.Nu ziet men op oude schilderijen wel eens schepen zulk een vlag voerende, maar de Watergeuzen voerden reeds als natievlag de Oranje blanje bleu vlag en de rood en wit gestreepte is vermoedelijk alleen ge voerd als stedelijke vlag of als seinvlag. Het eiland St. Eustatius behoort tot de bovenwlndsche Antillen en is sedert het mid den der 17e eeuw Nederlandsch bezit. Een Amerikaansch professor, H. W. van Loon, spreekt in zijn werk the Fall of the Dutch Republic" over de haven van St. Eustatius; maar het eiland heeft geen haven, alleen een SIGNIFICA III Ieder weet thans wat in de chirurgie is gedaan door een consequente toepassing van het begrip reinheid". Er heeft een totale revolutie in de heelkundige praktijk plaats gegreepen sints men de ontzachlijke waarde leerde kennen van het gebruik van reine instrumenten in een dóór en dóór reine omgeeving. Men heeft den doodelijken arbeid van kleine leevende weezens ont dekt, en na hen aanvankelijk met zooge naamde anti-septica ie hebben bestreeden en vervolgd, heeft men bevonden dat het reeds voldoende was, hen op de strengste wijze buiten het operatie-veld te houden. Vandaar de linnen kleederen, de smettelooze instrumenten, de kraakzindelijke operatie kamers, het minuuten langihanden wasschen en nagels schuyeren. Zoodoende kan men nu ook zelfs op het slagveld chirurgische wonderen ver richten. En wat vroeger nog zeer hachelijke en meestal doodelijke operaties waren, met name de buik-operaties zijn nu vrij wel ongevaarlijke kunstgreepen geworden. Dit alles is symbolisch te begrijpen, eevten als het gansche begrip reinhdd". Vaor den materialist die alle dingen op hun kop zet zit de zaak zóó, dat de Godsdienst reinheid predikte om de menschen tot hygiëne te brengen. De joodsche reinheidsvoorschriften, de wasschingen der muzelmannen, dat alles zou enkel hygiëni sche beteekenis hebben, Maar de Wijze ziat, juist andersom, In de hygiënische reinheid een symbolische wijzing naar het reine leeven, de reine ge dachte, de zuivere leer, het reine voelen en denken. Wat nu in de stoffelijke waereld het reinheidsbeginsel heeft gedaan, de wonderen der anti-septiek en a-septiek, dat most in de waereld des Geestes de Significa doen. Het zuiveren van spraak en taal, en daar door redden en behouden wat anders verlooren zou gaan. En eevenats men in de chirurgie moet leeren a-septisch te handelen, zoo moet men in het ruim strand aan de lijzijde (het eiland ligt in den Noord-Oostpassaatwlnd), waar dus com municatie met den wal gemakkelijk te onder houden is. Op het strand vindt men thans nog de ruïnes van de toenmalige magazijnen en pakhuizen en bovenop het fort, dat hen beschermde. Het moet wel eerder daaraan te danken zijn dan aan de formatie en de localiteit dat dit eiland een middelpunt was van aanvoer uit Europa en uitvoer naar verschillende richtingen, ook naar de in opstand zijnde Engelsche koloniën op N. Amerika's Oostkust ter voorziening in de behoeften van Washington's leger. De be woners der Vereenlgde Provinciën waren sterk op de hand van de opstandelingen en deze werden in de goede verwach tingen, welke t.a.v. de Nederlanders gekoes terd werden, niet teleurgesteld. Ruime voorziening met oorlogsbehoeften en eene leening van 30 mlllioen, ter overwinning van tirannie door moed (tyrannis virtute repulsa luidt het opschrift aan eene zijde eener herinneringsmedalje in 1782 geslagen). Waren niet de Vereenigde Staten van de Geuniëerde Provinciën de vrije zuster (Libera Soror, het opschrift van de keerzijde dier medalje) ? Den 16den November 1776zellde de Andrea Doria de reede van St. Eustatius op en loste een saluut van 11 schoten, tegelijkertijd de zeilen strijkende. De commandant van het fort, Ravené, was in twijfel over de beant woording en, daarvoor de verantwoordelijk heid niet willende dragen, wandelde hij naar den Gouverneur, den heer de Graeff, om diens welnemen te vragen. Deze gaf order het saluut te beantwoorden met 2 schoten minder dan door de Doria gedaan werden. Of toen reeds eenig voorschrift bestond dat een saluut van een koopvaardijschip niet beantwoord wordt met het volle getal, zooals het saluut van een oorlogsschip, maar met 2 schoten minder, is schrijver dezes onbekend ; maar er blijkt in ieder geval uit de order dat de Gouverneur de Doria niet als vol beschouwde. De Gouverneur van St. Kitts, het Gibraltar van de Caraibische zee, een Brltsch eiland bezuiden en nabij St. Eustatius, was hevig verontwaardigd over dit contra-saluut, waarin hij niet bloot de beantwoording van een wellevendheid zag, maar de erkenning van de vlag van His British Majesty's rebel subjects", eene partijdigheid ten gunste van die rebellen en eene openlijke beleedigine van His Majesty's flag"; of het saluut met een gelijk aantal schoten beantwoord was of met een minder aantal, deed volgens hem niet tot de zaak toe of af. De gouverneur de Graeff liet er zich intusschen niet over uit of hij de bedoeling had gehad de vlag en daarmede de onaf hankelijkheid der V. S. te erkennen. Hq ontving de kapitein Robinson, toen deze hem een afschrift der onafhankelijkheidsverklaring van de V S. kwam aanbieden, zooals een wel levend gouverneur betaamt en na opmerkelijk AMSTERDAM ARNHEM 's-ÖRAYENHAÖE ROTTERDAM UTRECHT streeven naar wijsheid leeren Signifisch te denken en te spreeken. De zoogenaamde Metafysica is verouderd, en staat gelijk in de waereld des geestes met de chirurgie van voor vijftig jaar in de stoffelijke waereld. Het is een ruwe, slordige methode, die wel tot zeekere hoogte eenig resultaat gaf, maar waarvoor thans geen plaats meer is. Wie thans de taal gebruikt, hetzij tot middel van verstandhouding in praktische kwesties, of tot het meedeelen van ontroe ring in dichterlijke uiting, moet toonen dat hij tot taalkritische bezinning gekoomen is. Anders is zijn werken nuttelooze moeite, en ongeschikt tot het benaderen van het weezen der dingen. De Hegellaansche werkwijze, in ons land nog verteegenwoordigd door een krachtige persoonlijkheid, is als methode onbruikbaar geworden. Het verzamelen en ordenen van feiten blijft het werk der natuurweetenschap, en de mathesis, die uiteraard Signifisch moet zijn, heeft daarbij het laatste woord. Alle andere woordkunst moet dichterlij k-s'gnifisch zün, en werkt door intuïtieve ontroe ring. Van bewijs en logica is daarbij geen sprake meer, en voor Hegel Boltandsche wijsbegeerte is geen plaats. Zuivere Reede is zuivere onzin 1). Aiieen Significh kan de spraak zuiveren. Dichterlijke Waarheid is onreedelijk. Dat op dit oogenblik nog veelen door een Hegeliaansche taal-bouw worden be koord en voldaan, is een verschijnsel van kuddegeest en gemis aan zelfstandige be zinning. Men loopt nog altijd graag een sterke, heerschzuchtige persoon na, en laat zich leiden uit zwakte en gemakzucht. Maar tot de eenheid die de gansche mensch heid moet binden kan zulk een doen nooit voeren. Is de Leider daarbij bazig en on dichterlijk, dan weet hij de kudde te begoochelen door aplomb, door het in 't wilde opstapelen van woorden en termen, waarbij nu en dan wel eens een treffende uitdruk king een aardig beeld voor den dag komt, maar niets duurzaams wordt gebouwd, en ontzachlijke moeite wordt gedaan met schrale uitkomst, omdat alles uitgaat van j een persoon die toch nooit de Wet voor allen j kan voorschrijven, en wiens aanmatigend i jargon toch meer moet worden afgeleerd. \ De Hegellaansche methode kenmerkt zich ? dan ook door een lompe eigenwaan, een i ontbreeken van deemoed, die toch het bej ginsel van alle wijsheid is, en door een i i " ~ ' 1) Professor Maoury in Hegelen en : Cijferen." korten tijd vertrok de Dorin weder met ge schut, kruit en andere behoeften voor Washingten's leger; en St. Eustatius bleef ruim schoots in die behoeften voorzien tot de Engelsche admiraal Radney in 1781 maga zijnen en pakhuizen vernielde en de over gave van het eiland en de voorraden eischte. Het spreekt wel van zelf dat gouverneur de Graeff op aandrang van Engelsche zijde door de Staten-Generaal ter verantwoording werd geroepen, en opdracht ontving hij daarvoor over te komen. Hij schreef terug dat hij zich gaarne daarvan ontslagen zag omdat hij zoo leed aan zeeziekte, maar dit had weinig resultaat: de Algemeene Staten bleven er bij dat hij zou overkomen. Hij voldeed daaraan en scheepte zich in 1779 naar het vaderland in, gereed met zijne deductie. De stemming in de Nederlanden ten aanzien van de Zusterrepubliek maakte hem zijne verantwoording gemakkelijk en in alle eer keerde hij terug naar zijn post, van welken hij voartging de vrije zuster te steunen. De Amerikanen toonden hun dank baarheid door twee hunner kaperschepen Lady de Graeff en de Graeff te noemen. Voor Rodney, den Engelschen admiraal In de Amerikaansche wateren, waren St. Eu statius en zijn gouverneur bronnen van grenzenlooze ergernis. Na het uitbreken van onzen vierden Engelschen oorlog ontving hij order op de Hollandsche West-Indische eilanden in de eerste plaats den aanval te richten. Hij liet zich dit geen tweemaal zeggen. 3 Februari 1781 verscheen hij met 40 schepen, voor St' Eustatius, waar men nog onbekend was met den oorlogstoestand en slechts n schip van 36 stukken ter reede lag, en eischte de overgave binnen n uur tijds, aan welken eisch uit overmacht gevolg moest worden gegeven. De Graeff liet hij vrij uitgaan met zijn goederen en bedienden. De 40 millioen aan voorraden en de vele ter reede liggende Hollandsche en Amerikaansche schepen nam hij in beslag en de Hollandsche vlag op het fort liet hij waaien, waardoor nog vele uit zee komende schepen in den val liepen. Door vele Amerikanen worden historische banden als de boven behandelde sterk ge voeld. Er is een historische zin, althans in de oostelijke staten der Unie, die sterk af steekt tegen den dollar-cultus, waarvan Amerikanen zoo menigmaal beschuldigd worden. Aan dien historischen zin dankt Nederland de plaats welke vooraanstaande Amerikanen het onder de volkeren toeken nen of moeten wij zeggen toekenden ?" en die o.a. zeer treffend werd geteekend door Robert B. Roosjvelt *) aan een maaltijd van de Holland Society of New-York: De Nederlanders van den ouden tijd blonken hoog uit in wetenschap, kunst en uitvindingen. Zij vochten voor geloofsvrijheid en bukten niet voor tirannie. Zij onderwier pen de wereld aan zich op de zeeën en gaven hè', zeerecht aan de wereld. Zij over troffen alle volkeren in den handel en vol maakten het wetboek der internationale rechtswetenschap, zooals het thans nog al om toepassing vind... ...?In zich zelf stelden zij aan alle natiën der wereld het voorbeeld van vrijheid (liberty). Amerika is vrij, alleen doordat de Hollanders bij duizenden hun leven gaven en onzegbare martelingen en wreedheden ondergingen voor de zaak der vrijheid (freedom).., ... En wat zich van vrijheid heeft inge drongen in Duitschland en Oostenrijk en, als de teekenen des tijds niet bedriegen, op het punt staat in Rusland door te breken, danken wij aan de heldhaftige geestesklaarheid en het onafhankelijkheidsbesef van datzelfde volk." De spreker ontwerpt dan een beeld van hetgeen had kunnen zijn als de Vereenigde Provinciën en Nieuw-Nederland niet door de Engelschen waren gescheiden geworden; hij schetst onzen val in de 18e eeuw, de oorzaken daarvan en laat dan volgen: (fc/J *.) In 1888, lid van het Congres der V. S., benoemd tot Gezant bfj het Nederlandsche Hof. min of meer barbaarsch gemis aan fijne, dichterlijk-artistieke gevoeligheid. Signifische taalbezinning vindt men daar om niet bij de metafysici, die hun kracht vooral in het intellekt zoeken, en die steeds de woorden naloopen met andere woorden, en daarbij doen denken, zooals Tagore geestig opmerkt, aan visschers die eeuwig doende zijn met hun netten, zonder ooit tot visschen te koomen 2). De Dichters zijn het die taalkritisch voe len. Hun werk is woordkunst, evenals dat der groote Wiskundigen. Maar zij benaderen de Waarheid langs intuïtieven weg. De fictie der taalkundige logica laten zij in hun poëzie los, en de woorden gebruiken zij als de schilder de kleuren, niet om iets te bewQzen maar om een ontroering teweeg te brengen. De Dichter stelt een artistiek werk uit woorden samen, zooals een etser een beeld te voorschijn brengt door Huizende, schijnbaar luk-raak neergeschreeven lijntjes. Hij betoogt of bewijst niet, maar geeft een totaal-indruk die ongeveer overeenkomt met zijn bedoeling. Hij v/erpt zijn woorden en termen niet lomp en wild, als kinderen die een vlinder najagen met petten en tasschen. Elk lijntje dat hij zet, gehoorzaamt aan een intuïtieve wijzing, en volgt het beeld van 't schoone geheel dat den dichter gestadig bij blijft. Zoodoende bewerkt hij, zonder zelf juist te weeten hoe, dat een geheel ontstaat, waar anderen door getroffen wor den, naar den Dichters wensch. Eigenlijk doet ook de metafysicus, de Hegelaar een gelijksoortig werk. Zijn proza bewerkt een totaal-indruk, eeven als bij den Dichter. Maar hij neemt den schijn aan van dwingende logiek, van Zuivere Reede, en dat is boerenbedrog. En terwijl hij op den Dichter verachtelijk neerziet a!s op een droomer en fantast, leevert hij zelf, zooals ik reeds meermalen deed opmerken, niet anders als slechte, minderwaardige poëzie. Daarbij komt nog een andere oorzaak van misleiding en verwarring, eigen aan de taal enalleen te vermijden doorsignifischonder zoek. Daarop is door Lady Welbyireeds met den grootsten nadruk geweezen. Het is de onjuiste beeldspraak, die wij in onze taal zonder erg gebruiken, en die ons voortduurend op dwaalweegen voert. Men bedenkt niet hoe nagenoeg elk woord, vooral in wijsgeerige en zielkundige be schouwingen, beeldspraak is of beeldspraak bevat. Overal schuilt zinnebeeld, symbool, metafoor of trope. Hetwoord,,/INNEBF.EI.n" is zelf wederom zinnebeeldig. 2) R. Tagore, Sadhana. DE STAATSHOOFDEN IN HET BLOEDBAD Teekenlng voor De Amsterdammer" van George van Raemdonck ... Een verjongde werkdrift trilt in het volk; ondernemingswi! herleeft en verdringt slapzieligheid; Hollandsche schepen worden weder gebouwd en de rook hunner schoorsteenen brengt duisternis over de zeeën; Hollandsche handel reikt weer tot de einden der aarde. Wij Amerikanen van Holjandschen stsm juichen daarover; wij zijn blijde en verheugd dat wij een krachtige broederlijke hand kunnen uitsteken over den oceaan heen om door een even krachtige gegrepen te worden op den bodem, die ons voorgeslacht droeg..." Stijging Geluksverlangen drijft den mensch naar al verheev'ner sferen; zijn zoekend hart en kent geen grens, oneindig is zijn diepste wensch, naar God is zijn begeeren. Eerst heeft hij kinderlijk gedacht: genot is 't doel van 't leven, maar 't heeft hem geen geluk gebracht, hoe hij ook naar dat doeleind trachtt', dus ging hij hooger streven. Als wij spreeken van ^object" en sub/eet" zoo is dat niet anders dan zinnebeeldig. De woorden duiden aan iets dat booven ligt" of onder ligt". Spieeken we van een stand punt" waaraan wij vasthouden", van een verband" dat we zoeken", van een grond slag" waarop wij onze oovertuiging" ves tigen", van een vasten boodem" waarop we staan", van een waarheid" die we vooropstellen" dat zijn dat allen min of meer beeldsprakiee woorden, met beelden ontleend aan mechanische waarneemingen. Er is nagenoeg geen enkel woord zonder zulk een beeldsprakig element. O^k de woorden: opvatting", bescherming'" enz. En dan bedienen wij ons in die beeld spraak nog wel van geheel verouderde waar neemingen, inzichten of begrippen. Als een zeer algemeen en grof voorbeeld noem ik de uitdrukkingen een lans breeken'' of pijlen op onzen boog" hebben. Wie onzer heeft nog lanzen zien breeken? of schiet met pijlen? Veel erger en misleidender nog is het gebruiken van beelden, die ontleend zijn aan een geheel verouderde natuurbeschou wing. Als wij spreeken oover een vasten boodem', een grondslag", een standpunt", dan is daarbij gedacht aan een onbeweegelijke aarde, die vast staat ais centrum van de schepping. Dus aan een Prae-Kopernikaansche cosmologie. Wij weeten thans dat de aarde is een zweevende bol, n uit on eindig veel zweevende hemel-lichamen. Wij weeten dus dat het Heelal geen midden heeft en geen vaste grondslagen. Alles zweeft, niets staat stil, er zijn geen s/andpur;ten". Niettemin blijven wij nog steeds spreeken in die oude, obsoleete beeldspraak. Nu zal men alligt zeggen dat dit er niet op aan komt, omdat wij weeten dat het maar schijn en beeldspraak is. Maar dit is een schroomelijke vergissing. Als wij denken, gebruiken wij die valsch-sytnbolische woor den als denkmateriaal, en hun valsche sym boliek leid ons steeds op dwaalweegen. Dit wordt de oorzaak van de grootste verwar ring in denken en zeggen niet alleen, maar ook in doen en laten. Da materialistische waan ontstaat hoofdzakelijk door die ver ouderde beeldspraak. Bij het zoogenaamde logische denken, zonder taal-bezinning, neemt men geheel ongeoorloofde Iog;sche consequenties aan, als van zelf spreekend, i Bijvoorbeeld dat er standpunten" zijn, die waarachtiger zijn dan zweefpunten" en dat zulke standpunten bastaan buiten" den mensch. Wij zoeken dan een vastheid, waar er geene is, en brengen die fout oover in al onze gedachten en discussies. Zijn aandacht heeft hij toen gericht op 't eigen binnenst wezen; zijn oogen, voor de wereld dicht, aanschouwden daar het stille licht uit diepste zelf gerezen. Maar nog was dit geluk een schijn die wijken moest voor 't weten: in dit hart mag geen vrede zijn, waar nog de Menschheid ligt in pijn en smart vaneengereten. Zoo voelt hij dat de mensch een deel is van het groote Wezen dat Menschheid heet, en dat hij veel moet willen lijden voor 't geheel, ja zelfs den dood niet vreezen. Maar als hij dan nog dieper schouwt en steeds zijn ziel blijft vragen: wat is het doel waarop gij bouwt, de kracht die gij zoo vast betrouwt, dat ze alles u doet dragen?.... Dan komt hij tot erkentenis van 't einddoel zijns begeeren, en vindt het diep geheimenis hoe 't a! uit God geboren is, tot God zal wederkeeren. Dan weet hij, schoon zijn zwak verstand hem hier wel moet begeven, klein schepsel, zich aan God verwant en zal hij aan zijns Vaders hand blijmoedig verder leven. H. G i L T A v illllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIlmlmlHI De Dichter, taai-kritisch bezonnen, weet dat de eenige vastheid die wij hebben in onszelven ligt, en ook dat dit woord in onszelven" symbolisch is. Niet minder gevaarlijk en verwarrend is het gebruik van de woorden: In" binnen" en uit" buiten". In filosofie en psychologie wordt steeds gesproken van tnzicnf in trospectie", van innerlijk" leeven, van een bu tenwaereld" en zoo voort. Maar dit is niet alleen symboliek, maar ook valsche misleidende symboliek, die onbestaanbare dingen als bekend en na tuurlijk aanneemt. Er is geen binnen" of buiten". Alleen in de mechanische praktijk zijn die woorden goed bruikbaar. In absoluuten zin is er eevenmin binnen of buiten als booven" of onder". Wij hebben geen oogen die naar binnen kunnen zien, er is geen inzicht" moogelijk of zelfs denkbaar. En men vergeet dat het spreeken van inzicht" stilzwijgend vooronderstelt het bestaan van een gezichtspunt van waar uit men kijken kan. Dit nu is bij inzicht" ge heel absurd en onmoogelijk. En toch rede neeren wij maar dóór, met al die absurdi teiten als blokken aan ons been, hen meesleepend door de uitvoerigste systeemen en theorieën. De groote Wijzen der menschheid kenden deeze valstrikken der taal. Boeddha zeide: ik leer niet dat dewaereld eeuwig is, ik leer ook niet dat de waereld niet-eeuwig is." Hier nadert hij tot de uitspraak der aller nieuwste wiskunde, dat de woorden eindig" en oneindig" geen teegenstelling vormen 1). Ook zegt Boeddha: Als het vuur is uit gegaan dan heeft het geen zin te vragen: Waarheen is het vuur gegaan?" Terwijl Jezus, vooral in het vierde Evamgelie, met den groofsf en nadruk zijn gelijke nissen en zinnebeelden handhaaft in gees telijken zin, tecgenover de materialistische opvatting der joden en discipelen. FREDERIK VAN EEDEN Ij Ook opgemerkt door Tagore in Sadhana. NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenburg DAGELIJKSCHËMOTORDiENST UÏRECHÏLEIDEN OEN HMG DELFT Vlgutgnsehewsg. Utreditscheveer26. Fynjékadt6. Houttuinini VICE-VERSA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl