Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13 April '18. No. 2129
HETMASKER
Teekening voor De Amsterdammer" van Jordaan
DE NOOD SLUIPT BINNEN
llllllltllllllllllllllllllUUMIII
Ia de derde plaats wil ik noemen de vrees
voor de
bnitenlamlsche syndicaten,
welke door dumping en andere gebruikelijke
practijken de commercieele
levensvatbaaiheld zullen bedreigen. Dit gevaar bestaat
doch is dit een bezwaar waarvoor uit den
weg dient te worden gegaan of hetwelk
moet en kan worden overwonnen? Het
laatste zou ik willen bepleiten. Niet al te
groote overdreven angst voor de macht van
buitenlandsche syndicaten dient te worden
gekoesterd. De geschiedenis leert en de
bewijzen zijn in talrijke voorbeelden voor
handen, dat ook zelfstandige ondernemingen,
buiten machtige syndicaten staande waar
tegen iij in vrije concurrentie veelal hebben
te kampen, zich met succes weten te hand
haven. Zoo gaat het met b.v. vele der
Duitsche IJ zet fabrikanten welke niet bij het
DiUseldorfer Stahi werkverband zijn aange
sloten, zoo gaat het ook met vele van onze
Hollandsche grootindustrieelen, welke zelfs
d kwflls zich de gelegenheden, door het
bestaan van buitenlandsche syndicaten ge
boden, handig ten nutte hebben weten te
maken door hun op eigen terrein concur
rentie aan te doen.
In welke mate in de ijzerindustrie de
Duitsche syndicaten zijn te vreezen leert
ons de ontwikkeling van de Belgische ijzer
ondernemingen.
Deze industrie nl. vrijwel geheel losstaande
van het Düsseldorfer Stahlwerkverband (ge
heel vrij, uitgezonderd balk- en kanaalijzer)
voerde ongeveer 80 pCt. van haar productie
uit, hetgeen dus op de vrije markt in open
concurrentie met de Duitsche industrie
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiniiiiiiMiiiHiiim
TIENDE PRIJS
van onzen Novellen-Wedstrijd
DE PINHELM
DOOK
P SCHENKKAN
De schrijver
Pang...
Het was een
schot als honderd,
duizend andere,
die dien dag in
Europa overal
weerklonken, een
bescheiden stem
metje in het afgrij
selijke koor, maar
voor Frank Lindley
had het een bij
zonderen klank,
die nadreunde in
zijn ooren, zijn
hoofd, zijn hart. Want op hetzelfde moment,
dat zijne hersens het besluit: Nu" aanzijn
rechterwijsvinger zonden, besluit uitgevoerd
onbewust en voor hij eigenlijk wist wat
dat beduidde, op datzelfde oogenblik spreidde
de grijze figuur een honderd meters van
hem af de handen uit, liet zijn wapen vallen
het gekletter herinnerde Frank aan den hagel
bui dien hij als jongen op hun broeikas had
hoeren roffelen en hij had hetzelde schuld
gevoel als toen, tuimelde van de borstwering
en bleef beweegloos liggen. Terwijl Frank
nog keek, beduusd, viel een schot van de
moest worden aangeboden en verkocht.
Niettegenstaande dit en het feit, dat de
omstandigheden niet gunstig waren, immers
vielen belangrijke transportkosten op het
uit Spanje aangevoerde ijzererts, terwijl
ook de brandstof bij gebrek aan voldoende
cokeskolen van elders werd betrokken, is
de Belgische staal- en ijzerindustrie steeds
in beteekenis toegenomen.
Ten slotte zij nog even stilgestaan bij het
dikwijlsgeuitte gevaar voor het behoud van het
nationaal karakter.
Zeker is zonder het nemen van extra
voorzorgen het gevaar niet denkbeeldig, dat
indien het opgerichte nationale staalwerk
een succes is gebleken, ons land de vruchten
niet zal plukken doordat het machtige buiten
landsche syndicaat spoedig overwegenden
invloed zal trachten te verkrijgen en dwang
maatregelen van allerlei aard en beteekenis
zal invoeren. Hiertegen kan echter geen
beter wapen worden gegeven dan dat de
Staat zelf door rechtstreeksche deelneming
in het kapitaal zich onder de medeoprichters
schaart en daardoor het nationaal karakter
voor goed verzekert.
Ik wil eindigen met de hoop uit te spreken,
dat de a. s. beslissing in de Staten-Generaal
dit tot waarheid zal maken.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiimniiiiimii
overzijde en tegelijk sloeg de kogel kletsend
naast hem in. In de reflexbeweging van zich
dekken zag hij met een wee gevoel in 't
hart den gevallene zich oprichten, en meteen
weer voorover neervallen, waarbij zijn helm
eenige meters wegrolde naar Frank toe.
Het was een schot als honderd, duizend,
millioenen andere, maar... het was Franks
eerste treffer. Hij had zijn man" gedood.
Het was een reden tot blijdschap en tot trots,
dat wist hij en hij wilde zich zelven tot
deze gevoelens opwekken, maar alles in
hem verzette zich daartegen. Hij voelde zich
wee en misselijk, zijn hart klopte nu snel,
dan onvoelbaar, koud zweet brak hem uit,
alles draaide voor zijn oogen. Hij wischte
er met ayn mouw over, hij voelde, voelde
dat hij krijtwit in het gezicht werd.
Bravo, well done, hij heeft zijn
portie" schreeuwden zijn makkers.
.Nou Frank, die houdt ons niet meer voor
den mal" zei sergeant Brimstone en schudde
Frank de hand. Poor Johnie is gewroken l"
Ook de anderen verdrongen zich om hem,
wilde hem allen gelukwenschen. Frank
beheerschte zich met geweld, sprak, lachte,
vertelde hoe hij geloerd had meer dan een
uur en hem niet onder schot had kunnen
krijgen. Driemaal was de Clown"?zoo had
den zij hem gedoopt, omdat hij de gewoonte
had plotseling uit zijn loopgraaf te springen,
een paar beleedigende gebaren of woorden
naar de Tommys te zendenen met een salto
mortale weer te verdwijnen, terwijl de kogels
om hem heen floten driemaal had de
Clown in dat uur zijn uitdagend kunststuk
herhaald, maar de vierde maal, juist wilde
Frank zijn geweer afzetten, was hij in zijn
schootsveld gekomen.
Hij kwam nog even weer overeind, zeg"
riep een lange Schot, maar kunstjes kon
hij niet meer maken. Zijn helm vloog wel
vier yards ver".
Ja, ik heb het net nog gezien; zei Frank
lachend.
Weer kwam hetzelde gevoel van
mlsseDe schrijver van dit artikel
N.V. PAERELS
Meubileering MIJ.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
Rokin 128 Telef. 4541 N
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiuiiiiiininiMiiiiiiii iiMiiiiHiiiiiimiiiimi
De Gemeentefinantiën van
Amsterdam.
door Mr. S DE VRIES CZN.,
Wethouder van Finantiën te Amsterdam
Wieuitdebeursnoteeringen con
clusie zou willen
trekken omtrent
de solidlteit der
finantiën van het
Rijk en van de
verschillende Ge
meenten, zou al
licht meenen, dat
het Rijk er zeer
slecht voorstaat,
dat dan in ongun
stige conditie vol
gen de groote Ge
meenten en dat het
meest solide zijn
de kleine Gemeen
ten en de Provin
ciën. Aangenomen voor een oogenblik, dat er
voor deze cor.clasie eenige grond is,moettoch
direct worden opgemerkt, dat er niet het
minste gevaar is, dat, hetzij het Rijk, hetzij
de groote Gemeenten, niet prompt op tijd
hunne obligatiën zouden aflossen, of hunne
coupons zouden betalen. Daar heeft tot r u
toe nooit n cent aan ontbroken en ook in
de toekomst is dat zeker niet licht te ver
wachten. Dat de noteeringen, speciaal van
de obligatiën der groote Gemeenten lager
zijn dan die der kleinere Gemeenten, moet
zeker veel eerder worden toegeschreven aan
het veel grootere aanbod, dat geregeld voor
komt van de obligatiën dier groote Gemeen
ten. Van de kleinere Gemeenten komt zoo
nu en dan maar een enkel stukje aan de
markt en daarvoor is dan een speciale lief
hebber, die bereid is daarvoor meer te be
talen; eeuige redelijke grond is er echter
niet voor aan te gevenr
Al bluft het waar, dat speciaal de groote
gemeenten door den oorlog het zwaarst
gedupeerd zijn. Een enkele gemeente, zooals
b.v. Den Haag met zijn vele renteniers, moge
daarvan uitgezonderd zijn, maar speciaal
Rotterdam en Amsterdam, hebben van den
oorlog zwaar te lijden gehad.
Dat Amsterdam tot nu toe het nog zonder
belastingverhooging heeft gered, is zeker
een bewijs voor den in het algemeen wel
gezonden toestand der financiën, maar, nie
mand kan het tegenspreken, het begint
thans te nijpen Heel veel zal het zelf wel
niet meer kunnen doen en trots de smalende
opmerking van sommige zijden: dat men
blijkbaar r.iet veel anders weet te doen dan
naa r Den Haag te kijken ", zit er toch inderdaad
n'ets anders op, dan dit te doen, omdat Den
Haag, dat is de wet, de gemeenten aan
handen en voeten gebonden heeft bij het
beramen van middelen om den financiëelen
toestand te verbeteren.
De retributiën, die de verschillende
Gemeentediensten vragen voor door hen
aan de burgerij bewezen diensten, mogen
de kosten niet overtreffen. Eenige winst
kan daarop niet worden gemaakt.
Speciaal die groote bedrijven, die ook
aan den arbeidenden stand de noodige
artikelen moeten leveren, kunnen moeilijk
meer dan den kostprijs dier artikelen vragen.
De groote winsten, die zij vroeger af wierpen,
hebben of opgehouden, f zijn zelfs omge
slagen in verlies.
Er blijft dus niet veel anders over om
het tekort te dekken dan de opbrengst
der verschillende belastingen. En het aantal
dier belastingen is zeer beperkt! De wet
geeft het recht, om opcenten te heffen op
de grondbelasting, doch Amsterdam heft
reeds het maximum, dat de wet toestaat.
De wet geeft het recht om opcenten te
heffen op de Personeele Belasting; Amster
dam heeft van dat recht reeds een ruim
gebruik gemaakt en gaat reeds tot 141 op
centen! Het gaat toch niet aan, uit deze
bronnen nog meer te willen putten.
Het vergunningsrecht wordt reeds geheven
tot het maximum, dat de wet toestaat.
De Hondenbelasting brengt niet meer op,
wanneer per hond meer wordt geheven, doch
daalt doordien het aantal honden sterk ver
mindert, wat trouwens ook de bedoeling van
de Hondenbelasting is.
Er blijft dus niet veel meer over, dan het
oog te richten op de belasting op de openbare
vermakelijkheden en op dei groote sluitpost:
de Inkomstenbelasting. Stellig kan uit de
openbare vermakelijkheden, die in dezen
treurigen tijd toch blijkbaar nog goede zaken
maken, iets meer gehaald worden; stellig
kunnen er eenige tonnen meer uit gehaald
worden; doch tegenover de groote behoefte,
die Amsterdam heeft, beteekent dit niet veel
meer dan een druppel aan den emmer.
Strikt genomen, blijft er dus niet veel
anders over dan de Inkomstenbelasting, die
gelukkig tot op dit oogenblik niet hooger
is geheven dan tot 5?4. Doch wijl deze
belasting over alle inkomens een gelijk
percentage heft, drukt zij op de lagere krin
gen zeer zwaar, terwijl een progressieve
heffing, die de lagere inkomens eenige ver
lichting van druk geeft, óf te weinig hulp
zou brengen in den nood, of wel voor de
hoogere inkomens tot een zóó hoog per
centage zou moeten klimmen, dat er een
zware concurrentie zou ontstaan met de
Oorlogswinstbelasiing.
Wie meent, dat in dezen tijd, nu alles
roept om meerdere uitgaven, nu de prijzen
van alle producten stijgen en nu allen, die
in dienst zijn volkomen terecht vragen
om hooger loon, hulp gevonden kan worden
door bezuiniging, geeft slechts blijk van een
zeer beperkten blik en kan slechts dergelijke
opinie uiten, zoolang hij niet de verantwoor
delijkheid in de eerste plaats draagt.
Er blijft inderdaad niet anders over, dan
dat het Rijk n rechtstreeks helpt ca aan
de Gjmeente het recht geeft om meer be
lastingen te heffen. Reeds jaren is dit onder
werp aan de orde en steeds zijn de zaken
maar gebleven, gelijk ze waren. Maar de
nood is thans zóó hoog geklommen, dat het
niet aan te nemen is, dat Regeering en Volks
vertegenwoordiging nog langer de verant
woordelijkheid zouden durven dragen van
verdere nalatigheid. Eenig lichtpunt oet
zich dan ook reeds op: Het recht voor de
Gemeente om opcenten te heffen op de
dividend- en tantiëme-belastirg, is reeds
voor :1/i toegekend! De schriftelijke behan
deling lusschen Regeering en Tweede Kamer
is afgeloopen en de President der Tweede
Kamer heeft gezegd, dat dit voorstel naar
zijn meening in deze periode alsnog in be
handeling behoort te komen. Dat is ten
minste alvast iets, maar het is niet genoeg.
Een ontwerp tot verdeeling vaneen deelvan
de opbrengst der Oorloeswinstbelastingonder
verschillende Gemeenten, heeft juist dezer
dagen de Tweede Kamer bereikt. Dit is
ook iets. Met recht mag worden verwacht,
dat dit ontwerp in deze periode nog
wet zal worden en dat de noodlijdende
Gemeenten een deel van hun crisis-tekort
daarmede zullen kunnen dekken. Doch wie
meent, dan wij er dan zijn, vergist zich. Er
zal meer moeten gebeuren en dat meerdere
zal spoedig moeten gebeuren. Dat zal ook
nog in deze zittings-periode van de
StatenGeneraal moeten gebeuren; anders zitten
verschillende Gemeenten met onoplosbare
raadselen, wanneer zij de begrooting voor
OELOF ftlTROE
Kalverstraat 1
= Opgericht 1850 =
TELEFOON 658 N
Paarlen, Brillanten
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
Irjkheid bij hem op. Zich een air van zorge
loosheid gevend, richtte hij zich op als om
over de verschansing naar zijn offer te zien.
Maar hoewel hij juist dit wilde vermijden,
viel zijn oog dadelijk op die grijze figuur.
Die lag er nog net zoo, half op zij, de armen
vreemd gekruist, en iets verder tegen een
aardkluit de helm. Een schot rakelings langs
hem gaande, doordat hij een toevallige be
weging maakte, bewees dat de Scherp
schutter" iDerde.
De Scherpschutter verstond de kunst, gaf
zich nooit bloot, schoot nooit anders dan
met behulp van den periskoop, maar hij had
n fout: hij was ijdel. Als na zijn zelden
vér missend schot de kreet van een gevallen
Engelschman weerklonk, kwam even een
ondeelbaar moment zijn ruige wolvenkop
boven de verschansing uit om dadelijk weer
onder te duiken. Deze fout moest vroeg of
laat zijn verderf worden, doch daar hij
voortdurend van standplaats verwisselde
was de kans hem te treffen toch hf el gering.
Men wist nooit vanwaar zijn schot zou
vallen, vanwaar die ruige wolvenkop zege
vierend zou opduiken om bliksemsnel weer
te verdwijnen. Hij was het, die Johnie ge
dood had, een jonge, altijd lachende,
zorgelooze vrijwilliger, die een beetje het troetel
kind van de groep was geweest.
Nadat Johnie een Feldwebel aan den over
kant had aangeschoten, had de scherpschutter
hem in 't oog gehouden, tweemaal op een
dag gemist en nadat een driedaagsch uit
blijven van de gevaarlijke opmerkzaamheid
Johnie zijn oude zorgeloosheid hergeven
had, hem 's morgens heel in de vroegte met
een schot door 't hoofd gedood,
Je mag nu wel wat opletten, Lindley, 't
is of die duivel ruikt uit wiens geweer de
kogel kwam. Denk aan poor Johnie", zei
een der kameraden.
Willen wij van plaats ruilen?1' vroeg de
Scotchman naief.
Ben je niet wijs", riep Frank lachend,
dan krijg jij mijn kogel. Neen, neen, ik zal
hem eerlijk zijn kans geven. Fairplay. Maar
dien helm moet ik hebben. Vannacht haal
ik hem."
Waarachtig niet", viel de sergant hem
in de rede, je komt er niet uit, hoor. Ik
heb niets geen lust een zeef van je te laten
maken om dien ellendigen pinhelm.
Ja maar" viel Frank in de rede.
Wat ja maar", viel Brimstone nijdig uit.
Je hebt net zelf zoo'n prachtig voorbeeld
gesteld met dien Clown. Daar ligt hij nu
met zijn kunsten, vannacht vreten hem de
ratten."
Een koude rilling voer over Franks rug
de ratten. God in den hemel de ratten.
Hij had eens een lijk gezien, door de ratten
aangevreten de loopgraafratten. De groote
grijze loopgraafratien die nauwlijks opzij
gingen van hun prooi hem aanstaarden met
in 't halfdonker fonkelende oogjes en toen
hij dichterbij kwam, ritselend, schuifelend
verdwenen. Hij zei niets meer, draaide zich
om naar zijn geweer, ging het schoonmaken
om zich een houding te geven. Een groote
rat schoot langs hem, hij schrok geweldig,
het koude zweet brak hem uit, met moeite
bedwong hij een angstkreet. Maar dat was
onmanlrjk, hij was soldaat, ze zouden hem
uitlachen.
Soldaat was hij, een man had hij gedood,
een man, waarvoor nu zelfs de ratten niet
meer bang waren, dien zij neen, neen,
om Godswil, dat niet het was toch een
mensen geweest, een mensen dien kon
je toch niet door de ratten laten opvreten.
Misschien leefde hij nog wel, was bewuste
loos slechts. Vannacht zouden zijn kameraads
hem halen. Bij stilzwrjgenden afspraak schoot
men niet in zoo'n geval men liet den
doode weghalen, gunde hem het
soldafengraf.
Mary wat zou ze zeggen als ze het
hoorde. Ze had hem dapper laten wegtrekken,
geen poging gedaan hem terug te houden.
Ze wist dat hij dooden zou, zelf gedood
worden misschien. Zou zij trotsch zijn op
OP LEVEN EN DOOD
Wilhelmina van Oranje,
Eisen, regeer als Koningin
En verdeel het laatste voedsel
Voor Uw arme Volksgezin.
Breek desnoods de hoogste wetten
Leg Uw wil op en beveel,
Zet de voorraadschuren open
En geef iedereen zijn deel.
Hier l! het opgepotte eten
Dat de rijke achterhoudt,
Hier l! het koren van den werkman
Dat de werkman heeft verbouwd.
Wat betaald is, is genomen
Van het deel dat elk behoort,
Wie nu meer wil dan een ander
Draagt de schuld van roof en moord!
Open!l al die volle kelders
Voor de hongersnood begint
Niets is erger dan een moeder
Die gaat vechten voor haar kind.
Neen l we zijn geen Volk van schurken
Allen zijn we nu gelijk,
Holland n en voor elkander
Samen lijden, arm en rijk.
Majesteit, aanvaard de Rechten
Van Uw Scepter en Uw Kroon,
Gij alleen kunt ons nog reefden
Op Uw Koninklijke Troon.
Spaar ons Land voor Burgertwisten
Dwing ze met Uw Hoogen Wil.
Luister, in de muffe stegen
Raast de rauwe hongergil.
Niemand kan ons nu nog helpen
Vrienden hebben we niet meer,
Afajesteit, verdeel het voedsel
Koningin, beveel, regeer/
J. H. SPEENHOFF
DEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECHT
MES-HGEBEH en BOHWillEi!
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiinttmtiii
1919 moeten opmaken.
Er zijn in den laatsten tijd zooveel nood
wetten aangenomen; waarom zou ook nog
niet een noodwet kunnen worden aange
nomen, waarbij aan de gemeenten vrijheid
werd gegeven, de belastingen te heffen, die
zij meenen thans noodig te hebben; of
waarom, indien men deze vrijheid te groot
zou vinden, zou dan minstens niet aan die
gemeenten het recht kunnen worden gegeven
om die belastingen te heffen, die in de reeds
aanhangige wetsontwerpen tot verruiming van
het belastinggebied zijn genoemd? Men zou
dan tegelijkertijd al vast praktijk kunnen maken
en zien, hoe de verschillende belastingen
werken. En al te groote vrees voor buiten
sporigheid der gemeenten op dit gebied
behoeft toch niet te bestaan, daar iedere
belasting-verantwoording immers toch weer
onderworpen is aan de goedkeuring van de
Kroon, wat een volkomen voldoend correc
tief tegen overmatige belastingheffing der
gemeente zou opleveren.
Welk Kamerlid bindt in dezen de zaak
eens aan ? Hij zal zich vóór het scheiden
van de zitting verdienstelijk gemaakt hebben
voor het land en voor de groote gemeenten.
zijn daad ? Het was niets bijzonders, gebeurde
dagelijks, het oorlogskruis zou hij er waar
achtig niet voor krijgen, daar hoorde nog
heel wat anders toe. Zoo r»yaal als de vijand
met zijn ijzeren kruizen, was de Engelsche
legerleiding met de V. C. niet.
Kom hij moest het nu van zich afzetten,
liever aan Maiy denken. Morgen zou hij
alles beter kunnen bezien, frisscher, uitgerust,
niet meer overspannen als hij nu wel gevoelde
te zijn, na zijn eersten man".
Na een rustigen nachtslaap hoorde Frank
sergeant Brimstone's stem:
Halloh, boy, g»ed geslapen?".
Prachtig, sergeant, heelemaal weer frisch.
Is de Clown er nog?"
Neen hoor, ze hebben hem weggehaald.
Frank voelde zich bepaald opgelucht door
die boodschap en vlugevendooreenschietgat
loerend, zag hij dat het bericht weliswaar
Juist was, maar dat de Duitschers den helm
van hun gevallen kameraad hadden laten
liggen.
De helm ligt er nog" zei hij een beelje
ergerlijk.
Die komt wel terecht als wij aan den
grooten doorbraak beginnen," meende
Brimstone, maar je hebt kans dat jij hem dan
toch niet krijgt, want vanavond gaan zij in
de reservestelling."
Dan laat ik een briefje hier achter, om
hem mij op te sturen," zei Frank glimlachend.
Daar klonk een gerekt gehuil.
Instinktmatig doken beide mannen weg. Twintig
meter voor den loopgraaf slofg de granaat
in. Zand, steenen en aarde vlogen over hen
heen. Terwijl zij zich de kleeren afklopten
huilde en jankte het opnieuw. Dien dag
schoot Frank er zijn ontbijt bij in. Het
bombardement duurde onafgebroken tot den
volgenden morgen.
De Engelsche .artillerie evenwel zweeg.
Geen schot viel hunnerzijds. Maar heel ver
uit het Oosten klonk het gedonder van het
zware Fransche geschut dat de Duitsche
verbindingslijnen bestookte.