De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 20 april pagina 2

20 april 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 20 April '18. No. 213i R. I. P. Teekening voor De Amsterdammer" van Jordaan .Maar rust dan toch in vrede... Donnerwetter" iiiiimiiiiiiimiiMMHHt alleen door heeren-eerzucht, door handels belang, door economische en koloniale over wegingen leiden lieten. Het is deze politiek eeweest, als men dan wil: onze prae-liberale" politiek, waarmede Jan de Wltt en zijne bewonderaars het land tot den rand van't verderf hebben laten komen, doordat zij, opgaande in den feilen antl-engelschen handelsstrijd, het Fransche Hlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllll NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP Motordie id va n Te te n burg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST UTRECHT LEIDEN DEN HMG DELFT Vliuttnsehtwig. ytrechtschevierZB. rynjikadiG. Houttuiniil VICE-VERSA in» 111111111111111111111111111111111111111111 De schrijver ELFDE PRIJS van onzen Novellen-Wedstrijd HET EINDE DOOR HUGO PENNING Eeeeh"... schreeuwde de gamin bo ven het la waai van de blaashal uit. Guy rukte overelnden jachtte van den over loop buiten, waar hij stond te wachten, terug naar den.oven. Met een paar sprongenjwas hij boven en voor het zen gende oven gat, waarin zijn helper de blaaspijp gedompeld hield. Met felle korte stooten hijgde hij zfjn ver moeidheid uit, terwijl hfj de pijp nog even wentelde in den vuurgloed, toen trok hfj haar met de draaiende ovendeur achteruit en begon te blazen. Hfj stond met z'n beenen van elkaar schrap achteruit geleund, z'n armen hoekig vooruit, z'n handen als klemmen om den stang dien hij heen en weer zwaaide door de diepe vloergeul voor zich. Hfj hield den zwaren staak wringend tegen zijn mond en perste met krampige drukken van zijn longen, uit den rooden vuurbal die onderaan hing, de zwellende glanzing van den cylinder. Heen en weer rukte hfj den zwaren zledenden last, hfj hijgde van inspanning en voelde zich, bij elke schommeling, wankelen onder den trek van het vreemde gevaarte dat hfj haast niet vastklemmen kon. Dan torste hfj de pijp weer op den stut en draaide haar rond en rond, hfj kon dan even leunen en met een open mond, als een hond, slikte hfj naar adem... Maar dadelijk wipte hfj den stang weer in een zwaai neer, hfj kneep zfjn grijpende vingers erom en blies, blies het leven in de gloeiende gloeiing van het glas, dat hfj onder zfjn gezicht heen en weer voelde snijden als een streep van vuur. Overal om hem was het werk in vollen gang. In de schemere hal hing een scherpe brandlucht en een smokige damp trok nevelig op naar het dak dat in de hoogte als een reusachtige neerliggende trap over heel de fabriek strekte. Maar opzfj waren de bruuske expansionisme hadden laten naderen zonder er zich tegen te beveiligen. Hei is dezelfde politiek geweest, waardoor nog later een Amsterdamsche burgemeester, Nicolaas Witsen, zich een tijdlang heeft laten ingepalmen door de wijdvertakte intriges en konkelarijen van den Franschen gezant d'Avaux, die hier werkte met voordeelige voorgespiegelde economische verbindingen" voor den handel op Frankrijk, met geld en met wat teneur op zijn tijd. Het is die politiek geweest, welke de Koning-Stadhouder Willem III ten onzent heeft moeten overwinnen, en hoeveel jaren strijd heeft dit niet gekost, om den nationalen geest op te wekken en het nationale behoud te beschermen. Het is deze geheele politiek geweest, die in de 18e eeuw zich meer en meer door de antiengelsche stokerijen en door belangzucht heeft laten verleiden; die de nationale ge voelens deed beheerschen door oorlogsvrees gaten der openstaande deuren, de wind brak telkens naar binnen dat de smook opsliertte naar de dakreten. 't Leek wel of met den wind de schijn van den helderen dag zelf naar binnen woei en flarden scheurde in den tragen stanknevel die telkens na elke waaiing, weer smoezelig aantrok. Om hem op den oven, die als een helsche rotonde midden in den hal stond, gebaarden de blazers in schreeuwerige jaging heen en weer, de lange blauwe hemden wap perden den kerels om de naakte borsten, in hun kleffe zweetkoppen keken hun oogen verwilderd naar den laaienden gloed van het vuur. En hun pezige handen grepen als harde haken om de pijpen waaraan het roode glanzende dat te leven scheen, groeide Ploeg bij ploeg zwoegden ze naast elkaar; voor eiken oven stonden twee gamins naast elkaar met de lange pijpen op den stut, neergebogen over den rand der rotonde, wentelend en wringend den al meer en meer zwellenden vuurbal. Daarnaast, rechtop, in het breede zwaaigebaar, de souffleur die uit den bal den cylinder in vreemde door zichtigheid te voorschijn dwong. Het leek een helsche overspanning, ze schreeuwden wild dooreen, zonder elkaar te verstaan, in de enkele wellust van het rauwe rumoer Maar Guy hoorde het niet, hfj zwoegde alleen voort, hij trok zich hijgend achteruit aan de zwaaiende zwaarte van de pijp en blies, met schokkende drukken door zfjn magere lijf naar de streep van vuur die hij almaar onder zich voelde branden. Met een schorre kreet riep hfj zfjn gamin; en samen torsten zfj den cylinder den oven af naar het rek, waar hfj, met het weeke gloeiende glasdraadje, het gevaarte afsneed van de pijp... Met zfjn laatste restje kracht gooide hfj den staak rinkelend in den bak en liep, haastend of hfj nog aan het werk was, de leege ruimte van de hal door. Op lage rekken lagen de cylinders er op een ge tas t en de donkere hoeken ver weg waren vol van de onwerkelijke glimmer(ng der glaszuilen, op eindelooze rijen naast elkaar. Op zijn canvaswerksloffen liep hfj onhoorbaar door de dompe ruimte. Hij hoorde de geluiden van den oven over zich aangalmen en hfj kreeg even het ge voel of hij onder het rumoer voortliep in een stilte die benauwde. Hij haastte zenuw achtig voort naar den overloop, waar de wind plotseling als een vochtige tocht om zfjn bezweete lijf trok. 't Was als een greep om zijn borst, hij moest even hijgend stil staan. Maar hfj wende er gauw aan; met z'n harde handen streek hij over zijn natte kop waarop zfjn weinige haar zat vastge kleefd en bukte zich naar zfjn drinkkan. Met lange teugen dronk hij; zijn keel was zoo droog dat hij zwaar slikken moest om het bier naar binnen te krijger.... het brandde op zijn dorre tong... Sacré", vloekte hij nijdig en hij smeet den leegen kan voor zich neer. Moe liet hfj zich tegen de balustrade van den overloop vallen, achter zich hoorde hij, domp verweg, het werklawaai aanroeN.V. PAERELS Meubileering MIJ. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N en door vasthouden aan de meest voordeellge handelsrelaties met het achterland; die ons heeft gebracht den pruikentijd, het verval, en 't verlies van onze onafhankelijkheid aan Prankrp! Het zijn deze Anfange des Liberalismus" (om in de terminologie van den heer Kips te blijven) die in vroegere eeuwen aan de annexionistische Fransche staatkunde de ge legenheid hebben gegeven om in Nederland in te dringen en zich van Nederland meester te maken. * * . Dezelfde schuld, waarmede toen de proFransche partgen zich beladen hebben, trek ken nu de pro-Duttschers op hun hoofd. Wat vroeger voor Nederland het Frankrijk is geweest van Lodewfjk XIV en Lodewijk XV, is immers voor ons thans het Duitschland van Wilhelm II. En de methoden zijn, helaas, tot op een oor na hetzelfde l Wat doet de Toekomst partij anders, dan den Hollanders zand In de oogen te strooien, omtrent het Duitsche gevaar? Wat doet zij anders, dan door felle anti-Engelsche en nu anti-Amerikaansche agitatie ons land te vervreemden van de mo gendheden, die de natuurlijke beschermers zijn van ons duurzaam nationaal bestaan? Wat anders, dan steeds op de koopmans"instincten te werken, en de geldelijke voordeelen, welke de verhouding met Duitsehland ons volk kan bieden, uit te spinnen tot een band, die eenmaal de band der staatkundige afhankelijkheid worden moet, en daarmede reeds, hoe ongeloofelijk het klinke, druk op weg is! Mochten Kips en dergelijke menschen, die zoo vlijtig de vaderlandsche historie blijken te hebben bestudeerd, haar ook eens beter op ons eigen land, in de tegenwoordige omstandigheden, toepassen l Zij zouden begrijpen, dat zij niets anders zijn dan de instrumenten van de Teutoonsche veroveringslust, hard bezig onze natie naar dien kant te laten ineenzakken. Niet als de Anfange" van het liberalisme had de heer Kips zijn Berlijnsch gehoor het afschrikwekkend voorbeeld uit onze historie mogen \oorhouden, maar als de Anfange" van bekrompen, onzelfstandige, materi alistische Nederlandsche politiek. En daarvan is hij zelf met de zijnen de staart. Op iemand als den Delftschen professor zullen zulke vooruitzichten geen indruk IIIIIHII JIMMMtlllllllllltlmmllllllllllllllllMHIIIIIIIIIMIIIItllllllHtMIIIIIM H. BERSSEIVBRUGGE, PORTRETFOTOGRAAF ZEESTRAAT 65, naas! Panorama Mesdag, DEN HAAG. Tel. 1538. zen, verwarde klanken die langs hem weg woeien naar buiten. Onder hem was het fabrieksterrein, smoezelig zwart en leeg. Alleen verder weg, bij de steigers, werd gewerkt; hij zag de kranen draaien en hoorde het piepend geknars van de lorries die eronder aanreden uit den romp van de fabriek Maar van zijn hooge plaats kon hij het gedoe niet zien, hij keek over allesnaar de rivier, die wijduit in verre stilte langstrok. En daarachter de eindelooze ruimte der weilanden. Opzij, vlakbij, haast onder hem was het stadje, een dichte opeenhooping van daken met de kerktorens ertusschen, een vreemde drukke samenscholing aan het wijde water Hij keek ernaar, suf van vermoeidheid en zonder te weten waarnaar hij keek. 't Was stil, de harde geluiden uit de hal waren hier vervaagd tot een ver geroes. En over de rivier trok een zachte ruisching aan, die weer ongemerkt verdween in de stilte Hij voelde zich ellendig van moeheid en nijd en leunde zwaar tegen de houten leu ning. Het deed hem pijn tegen zijn naakte borst maar hij bleef liggen, te suf om op te staan. En almaar bonkte dezelfde dompe gedachte in zijn kop heen en weer 't is uit met me... m'n laatste cylinder heb ik geblazen Nou kon hij gamin worden, hij gamin, na dertig jaar?SacréNom... hij kneep met zijn hoornige handen om de leuning en had wel willen huilen van machtelooze woede Hij was te oud... ze hadden het hem op kantoor gezegd... van daag had hij voor het laatst geblazen ... hij kon niet meer mee... de anderen wil den niet meer met hem werken ... morgen zou hij er als gamin staan... nom de Dju... hij Hij kreunde van benauwde woede telkens als dat woord dat hij haatte, weer in zijn denken kwam. Hij was te moe om zijn haat uit te schreeuwen tegen al de jongeren, die hij nu achter zich hoorde rumoeren in de laatste spanning van het werk. Maar hij haatte hen, o hij haatte hen, omdat ze sterker waren dan hij, hij haatte zichzelf, zijn eigen zwakke magere lijf dat hijgend tegen den smallen houtrand lag geleund Vloekend duwde hij zich over eind, hfj wankelde op zijn beenen, hij was ineens bang geworden dat de bel zou gaan en ze allemaal naar buiten zouden komen geloopen... hem hier zouden zien.... Zonder naar binnen te zien greep hij om de deur naar zijn jas en jachtte op zijn witte sloffen, rillend nu van plotse kou, met zijn jas om zijn hals geknoopt, den brug af naar den uitgang. Hij liep het koolaschpad af dat, naast den spoorbaan, van de fabriek naar het stadje leidde. Hij was er alleen en slofte onhoorbaar op den muilen weg voort. Over zijn voeten bolde een vettige stofwalm, waarop hij soezend liep neer te kijken, zonder te denken. Waggelend als een dronken man kwam hij de buurt in?Het was een wijk voor de fabrieksmenschen alleen, drie rechte straten van gelijke huizen, opzij van het stadje tegen de rivier aangebouwd. Overal in het buurtje was het geluid van de fabriek die er als maken. Hij heeft immers ook nu weer tt Berlijn, met onzen Nederlandschen gezant zoowaar onder zijn gehoor geschaard, openlijk voor een verbond met D-Mschland gepleit. Maar anderen, wien ons vaderland en onze nationaliteit toch nog liever moeten blijven dan aan dezen zonderlingen valkenier, zullen misschien beseffen, dat de valken, welke h| oplaat, neerschieten op zijn en op ons eigen hoofd. v. H. EEN NATIONAAL KABINET DOOR HET VOLK VERLANGD door Civis QUIDAM In de kolommen, waar men de hoofdartikels van dit weekblad aantreft heeft prof. mr. J. A. v. Hamel, meermalen reeds de vorming van een nationaal kabinet bepleit. Doch niet alleen met de pen, maar ook met den mond kwam hij voor dit denkbeeld op. Toen in De cember van het vorig jaar, in de Kamer de wei nig verkwikkeüjke kaaskwestie aan de orde was,ishetdeafgevaardigde van Amsterdam IV geweest, welke aandrong op reconstructie van het kabinet, ten einde een krachtig en flink de zaken aanpakkend bewind te krijgen. Eenige maanden later, 22 Maart j.l., heeft hij zich op nieuw voor deze zaak warm gemaakt, waar de beraadslagingen over het Distributie-vraagstuk duidelijk aan het licht deden komen, hoe zeer gewenscht het is, dat we een sterke regeering zien optreden. Het grootste deel der Kamer stond echter zeer koel tegenover deze aangelegenheid, rnet het gevolg, dat men nu leelijk ver kouden is. Als er immers iets te noemen valt wat het parlement van het Nederlandsche volk kan vervreemden, dan is het wel de tegenzin die in de Kamer blijkt te bestaan tegen een gebeuren, dat een staatkundig novum moge zijn, doch omdat het nieuw is, waarlijk niet veroordeeld behoeft te worden. De toestand is ernstig, de ontevredenheid groot, het vertrouwen in 's lands bestuur neemt met den dag af. Meer en meer groeit de overtuiging aan, dat Cort v. d. Linden's kabinet heeft afgedaan, dat or.ze Regeering na bijkans vijf jaren arbeids, waarvan er ongeveer vier onder de spanning van den oorlog verliepen, oververmoeid is. Frissche krachten, mannen, wier namen gezag hebben onder gansch de burgerij, dienen de handen in een te slaan, om, nu het voor alles op samenwerking van de besten aankomt, met op zij zetting van politieke geschilpunten, te trachten te doen, wat er nog te doen valt. Geenzins behoeft men alle moeilijkheden waarin we thans verkeeren op de debetzijde van het Ministerie Cort v. d. Linden te plaatsen, om tot de overtuiging te komen, dat de huidige regeering een grondige recon structie noodig heeft. En evenmin zou het juist zijn te willen beweren, dat met zulk een reconstructie op eenmaal alle nooden zullen wijken. Een dergelijke opvatting kan niet n ver standig mensen huldigen. Maar wat vele verstandige lieden wel denken en beseffen is, dat het voor alles aankomt op het zoeken naar maatregelen, die tot de bevolking rustig vertrouwen kun nen bieden. Welnu, vraag het rond wie het land moeten besturen, vraag het aan wien ge wilt en een l Illltllllllllll III l IIIIIIIIIIMIIIIIIMIIIIIIIII een hoog gevaarte naast stond, en een zwarte roettint was als een smoezelig dek over de huizen gewaaid. 't Was er nu, op het middaguur, rumoerig vol van spelende kinderen. Uit de ramen van de woningen hingen de vrouwen te kijken en hier en daar stond een vuile blazer aan een deur te rooken, zonder aandacht voor wat in de straat gebeurde. Op een hoek was de estaminet; drenzend gezang klonk naar buiten en het tetterend lawaai van een gramafoon, een droevig ge luid in den grijzen dag Guy liep er op aan of hij haast had. Hij bonkte de deur open en stapte zwaar knik kend den drempel af in het volle lawaai van de kroeg. Kuchend stond hij even rond te kijken, hij zag in een vreemden warrel van rook en rumoer de vele gezichten om zich heen. Met een open mond hijgde hij de benauwde lucht in en waggelde door de volte naar het buffet in den hoek. Allez", zei hij hardop tegen zich zelf en hij slokte het glas bier op dat de waard hem over het zink toeschoof. Hij dronk snel achter elkaar drie, vier glazen, die hij telkens in n langen teug naar binnen klokte, 't Was of zijn mond weer langzaam soepel werd, de branderige hardheid van zijn tong en zijn keel ont spande?Met een laatsten teug spoelend in zijn mond keek hij in het benauwde zaait j 3 rond. Hij kende hen allen die er zaten... crctins allemaal die hem w gdrongen.... Ze schreeuwden lachend dooreen, in den hoek bij het tafeltje aan het raam stond Mauzard te zingen... bah, zoo 'n jobard, ze waren gek om bang van hem te zfjn ... was die zoo sterk ... hij zou het hun wel eens laten zien, hij... een gamin... hoe je zoo'n wijf aanpakte Knupp zat tegen hem aangeleund, met zijn hoofd tegen zijn zij en neuriede mee. Hij zag hem uit de verte Cocu" dacht hij suffig Maar Knupp had hem gezien. Té", riep hfj lallend Guy" En hij kwam op hem aanioopen. Samen dronken ze toen weer. Ze vonden een tafeltje tegen de muur waar ze., van de anderen af, als alleen samen waren. Ze voelden zich bijeen in een doezellgen Inti miteit en zaten elkaar, elk aan een kant van het tafeltje, hun hoofden op hun armen ge leund, grinnekend aan te kijken. Toen de anderen allen reeds weg waren zaten ze er nog, alleen in de rommelige leegte van de vele stoelen. Knupp vertelde lange verhalen die hij niet verstond. Hfj zat maar te lachen, zwaar moe van het werk en van den drank, alles leek hem nu weer anders dan straks, hij voelde geen wrok meer... telkens sloeg hij zich grinnekend op zijn dijen van dronken pret Moi", hakkelde hfj, je vais recommencer, dés demain je serai gamin de nouveau".... Knupp lachte terug, praatte toen weer door, lijzig-verward In zfjn eigen woorden.... Hij stond plotseling op, schaterlachend of hem iets grappigs te binnen schoot.... Allez", zei hij,... en hij pakte Guy aan zfjn arm met zich mee de straat in.... 't Was avond geworden, een kille wind trok YOU NEVER CAN TELL Kooplui, cargadoors en reeders Luistert naar des krekels raad. Weest omzichtig en menschkundig Doet geen onverwachte daad. Zijt, als ware vaderlanders, Wat wijsgeerig op uw tijd En ge raakt uw dure schepen Nog zoo heelemaal niet kwijt. Laat dat ondoordachte vitten Op Amerika & Zoon. Wantrouw, achterdocht, of twijfel Waart ge vroeger niet gewoon. Eertijds gingt ge met die firma In hun zaken-doen accoord Eertijds gaaft ge uw millioenen Op hun eerlijk koopmanswoord. Vroeger, cargadoors en reeders, Gaaft ge onbepaald crediet Vroeger gaaft ge kapitalen Waarom doet ge dat nu niet? Luistert, Prinsen van den Handel, Luistert naar des krekels lied. Hebt vertrouwen in zijn zangen, Luistert, hij bedriegt u niet. Wilt ge zeer verstandig wezen Geeft dan Jonathan 6- Co. Met een vnendelijken glimlach Heel die mooie vloot cadeau. Biedt ze aan als een presentje Met een Koninklijk gebaar Tracht ze aan u te verplichten Redt ze uit een groot gevaar. Dwingt ze om u te bedanken Weest grootmoedig, hebt den tijd Niets treft inniger en feller Dan gevoel van dankbaarheid. Laat de eene hand maar weten Wat ge met de ander geeft Laat het volk van Wilson voelen Dat het uw vertrouwen heeft. Hun grootmachtig land ontdekken Deed Columbus in zijn tijd. Maar de Hollanders bewezen Hun gevoel voor eerlijkheid. J. H. SPEENHOFF MIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIHIMIIHIIIIIIIIIIHMIIIIIIIIIllllllllllllllllllllIIIMIMt H. VAN DOOREN & Cie. DEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECHT DAMES-HOEDEN en BONTWERKEN Illll l IIIIIHII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlHllllllllllllllllllllllllllllMlllflIIIIHI ieder misschien een enkele politieke moniak uitgezonderd zal u antwoorden, dat men vurig verlangt naar een bewind Illlllllllllll Illlll IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllHIIIIIW tochtend aan van het water, de lange gesloten muur van huizen stond strak uit tot de openheid van de rivier. En achter de verlichte ramen bewoog het leven van de buurt nu in vreemde heen en weer ge barende schaduwen. Ze wankelden voort, ze hoorden de kastjes der lantarens rammelen in den wind, het vale schijnsel sloeg telkens flakkerend om hen neer, als een spokig spel. Ze kwamen uit de buurt in het stadje en waggelden arm in arm door de leege kronkelstraatjes zonder te weten waarheen ze gingen. Als ze het licht van een herberg zagen, zwaaiden ze er binnen en merkten de plotse verschrikking niet die ze er teweeg brachten. Ze dronken grinnekend aan de toonbank en liepen weer weg of ze haast hadden. Knupp had zijn arm om Guy geslagen en zong hem in zijn por, met een zachte heesche stem, een liedje van hun land, een wiegeliedje voor kinderen, altijd door hetzelfde, den heelen weg dien ze waren gegaan. Zijn stem was eindelijk een schor gefluister geworden en hij lachte telkens tusschen het zingen stil in zich zelf Guy leunde tegen hem aan, hij liep dui zelig te luisteren, hfj hoorde het zingen in zfjn oor of het binnen in zfjn kop was, het werden er wilde klanken, een hard geschreew dat hem dol van opwinding maakte. Hij voelde nu zfjn haat weer branden, hij gromde tusschen zijn tanden als een nijdige hond van woede en wellust. En als Knupp even ophield, was het of hfj neerdutzelde in een leege ruimte, hfj voelde een vreemde open heid om zich waarvoor hij ineens bang was... Chante-moi encore", lachte hij tegen Knupp, chante-moi dans l'oreille", en hij leunde zwaar tegen hem aan. Zoo waren ze weer bij de rivier gekomen en stonden, heen en weer wiebelend in den wind, naar de zwarte verte te kijken. Couchons-nous", hikte Guy. Maar Knupp wilde niet, hij trok zich los en liep waggelend weg, de straat in. Guy keek hem even na, weifelend of hij mee zou gaan. Maar toen wendde hij zich traag om en liep naar de grashelling aan de waterkant, waar hij zich moe liet neervallen. Doezelig staarde hij over de glanzende verte van het water. Hij zag er de kleuren der bakens op bewegen, lange heen en weer rekkende strepen van glimmenden schijn die vreemd ver van hem weg leken. Hfj werd er duizelig van, de lach was op zijn gezicht verstrakt... hij had het gevoel of hij met den grond, waarop hij lag, heen en weer werd geslingerd voor het zwarte vlak der rivier. Hij hield zich met zijn handen opzij van zijn lijf vast aan den grond die onder hem leek weg te trekken... hij voelde zijn haat als een branding in z'n oogen... SacréSacré"... vloekte hfj en hij plukte met zfjn handen krampig bossen gras uit brokkelige glooiing Maar in de zilte kou kwam hij langzaam aan wat tot rust, hfj had zijn pet afge rukt en voelde zijn bezweet haar droogwaaien, met een open mond zoog hij gretig de kille vochtigheid van den zeewind ia, die een lafenis was voor zijn brandende

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl