Historisch Archief 1877-1940
'l
40
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
27 April '18. - No. 2131
Let niet enkel op den prijs
bij aankoop van een rijwiel.
De kwaliteit is voor U van
meer belang, daar deze den
duur van het gebruik bepaalt.
De FONGERS is een duur
zaam rijwiel en daardoor
voordeelig.
DeGroningerRijwielenfabriekA.FOX8ERS
IIMIIIIIIIIIIIIlIlllllllltlllllltllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllflII
Onder de Duitsche krijgs
gevangenen in Rotterdam
Teekenlngen van /s. van Me/is
Wij, menschen, differentiëeren ons nu een
maal naar ras, natie, maatschappelijken
wfelstand, ontwikkeling en beschouwing, die
» via de grensgevallen weer in elkaar loopen,
We zingen, naar we gesnaveld zijn en eten
wat het nationale kookboek voorschrijft.
Zonder dit verschil ware het niet van
eenlg belang den anthropos te beschrijven.
Die beschrijving zoeken de ernstig-willenden
in de nationale litteratuur; saizoen-gasten
stellen zich tevreden met hun Baedeker.
De nieuwere techniek leverde ons zelfs de
portretten en films erbij. En die dochter van
de boorden der Midlandzee, die een doek
voor de oogen deed, juist op het oogenblik,
dat de operateur begon te draaien behoort
zeker niet tot de meest grove harer zusteren,
Is het reeds onaangenaam te worden aan
gegaapt, als men er niet bij is, hoe pijnlijk
moet die beminnelijke handeling onzer
niedecienschen dan wel treffen, als we tot
direct model dienen der regionale curiositeit.
Met een bezwaard gemoed gleed ik dus
op zoek naar den nieuwsten mensch over
den modder der Rotterdamsche regenstraten,
die zoo leeg waren als de refreshment-rooms,
waarin de Maasstad nu niet bepaaldelijk
n
Hoe halen we het sluitingsuur"
excelleert. De violen der strijkjes zongen
waterig-klapelfjk: Hoe halen we het slui
tingsuur." Och, het was zoo wanhopig als
het in Rotterdam bij regenavond maar we
zen kan. En ik moest onder den wol zonder
dat n Dultscher wetens of onwetens voor
mijn loerenden blik had geposeerd of geant
woord op mijn nieuwsgierige vragen, die
ik mij zelf nauwelijks vergeven zou.
Want deDuitscher wasdenieuwstemensch,
dien ik zocht. De man, die met het Deutsch
land, Deutschland ber alles" in den
bruilenden mond, met het vuur der vijanden vóór
zich en dat zijner vijanden in den rug, het
eerst was getrokken over den dam van het
vleesch van zijn vleesch, die bij Viséde
twee oevers van de Maas verbond. Ik wilde
leeren kennen den nieuwen mensch, die het
eerst een stikgas-reservoir heeft openge
draaid; die de zee bevoer in de Ingewanden
van een ijzeren visch met oogen zoo groot
als een periscoop. Ik wilde zien de handen,
die onheil-brengende pepernoten strooiden
boven da massa's eener wereldstad.
Ik wilde niet weten van de beteekenls
der gebeurtenissen onzer dagen. Ik wilde
slechts waarnemen, om mijn toekomstigen
lezers te kunnen vertellen : Ziet, zoo is onze
soortgenoot, die de conclusie bedreef, waar
toe de tijden hebben geleid. Zoo voelt hij,
denkt en spreekt hij, in het gunstige geval,
dat hem deze vermogens zijn overgebleven
na het oogenblik, waarin gevoelens en ge
dachten alleen waren gericht ophetdooden
der even-naasten" en op het eigen lijfs
behoud.
En ik zag in het Unteroffizieren-Lager
in de Burgemeester Melneszlaan menschen,
die reeds weer den weg in kamers wisten,
het gebruik van vork en mes niet verleerd
hadden en geduld genoeg hadden overge
houden om aan de wit-gedekte tafel te
blijven zitten tot allen klaar waren. Ik zag
daar menschen een. vroegere student,
met duellitteekens op het voorhoofd, een
voormalig hulprechter, een bank-beambte,
wevers, landarbeiders, kooplieden en mijn
werkers die naar het oog vroolijk waren,
of zij slechts buiten gevecht gesteld
waren in een manoeuvre en in afwach
ting van de aflossing eenige dagen in
een Luilekkerlandsch dorpje waren inge
kwartierd. Na den maaltijd had een ieder
wat te doen en groef zich onderwijl in
.in eigen gedachten. Daar om heen was het
vernis der gemeenzaamheid, die oneerlijk,
luidruchtig, het innerlijk gevoel verbergt,
om het zoo te omsingelen en ten slotte te
vernietigen. Dat is het gezegende werk van
de noodzakelijkheid tot verder leven. En is
tegelijkertijd de oorzaak der oppervlakkig
heid, die de enkelen zich opnieuw in de
ellende zal doen storten.
Daar heerschte luidruchtige jongensachtige
vergetelheid bij mannen met breede rugeen,
zware beenen, lange baarden, met school
meesters-, handwerkers- en artisten koppen.
Daar voelde ik mtj den binnendringer, die
genezende wonden openrijt. Waar haalde ik
den moed vandaan, hen opnieuw in gevechts
positie te zetten en hun te vragen naar hun
verblijf in Engeland, naar hun opvatting van
TJTT ZBGE
'T "V^LIST
Deutschland, Deutschland ber alles". Zij
leefden nu toch weer onder elkaar als gewon»
menschen, die hun chimère achter den rug
hebben. Maar neen, ik kon daar dien sergeant,
met draaiende oogen en kauwende kaken
van den querulant, niet met rust laten. Hij
moest voor u spreken en ik hoorde uit den
mond, die, als Ik niet ware gekomen, mis
schien tot zijn kameraden minder opzettelijke
dingen zou gezegd hebben: Schreiben Sie
nur, dasz onze duikbooten de aankomst
van levensmiddelen in Engeland onmogelijk
maken" en hij wees naar het eenige, wat
hier behalve de koppen van Von Bü;ow en
Hindenburg, aan den oorlog herinnerde, naar
een kaart, waarop tallooze stippen aangeven,
hoe rond Engeland, om Frankrijk en Itali
honderden schepen door duikbooten naar
den bodem zijn gejaagd. En met slimme,
eerzuchtige beveel-oogen vorderde hij den
bijval, goedkeuring en ondersteuning zflner
kameraden en mijn be- en verwondering op.
Zoo was de zelf-voldane, de beschrankte"
onder hen.
De breederen stonden open voor zachtere
gevoelens en ruimen kwinkslag, die bij het
figuratieve appèl van mond tot mond ging,
ofschoon de meesten nog geen minuut geleden
hadden betoogd, dat zij popelden om naar het
front terug te keeren. Daarna hadden zij wer
kelijk niet veel lust, te worden uitgehoord.
Hun geest gaf hun geen woorden in, om eigen
toestand voor, tijdens en na den slag voor
mij uit te zeggen. Krieg ist Krieg, der
Heimat war umkreist," zei da bezitter van
een paar kinderlijk-naïve oogen, die nog
nagloeiden van vreugde, dat die Frau und's
Kind zu Ostern" geweest waren. Allen von
den, dat nu eenmaal gahoorzaamd moet
worden, als het vaderland roept. Maar buiten
stond n, die ook nog aan iets anders dacht:
Ist Ihr Blatt dentschfreundllch ?... Nah,
schreiben S-e nur, dasz wlr aus dim
Fegefeuer im Hlmmel gekommen sind "
Hij stapte naar de deur en kwam weer terug...
aber das ist eben das elende: meiner Frau
habe ich geschrieben, sic sollte zu Ostern
kommen, aber der Burokratismus Sie
versteh'n doch was das heiszt nah. der
wirkt langsam ; es hat zu lange gedanert,
ich warte, warte... Ostern ist vorüber und
jetzt ist die Grenze gesperrt... aber doch,
wir sind jetzt im Himmel... Mahlzeit... Hij
fronste de wankbrauwen, keek verwachtend
voor zich uit... Daar ging tenminste een
mensch, die ook nog iets anders was dan
soldaat.
Een paar uur later raten allen opge
poetst om ronde tafels in de groote
salon van den Deutscher Varein", waar
recipieerende damts, koffie, taartjes,
koekjes, chocolade, sigaren en cigaretten
ronddienden. Dat mij van dit alles niets
werd gepresenteerd, hoewel de menschen
met wie ik sprak, het al niet konden bergen,
schreef ik toe aan de in Duitsche kringen
geldende opvatting van de wijze, waarop
een ongenoode gast wordt ontvangen. Hoe
wel het dames-comitéweinig met Amsterdam
ophad had het mij toch toegelaten op mijn
eerewoord, dat ik geen militaire vragen zou
stellen. Ik voelde me evenwel zoozeer in
een sfeer, waarin ik geduld werd, omdat
Ik nu eenmaal journalist was, dat het niet
enkel de gladheid der parketvloer was, die
mij wat onzeker deed loopen. Alle zaten
aan tafels, kenden elkaar. Men liet mij allén
tusschen hen gaan en mijn ziel bevrooraan hun
ongenaakbaarheid, als handen bij winterdag
aan den ijzeren zwengel eener pomp. En
ik noteerde in mijn geest. .Toeschietelijk
heid schijnt geen geprononceerde Duitsche
karakter-eigenschap." Ook kon het zijn, dat
deze houding moest worden geschreven op
rekening van het officieële karakter der bij
eenkomst of van de omstandigheid, dat
mannen van minderen stand geen onge
dwongen houding kunnen aannemen, wanneer
zij de eer genieten door Toynbee-dames
(zij het Duitsche) aan tafels van zes man
te worden gepresideerd.
Heel braaf, heel lief en met het beleefde
handje, in 't kort anstandlg", probeerden
de loopgraafbonken ronde beenen fishes in
houten vaasjes te wippen, of beoefenden
aan een ander tafeltje het Halma-spel. Zoete
chocolade en zoete koek gingen weer mijn
neus voorbij; een zoete stem kweelde een
zoetelijke coloratuur bij zoet piano-spel.
Tusschen deze bedrijven door zeiden de
begenadigde slachtoffers niet veel. Alleen
een paar ondernemenden hadden den moed,
mij te volgen naar een bank langs den
muur, om daar een geregeld gesprek met
mij te voeren. En toch waren zij geen land
verraders. Toen ik hun vroeg naar wat zij
voelden op het oogenblik, dat zij in gevecht
waren, of zij zich niet afvroegen wat zij
deden, openbaarde zich voor mij het geheim
van Duitschland's kracht: Diese Frage
gehort uns gar nicht zu".
Eindelijk was er gemeenzaamheid met den
vreemdeling. Het scheen dat het ijs ontdooide.
Maar tusschen de tafeltjes kwam een
spichtig jongeheerig-meneertje, dat, hoewel
geen soldaat, de beenen opmerkelijk
militairement aaneensloot, boog, mij de hand
... Tusschen de tafeltjes kwam een spichtig
jongeheerig-meneertje
reikte en zich voorstelde: Doktor Barwitz.
vom Hamburger Fremdenblatt, Angenehm"!
Toen hij zich tot mijn twee onder-officieren
richtte, sprongen dezen in de houding. Zij
kregen geen hand zooals ik, maar het
jongemensch beduidde hun: sich zu setzen."
Dat deden ze en hij ook. En toen het
d«ctortje belangstellend informeerde, voor welk
blad ik kwam, begon ik het uur reeds te
zegenen waarin een goed gesternte mijn
schreden naar deze bijeenkomst had gericht.
Maar toen hij uit mijn antwoord gehoord
had, wat hij natuurlijk reeds had vernomen
van het bestuur, dat mijn kaart gezien had
en vanwaar hij rechtstrefks tot mij was
gekomen, stond hij onmiddellijk weer op,
l}--,{ . f -\
& ^ i r 4 »
^rv.--j n*
?;V w^f j^
frr"^
! t/
1 x. 'V
Hij nam over zijn uniform een burgerjas...
keek de onder-officieren beurtelings scherp
aan, als herinnerde hij hen aan een vroeger
gegeven bevel en vroeg scherp: Haben Sie
die letzten Bilder vom Amsterdammer"
gesehn? Nah, dann wissen Sie jetzt, woran
Sie sind" en hij ging.
Mijn gebaarde Unteroffiziere werden weer
betrapte en bestraf ie kindei en. Zij schoven
o?^"" ?"" ?
;p/g^X
IIIIIMMIIIIIIIllllllllUlllllllllllINMIIIIIIillll ililtflHMIMIIIIIIIIIflIllllllllllll
wat op zij, beten in hun zoeten koek en
zeiden geen woord meer.
Even later volgde mijn executie: de dames,
met het doktortje voorop, verzochten mij
liever heen te gaan. Daaraan voldetd ik,
terwijl men het niet noodig vond, een
Hollandschen journalist uitgeleide te doen.
Bulten schudde ik iets van mij af
Ik sloot mij voorloopig niet meer op en
ging op zoek naar een exemplaar:
Duitschsoldaat-zonder-toezicht.
Allen die ik op straataansprakantwoordden
mij hetzelfde: Slecht gehad in Engeland,
hoewel niet gedwongen tot werken, weer
graag naar 't front; vooiloopig maar n
groote zaak: de verdediging van het aan
gevallen vaderland", waarvoor allen zich
offeren, zonder uitzondering zelfs van socia
listen en revolutionairen, zooaU mij n
verklaarde, die zoowaar over politiek durfde
meepraten.
Een Deck-Offizier, die in Zuid-Amerika
was gevangen genomen stond onderde kap
van het Maasstation op zijn familie te
wachten, die misschien ten gevolge van
grens-versperring verhinderd was te komen.
Het ongeduld, waarmee hij naar de klok
keek en iederen employénaar den trein
vroeg, was de eenige uiting van
menschelijke zwakte. Voor het overige was ook
deze uit n plomp stuk gehouwen. Uit
zijn oogen en mond spraken achterdocht.
Het was hem niet uit het hoofd te
praten, dat ik een Engelschman was,
wat hij uit het accent van mijn Duit?ch
meende te moeten afleiden. Wij wisselden
van gedachten. Hij bleek veel gelezen te
hebben en had wetenschappelijke allures.
Hij was een vriigeest", maar:
eutschland war umkreist", als je 't goed telde, op
't oogenblik door 23 staten ru ja, daar waren
er onder, als Haïti b.v. Halumpen" und
Dreck nalürlich" In onze discussie iiet hij
zch gaan, tot hij Iets voelde opkomen, wat
hij niet zou kunnen beheerschen: lehfange
an, zu kritisch zu werden, wir v,ürdt?n zu
schroff gegeiuiber einander zu stehen kom
men. Mein zug wird bald kommen " En de
achterdocht was weer over hem :
Uebermorgen steht alle-s was Ich gesagt, im Daily
News'' odcr Morning post." - Weer
werd het woord van eer van een vreemde
ling niet aangenomen. Dat er toch zoo iets
bestaat, moge hij bemerken, als men
hem vertelt, dat er vai zijn gesprek in Oe
Amsterdammer" zelfs nieis fcitclijka staat
In Hotel tic l'Europe stonden de Ueck-"
er arciere Zee-officierr n jui^i van het
Aber.db'Ot" op. De officier, die mij te
woord s'O'id, keek op mijn vragen, of van
zijn antwoord de nederlaag of de overwin
ning zou afhangen en vond het raadzamer,
de>! Vorstauii" te rot pc;:. Deze kwam op
mij af als een rechter van instructie of een
hoofd-agent, die voor nacht-inspecteur mag
spelen. Hij keek mij aan, als om de be
wijzen van mijn spion-schap achter de
pupillen mijner oogen te lezen; toen kwam
er iets van den goedmoedigen zeeman op
zijn ruig gelaat. En ik begon mijn vragen
met het gewone aanloopje. Ook hij had het
in Engeland slecht gehad. Welke gedachten
bij hem omgingen, wanneer....'' Hij nam
over zijn uniform een burgerjas, op zijn
hoofd een hoed, in zijn hand een stuk en
zei, dat hij weg moest, sprak nog even over
koeijes en kalfjes, en ging heen. Zoo deden
velen. Van de weinigen, die bleven., ging
n met mij aan een tafeltje zitten. In Le
Havre hadJen ze van '16 op '17 geen
kachel gehad, het ijs zat aan den wand, en
in Engeland (Broughton) hadden ze aardappel
schillen moeten koken. Toen werd ook deze
van mij weggeroepen. Hij kwam terug met
de mededeeling, dat verbod^was gegever,
over iets te spreken.
Toen probeerde ik in Hotel Continental
in aanraking met de officieren te komen.
Met een glimlach, waaruit zou kunnen worden
opgemaakt, dat hijzelf het lachwekkende
inzag van een verbod te antwoorden cp
vragen, als die ik stelde, zei er een, dat ik
maar gaan moest raar den Commandant op
de Rechter Roltekade die zal wel voor ons
allemaal spreken". Toen glimlachten we
beiden en met een Leider" liet hij mij hoffelijk
uit. De eerste wereld-mensch dien dag.
Daarna sprak ik geen Duitsch krijgsge
vangene meer aan. Maar trachtte hen waar
te nemen in hun verhouding tot de bevolking.
Op straat mengen zij zich niet met haar en
zij schijnen ook niet gezocht te worden. Zij
geven de voorkeur eraan, in eigen gelegen
heden te komen. De officieren in Restaurant
Fürstenberg, waar zij rustig en beschaafd
met elkaar verkeeren, de onderofficieren
in Franziskanerbrau en Hippos, waar het
ook heel kalm toegaat. Alleen in Pschorr'
Het ongeduld waarmee hij naar de
klok keek....
vertoonden zich enkelen en zeer anstandig".
in De Hel'', waren geen Duitschers en
bijna geen Hollanders, zoo geheel anders
dan ik het mij zelfs van een Rotterdamsche
hel had voorgesteld.
p zotk naar den nieuwen mensch, moest
ik tot de weinig troostrijke slotsom komen,
dat er ook op dat gebied niets nieuws is
onder de zon: auch der" Krieg ist schon
da gewesen!
De Duitsche krijgsgevangen leven te Rot
terdam ingetogen, als een klit op elkaar,
sterk gebonden door strafte discipline, met
vrees voor elkaar; en zeer gehecht aan het
eene, dat hen bindt, hun vaderland. De strijd
is in hun hoofden niet tot stilstand gekomen
door hun gevangenschap. Zij liggen aan
den ketting van hun eerewoord, en rammelen
daarmee in hun gevoel van onbehagelijkheid.
Maar iets nieuws hebben zij niet In
Rotterdam gebracht.
(ieen eigen leven.
Zij zijn daar geen element.
H ij AI A N CROISET
DROOMBEELD
III
l ?? ;x'
De Hamsteraar.