Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
27 April '18. No. 2131
DE NIEUWE ROES...
Teekenlng voor De Amsterdammer" van Jordaan
...EN DE OUDE DROOM'.
iiiiiiiimiiiiiiiiii
minimi JHiiiiiiiiiliiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiimi
menschheid. De ellende was zoo groot,
dat men nu nog diep geroerd wordt door
het lezen van de rapporten over den toe
stand der arbeidersklasse in Engeland,
Duitschland, Frankrijk en ons land.
Verwaarloozing, lichamelijke en zedelijke, daar
van vertelt elke bladzijde.
Die rapporten doen begrijpen, hoe de
menschenvrienden van toen bang waren
van de hulp der ellendigen, die mee wilden
werken, zich uit de ellende op te htffen.
Er was grondige kennis noodig van de
maatschappij, niet alleen van de feiten,
maar vooral van hit beweeg der dingen,
van hun tendenzen en tegentendenzen, om
met zulk een verdierlijktearbeidersklasse voor
oogen, te durven schrijven: de geschiedenis
zal meer beteekenis hechten aan de op
richting der kleinste arbeidersorganisatie
dan aan den grootsten veldslag.
Die dit schreef had gelijk. De oprichting
van de kleinste arbeidersorganisatie was
het begin van een wel langzaam, maar toch
zeker werkend proces in de maatschappij,
die haar fundamenteel zal veranderen. En
de slag bij Malplaquet heeft slechts het lot,
dat de aarde bedreigde, een eeuw uitgesteld.
Dus dat lot niet afgewenteld.
De oprichting van de eerste arbeiders
organisatie mocht maar op weinig belang
stelling bogen. De wereld weidde meer
aandacht aan den slag bij Sedan.
De viering van den l Mei-dag zal weinigen
Interesseeren. Hindenburg het f t kans gezien,
den oorlog uit een phase van lamlendigheid
op te htffen en de berichten over den voort
gang aan het Westfront te plaatsen in het
midden van aller belangstelling. Men zegt,
dat het lot der wereld daar beslist zal
worden.
Is er inderdaad zooveel verschil tusschen
Enge'and en Duitschland?
Zeker, Duitschland veroverde zich een
plaats cp de wereldmarkt door zijn tarieven.
Het verhoogde daardoor zijn eigen industrie,
maar niet op een manier, die voor het
algemeen belang der arbeidersklasse het
voordeeligst is. In algemeenen zin volgde
IIIIIIIIIHIIIIIIIIHIIIIIlmlIlIlllllllllllllHIIIIIlnlIllllllllllllllnlINlnmlIMI
Wer jetzt nicht lügt, ist ein
Schuft"
Dit gevleugeld woord komt van een redac
teur van de Berliner Morgenpost:
Wie nu niet liegt, is een schoft.
Ziehier de toestand van het Duitsche
volk gekenmerkt. Scherper kan het niet.
Ze hebben nu de keuze. Mee-liegen met
hun regeering, cf... schoften.
Een vriend van me spreekt van Duitsch
land niet anders als van de schofterij."
Deeze titulatuur waaraan zich natuurlijk
veele neutrale Nederlanders zullen ergeren,
wordt nu van Duitsche zijde verduidelijkt.
Ik zou wel oover fraaye letteren willen
spreeken, of oover hooggezinde wijsheid,
oover Significa en oover Tagore. Maar het
besef dat ik hier leef tusschen duizende
menschen, die het ter wille hunner neutra
liteit, uit angst of uit gewdd-aanbidding,
coodig vinden een door leugen verblind
volk te vergoelijken en vóór te spreeken,
dat laat me geen rust.
De spanning is bijna ondragelijk. Een
duurzame vreede schijnt verder weg dan
ooit. De geweld-menschen bedwingen zich
hoe langer hoe minder. Ze hebben hun man
netjes beeter dan ooit in de hand. Er wordt
hoe langer hoe onvoorzichtiger geloogen.
Liegen is de taak van elk goed vaderlander,
daar ginds.
De schrijver van j'accuse" is al sints
lang volkoomen in '( gelijkgesteld. De ont
hullingen van Lichrowsky en Muehlon laten
geen enkele twijfel meer oover. En men
kan wel zeggen dat het feit,
datdeOostenrijkfch Duitsche Regeeringen de gansche
zware schuld van deezen oorlog dragen, ook
in Duitschland een publiek geheim is.
Men leeze slechts het Dagboek van Dr.
Alfred Fried in het juist verscheenen
Aprilnummer van de Friedenswarte. Er is geen
speld tusschen te kragen. Alle dementi's
sind Lüge".
het niet de beste methode ter bevordering
van de productie, het kweekte ztlfs een
kunstmatige duurte, het verminderde daar
door de koopkracht der arbeiders en be
moeilijkte den strijd der vakorganisaties.
Het bevorderde het antagonisme tusschen
de volkeren en noodzaakte zich zelf zijn
weg naar zijn plaats in de zon" veilig te
maken nut kanonnen en bajor.etten.
Engeland deed gansch anders. Het haalde
grondstoffen en halffabrikaten uit den
vreemde, vormde die in zijn fabrieken om
tot volledige producten. De meerwaarde
gekweekt uit deze vrijhandelspol tiek belegde
het in de landen met grondstoffen, waar
bilüjk" gewerkt worct door een
loonproletariaat, dat lage eischen aan het leven
stelt. Het verbeterde dus den toestand der
arbeidersklasse als geheel evenmin als
Duitschland, drukte op deze manier even
eens de loonen der arbeiders in het moeder
land en dreigt ook met duidelijke taal uit
de koperen mondeu zijner kanonnen ieder,
die aan zijn rechten op zijn plaats in de
zon" durft twijfelen.
Veel verschil in methode dus, weinig in
principe en in uitkomst. Beide een bedrei
ging voor de beschaving, voor de welvaart
en den vrede.
Letten we daartegenover op de beteekenis
van de leuze door ds arbeidersorganisaties
op den len Meidag.
Zij houdt een program in, dat vierkant
zich richt tegen deze maatschappij. De eisch
van acht uren is de cristallisati? van de
gezamenlijke wenschen der gansche arbei
dersklasse. Daarom heeft zij stand gehouden,
nu bijna het derde deel van een eeuw.
Daarom heeft zij de twijfelmoedigen een
riem onder het hart kunnen steken. In tijden
dat het wereldgebeuren andere sentimenten
dan die der internationaliteit opriep. Daarom
laten de arbeiders dien eisch niet los, zelfs
nu zij meegesleurd in den opgedrongen
volkerenoorlog dagelijks broedermoord plegen.
Die den achturendag wil, wil ook bescher
ming van vrouwen en kinderen; wil ook
medezeggingschap in de fabriek; wil ook
Fried publiceert nu zijn gesprek met
Muehlon dat hij in Augustus 1917 had,
maar dat hij nog niet publiceerde uit een
gevoel van discretie, door de ooverweeging
dat die dingen beeter konden besprooken
worden na het sluiten van den Vreede.
Maar nu er vooreerst toch geen kans is
op Vreede, nu het brutale liegen voortgaat,
nu beschrijft hij de vreesselijke indruk die
Muehlon's oopenbaringen toen op hem
maakten.
Muehlon, de mede directeur van Krupp,
zet nu uiteen wat die Kroonraad geweest
is, waarvan het plaats hebben door het
regeeringsorgaan, de Korddeutsche
Algemeine Zeitung, plechtig werd ontkend. Het
was een bazoek van Oostenrijkers bij den
Duitschen Keizer, waarbij deeze laatste zich
formeel verbond. Zijn pleziertocht naar 't
Noorden was een truc, tot den oorlog
was beslooten, men wilde oorlog.
En Fried zegt: het vreesselijke aan de ge
heele zaak is dit, dat de persoonen die zich
aan de oppervlakte der duitsche politiek
bevonden, Pers, Handelswaereld, Diplomatie
deeze gebeurtenissen allen kenden, dat ze
voor hen niets nieuws zijn. Muehlon zelf
zegt, dat alle bezoekers uit Duitsch
land, die hij zijn ervaringen had meege
deeld, daardoor volstrekt niet verrast waren,
er in 't geheel niet bizonder door getroffen
werden. Ze weeten het allen min of meer
precies. En toch leeft deeze groep vier jaren
in den leugen en houdt een millioenen-volk
in den leugen gevangen. Dat moet een
relnigingsproces zijn, dat het duitsche volk
weer duitsch zal maken !
En Dr. Helfferich, die deeze leugen kent
en die ze van 't begin af meemaakte, heeft
nog den moed gehad teegen een journalist
in een vraag-gesprek te zeggen: ,,In de
wreedheid van den schrikkelijksten kamp,
die de menschheid ocit doorlkfde, hebben
wij het goede geweeten aan onze zijde. Vóór
den oorlog en gedurende den^oorlog hebben
wij den teegenstander de keus gelaten
tusN.V. PAERELS
Meubileering MIJ.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
Rokin 128 Telef. 4541 N
iiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiutiiiiiiiiiuiuiiitiii
verzorging In tijden van ziekte en werke
loosheid. Wie die eischen stelt, begrijpt, dat
zij niet plaatselijk, en niet landelijk, maar
slechts internationaal verwerkelijkt kunnen
worden.
Niet zoo internationaal, dat het overal
tegelijk tot den achturenarbeidsdag komen
moet. Maar zoo internationaal, dat in alle
landen sterk in deze richting gestreefd wordt.
Daaruit volgt, dat de arbeidersklasse van
het eene land het meeste belang heeft bij
den toestand der arbeidersklasse in het
andere, bij haar begrip over een menson
waardig bestaan, bij haar organisatiemacht,
bij de voorwaarden en verhoudingen, waar
onder zij werkt.
Zoo haeft de eisch van den
achturigenarbeidsdag internationale beteekenis. Niet
in dien zin, dat zij een cosmopolitisch lucht
kasteel voortoovert, welks nastrevlng idea
listen in vervoering brengt. Maar zoo, dat
de internationaliteit wortelt in de werkelijk
heid en geboden wordt door het nationale
belang. Zoo, dat dagelijks gevoeld wordt:
blijvend vooruitkomen is niet mogelijk zonder
dat de lotgenooten aan de andere zijde van
de landsgrens mij onmiddellijk volgen of
onmiddellijk voorafgaan.
Die internationale saamhoorigheid heeft
zelfs de oorlog niet kunnen vernielen.
De vakorganisaties hebben voeling met
elkaar gezocht en... gevonden, zelfs te
midden van de rampen van dezen oorlog.
Nu Engelsen-Duitsche tegenstellingen den
arbeiders de wapenen in de hand gedrukt
hebben, om door moord en doodslag anderer
twisten" te beslechten, is hun, zelfs in dezen
d wangtoestand, de beteekenis van hun ge
meenschappelijk belang bijgebleven. Zij
hebben daardoor een program kunnen op
stellen, welks verwezenlijking moet nage
streefd worden door alle arbeiders bij het
sluiten van den vrede en er na.
Van dit program is de grondslag: de
achturenarbeidsdag. Het omvat het gansche
terrein der arbeidersbescherming en het
geldt voor alle landen.
Toen de arbeidersklasse den achturen
arbeidsdag sttlde, verklaarde zij daarmee
niet langer alleen verlengstuk van de machine
te willen zijn. Zij wilde ook acht uren
mensch zijn.
In den d wangtoestand, waarin zij zich in
het kapitalisme bevindt, nam zij daar aan
vankelijk genoegen mee. Zij heeft dat ver
lokkende idee voor de slachtoffers der
kapitalistische beschaving: mensch te zijn,
uitgedragen over de gansche wereld. Het is
door miilioenen verstaan. Voor die
millioenen is het het geloofswoord; de belofte,
dat de banden van deze kapitalistische hel
zullen verbroken worden.
De l Mei is in beteekenis door dezen
oorlog voor de arbeidersklasse niet vermin
derd. In de neutrale landen zal hij gevierd
worden in de vaste zekerheid, dat hij weer
de dag zal worden van bet proletariaat over
de gansche wereld. Aan de fronten zal hij
met weemoed herdacht worden om het
mooie en de rijke beloften van vroeger.
Maar ook met vaste hoop. Het gedonder der
kanonnen overstemt nu wel alles, maar de
stem in het binnenste van den proletarischen
soldaat brengt het niet tot zwijgen.
Weer zal de Meidag aar.breken, waarop
de arbeider getuigen zal over de gansche
wereld van zijn vast geloof vast, omdat
het wortelt in de werkelijkheid van het eigen
belang in de solidariteit der arbeiders
klasse.
Als de geschiedschrijver met weemoed
zal gewag maken van het feit, dat het
kapitalisme een eeuw van vooruitgang sloot
met de afschuwelijkste moordpartij, die ooit
de wereld kende, zal hij er bij herinneren,
dat zoo voor, als tijdens, als na dien oorlog
zich om de leuze van den achturenarbeids
dag een nieuwe macht zich verzamelde, die
zich principieel richtte tegen het kapitalisme;
die menschelijkheid vroeg voor de
onderschen onze hand en onze vuist. Ze hebben
de vuist gekozen."
Het goede geweeten !! de vrije keuze!!
Welzeeker l Heeft de schrijver Frenssen
ook niet voor ons Hollanders gepronkt met
.het goede geweeten"?
Hoe heerlijk klinkt daarbij de duitsche ver
ontwaardiging oover Engelands hand die
zwaar drukt op de kleine neutrale staten".
En Duitschlands hand vier jaren op België?
Kan het brutaler phariseesch ?
En wat zijn de middelen waarmee men
optreedt teegen de enkele eerlijke Duitschers
die weigeren mee te liegen. Ze worden als
Liebknecht in het tuchthuis gezet, of in
Scbutzhaft" genoomen, of eenvoudig als
pathologisch" gebrandmerkt. De schrijver
van j'accu&e" heette een verlotterter
advokat", Lichnows'ky de geweezen gezant
van het Duitsche rijk in Londen, wordt
aangeduid als een man van overgroote
ijdelheid, die aan vervolgingswaan lijdt, en
Muehlon, de directeur van de Krupp'sche
fabrieken, heet nu een zenuw-lijder", wiens
zenuwgestel al sints lang in wanorde was,
zoodat hij voor herstel van gezondheid uit
de zaken was gegaan.
Maar dienzelfden zenuwlijder" werden
door de duilsche regeering in 1917 nog
zeer moeyelijke opdrachten en hooge ambten
aangebooden.
De gansche elite in geest en karakter, die
teegen de geweld-politiek durft opponeeren
wordt van Berlijn uit in den ban gedaan.
En dat leugen-en-geweld régime telt in
Holland nog aanhangers en verdeedigers!
Hoe is dit moegelijk! Is het angst?
Verblindheid ? bewondering voor ruuw geweld ?
Hoop op toekomstige voordeelen van een
Duitsche ooverheersching?
Dit staat vast, als de Duitsche militaire
leugen-en-geweld-partij zeegevierend uit
den oorlog komt, dan is het met Neeriands
onafhankelijkheid gedaan. Dan gaat het als
in Finland, als in de Otkrajine, dan worden
Vlissingen en Rotterdam Duitsche havens,
liggende klasse; die dat niet bereiken kon
zonder opheffing der klasse zelve; die daar
door werd de boodschapper van de werke
lijke broederlijkheid, wier overwinning dus
bracht den blijvenden vrede.
iiiiiiiiuiiiiiiimiiiiuimiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiH
TEGENOVER DEN STORM
Neen, laat Nederland zich in deze dagen
van sombere berichten niet, gelijk het te
veel gedaan heeft, verdiepen in de beschou
wing van enkele, op zichzelf slaande inci
denten/ Nu is het weer net, alsof alles zich
vasthoudt aan de andermaal opgedoken
zand- en grindvraag, en als die maar
weer voor een tijdje wordt geplooid ...
Zoo heeft onze regeering eenige maanden
geleden ook gedacht, maar zij ervaart nu,
dat incidenten ook nog onder den grond
kunnen voortgroeien, in de lange staatkundige
lijn.
Het is op de langere staatkundige lijn,
dat wij heden ten dage vooral de aandacht
willen vestigen, nu iedereen den horizon
afspiedt om den mogelijken storm te ver
kennen.
Niet of een kwestie weer, min of meer
juridisch, kan worden slapende gehouden,
is het te doen.
Wat is de geheele staatkundige toestand,
waarin ons land verkeert, en wat is de ge
heele denkelijke ontwikkeling tegenover de
mogendheden? Wijst die op voortgezette
eerbiediging van onze neutraliteit, of op
oorlogswaarschijnlijkheid ?
Incidenten zijn in dit geheele toekomst
beeld maar teekenen.
Geruststellende of alarmeerende verkla
ringen van buitenlandsche mogendheden
zijn slechts schijnstooten, berekend om de
aandacht van ons volk af te leiden.
En de niet-weinigeonrustbarend oppervlak
kige, en quasi-wij ze
persT>eschouwingen,waarmede helaas heden ten dage onze publieke
opinie wordt bezig gehouden, dienen slechts
om haar af te lelden van datgene.waai van ons
volk zich toch eindelijk klaarder bewust
moest worden: de vaste staatkundige lijn.
Wij vinden in het streven daartoe juist in
deze gewichtige oogenblikken steun in een
vlugscnrift, dat in beperkten kring verspreid
wordt, en onze staatkundige situatie be
handelt' Hierin is gelukkig eindelijk weer
eens iemand aan het woord, die de politieke
feiten scherper weet te zien en het politieke
verband ste/iger vast te houden, dan de
van de hand op den tand" richting, welke
ten onzent zoozeer is gekweekt ea neerscht.
Als schrijver maakt zich bekend de heer
Groenincx vanZoelen, met wien wij voor
eenigen tijd hier in gedachtenwisseling moesten
treden wegens de volkomen onjuiste voor
stelling, die hij van den Amsterdamschen
geest" had gemaakt.
Waar wij nu den neer Groenincx ont
moeten als den medestander voor een
krachtiger, actiever neutraliteitspolitiek, daar
reiken wij hem gaarne de hand. Zooals deze
Hagenaar, waarlijk toch niet behept met
den Anuierdatnschen geest", dien hij een
maal zoo geheel ten onrechte geschetst
heeft, spreekt, verdient de volle aandacht.
De heer Groenincx schetst den toestand
van het oogenblik zoo, dat bij de heerschende
paitij ia Duitschland op het oogenblik de
overtuiging zich heeft vastgezet, dat bij ons
strikle handhaving der neutraliteit achter
staat bij afkeer van te groote toenadering,
met name economische tot Duitschland.
Daar dus argwaan, door het beleid van
onze ondtrhandelingen in den lateren tijd
geleidelijk in het leven geroepen.
En bij de Geassocieerden wantrouwen,
wegens van onzentwege opgewekte en niet
volgehouden verwachtingen.
Met onomwonden scherpte toont de schrij
ver aan, dat een en ander het gevolg is van
technische blunders" door ons buitenlandsch
beleid telkens begaan, maar vooral door het
motto: schipperen tot het uiterste", dat de
regeering, blijkens het beleid waarvoor mini
ster Loudon naar buiten de verantwoordelijk
heid draagt, altijd door gekozen heeft.
De heer Groenincx van Zoelen beveelt
daartegenover eene radicale verandering aan,
een standpunt van nationale fieiheid, van
eerlijk, onomwonden handelen en krachtig
vasthouden op kritieke punten, v/aardoor
alleen wij naar weerskanten het vertrouwen
ia ons neutraliteitsbeleid, dat verloopen is,
kunnen blijven opeischen.
Want dit is wel het droevige resultaat,
waartoe deze schrijver komt, dat er op
't oogenblik zoo met ons wordt gespeeld,
omdat wij met al onze f ormeele en passieve
neutralieit, bij de publieke opinie, in de
verschillende landen niet meer als een
neutrale, vertrouwenwekkende kracht aan
gezien worden.
Hij ziet het middel tot verbetering in de
eerste plaats in eene verandering of uit
breiding der regeering, waarbij de natuur
van het parlementaire stelsel wel eens plaats
mag maken voor: het belang ran het vader
land. Voorts: is breken met het onzalige
stelsel van geheimzinnigheid" en een hou
ding, die duidelijk doet uitkomen, ook in
daden: dat Nederland desnoods de moge
lijkheid van den casus belli aanvaardt.
Wij achten alles wat deze schrijver ge
documenteerd uiteenzet, ten zeerste de over
weging waard, vooral in deze dagen, nu
het land tusschen hoop en vrees geslingerd
wordt.
Het moet weer worden vastgezet. Wat
ons inzicht aangaat: is de vrees grooter
dan de hoop. Wij achten het 't meest waar
schijnlijk, dat de heerschende richting in
Duitschland binnen af zien baren tijd 't doel
matig zal achten, aan Nederland militaire
eischen te stellen, die wij niet inwilligen
kunnen.
De heer Groenincx zet, naar Haagschen
trant, zijn hoop op de partij von Kühlmann,
en wil, dat van ons uit 't vertrouwen op
deze partij gevestigd wordt.
Wij voor ons zien daarin niets, omdat
deze partij, zoo zij zelve al oprecht is, voor
't beleid der Duitsche zaken niets te
bdteekenen heeft.
En eene omzetting in het Nederlandsche
regeeringsbeleid teneinde Duitschland meer
tegemoet te komen, achten wij dan ook het
ware middel allerminst. Misschien denkt de
heer Groenincx in dit opzicht iets gemoe
delijker over de verhouding met Duitschland,
dan wij, en in zooverre waarschuwen wij
ook hem.
Maar n ding is zeker, en daarin stemt
zijn woord tot een accoord met wat zoo
vaak in deze kolommen is vooropgesteld:
alleen door krachtige, ook metterdaad zelf
bewuste en openhartige onzydigheidspolitiek,
vast van lijn, zonder schipperen en met
scherpe bekwaamheid doorgevoerd, steunend
op een levendigen en goed doordrongen
nafionalen geest in alle standen van het volk,
kan Nederland zoolang mogelijk het beuken
van den stormvloed weerstaan.
Dat moge zoo worden!
v. H.
eenen als Antwerpen, Riga en Odessa.
Wenschen dat de Hollandsche
pro-Duitschers? Of gelooven ze het riet?
Kan iemand, na al het gebeurde der laatste
maanden nog ontkennen dat pro duitsch
wil zeggen pro-militair,
pro-leugen-engeweld?
Men spreekt hier oover pro-duitsch en
pro-entente alsof dit een kwestie van smaak
is, waaroover niet te twisten valt.
Maar beschouwen wij Hollanders dan ook
de voorkeur voor leugen en geweid als een
kwestie van smaak?
Wij leeven in steeds dreigender nood.
Ons broodrantsoen is kleiner dan in
Duiischland. Maar v/ie draagt de schuld? Wie ver
nielt dag aan dag duizenden tonnen van
waardevoile goederen en kostbare
ieevensmiddelen, zonder te vragen wien ze
toehooren? Om van de moorden niet te spreeken.
In de Ruyter's tijd werden zeeroovers
onverbiddelijk gehangen of de voeten ge
spoeld, als men ze te pakken kreeg. Ik acht
alle 'doodstraf verfoeyelijk, maar zuilen wij
thans zulke misdadigers nog vóórspreeken
en de schuld op anderen weipen?
Door het uitlokken van een onwaardige
demonstratie in het parlement heeft de
regeering ons volk bedenkelijk gesterkt in
het oude wantrouwen teegen Engeland en
ook teegen Amerika dat ons nooit reeden
tot wantrouwen gegeeven heeft.
Engeland heeft vroeger zwaar gezondigd,
maar nu in deezen krijg niet anders dan zijn
plicht gedaan. Engeland heeft mannen voort
gebracht als Gladstone, van wien de spreuk
is: Wnat is morally wrong can never be
politica'ly righi", en die aan de onverslagen
Transv-aalsche boeren de onafhankelijkheid
hergaf, lot Oamberlain zijn werk te niet
deed. Waar i., de Duitsche Gladstone, op
wiens woord wij kunnen vertrouwen ?
De Engelsche hebben gehuicheld, maar
hun huiehelarij oleef toch steeds een com
pliment aan rei ht en waarhsid. Die heilige
begrippen der i.-anschhe'd, hebben ze
blijAan onze Medewerkers
De redactie acht het gewenscht, haren
medewerkers en inzenders nadrukkelijk
te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo
veel mogelijk rekening te houden met den
voor het Weekblad meestgeschikten om
vang. Te lange artikelen leveren ver
schillende bezwaren op, zijn ook voor
de lezers veel minder aantrekkelijk. De
normale afmeting van artikelen moet
op ten hoogste 1500 woorden, en, die
van Feuilletons op ten hoogste 2000
woorden worden gesteld.
Van met potlood geschreven bijdragen
kan de redactie geen kennis nemen;
evenmin van die bijdragen waarvan het
papier aan beide zijden is beschreven.
Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge
typte copie in te zenden.
Alle inzendingen moeten
geadresseerd worden: Aan
het Secretariaat der Redactie
v an De Amsterdammer", Week
blad voor Nederland, Keizers
gracht 333, Amsterdam, zonder
vermelding van persoonsnamen.
Eventueele vragen over drukproeven,
overdrukken, tijdstip van plaatsing e. d.
eveneens en uitsluitend te richten tot het
Secretariaat".
vend gehuldigd, al was het vaak alleen met
den mond.
Nu beleeven wij de veel afschuuwelijber
perfiditeit van bruut geweld, dat die heilige
begrippen niet langer huldigt dan het in
zijn kraam te pas komt. Dat met een
cynisch schouder ophalen om zijn leugens
i glimlacht als het meent te kunnen
zeegej vieren, en als eenig antwoord op het ver
wijt van woordbreuk en gewelddaad het
woord van Hindenburg heeft : ^Der Krieg
ist keine weiche Saclie".
Is dat een gezindheid waarvoor wij Hol
landers, neutraal of niet, eenige consideratie
moogen hebben?
Is de groep, die zulk een zaak,'
verteei genwoordigt, gelijk te stellen met volken als
i het Fransche, Engelsche of Amerikaansche,
die zich eenstemmig voorbereiden zulke
onmenschelijkelijke beginselen te weerstaan
' tot den dood?
Hellas had in zijn vrijheidsoorloogen tee
gen de Perzen ook pro p:rzen, vereerders
van den giooten koning, in den boerenkrijg
waren er pro engelschen onder de burgers,
in onzen vrijheids-ooriog waren er
spaanschgezinden in Holland. En hoe heef t de historie
over al deezen geoordeeld ?
Nu verzet zich de menschheid teegen een
ondragelijke overheersching van bruut ge
weld, teegen een gezindheid die onrecht,
woordbreuk en leugen als tijdelijk bruik
bare strijdmiddelen beschouwt.
j Hoe is het moogelijk dat een reedelijk
| trouwhartig, zelfstandig en eerlijk volk als
i het Nederlandsche zelfs nog weifelt aan
j welke kant het partij zal kiezen, met zijn
l hart, nu de vuist onmachtig is tot strijden!
FREDERIK VAN EEDEN.
H. BERSSEf^BRUGGE,
PORTRETFOTOGRAAF
ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesdag,
DEN HAAG. - Tel. 1538.