De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 27 april pagina 7

27 april 1918 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

27 April '18. No. 2131 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE VOLKSRAAD IN NED. INDI door A. G. D. Nu in Nederland de samenstelling van den Indischen Volksraad bekend is ge worden en de opening den 3en Dinsdag in Mei as.zal plaats hebben, lijkt mij een korte uiteenzetting van zij n samenstelling en bevoegdheid urgent. De Volksraad toch is de belangstelling van het Moederland overwaard en bovendien is tot nu toe weinig over dit onderwerp gepubli ceerd, wat grootendeels te wijten is aan de meer dan slechte verbinding met indië. De Volksraad is een vertegenwoordigend lichaam van 39 leden. Hiervan worden 19 leden '5 Inlanders tegenover 14 Europeanen en vreemde Oosterlingen) door de G. G. benoemd. Door de locale raden worden 19 leden (10 lal. tegenover 9 Eur. en vr. O.) gekozen. De koningin benoemt het lid dat tevens voorzitter is. De verkiezing berust op het beginsel van evenredige vertegen woordiging. In tegenstelling met het in 1917 Ingevoerde lastenstelsel" voor de verkie zing van de leden der Tweede Kamer, is voor het kiezen der leden van den Volksraad het personenstelsel" ingevoerd. Het princlpieele verschil tusschen deze twee stelsels Is het feit, dat bij het lastenstelsel de uit gebrachte stem indirect ook een anderen candidaat ten goede kan komen; dit is zonder dat de kiezer het zelf wil bij het personenstelsel onmogelijk. Gewestgewijs heeft de voorloopigecandidaatstelling plaats. Uit deze gewestelijke lijsten maakt het stemkantoor" te Batavia n candidatenlfjst voor de Europeanen en Vr. Oosterlingen en n dito-lijst voor de Inlanders. Op beide lijsten worden de namen der candidaten alphabetisch ge rangschikt. Binnen 30 dagen ra het op maken dier lijsten, hebben twee verkiezingen plaats, waarbij de leden der locale raden (ge westelijke-, plaatselijke- en gemeenteraier) hunne stemmen uitbrengen in dier voege, dat zij op den stembrief hunne candidaten in die volgorde onder einaar zetten, waarin zij hen het liefst gekozen zagen. Eerst schrijven allen op een stembrief de Eur. en Vr. O. candidaten en daarna op een anderen brief de Inl. candidaten. Deze stem brieven worden in twee afzonderlijke pak ketten opgestuurd naar het s'embureau. Zijn al deze lijsten van de ±700 kiezers ingekomen, dan handelt men eerst met het pakket dat de stembrieven voor de Eur. en Vr. O. candidaten bevat en daarna met het pakket dat de namen der Inl. candidaten bevat op de volgende wijze. Nadat de brieven door elkaar geschud zijn en daarna genummerd, wordt in volgorde dier num mering de naam afgelezen, die op lederen stembrief bovenaan staat. Een candidaat is gekozen, wanneer hij het kiesquotlent bereikt heeft. Het kies quotiënt voor de Eur. \T /-> ju i aantal stembrieven en Vr. O. candidaten = y T i afgerond tot een geheel getal. Zoo is het kiesquotlent voor de Inlanders aantal stembrieven . .,. , 1Q . . . Zoodra een candidaat gekozen is, geldt elke tweede op den kiesbrltf voorkomende naam als een uitge brachte stem op een candidaat die dezen naam draagt. Op deze wijze laat men de brieven van elk der beide pakketten afzon derlijk, voortdurend circuleeren, totdat het benoodigde aantal candidaten uit de twee groepen candidaten is gekozen. Daarna worden de stembrieven weder in twee afzonderlijke pakketten verzameld om ge durende 3 j»ren (d.i. de zittingsduur der leden) bewaard te worden. De volksraad heeft behoudens uitzondefingen slechts een adviseerende stem. Be halve de bevoegdheid van den volksraad om de belangen van Indiëen zijn inge zetenen voor te staan bij de Koningin, de Staten Gen., en de G. G. zegt art. 131 R R, dat de G. G. het advies van den raad kan inwinnen over a'le zoodanige onderwerpen als waarover hij het oordeel van den volksSCHILDERKUNST-KRONIEK m\ > J v» <^r- ?*f , .xi jr _ 'l Vi Naar de schilderij van Jan Velh AUG. ALLEB BIJ ZIJN 80STEN VERJAARDAG (1838-1918) Allebévierde den 19 Jen April zijn tachtigsten verjaardag. Zijn leerlingen hebben ge tuigd van hunnen eerbied (schilders zijn eerbiedige leerlingen), en zij hebben hunnen scherpzlnnigen leermeester, den aarzelenden geest, zonder aarzelen midden in het licht hunner dankbaarheid gezet. Ik meen te kun nen begrijpen hoe den gevierde dit alles genoten heeft, en hoe hij deze dankbaarheid innerlijk op juiste wijze heeft geschat. Hij moet ontroerd geweest zijn, en scherp in Invalid-Portwijn DE BESTE MIDDAGDRANK f2.50 p. flesch Wijnhandel da Barbanson, 51 Amstal, Amsterdam raad wenscht te vernemen". Bovendien is de G.G. verplicht dit advies in te winnen voor a. de begrooting en het slot der rekening van N.-I. b. de bestemming van het voordeeligen de dekking van het nadeelig slot dier reke ning. c. het waarborgen en aangaan van geldleeningen ten laste van N. I. d. het ontwerpen van algemeene veror deningen, welke aan de ingezetenen per soonlijke militaire lasten opleggen. e. zoodanige onderwerpen als door de koningin bij algemeene verordeningen zullen worden aangewezen. Punt a, b en c zijn uitgewerkt in de jongste aanvulling der comptabiliteitswet. De G. G. zal voortaan deze onderwerpen voorloop'g in overeenshmmingme.\ den volks raad hebben vast te stellen, terwijl de defini tieve beslissing bij wet zal moeten ge schieden. Volgens d zal de G. G. het advies van den volksraad moeten vragen, nu met het oog op het kleine contingent der Europeesche militie, de regeling van militieplicht voar de Inlanders zal worden voorbereid. De Koningin heeft nog geen gebruik ge maakt van de bevoegdheid haar in e gegeven. Verder mag hier nog op eenige bijzon derheden worden gewezen. Bij het vaststellen van het aantal leden van den volksraad is het kennelijk de be doeling gewetst het aantal leden gelijk te maken aan het aantal gewesten. Hier is echter een fout ingeslopen. Er zija tech 36 gewesten; maar bij de openbare behande ling van het wetsontwerp heeft niemand hier de aandacht op gevestigd. Wanneer de G. G. het advies van den volksraad heeft gevraagd zal het formulier van afkondiging van ordonnanties voortaan moeten bevatten de woorden: den Raad van Ind en den Volksraad gehoord1', dit woord gehoord" is misleidend. Gehoord" van den volksraad wil slechts zeggen: na ingewonnen advies van den volksraad; terwijl in dit verband gehoord" van den Raad van Indië' beteekent: in overeenstemming met het advies van den Raad van Indië. Volgens het reglement van orde moeten de beraadslagingen in het Nederlandsen. worden gehouden. Daar bij een soortgelijk instituut als de volksraad, in Britsch Indi het Engelsch als verplichte taal is gesteld, heeft de regeering deze bepaling waar schijnlijk tot voorbeeld genomen. In BritschIndiëis het Engelsch de voertaal voor de verschillende volkeren, die een eigen taal spreken, dus daar is deze bepaling practisch. Dit kan niet gezegd worden van de Nederlandsche bepaling. Veel beter ware het geweest om ook het Maleisch toe te laten. Het Mileisch toch is in de geheele Archipel de voertaal. Bovendien zal het bij heftige debatten (en die zijn te verwachten!) dikwijls zeer moeilijk voor den Indonesiër zijn om in een aangeleerde voor hem moeilijk uit te spreken taal prtcies te zeggen wat hij zeggen wil. Ten slotte is bij de locale raden het gebruik van het Maleisch facultatief gesteld en dit heeft in de practijk geen bezwaren opgeleverd. De regeering zal m.i. goed doen, deze bepaling te wijzigen. Bij de locale raden is het in Irdiënooit tot een intensief gemeentelijk leven gekomen. Het komt ten eerste door het gemis aan Selfgovernment" en ten tweede door het voortdurende va et vient van raadsleden die telkenmale door anderen moeten worden vervangen, terwijl dit bij de gemeenteraden bovendien uitsluitend door een nieuwe ver kiezing mogelijk is. Dit alles verslapt de ambitie. Deze bezwaren zijn bij den volksraad grootendeels ondervangen. Selfgovernment" (medewerking aan het algemeene lands belang) is den raad op bescheiden voet gegeven en in de practijk zal de raad wel niet aan chronische verandering van samen stelling lijden. Hier zullen het gouvernement met het benoemen der leden en de locale raden met het kiezen wel streven naar een samenstelling, die zoo blijvend mogelijk is en waarbij het veranderen van zetels slechts tot de acute gevallen zal behooren. Boven dien is, teneinde te voorzien in een open gevallen plaats, geen nieuwe verkiezing noodig. Het stembureau haalt eenvoudig de pakketten weder te voorschijn en zet haar werkzaamheid voort daar, waar het bij de oor spronkelijke verkiezing was geëindigd. De eerste candidaat die het kies-quotient bereikt, zijn ontroering; bedeesd, heeft toch rondom zich gekeken. Hij moet zich, opnieuw, ge voeld hebben als het centrum eener richting in de negentiende eeuwsche Hollandsche kurst; als een bewust vernieuwer, en dad'-in handhaver van de tradities. Dat is Allebé. Zijn afkeer van betreden paden" heeft dit nooit uitgesloten ; hij is een b ewust hersteller, vernieuwer, van veel wat in het vroegere juist was (sommige tradities zijn constateeringen van het Leven). Alleb is daarom anders dan de Hagenaar», zijn tijdgenooten. Ook in hen was een Holland sche traditie, maar onbewust. In hen was, in de Marissen, in Mauve in Weissenbruch, de traditie der ruimte; bij Alleb vindt ge de traditie der innigheid, en van het interieur. De groote Hagenaars zijn daar-om bovenal de schilders van het landschap en van het stadsgezicht; het diorysische, het primaire, was weidsrher in hen; hun overwinningen zijn dus grooter dan die van den stelliger Allebé. De Hagenaars konden zich nooit geschikt hebben in den gang, dien Alleb gegaan is; zij waren leermeesters bultende schor-1, niet in de school. Dat is een ver schil, dat zuiver moet worden begrepen. Allebédaarentegen heeft de twee kanten; hij is de schilder, en hij is de leeraar, de gevoelige onderwijzer, kundi», en vol ironie. Hij heeft de zoozeer van de Hagenaars ver scheiden, en verschillende, Amsterdammers opgeleid ; sinds '70 was hij Professor; in '80 werd hij directeur der Akademie tot hij weer in 19C6, opgevolgd werd door Der Kinderen. Hij heeft als leerlingen gehad lypes zoo zeer uit elkaar gaand als Van Looy en Der Kinderen; hij was de meester van Veth, van Haverman, van Triolen, den Haagschen Amsterdammer (in wien hij Gabriël en Weissenbruch niet heeft ver wonnen), van Witsen, van Voerman, van Coba Ritsema, van Lizzy Ansingh, van Nelly Bodenheim, van Hart Nibbrig en van Krabbé, en van Karssen. En bijna zonder uitzondering vertoonen de Amsterdammers het kenmerk der zorg vuldigheid, der nauwkeurige uitdrukking van de stof; van het overwogene (in den kleinen is aangewezen om de opengevallen plaats in te nemen. / De instelling van den volksraad is te be schouwen als een proef. Blijkt hij levens kracht en energie genoeg te bezitten, dan zal de regeeriog stellig niet aarzelen om van dit schamel stukje wetgeving" een goed stuk wetgeving te maken en zoodoende Indiëin de gelegenheid te stellen zelfstandig naast Nederland hunne gemeenschappelijke belangen te behartigen. D. WOUTERS, Historiën onzer lage landen bij de zee. Metteekeningen van ISINGS. Groningen, P. Noordhoff, 2 dln. Het is een goede gedachte om bij het geschiedenisonderwijs aan de leerlingen nog iets anders in handen te geven dan een leerboek. Wij zullen ons wel wachten kwaad te zeggen van onze historische leerboeken; er zijn daaronder van volkomen bevoegde docenten, die ook wetenschappelijk hun spore-n hebben verdiend. Maar ook het beste leerboek geeft een zeer verkleind beeld van wat eenmaal leven was; daardojr wordt zoo licht de indruk gewekt, dat de historie ten slotte een abstractie is en niet het leven zelf. Hier nu is het punt, waarop de leeraar zelf met zijn voordracht moet ingrijpen; hij moet het strakke beeld van het leerboek tot leven weten te brengen, zoodat de leerling niet alleen begrijpt, maar ook gevoelt, wat het verleden voor hem betefkent. Dat gevoel kan ook worden gewekt door een geschikt leesboek. Door den leerling te brengen in de onmiddellijke aanraking met de historische stof zelf of met de groote geschiedschrijvers", voelt hij het groote ge beuren ook in de kleine bijzonderheden fij-.er aan dan door een leerboek mogelijk i«. Het is dus van den heer Wouters een goede gedachte zulk een leesboek samen te stellen. Daarvoor is allerlei gebruikt: novel len, fragmenten van geschiedschrijvers, stuk ken uit kronieken, oorkonden, tractaten, historieliederen enz. Er is allerlei goeds in deze twee deeltjes t« vinden. Het is heel geschikt, dat onze leerlingen wat van den schat van onze oude historieliederen onder de oogen krijgen. Een fragment van de Unie van Utrecht, de Acte van Consulentschap, een contract van corrtspondentie, waarom zouden wij ons altijd moeten bepalen tot een korte inhouds opgave? De jtugd zal het waardeeren het stuk zelf eens te lezen. Een stuk uit Hoofts Historiën, uit Caesars GallUcken oorlog, uit Rankes Deutsche Geschichte im Zeitalter der Rejormation, utt Van Vlotens Volksopstand, dat alles is wel geschikt om den gewenschien indruk teweeg te brengen. Maar niet steeds valt de keuze te loven. Als leesstukken schijnen mij sommige opgenomen fragmen ten minder geschikt, ik kies het stuk van P. Oosterlee, Geestesopenbanng in de mid deleeuwen, dat ver buven het begrip van kinderen gaat. Wel worden uitdrukkingen als corybantische extase", ex cathedra", gehallucineerde", incarnatie", .diabolisch verbond" enz. in noten verklaard, maar juist dat moest in een leesboek niet noodig zijn. Ook in ander opzicht is de keuze van sommige stukken niet te loven. Zij schijnt hier en daar wat met de losse hand te zijn gedaan. Een uitgebreid stuk als dat van mr. H. Vt-rkouteren over Karel den Groote schijnt minder op zijn plaats in dezen bundel. is in zulk een geval een fragment uit Einhart niet veel geschikter? In plaats van een frag ment van Bilderdijk over den zeeslag bij Zierikzee in 1304 op het gebied van de middeleeuwsche geschiedenis is het gezag van den grooten dichter niet sterk zou men liever een sluk uit de rijmkroniek van Melis Stoke zien opgenomen. Het artikel NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP Motordienstvanïetenburg DAGELIJKSCHE MOTORD1ENST UTRECHT IEIBEH DEN HMG OELFT i. UtrechtscheveerZfi. FynjékadeS. Houttuimn VICE-VERSA zin van het woord); van het gave schilderij waarin de toets nitt openbaar is, als bij de muzikaler Hagenaars; ze zijn meer de schil ders van figuur, en van de actie der figuur, van het portret, dan de geprezen Hagenaars. Dit is dus de constateering wat den leer meester aanpaat, wiens overwinning na de Marissen en hun overwinning komt, en niet dezer schilders groote aiiure heeft. De schilder Allebéis niet ten onder gegaan in zijn leeraarschap (hij schildert nog) maar sinds '74 is er toch een groote vertraging, innerlijk, en in de proiuctie. In dezen ge noemden tijd maakt hij de dierenteekeningen in Artis (lang dus voor Van Hoytema, ook zijn leerlirgi maar, anderszins, lijkt het mij nog stieds te betreuren, dat hij gemeend heeft bij het onderwijs te moeten gaan". Ik kan voor deze beslissing hier niet de redenen aangeven, maar de daad heeft mij steeds orjuist geieken: Allebéwas toen twee-en-dertig, en dan begint de kunste naars-drift, wat van hartstocht minder, naar den top te gaan, dien zij bereiken kan. Maar de beschouwing van dit feit in het leven van den jubileerenden leermeester is een beschouwing voor een ander artikel, later.... Hier moet alleen geschreven worden, dat Allebéeen schilder is van veilige verdienste; een romanticus, niet als Israëls, maar soms wat Duitsch-van-gevoel (zie zijn Kind in de stal); niet groot dus, maar alles zoo veel en zoo zuiver mogelijk bepalend. Allebé's de schilder van het klein schilderij, rijk van kleur, en krachtig van intimiteit; met een neiging naar het ai ekdutische. Hij is een begaafd steenteekenaar; daar een fijn porPosthuma-Robinson-Cruso van den heer Wouters zelf over de uitvinding der boekdr ukkunst is eigenlijk in het geheel geen leesstuk; het staat veel te vol namen en jaartallen om iemand te kunnen behagen. Waarom zoo men over deze kwestie iets wil geven niet eenvoudig Fruins Mainz of Haarlem gegeven, desnoods bekort? Van Fruin staat er trouwens niets in den geheelen bundel, van Bakhuizen van den Brinken Jorissen trouwens ook niet.Wel van Jan Feith. Maar met alle waardeering voor dezen pittigen journalist, hij zelf zal toege ven, dat zijn werk niet in een historisch leesboek thuis hoort. Een tegengfsteld be zwaar geldt van Andriessen en Hofdijks f'anorama van Ne>rlands verleden, dat toch wel wat uit den tijd is. Ook het novelletje van Ter Gouw Heintje Hoek is in dezen tijd niet goed meer te genieten. Ook mogen hier en daar de aanteekeningen nog wel eens worden herzien. De Irminsul, het heiligdom der Saksers, was geen herin nering aan den slag in het Teutoburgerwoud, maar een zuil of boom ter eere van den god Z'u (l, 41). De hertog van York heette als koning Jafcob II, tegen wien hij dus wel geen aanslag zal hebben willen plegen (II. 177). Voldoet de lectuur van dit boek ons dus slechts matig, de illustratie valt daarentegen stellig te loven. De platen zijn goed geteekend en, gelijk de toelichting aan het slot bewijst, met zorg naar de beste documenteele gegevens opgezet; zij zullen bij de jongelui wel in den smaak vallen. Historieprenten zelf zijn niet steeds voor het onder wijs geschikt en kunnen dus voegzaam door zorgvuldig geteekende moderne pla'en wor den vervangen. Een geschikt boek dus, maar dat bij een eventueelen iweeden druk nog eens duchtig moet worden herzien. H, B R l' G M A N S trettiat, en in een reproduceerend werk sterk; hij is een kundig, nauwkeurig weèr.yever van de dieren uit zijn diererruin en h ij is een karakter Ge gevoelt hem als scherp-gescheiden van de overigen rond hem; vol juiste, satyrische, of snelle opmerkingsgaven, en toch, ik herhaal het, ern aarzelaar; niet bewogen door een groote natuurdrift, maar eerbaar van kennis en kundig... een middenpunt, inttliectueelverfijnd, niet gansch vast in z!ch zelf daarom... EEN EDENKTEEKEN VOOR TllÉU VAN HOYTEMA Het spreekt van zelf, dat bij de vrienden van Thé) van Hoytema het verlangen zou rij/en, na zijn dood, hem op kiesche wij^e, in 't openbaar te eeren. Er waren daar alle redenen voor. Het betreft hier een mensch, en een kunstenaar, die een plaats heeft, | eigenaardig en zeker, in en tusschen zijn j tijdgenooten. Het moeilijke was niet wat het worden moest. Deteekenaar-van-dieren moest zijn contact behouden met de voorwerpen van zijn studie en van zijn genegenheid. Twee plannen waren er: een drinkbekken voor de vogels, cf een soort, in een vijver uitgebouwde voederp aats, met banken er bij voor hen, die wilden zien of wilden zitten, als deel van dat gedenkteeken. Tot het laatste is in principe bes'oten; het punt waar is gevondeti, en de archite-kt, die het ontwerp zal maken. Er blijft dus over de kosten te berekenen, en de comité's van actie te vormen, die, nadat de kosten be rekend zijn, het benoodigde bedrag vinden zullen. En ik twijfel niet, of het bedrag, dat nooit wónder-groot zal wezen, komt er. Want Van Hoytema had veel vrienden; door den aard van het werk, dat hij maakte, en door het karakter, dat hij was. En dit alle waren vrienden van hart tot hart. En het is dan natuurlijk bij te dragen tot het gedenkteeken van zulk een vriend; het is dan logisch zijn gedachtenis te helpen e eren op kiesche en passende wijze. De secretaris van het comüvoor dit gedenktetki n is Mr. Van Haefïen (Willemstr*at M, den Haag). Koninklijke Oratorium Vereeniging Le chant de la cloche, van VINCENT D'lNDY. Wanneer men van Vincent d'Indy spreekt, komt onwillekeurig de gedachte op aan César Franck. N>et alleen omdat wij aan de opstellen van d'Indy over dezen meester moeten denken, maar meer nog omdat wij in d'Indy's latere werken den grooten in vloed van Franck's Kompositie-techniek in staat zijn na te gaan. Le chant de la cloche behoort ech ter tot een tijdperk in d'Indy's werkzaam heid als komponist, toen deze nog heelemaal onder den indruk van Wagner's werken stond. Eene opvoering van Le chant de la cloche brengt dan ook telkens het verwijt, dat deze invloed allerduidelijkst juist in dit werk is te bespeuren. Alsof toen een enkel komponist buiten dezen geweldigen invloed had kunnen blijven! Het zon integendeel veel beter gezien zijn, wanneer men het verwijt van achterstallig heid aan die komponisten zou maken, die geen besef van Wagner's verdiensten hadden en dientengevolge voor hoogere idealen niet vatbaar waren. De Wagnersche invloed, dien wij in d'Indy's werken uitgeoefend vinden, is echter tot uiterlijkheden beperkt gebleven. Zoo mag het wel geoorloofd zijn de preg nante wijze van d'Indy's thematiek aan het voorbeeld van Wagner toe te schrijven en het spreekt van zelf, dat iemand die op jacht naar reminiscensen" gaat het een of ander ook in d'indy's werk zal vinden. Maar laten we vragen: staat Wagner in dit opzicht niet Daar zijn de inlichtingen te krijgen omtrent alles, zoo een der comité's, belast met het inzamelen der gelden, vrienden van Theo van Hoyfema niet mocht bereiken. Maar niet enkel om deze inlichting ter kennis te brengen van velen, werd dit kort woord geschreven. Het doel ervan was ten eerste: opwekking. Het doel ervan iedereen, wien dat lust, rcête maken mee te helpen tot het volvoeren van het plan. Het doel ervan was voor zoover het in mijne macht is, mee te werken, dat Van Hoytema het ge de n kt ee ken dat naar zijn aard is, en pass«-nde herinnering aan hem is, gauw zal bezitten, spoedig, na zijn dood. Dralen zou ook hit r zijn gebrek aan eerbied, en gebrek aan kracht in-de genegenheid. DE ROUVSLLE'S VAN HOYTEMA, IN PULCHRI STUDIO. De Rouville heeft, na Van Hoytema's dood, meer dan n studie naar hem ge maakt, al cf niet dadelijk naar de natuur. Een ervan vindt ge, als een betuiging en een belt og van vriendschap, nu in Pulchri Sttrlio. Het is de schilder op het doodsbed. De kop is volledig hoofdzaak; het lijf diartegen slechts bijzaak. En zoo als deze zware kop, met den schralen baard, dien Van Hoytema In zijn ziekte had laten staan, ligt te midden van de parelmoerende kleuren, in den rust van den dood, is het werk meer dan enkel een vriendschapsbetoon; het is een werk, dat zielsgelijkenis geeft, en dat het verbetene, in zichzelf gekeerde geeft, dat doode menschen evenzeer als de doode dieren hebben. Te hopen is, dat dit werk niet te loor ga dat het een plaats vindt in het Haagsch Museum, tusschen de portretten van andere schilders. PLASSCHAERT Levensverzekering Maatschappij H A A R L E M" Wilsonspiein 11 DEVOORDEELfGSTE TARIEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl