De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 4 mei pagina 13

4 mei 1918 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

4 Mei '18. No. 2132 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 INTRIGES TEGEN MINISTER LOUDON Teekenlng voor nde Amsterdammer" van Joh. Braakenslek Als we hem laten vallen, zullen we beter onzen zin krijgen' umimiHimiiimii i n n 11 , , ,, ,,,,, , ,,,, ,, , iimimi m m m DE/=1MSTERD>RMS^HE HEEREMGRflCHT ^11 LÉVENS-OMGEV/ILLEM-flflMSPK/ïrrELLWHEIDS ZIEKTE VERZEKERIhGEM ?iiiiiiiimiiiiiiiMiiimii iiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii MiitiimmnmiMiH iiiiiiiiiiiiitiimiiiimiiiiiiifii 1T MIJN GROOTSTE SPORTDAG (Met verontschuldigingen aan het Maandag ochtendblad.) De heer Robert Sladerop uit wiens mémoires wij heden een belangwekkende pagina publiceeren, werd op l Januari 1880 te Amsterdam geboren, en bevindt zich dus nog in de bloei yan zijn leven; men mag met grond aannemen, dat zijn sportearrière voorloopig nog niet zal zijn geëindigd. Na de lagere school en de H.B.S. met drie-jarigen ? -cursus te hebben afgeloopen, verkreeg Sladerop een betrekking ten stadhuize, een merkwaardige overeenkomst voorwaar met dien anderen grooten sportsman .,T3ok", die naar men weet in het dagelijksch leven een soortgelijke betrekking in de Rotte-stad vervult. Sladerop is gehuwd en heet'c vijf kinderen, zoodat de hoop mag worden gekoesterd dat zijn nakroost nog lange jaren de gelederen der Nederlandsche sportbeoefenaars zul komen versterken. Reeds in de eerste kinderjaren van den kampioen openbaarden zich diens groote neiging voor alles wat met sport in verband staat: aanvankelijk legde hij zich speciaal toe op drijftollen, later wijdde hij zich echter meer aan het ki ikk«!rspel, en toonde daarbij een bijzondere bedrevenheid in het oude Amsterdamsche spel: Eagelsche rol" Zijn tijdgenooten weten ook nog levendig te verhalen van de onvergetelijke episode uit Sladerop's jeugd, toen hij in de tweede klasse der H.B.S. eenmaal onder de aardrijkskunde-les bij het spel on of eef" niet minder dan drie en twintig knikkers over den grond liet vallen. Omtrent het particuliere leven van den kampioen kunnen wij nog m*dedeelen dat dit zich kenm«rkt door grooten eenvoud; Sladerop behoort niet tot dezulken die, verblind door het sportsucc^s, zich Toor het gewone leven te groot achten, muai1 ver vult integendeel zijn nuttige maatschappelijke functie met opgewektheid, tot volle tevredenheid van hen, die, schoon op sportgebied verra zijn min deren, in het d^igelijksche leven boven hem ge plaatst zijn. Nog kunnen wij vermelden dat hij een sterke voorliefde heeft voor al wat Amerikaansch is: met name is hij een welbekiinde liguur in de American Lunchroom en het American Hotel. Wij geven thans het woord aan den heer Sladerop: Mijn grootste sportdag is ongetwijfeld geweest de 31ste Augustus 1913 toen het mij gelukte beslag te leggen op het nationaal kampioenschap in vliegen vangen, en het record te behalen, dat sindsdien tot op heden ten mijnen name is blijven staan. De datum waarop ik deze dubbele zege mocht ver werven is onvergetelijk in mijn geheugen gegrift, ook omdat hij toevallig juist samen viel met den verjaardag van H.M. de Koningin. De omstandigheden waren niet ongunstig. In de eerste plaats was ik zoo gelukkig de beschikking te hebben over een prima jacht terrein, zijnde de ruime en op het Zuiden gelegen keuken mijner woning aan den Ceintuurbaan. Ook het weder werkte mede; het was warm en drukkend, en ofschoon dit natuurlijk aan mijn lichamelijke inspanning zeer hooge eischen stelde, had de onder vinding mij geleerd dat onder deze weers omstandigheden de meeste kans op een goede vangst bestond. Toch zou ik niet het succes gehad hebben dat mij is ten deel gevallen, indien ik niet in tip-top training geweest was; hiermede was ik dan ook reeds zeer vroeg in het seizoen aangevangen. Ik mag op deze plaats meedeelen, dat een belangrijk deel van de mij gebrachte hulde eigenlijk toekomt aan mijn trouwe echtgenoote, die mij den geheelen zomer op werkelijk Amerikaansche wijze getraind heeft en mij steeds, wanneer de moed mij begon te ontzinken, een riem onder het hart heeft gestoken, en mij het schoone ideaal voor oogen gehouden. Het was precies tien uur in den morgen dat ik mij, zooals wij dat uitdrukken aan het werk" begaf. Gekleed in athletiekcostuum en wapend met mijn voortreffelijken Amerikaanschen vliegenvanger (bezem model) trad ik de keuken binnen waar de vliegen onmiddellijk in dichte zwermen om mij heen gonsden. Nog geen stap had ik in de keuken gezet of reeds was met een forschen mep op de tafel het eerste slacht offer geveld. Met n ruk wendde ik mij om en met een elastischen back-hand slag tegen de leuning van een der stoelen trof ik nummer t wee, om mij dadelijk daarna weer op een derde te werpen. Zoo ging het voort: als een ware duivel achtervolgde ik het vliegersgebroed, nergens waren zij voor mij veilig. Vlogen zij laag, dan bukte ik mij neder; vluchtten zij naar den zolder dan sprong ik behendig op den tafel en verpletterde mijn slachtoffers tegen den zolder. Te half elf bracht een keiharde klap tegen de kachel het einde van den eersten vliegenbezem; de steel brak af en ik stond voor het oogenblik ongewapend. Gelukkig hadden mijn vrouw en ik deze gebeurlijkheid voor zien en gezorgd voor verscheidene reserve vangers, die mij nu goed te stade kwamen. Snel werd mij een nieuw instrument door de kier der deur in de hand gedrukt; tevens ontving ik een glaasje koude thee, dat mij weer nieuwe krachten gaf; dadelijk hierop ging de jacht weder vooit. Zoo duurde het bijna onafgebroken tot 12 uur des middags toen de jacht gesloten werd ; het was trouwens hoog tijd want mijn krachten waren bijna ten einde. Mijn vrouw en kroost die achter de glazen deur mijn strijd met ademlooze spanning hadden gade geslagen traden binnen en begonnen on middellijk met het tellen der doode vliegen. Te ruim n uur was vastgesteld dat ik in den tijd van twee uur niet minder dan 843 vliegen had doodgeslagen, zijnde ruim 7 per minuut: aangezien geen grooter totaal bekend is geworden was ik hiermede houder van het nationaal kampioenschap. Bovendien wordt door mijn vrouw en vijf kinderen, eenstemmig verklaard dat ik te ruim 10.33 tegen de kachelpq'p achl vliegen in n klap heb doodgeslagen, waarmede ik het wereld record,dat sinds veleeeuwen met zeven vlieg' n in een klap ten name van den bekenden kleermaker stond, belangrijk heb verbeteid. R. SLADEROP Bridge en Royal Aüction Bridge Nu wil ik, na hetgeen ik vroeger in het midden heb gebracht over de annonce van den gever, eens nagaan, hetgeen den twee den speler te doen staat. Zooals ik zeide moet de annonce van den gever behalve in het geval van de schop penannonce gegrond zijn op goede kaar ten; een sans atout annonce op een spel gedekt in drie kleuren; een annonce ineen kleur op een serie met bovenaan hooge kaarten, terwijl de speler minstens vier trekken uit zijn spel moet kunnen maken. Heeft hij zulk een spel niet in handen, dan doet hij het beste om te passen. Nu moet, bij de annonce van den tweeden speler, deze rekening houden met de annonce van den gever. Heeft deze gepast, dan moet in mijn gedachtengang de tweede speler dezelfde beginselen toepassen als ik voor den gever aangaf. Het is voor hem toch van gewicht, dat hij aan zijn partner ook aanwijzingen j geeft over zijn spel. Heeft hij een spel voor sans atout, dan zal hij n sans atout aan kondigen; heeft hij in een kleur een serie met hooge kaarten bovenaan, dan zal hij j in die kleur n slag annonceeren; heeft hij een zeer sterke kleur, dan is het van veel gewicht, dat hij in die kleur dadelijk twee slagen aankondigt. Voor hem is dat nog belangrijker dan voor den gever, want het is niet waarschijnlijk, dat deze laatste een hooger bod zal doen, terwijl de derde speler zonder iets anders van het spel van zijn partner den gever te weten, dan dat bij niet krachtig genoeg is zelf een kleur te noemen, aarzelen zal het bod van twee slagen in een kleur te veihoogen, vooral wanneer dit moet gebeuren, door drie slagen in een lagere kleur te annonceeren. Er zijn wel spelers, die er meer voor voelen om met een sterk spel toch niet meer dan een slag in een kleur aan te kondigen, teneinde aan de tegenpartij niet dadelijk te laten merken, dat zij een sterk spel hebben, en, bij een mogelijk opbieden, de annonce van de tegenpartij te kunnen doubleeren, maar hoofdzaak moet toch blijven zelf de manche te winnen en door zich niet aan den door mij aangegeven regel te houden is er meer kans, dat zij hun partner een onjuist Inzicht geven, dan dat zij er hun tegenpartij in laten loopen. Heeft de gever n schoppen aange kondigd, d.w.z. heeft deze dus een spel met goede kaarten en schoppen, maar waarop hij toch geen kroonschoppen kan annonceeren en heeft de tweede speler ook een goed schoppenspel, dan moet de laatste de annonce van den gever doubleeren. Dat is dan voor zijn partner die wellicht heel zwak is in die kleur, een waardevolle aanwijzing, dat de kracht en de kleur niet geheel voor de tegenpartij is, doch dat de tweede speler hem in die kleur kan steunen met minstens een vasten trek. Dit kan b.v. van zeer veel gewicht zijn bij een sans atout annonce door den vierden speler. Bovenaan die schoppenkleur moeten dan echter enkele hooge kaarten zijn, b.v. aas vrouw, heer vrouw of ook wel heer boer, desnoods heer tien met daarbij nog twee lagere kaarten. Maar er dient nog wel eens de nadruk op te worden gelegd, dat het doubleeren alleen een aanwijzing is voor den partner en geenszins een uitnoodiging voor een sans atout annonce. Heeft de tweede speler een goed spel dan is er voor hem ook veel aan gelegen, om zoo mogelijk een bod te doen. Heeft de derde speler toch goede schoppen, dan zal hij kroonschoppen aankondigen, heeft hij een goed spel met zwakke schoppenkaart, dan is er alle aanleiding voor dien speler om n sans atout te annonceeren en dan is het van veel gewicht voor den vierden speler om te weten in welke kleur hij moet uitkomen. Heeft de tweede speler een zeer goede kleur, dan zou een annonce van twee trekken daarin zeer goed zijn, want daarmede is de annonce van n sans atout of van n kroonschoppen door den derden speler uit gesloten. Voor het opbieden van den tweeden speler boven n schoppen van den gever, behoeft de eerste dus geen spel te hebben, dat aan dezelfde eischen voldoet als die aangegeven voor de beginannonce van den gever. Het kan dus een geforceerd bod zijn en daarmede moet de partner van den tweeden speler rekening houden, wanneer na een opbieden van den derden speler, de beurt aan hem is gekomen. Als de gever n sans atout heeft aange kondigd, wordt het een moeilijker geval. Op den voorgrond moet staan, dat bij Royal Aüction Bridge die sans atout annonce be rust op goede kaarten, want bij de tegen woordige telling der kleuren kan men in alle vier de kleuren er met twee slagen boven gaan; het is nu echter de vraag of het gewenscht is om dat te doen, zelfs al heeft men een spel waarop met recht twee slagen kunnen worden aangekondigd, b.v.: De tweede speler heeft van ruiten: aas, vrouw boer zesde met nog een aas, of heer vrouw, terwijl hij in de andere kleuren geen haalbare trek heeft. Met de sans atout annonce van de tegenpartij heeft hij al zeer weinig kans de manche te winnen wanneer hij in de ruiten zou spelen, terwijl hij een goede kans heeft om de tegenpartij het spel te laten verliezen als zijn partner iets bij heeft; althans te maken, dat de tegenpartij de manche niet wint. Ik wil er nog eens den nadruk op leggen, dat bij Royal Aüction Bridge het aantal behaalde punten van zeer weinig gewicht is, wanneer daarmede niet tevens de manche wordt gewonnen. Er zijn drie dingen waar mede men rekening moet houden. In de eerste plaats moet men trachten zelf de manche te winnen; in de tweede plaats trachten te zorgen, dat de tegenpartij de manche nut wint en in de derde plaats er naar te streven, dat de tegenpartij het aan tal aangekondigde trekken niet behaalt. Wel zou nog de overweging kunnen gelden, dat door twee ruiten aan te kon digen men de tegenpartij verleidt op te bieden tot twee sans atout, maar zullen zij dat doen, met de wetenschap dat er een sterk spel achter de sans atout zit; zullen zij niet veeleer dankbaar zijn voor de ver kregen waarschuwing en overgaan in harten of kroonschoppen, en wat moet de tweede speler dan doen? Opbieden tot 3 slagen in ruiten, wanneer zijn partner past, is ge waagd. Er bestaat dan veel kans, dat die annonce wordt gedoubleerd en de tegen partij de voorkeur er aan geeft het spel in ruiten te doen verliezen boven een opbieden tot een onzekere 3 slagen. Een ander ding wordt het, wanneer de tweede speler een mooie suite heeft in harten of kroonschop pen. In die kleuren wordt de manche met vier aan trek gewonnen, terwijl voor ruiten en klaveren vijf trekken noodig zijn. Bovendien bestaat er dan meer kans, dat de gever bij zijn sans atout annonce als hij wil opbieden en wanneer hij opbiedt tot twee sans atout is de kans om hem het spel te laten verliezen veel grooter geworden. Uit het oogpunt om aan zijn partner een inzicht in zijn spel te geven, wanneer de sans atout wordt gespeeld, is een hooger bieden voor den tweeden speler ook niet noodig. Hij zit toch voor en komt dadelijk j uit met zijn sterke kleur. Hieruit volgt al i dadelijk, dat de tactiek van den vierde j DROOMBEELD IV De Eenheidsworst tllllllllllllNIIMIIIlllllMIIIIIIIIlllllllllIIlllllIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIlll BKHTE CENTS KIAAAR heel anders moet zijn, dan die van den tweeden speler; de eerste moet, wanneer dat mogelijk is wel een kleur noemen, om aan den tweeden speler inzicht te geven in zijn spel en hem als het ware te zeggen in welke kleur hij uit moet komen, maar op het spel van den vierden speler kom ik later terug en wil ik daarop niet vooruitloopen. Bij de beoordeeling van zijn spel door den tweeden speler, moet hij het hiervoren ge noemde wel overwegen voor hij een annonce doet. Het zou ook nog kunnen, dat de tweede speler ook een sans atout spel heeft. Een opbleden tot twee sans atout is voor hem echter zeer gevaarlijk. Noodzakelijk moet een van de beide overige spelers een zeer zwak spel hebben en heeft de derde speler nu een spel, waarmede hij het spel van zijn partner eenigszins kan steunen, dan loopt men groot gevaar dat de twee sans atout" wordt gedoubleerd en er van het spel niets terecht komt. Het is dan veel beter om in een kleur een annonce van twee slagen te doen, ook al is die annonce nu niet bepaald sterk en al voldoet deze niet aan de ge stelde eischen. Wel bestaat dan de mogelijk heid, dat die annonce gedoubleerd wordt, maar dan kan men altijd nog over gaan tot twee sans atout. Wordt de tegenpartij, die in de geannonceerde kleur voldoende kracht heeft, echter verleid om op te bieden tot twee sans atout, dan heeft men een mooie kans om hem het spel te doen verliezen. Het doubleeren van een sans atout annonce is uit den aard der zaak gevaarlijk. Men maakt het den tegenpartij dan gemakkelijk over te gaan in een kleur, die sterk is en dan zal het zeer de vraag zijn of men in staat is die kleur ook te doubleeren. Als de gever een annonce doet in een kleur moet de tweede speler, als hij eenigs zins kan, daar tegen opbieden, want passen de derde en ook de vierde speler, dan heeft de gever bij het te spelen spel slechts den plicht om n trek te behalen en dat moet men trachten te voorkomen. Als de tweede speler gedekt is en de geannonceerde kleur en ook nog andere goede kaarten heeft, dan is de zaak eenvoudig en is de beste an nonce n sans atout, ook zelfs op minder goede kaarten dan waarop anders sans atout wordt aangekondigd. De tweede speler geeft daarmede te kennen aan zijn partner, dat hij gedekt is in de door den gever gean nonceerde kleur en dat hij in de andere kleuren ook nog eenige kracht heeft. Door deze annonnonce wordt de tegenpartij boven dien gedrongen tot een annonce van twee slagen te gaan, indien zij op willen bieden. De n sans atout annonce is voor den tweeden speler een mooi bod, maar hij moet wel gedekt zijn met minstens een trek in de door den gever aangekondigde kleur. Kan hij geen sans atout annonce doen, dan kan hij een kleur noemen. Wat voor den gever een goede annonce is, is dit voor den tweeden speler zeker en de tweede speler kan zelfs verder gaan en een annonce doen op een zwakker spel dan dat van den gever. Men moet toch wel onderscheiden tusschen een oorspronkelijk bod en een gefor ceerd bod en de partners van die bieders moeten daar ook mede rekening houden. Het geforceerde bod wordt gedaan om de tegenpartij tot opbieden te noodzaken, in dien hij het spel wil spelen. Men moet het de tegenpartij niet te gemakkelijk maken TENTOONSTELLING Oud-Holiandsche Schilderijen Collectie Goudstikker in de groote kunstzaal van de Vereeniging ARTIBUS SACRUM OUDE KORENBEURS, ARNHEM Opening 9 Mei des n.m. 2 ure, Van 1O-31 Mei (van tO~4 uut*)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl