Historisch Archief 1877-1940
JT0. 8183
Zaterdag 11 Mei
A" 1918
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar
UITGEVERS; VAN HOLKEMA & WARENDORF, AMSTERDAM
Advertentiën omslag f 0.35 p. regel, binnenpag. f 0.40 p. regel
ISHOUDi Bladz. 1: De Overgedreven Bui,
door v. H. Bmtenlandsch Overzicht, door dr.
W. O. G. Byvanok. Prijsvraag. 2: Gezellige
Wandeling, teekening van Jordaan. Vertrou
welijke billet t en. H. L. Berokenhofl, door D.
Konwenaar. Een Blajzjjde van Tagore, door
dr F. van Eeden. De Bureaucratie en
Democratie in Zwitserland, door J. J. Brants.
3: Feuilleton: Narcissen, door C. Was?Osioga.
5: Voor Vrouwen (redactrice Elis. M. Rogge) door
Egb. O. v. d. M. Uit de Natnur, door Jao. P.
Thjjsse. 7: Boekbespreking, door H. Brugmans
en E. Vos. Vers, van N. BpQer. Om den
Goeden Oogst, teekening van George van
Baemdonck. 8: Kuostnotit:es, door Plaseohaert.
Muziek in de Hoofdstad, door mr. H. M, van
Leeuwen. Nieuwe Fransche Boeken, door J.
Tielrooy, 9: Op dan Economiiohen Uitkijk, door
jhr. mr. H. Smissaert. 10: uit het Kladaehrift van
Jantje. De P ychiater, door Herm. Balomonson.
Nederland onder den Meiboom, taekening van Joh.
Braakensiek. Schaakspel, door dr. A.. G. Olland.
Bijvoegsel: De Wederoplaving van Bisland, teeke
ning van Joh. Braakensiek.
IIIIIIIHIIIIIIIIIIIIII
DE OVERGEDREVEN BUI
Terwijl blijkens de ministerieele ver
klaring nu ?de spanning tusschen Neder
land en Duitschland geweken is", staan
wij tegenover elkander als de schepelin
gen op een schip, dat eenige uren door
een zware bui is heengestoken en waar
alles reeds voor veel erger en veel langer
stormklaar gemaakt was. Nu drijven eens
klaps de wolken wat weg. Het ergste is
over. En de menschen kijken elkander
aan, als lieden die in een nies zijn blijven
steken: hoe gevoelen wij ons?" en hoe
staat het er nu voor?"
't Is nu eenmaal nederlandsche ge
woonte» zichzelf altijd te klein te maken
en nooit eens voldaan te toonen. Zoo
kan men ook nu weer menigeen hcoren
spreken. Laat vrij de ietwat officieele
hoofdartikelen uiteenzetten, dat de op
lossing voor ons nog niet zoo slecht
geloopen is, met te vele goede vaderlanders
kwamen wij in gesprek, die voor de
onzerzijds bereikte uitkomst slechts een
snier over hadden: natuurlijk weer een
figuur als "
Dit kan niet krachtig genoeg worden
tegengesproken. Wij hebben eerlijk
gezegd reden om tevreden te zijn over
het standpunt, dat Nederland tegenover
de dreunende, eischende houding uit het
Oosten heeft kunnen blijven innemen.
Gezien ook de verkeerde stemming, die
van zekere leidende kringen is uitgegaan,
gevoelen wij ons danig opgelucht. De
Minister van Buitenlandsche Zaken heeft
daarbij de overhand weten te houden,
ii Miiiiiiiiiiiimmiimi nu i immiii
PRUISISCH KIESRECHT
De Paaschboodschap van den
KeizerKoning, verleden jaar (8 April 1917), hield
voor zijn te velde staande troepen een be
lofte in, hoog en vast als een Keizerwoord,
esproken op den dag der Herleving, de
elofte van een vernieuwd vaderland. Het
zou zijn zoons bij de thuiskomst in hun
woonsteden terugzien: soldaten vol van
krijgsroem, maar ook als burgers mannen
van waardigheid.
Ik ken geen partijen meer, had hij
bij de opening van den oorlog aan de
Rijksvertegenwoordigers gezegd, thans r u allen
gelijkelijk In deze jaren den last droegen
van den oorlog, wilde hij aan zijn volk van
Pruisen zeggen: Ik ken geen klassen
meer.
De oude regeling der vertegenwoordiging
op den landdag van het koninkrijk
dagteekende van ongeveer zeventig jaar geleden.
Uit een tijd van reactie. Zij was gemaakt
bij koninklijke verordening en gaf door haar
drieklassen-stelsel en haar getrapte ver
kiezing het volledig en onbeperkte overwicht
aan het land en de groote grondbezitters.
Daarnaast aan de groote vermogens.
Telken jare in Februari kwam een schaar
van gezonde reuzen in de hoofdstad hun
landwirtschaftliche Woche" houden. Het
was de bond der agrariërs die hun macht
en hun mogendheid aan Berlijn vertoonden.
Want zij gevoelden zich den ruggestreng
van den staat: op hen rustte het gebouw,
zij waren daarvan het raam en het beslag.
Spreek hunnietvan eenparlementariseering
van het bestuur naar Engelsch model of van
een hervorming pp den voet van den door
algemeene en directe stemming verkozen
Rijksdag.
Wanneer er eenheid moet wezen in de
wijze van vertegenwoordiging van geheel
Duitschland, Iaat dan liever de Rijksdag
zich hervormen op de manier van den land
dag. Dan bestaat er kans een eind te zien
aan de sociaal democratie en den ellendigen
partijstrijd.
Want bij zijn ontbijt verorbert iedere
rechtgeaarde agrariër m de landwirtschaft
liche woche" te Berlijn een sociaal democraat,
dat is om zich eetlust te geven; daarna
en het rustige maar bewuste
neutraliteitsstandpunt van den heer Loudon is, den
hemel zij dank, onverlet kunnen blijven.
Twee zaken heeft deze Minister daarbij
ongetwijfeld op zijn hand gehad: het
koelbloedige gevoel van onze groote
volkskringen en de voor de Duitschers,
tijdelijk althans, min gunstige loop van
zaken aan het Westelijk front!
Ieder, die de zaak goed doordenkt,
heeft gevoeld, dat voor ons de ernstigste
vraag was: zullen wij met het te her
openen spoorwegverkeer tusschen Belgi
en Duitschland via Roermond, den eisch
van vrij vervoer voor legerproviand"
kunnen afslaan?
Deze eisch zou een pertinente breuk
hebben opgeleverd in het voetstuk van
onze onzijdigheid. Artikel 2 der Neder
landsche Proclamatie van 1914. heeft eens
voor al vastgesteld: dat het doortrek
ken van ons grondgebied met tot een
der oorlogvoerende behoorende
convooien van levensmiddelen niet zal wor
den toegelaten". Het doet er niets meer
toe, of deze regel afkomstig is van de
al of niet juiste vertaling eener Fransche
tekst: hij was nu eenmaal door Neder
land gesteld, en steeds heeft onze Re
geering het standpunt in genomen, dat
gedurende den oorlog aan zulk een Pro
clamatie niet te tornen valt.
Daarom was het een kritiek punt,
toen bekend werd, dat Duitschland wel
iswaar den doorvoer van troepen en
wapentuig nalaten wilde, maar op dien
van levensmiddelen met nadruk stond.
Zouden wij toegeven? Het leek zoo ge
makkelijk en onschadelijk. Was dit nu
zoo'n ernstige zaak? Al wie slapheid
voor wijsheid houdt en al wie voor in
vloeden van den Duitschen kant open
staat, tokkelde op deze snaar.
Maar daarmede hadden wij tevens het
beginsel van onzen tegenwoordigen staat
prijsgegeven l Het woord onschendbaar
heid" zouden wij tegen geen indringer
meer hebben kunnen uitspelen. Geen
concessie zouden wij verder principieel
hebben kunnen weigeren. Het ware ons
zeker eenmaal betaald gezet. En ook
aanstonds was voor wie zich de wer
kelijkheid indacht, het gevaar noodlot
tig. Neutraliteitschennis breidt zich als
een olievlek uit. Er was geen enkele
waarborg, dat ongeoorloofd goederen
vervoer over Nederlandsen grondgebied
niet zou hebben geleid tot geallieerde
aanvallen, stel bijvoorbeeld boven de
wagons of stations op ons territoir.
Reeds hiertegen ware niet veel meer te
zeggen geweest. Doch dit zou aanstonds
weer geleid hebben tot operaties van
Duitsch afweergeschut op Nederlandsch
gebied, en tot voortdurend verdere mi
litaire maatregelen op onzen bodem, in
stellen zij zich, verder op den dag, tevreden
met een liberaal en een Semiet. Overigens
in hun stinsen op het land dikwijls de best
opgevoede en toeschietelijkste menschen.
De keizer-koning nu, in zijn Paaschver
kondiging van 1917, beloofde aan het volk
waarmede hij den grooten oorlog had door
leef d een hervorming van het getrapte
klassenkiesrecht die allen zou in staat stellen mit
zu raten und mit zu taten".
Zulke officieele kennisgevingen hebben
altoos iets steils, misschien, omdat de
man die ze opstelt, zich niet kan laten gaan.
Hier in deze Paasch-ukase wordt veel ge
sproken van den eerwaardigen grootvader
wiens lijn van handelen In zijn zorg voor
het volk de eerbiedende kleinzoon trouw
wil volgen; alsof het niet Wilhelm I is ge
weest die in den conflictstijd" de laatste
rest van zelfstandigheid van den landdag
heeft geknot l
Wil men de bedoeling van Wilhelm II
weten, uitbundig en impulsief als h i] kan
zijn, zoo moet men elders zoeken.
Wiison vergist zich," vernemen wij uit
het officieuse voorwoord van het
Paaschedict in de Norddeutsche Algemeine Zeitung
(5 April), niet om alleen-heerschappij te
vestigen, maar integendeel om het
volkskoningschap der Hohenzollerns vast in
Duitsche aarde te doen wortelen, daarheen
voert de gemeenschappelijke weg keizer en
v«lk, daartoe schoot ons, te midden van
den storm, in de aderen de kracht.
Wat voor knechtsziei vermoedt Wiison
toch wel in het Duitsche volk, wanneer hij
denkt dat het zich van buitenaf zijn vrijheid
laat toemeten!"
Men hoort het, degeen die hier spreekt,
heeft Friedrich Naumann over den volkskeizer
gelezen, en Wiison heeft het hem aange
daan met zijn scheiding maken tusschen
regeering en volk in Duitschland, en ook
de revolutie in het andere ukasenland is
niet onopgemerkt voorbijgegaan.
Wanneer dan in de Juli maand van 1917
een vleug van liberale bezinning door
Duitschland vaart, en de menschen gaan
denken waarom men toch eigenlijk de heele
wereld tegenover zich heeft en of het niet
beter zou zijn dat landen en volken, wat
Tirpitz ook mocht meenen, weer in vrijheid
adem haalden, dan weet Bethman Hollweg
den Keizer zijn gedachte over het kiesrecht
nog duidelijker te doen uitspreken. En hij,
de Keizer-Koning van Pruisen, verklaart
zich voor het gelijke stemrecht.
De stem van den machtigsten agrariër
zal niet meer wegen dan het geluid van
den boerenknecht.
beslagneming van mér spoorwegen, in
beslagneming langzamerhand ook van
meer terrein. Voor hen, die als wij eene
inboeting van de Nederlandsche vrijheid
aan Duitschland in deze tijden boven
alles vreezen, ware zulk een loop van
zaken het begin van het eind geweest,
waar het Nederlandsche volk zich slechts
met geweld tegenover zou hebben kun
nen verdedigen. Maar ook zij, die min
der ver het oog laten gaan en redenee
ren, dat vóór alles strijd vermeden wor
den moet, zouden bedrogen uitgekomen
zijn. Zij zouden, in hunne lijdelijkheid,
den strijd eerst recht op onzen bodem
uitgebroken zien!
En dan is dit ongetwijfeld het belang
rijke en bevredigende succes van onzen
kant behaald, dat naar 's ministers nota
Duitschland dien eisch heeft laten vallen.
Eerst met beslistheid volgehouden, is
deze tegenover de weigering van onze
regeering opgegeven geworden. In min
der dramatische afmeting is ons iets
gelukt, dat België, toen in '14 de troepen
doortocht werd verlangd, niet deelachtig
is geworden. Wij hebben geen kamp
gegeven, aan den onneutralen eisch weer
stand geboden, en zijn toch niet tot
uitersten geleid. De drinkbeker is voorbij
gegaan.
Wij mogen dus zeggen, er waarlijk niet
slecht doorheen gekomen te zijn. De vei
ligheid en de eer zijn beide gehandhaafd
gebleven.
* *
*
De nadere regeling in zake het zand
en grindvervoer, waarin inderdaad zekere
concessie's zijn gedaan, doet dit gevoel
geenszins te niet. De concessie's bestaan
hierin, dat het nuf-militaire gebruik van
het zand en grind in België, tot een
bepaalde grens, nu weer op de enkele
verzekering van de Duitsche regeering
zal worden verondersteld, terwijl onze
regeering vroeger, op grond van door
haar verkregen inlichtingen, die enkele
verzekering niet als afdoende had aan
vaard. De van onzentwege verlangde
offficierscontróle is hiermede uitge
schakeld.
Ongetwijfeld is daarmee een vrijgeviger
standpunt ingenomen. J
Maar de nadruk mag er wel zeer dege
lijk op gelegd worden, dat deze concessie
van geheel anderen aard is, als die welke
in zake het spoorwegverkeer is ontzeild.
Laatstgenoemde betrof een schending
van de bepaalde volkenrechtelijke
neutraliteitsplicht. In zake het zand en grind
is dit zeer zeker niet het geval. Gelijk ook
in deze kolommen meer dan eens is
betoogd, heeft onze Regeering in deze
materie eene zekere vrijheid, waarvan
zij naar eigen inzicht gebruik kan maken.
Niet dat het daarom aangenaam zou zijn,
op dit stuk voor buitenlandsche
krachtNu was dan het kiesrecht voor den land
dag een dier geworden met vier pooten:
het was algemeen, gelijk, direct en geheim;
het kon loopen, en het zou zoo spoedig
mogelijk zich gaan bewegen.
Maar gelijk men weet, er kwamen
reactionnaire wolken aan de lucht. Na het
Michaëlis-intermezzo is het toch niet zon
der moeite geweest dat Hertling met zijn
programma doordrong. Een der bewijzen
van zijn triomf was dat de Keizer hem zijn
wil herhaalde om de kieswet zoo spoedig
mogelijk tot stand te zien gebracht met
gelijk stemrecht.
Eerst was het zelfs niet zeker geweest of
de Rijkskanselier Graaf Hertling ook presi
dent zou worden van het Pruisische mini
sterie, gelijk de vorige Rijkskanseliers het
waren geweest. Een Beijer.üd van het Centrum,
hoofd der speciale regeering van Pruisen,
daartegen kantte zich agrarische trots ! Maar
Erzberger, een drijfkracht van de Centrum
partij, bewees den candidaat voor het Kan
seliersambt dat hij den eenen voet vast
geplant moest houden in het Pruisenland,
wilde hij niet wankel staan. Ook hier won
Hertling zijn wensch.
Maar is het niet een bewijs te meer,
hoe nauw Pruisen en Duitschland samen
hangen en hoe dwaas het is den Pruisischen
landdag een geheel tegenovergesteld politiek
bestaan te geven als den Duitschen Rijks
dag?
De reactionnaire wolken vermeerderden
aan het uitspansel bij den overgang van
het jaar. Wat zou het lot wezen van de
Kieswet ?
Het is gauw verteld: in eerste lezing,
met het begin van dit jaar, werd de kracht
uit het wetsvoorstel weggenomen door de
verwerping der gelijkheid van kiesrecht.
De agrariërs en met hen al wat conservatief
benepen dacht, hadden hun wil laten gelden.
Het woord van den Koning?
Nu ja; unser König absolut, wenn er
unsern Willen tut, gaat het be
kende rijmpje. Op de tweede lezing der wet
kwam het aan. Die heeft eind April plaats
gehad- Toen zouden de krachten zich
inderdaad meten, meende men. Maar dat
behoefde niet te zijn in het Huis zelf der
Afgevaardigden.
De zittingen van een Duitsch huis van
vertegenwoordiging hebben alleen voor den
buitenstaander, niet voor den ingewijde
eenige beteekenis. De hoofdrollen zijn van
te voren verdeeld, en wanneer er iets
bijzonder belangrijks te verhandelen val*,
heeft er vooraf een soort repetitie plaats,
Prijsvraag voor een Teekening
met het onderwerp
De Tweelingen uit Louis Couperus' laatste werk
DE KOMEDIANTEN"
De Amsterdammer" stelt beschikbaar een
Isten prijs van f 150.?en een
2den prijs van f 50.
voor de beste twee teekeningen met het onderwerp de Tweelingen"
CECILIUS en CECILIANUS uit DE KOMEDIANTEN", van Louis Couperus.
De teekenaars zijn in opvatting en compositie geheel vrij.
De beoordeeling zal geschieden door een jury, samengesteld uit de Meeren
M. BAUER, LOUIS COUPERUS en Prof. dr. W. VOGELSANG,
die zich daartoe welwillend hebben bereid verklaard.
De inzendingen moeten aan het adres, Keizersgracht 333, inkomen, uiterlijk
l JULI a.s., en vergezeld gaan van een gesloten couvert waarop een
motto en waarin gesloten is een kaart met hetzelfde motto en den volledigen
naam en het adres van den inzender.
De twee bekroonde ontwerpen zullen met den naam van den inzender
onderteekend, in De Amsterdammer" gereproduceerd worden, terwijl ook het recht
tot verdere reproductie voorbehouden wordt.
De niet bekroonde inzendingen zullen op aanvrage onder het gegeven motto
worden geretourneerd met insluiting van het ongeopende couvert met motto en naam.
iiiiniiiiiiiiiiii IIIIMIIIII i i minimi minimi iiiiiiniiifiiHii umin
vertoogen toegefelijkheid te zien betracht!
Wij beweren ook niet, dat in deze de
Duitsche gebaren door Nederland met
alleszins sublieme onverschilligheid be
jegend zijn. In 't bijzonder de ver
bintenis tot urtvoer, thans aanvaard, is
geen gelukkig precedent. Maar de gedane
inwilligingen schijnen ons niet van zoo
veel beteekenis, noch ten aanzien van
ons zelve, noch ten aanzien van
Duitschland's wederpartij, dat ze niet geheel
in de schaduw treden bij het goede
gevolg op het stuk van het spoorweg
verkeer door Nederland behaald.
* *
*
Intusschen moet, wie meenen mocht
dat alle moeilijkheden thans uit den weg
zijn, wat matiger worden gestemd l
Hiervan kan men zeker zijn, dat de uit
voering der verkregen regeling nog van
alle drie de kanten moeilijkheden op
leveren kan. Eerste eisch is ongetwijfeld,
dat Duitschland de aanvaarde beperkingen
stipt naleeft. Van de zijde van onze
Regeering moet dit, behoudenstegenbewijs
om te beginnen worden aanvaard. Maar
men vraagt zich wel eens af, wat er bij
een eenigszins uitgebreid spoorweg
verkeer dan wél in die wagons over ons
gebied naar en van Belgiërollen zal,
indien alle oorlogstuig en legerbehoefte
uitgesloten zijn. Toch geen treinladingen
kinderspeelgoed of fopspeentjes?
iiimiiiHiiimiiiiimiim
zooals in Juli laatst bij de interpellatie van
Michatlis. Dramatische incidenten komen
dus slechts zelden voor. Daaruit immers
weet men zich zoo moeilijk te redden. Een
politiek volk zijn de Duitschers niet, zegt
Biilow. En flinke politici missen zij absoluut,
zeggen de anti-Bülows.
Het gevaar voor de wet lag nog minder
bij haar tegenstanders dan wel in de
consessies die een deel van hun voorstanders
geneigd zouden zijn te doen om haar er
door te brengen. Want kan men de vrijheid
niet zoo inwikkelen dat haar beweging
verder geen gevaar meer oplevert? Een
Duitscher en bij alle Goden, het is een
knappe kop van wien men veel kan leeren,
heeft dit die d e u t s c h e F r e i h e i t"
genoemd, ironie over Duitsche kultur,
iets heel zeldzaams!
Kuhhandel, zoo heet dat nemen en geven
achter de schermen. Bülow, dien men altoos
moet citeeren wanneer men over politiek
handelt, zegt van zijn Duitschers: zij zijn
in den grond van hun hart een boerenvolk.
Oogenschijnlijk zijn er echter voor deze
tweede lezing nog geen koeien aan de
markt geweest. Er is zelfs een klein gebaar
van flinkheid gezwaaid tenaanschouwe van
eenige mannen der pers.
Hertüng, de Rijkskanselier, heeft n.1. voordat
de zittingen hun aanvang namen, in een
interview verklaard dat de Keizer vast bij
zijn principe van gelijkheid bleef. Ik
zelf sta en val er mcé, zeide hij bescheiden
aandringend.
Zoo waren de handelingen van het Huis
precies wat men er van had verwacht, soms
wel opgewonden, maar altoos gewoon.
Heydebrand, de ongekroonde Koning van
Pruisen, woordvoerder der agrariërs, bewees
dat Pruisen alleen kon blijven bestaan, wan
neer de beginsels bleven zooals zij waren ;
de regeeringsmannen voerden aan dat een
groote beroering in het land zou worden
gewekt wanneer het kor.ingswoord niet werd
vervuld. (Wat denkt de Kroonprins toch
wel ? vroeg een der tegenstanders).
Het curieuste moment van de zittingen
mag men wel dat enkele oogenblik rekenen,
toen Hertlitig zelf te midden van een vrij
heftige vergadering vtrscheen. Diar zag
men "op eenmaal dat kleine mannetje ver
schijnen met zijn rond fijn gezicht, waar
langs eeuwtn van filosofie en theologie zijn
vooibijgetogen, dis er de zekerheid hebben
achtergeiaün van een slim-ernstig veistand
boven het w-jreldsciie verheven. Hij nam
zijn plaats i r, i,p de cs'rade waar vroeger
de reus Biihmann Hoiiweg zat.
Er moet dus verder nauwkeurig worden
afgewacht, in dezelfde houding van de
rechte lijn, die thans niet opgegeven is.
En wij leggen er ook nog wel den
nadruk op, dat onze houding een eigene
moet blijven. Dit wil zeggen: wat onze
Regeering doen of laten kan, hangt niet af
van de instemming der geassocieerde
gezanten; zooals in de laatste dagen
wel eens in de gesprekken aangenomen
schijnt te worden. Het ware verkeerd,
onder dien indruk te komen.
Onze neutraliteit is ten slotre onze
eigen zaak. Overleg met buitenlandsche
gouvernementen of hunne vertegenwoor
digers is natuurlijk niet uitgesloten. Maar
het Nederlandsche publiek moet niet mee
nen, dat alles ons goed kan zijn, als 't den
anderen maar goed is. Voor bepaalde
incidenten moge dit wel eens gemakkelijk
zijn, het kon ons toch op een zeker
oogenblik opbreken. De Nederlandsche
politiek zou daarnaast tot een zaak van
precario, een zaak van afhankelijkheid
gestempeld zijn!
Ook aan geallieerde zijde moet worden
beseft, dat wij, bij alle goede verstand
houding, naar eigen oordeel en besluit
onze principes moeten blijven volhouden.
En dan is zulks, wij herhalen het, bij de
laatste incidenten, ten aanzien van de
Duitsche eischen wél geslaagd.
Vergissen wij ons, dat Minister Loudon
hierbij de onmisbare versterking van
Hij sprak, op zijn manier, zacht en duidelijk.
De zaal bedaarde; men luisterde naar ieder
woord, en op den achtergrond dier woorden
schemerde de gelatenheid tegenover de ver
werping der wet, en ook de mogelijkheid
van het doel toch nog te bereiken, door
concessies en cautelen.
Kuhhandel, neen, dat woord kwam
bij niemand op; ten hoogste de voorstelling
dat hier niet de man was om te vallen,
maar om te glijden.
Men weet hoe het wetsamendement om
de gelijkheid van stemming in te voeren
met groote meerderheid Is verworpen. Nu
schijnt de tijd gekomen dat men door allerlei
vindingen omtrent kerk- en schoolzaken en
kiesdistricten, «n weet ik wat al niet meer,
zal gaan beproeven om de vrijheid te be
perken. Opdat het een gelijkheid wordt,
niet om mit zu raten und mit zu
t a t e n, maar om samen den mond te houden.
Het centrum is thans aan 't bod.
Dan liever de overmoed der agrariërs:
Hun beweren is juist. Dat Pruisen, gelijk
wij het historisch kennen met zijn
PolenjOverheersching en zijn Frankrijk-bedwinging
"en zijn burchtgeburen naar alle kanten, met
"zijn overheidshierarchie en zijn
officierenkaste, is gedrongen in het harnas van zijn
oude constitutie. Daarmee staat het als een
agressieve macht tegenover de wereld, daar
mee valt het als een agressieve macht.
Wat de Julibeweging in het voorgaande
jaar beteekent, is het oprijzen in het Duitsch
begrijpen van het denkbeeld eener andere
staats- en wereldorde. Het is het doordringen
in het brein der besten van den zin van
dezen geweldigen oorlog, die tegenover het
geharnaste Duitschland de gansche wereld
in het harnas heeft geroepen, en voort zal
gaan haar daarin te brengen.
Bismarck heeft zijn Duitschland zoo gezier.
De vraag over het Kiesrecht thans, zuiver
gesteld en niet vertroebeld is er een over
het afleggen van de rustirg. En of dan niet
van zelf door het binnentreden in de
Europeesche vrijheid de vijandschap van de wereld
van zelf zich zal oplossen?
Een vraag over het lot van Duitschland
en van de wereld, die kiesrecht- quaestie!
De Keizer in zijn Paaschpreek gebruikt
v/tl hooge woorden, maar mat vleugelend
zullen ze omlaag gaan.
Hij heeft nog te leeren, en van Wiison,
een flink politicus,
! W. G. C. BYVANCK