De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 11 mei pagina 11

11 mei 1918 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

11 Mei '18. No. 2133 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 NEDERLAND ONDER DEN MEIBOOM Teekenlng voor ,de Amsterdammer" van Joh. Braakenslek LENTEGEDACHTE Zouden er nu eindelijk weer betere tijden komen? IIIIIIIIIIIIIIIMIItll IIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIHIUI SCHAAKSPEL Redacteur: Dr. A. O. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht 11 Mei 1918 OPLOSSING PROBLEEM No. 89 VAN A. M. SPARKE 1. Df6-b6. iiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiuiiHi nog geen dertig... maar de dokter heeft voor hem geen leef tg d... Ik vertrouw u... Ik blijf... WEEVERS Dank u... u bent dus vqftlg jaar, en gehuwd, en vader... BRONS Zes-en-vijftig; ik heb n doch ter... ik ben van mijn vrouw gescheiden... WEEVERS Wat is uw beroep ? BRONS Boekhouder; vanaf m'n dertiende jaar op kantoor. WEEVERS En bent u allang gescheiden ? Vertelt u eens? BRONS Ach God... nou dan... Ik ben uit een weeshuis; m'n ouders zijn al jong gestorven... m'n vader was aan de drank... en m'n moeder ook... dat kan u misschien Ie pas komen, straks... u schrijft Immers al die dingen op... als een commissaris van politie... Och jesis en ik heb toch geen kwaad gedaan... ik heb waar achtig geen schuld... en toch misschien ook wel... ik weet het niet... ik weet het niet... WEEVERS Vertelt u rustig verder; u bent uit een weeshuis, en u kwam op kan toor. Hoe oud bent u getrouwd! BRONS Laat 's zien... ze is nu vijfen twintig, zes-en-twintig jaar geleden... op m'n dertigste... toen werd Ik boekhouder, met vierentwintighonderd gulden... we woonden in 't Sarphatipark, twee hoog... 's morgens hoorde je de vogels voor je raam... o, dat ging een paar jaar goed... ze voerde de vogels met brood... en dan kon ze urenlang uit het raam hangen ... in haar morgenjapon... en die blootearmpjes er uit... dan was ze zelf soms net een vogeltje dat na d'r vrijheid terug ver langde ja, 't Is mijn schuld misschien. . . dat ik d'r heb vastgehouwe... niet direct heb late gaan ... maar ze was toch mijn vrouw... en ik werkte voor d'r... och... ik weet het zelf ook niet... ik wét het niet... WEEVERS ... En toen is ze van u weggeloopen... wanneer ? BRONS (verschrikt) Hoe weet ju dat? Och... godomme... moet je dat nou alle maal opschoven... al die ellende van mijn... wat gaat het je feitelijk an ... dat ik zoo'n lammeling ben... Moest ik nou hierkomme om jou dat allemaal te ver tellen ... o... nee, Ik zeg niks meer... ik verd... ik schaam me zoo... (snikt). WEEVERS Luistert nu eens, mijnheer Brons... u voelt u heel ongelukkig, is dat allang zoo... ? BRONS (knikt). PROBLEEM No. 90 VAN L. A. KUIJERS TE AMSTERDAM (Eerste publicatie) ZWART a b c d e f g h WIT Wit: Ka4, Df7, Td4, Pb6, pionnen c4 en f2. Zwart: Ke5, Lc7, Pfl, pionnen a5, f5 en g6. Wit geeft mat In drie zetten. Oplossing over vier weken. PROBLEEM No. 91 VAN H. WEENINK TE AMSTERDAM (Eerste publicatie) ZWART a b c d e f g h WIT Wit: Kf8, Dgl, pionnen e6 en g6. Zwart: Kh8, Te2, La8, pionnen a3, d2, d6, «7 en f4. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing over vier weken. EINDSPELSTUDIE No. 85 VAN C. C. W. MANN TE APELDOORN (Eerste publicatie) ZWART Goede oplossing ontvingen we van: M. Dolman te Zeist, J. Schoonbeek te Weiwerd, G. A. Cremer te Veendam, J. S. te Zeist, L. O. te Utrecht, G. A. C. te Ant werpen, J. Torn te Waalwijk, ds. Jonker te Middelburg, J. Rietman te Dieren en C. van Groen te Amsterdam. III H MIMI IIIIIIIIIIIIIIII1IIIHHIIIIIIIIIIIII "l Illlllllll WEEVERS Hoelang ? BRONS Ik weet zelf niet... Al m'n heele leven geloof ik... maar nou weet ik geen raad meer... ik zie d'r geen gat meer in... WEEVERS Je kunt niet werken? BRONS Niet werken... niet slapen... niet eten... niet denken... o, god ... ik kan geen oogenblik behoorlijk achter elkaar denken... ik suf over m'n boeken... Ik moet uit m'n betrekking. . . En wat moet ik dan beginnen... WEEVERS En als u nu eens rust ging nemen... een paar weken heelemaal d'r uit... naar buiten... BRONS Naar buiten... maar dan ga ik zélf immers ook mee naar buiten? Ik kan m'n eigen toch niet achterlaten? Ik verpest mezelf toch ieder oogenblik? M'n heele leven is immers verpest... Neen, ik ben nu oud... Soms lig ik heele nachten benauwd wakker... met van die krampen, hier, op m'n borst, of in m'n maag... En m'n hoofd klopt... en 't is zóó zwaar... zoo zwaar... O, soms is het, of ik m'n hoofd niet dragen kan... en het is alles m'n eigen schuld... m'n eigen schuld... WEEVERS Kom... uw leven is nog lang... BRONS Wat, lang? En ik heb m n vrouw uit huis geschopt, zoo... boem... de straat op.. met d'r kind ... dat heb ik d'r laten houwen ... gisteren .., neen, toen; och ... en dan voerde ze de vogels, in d'r morgen japon ... met d'r rose armpjes... zoo... en toen zette ik m'n tanden aan d'r polsen (gebaren) m'n nagels stonden d'r in... en ik smeet d'r... (stopt; stilte) maar wat heb jij daarmee ie maken... Moet je dat ook allemaal opschrijven? WEEVERS U vertrouwt mij immers... Maar na dien tijd... dat is dus twintig jaar geleden zoodat... hoe heeft u toen ge leefd. .. ? BRONS Ik? Alleen natuurlijk. WEEVERS Ik bedoel... hebt u nooit ge dronken ? BRONS Soms... als het ons al te ellen dig werd... dan wel eens... wat doe je niet als je alleen rondloopt... als je weet, dat je vrouw een gemeene kroeg houdt... en dat je dochter bij d'r is... o... neen, Ik wil niet dat je dat opschrijft... (ver schrikt) dat gaat je niet aan... dat heb ik nog aan niemand verteld, ik hou altijd m'n mond... 's morgens en 's middags op kan toor ... o, die eeuwige stilte om me heen... en dan ga ik weer denken... en dan zie ik alles weer gebeuren... maar dat weet nie mand ... dat is van mij alleen... (snikt). l f a b c d e WIT Wit: Kd5, Dfl, Pf5. Zwart: Kc8, Dc7, pionnen f4 en f7. Wit speelt en wint. Oplossing over vier weken. EINDSPELSTUDIE tfo. 86 VAN W. EN M. PLATOFF TE RIGA (Rigaer Tageblatt, 1910) ZWART a f g ede WIT Wit: Kdl, Td6, Pel, pion 16. Zwart: Kb3, Tb4, Ph4. Wit speelt en wint. Oplossing over vier weken. VIERKAMP TE BERLIJN Deze wedstrijd, waarvan in de vorige rubriek melding werd gemaakt, had tot uit slag, dat dr. Vidmar overwinnaar werd met 4% p.; tweede werd Schlechter met 3Vs p.; derde Mieses met 3 en vierde Rubinstein met l punt. Merkwaardig is Rubinstein'snederlaag. Hij, de Rus, schijnt zich te Berlijn toch niet geheel thuis te gevoelen. We her inneren ons althans niet, dat de Russische Grootmeester het er ooit zoo slecht heeft afgebracht. Een lypisch staaltje van zijn minderwaardig spel geeft onderstaande partij. De partijen, welke wij uit dezen wedstrijd zagen, maakten overigens geen van allen een bizonderen indruk. Wit: Rubinstein Zwart: dr. Vidmar D2?D4 OPENING 1. d2?d4, Pg8?f6, 2. c2?c4, e7?e5 (reeds verleden jaar publiceerden we een partij met dezen eigenaardigen zet, die afkomstig is van Abonyi en naar diens woonplaats, de Boeda-Pester verdediging genoemd wordt) 3. d4Xe5, Pf6?g4, 4. Lel?f4, Pb8?c6, 5. Pgl-f3, Lf8?b4, 6. Pbt-c3, Dd8-e7, 7. Ddl-d5, Lb4Xc3. 8. b2Xc3, De7-a3, 9. Tal?cl, f7?f6, 10. eSXfö(beter Tc2), Pg4Xf6, 11. Dd5-d2, d7-d6, 12. Pf3-d4 (beter e2?e3), 0-0, 13. e2-e3, Pc6Xd4, 14. c3Xd4, Pf6?e4, 15. Dö2?c2, Da3?a5f (sterker is Db4f), 16. Kel-e2, Tf8<f4 (stond de zwarte dame op b4, dan zou thans Lf5 terstond beslist hebben, daar de witte dame dan niet naar het eenige goede veld, b2, kan ontwijken) 17. e3Xf4, Lc8-f5 (stond de zwarte dame op b4, dan zou ook thans deze zet doodelijk zQn, bijv. 18. De3, b2f 19. Tc2, Pg3t 20.Dg3, Te8f 21.Kf3, Da3f) 18.Dc2-b2,Ta8-e8f 19.Ke2?f3, P«4-d2f 23. Kf3-g3, Pd2-e4f, 21. Kg3-h4? (ongeloofelijk slecht voor een candidaat wereld kampioen! Natuurlijk moest de koning weer naar f3 teiug en misschien had Vidmar zich Invalid-Portwijn DE BESTE MIDDAGDRANK f 2.50 p. flesch Wijnhandel da Barbanson, 51 Amstel, Amsterdam DROOMBEELD v WEEVERS Kom, beste vriend... doet het je niet goed, je hart eens te kunnen uitstor ten? Wil je niet alles eens vertellen? BRONS (als ontwakend') Vertellen... aan jou? Ik heb het nooit verteld... al die ja ren... daarom kan ik niet meer... O... heuse h ..'. ik zie ze soms vlak bij me ... en hun stemmen... dat kind is nou zoo oud als zij toen was ... WEEVERS Hier is een glas water... Ik begrijp wel, dat het vertellen u opwindt. Drink maar eens... BRONS (wantrouwig) Je wil me toch niet... zeg, kan ik jou nou heelemaal vertrouwen? Ben je niet zooals die anderen ... alle ande ren? Die wijzen me allemaal na... allemenschen op straat en ze weten allemaal dat mijn vrouw een gemeene kroeg heeft, en dat m'n dochter... Maar waarom heb ik het jou verteld? Je wist dat immers al? WEEVERS Vertel mij maar alles; u kunt mij vertrouwen. Wanneer ik niet het volle vertrouwen van de menschen heb, fcan ik niets doen... BRONS Maar... ben je mijn vertrouwen waard? Het vertrouwen van een ouwen man ... die vijfentwintig jaren verdriet heeft gehad ... heelemaal alleen... en die nooit een woord heeft gezegd? WEEVERS Ja... want ik moet u immers beter maken ... Ik mag toch niet uit nieuws gierigheid .. : BRONS Ik begrijp het niet... je bent toch óók een mensen... en je bent jong... je zult óók trouwen, met een mooie jonge vrouw, en een kindje zal ze van je krijgen ... je bent toch een man... r.et zooals ik... was... ztJg? En je luistert maar naar alles, en je bent niet eens een dominee... WEEVERS Beschouw mij maar als een dominee ... Ik begrijp je heel goed ... BRONS Begrijpen? Hoe kan dat? Heb jij dan ooit zooveel verdriet gehad als ik... je bent zoo jong... je hebt nog niets mee gemaakt ... WEEVERS Er staat veel van het leven in al die boeken (wijst). BRONS Al die boeken? Daar kan je toch niet uit leeren wat verdriet is ... en hoe het is als je je vrouw ... en je kind... zijn dat allemaal boeken van jou?... en dit... en dit... (hij neemt papieren van het tafeltje... hij vindt den wijnkaart van den vorigen avond). ... en dit... Wat - is - dat ? ... 'snelt naar hem toe) zeg! hoe kom je daaraan... wat is dat ? WEEVERS (oansi-rustig). Wat?... o, dat? Aan het Westelijk front... doorgebroken. imiiiitiiiiiiiiii iiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiliiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiinl H. VAN DOOREN & Cie. DEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECHT DAMES-HOEDEN en BONTWERKEN miitmiiiuiiitiiuiiitiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiitiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiii dan tevreden gesteld met remise Coor eeuwig schaak, Pd2f enz.) Te8?c6, 22. Lfl?e2, Te6-h6t 23. Le2-h5,Th6Xh5f 24. Kh4Xh5, Lf5?g6f- Wit geeft op. Deze partij kan door tweede klas-spelers gespeeld zijn. WEENSCHE PARTIJ Gespeeld l April '18 in de hoofdklasse van den wedstrijd, uitgeschreven door V. A. S. Wit: H. van Hartingsvelt Zwart: mr. G. C. A. Oskam 1. e2-e4, e7?e5, 2. Pbl?c3, Pg8-f6, 3. Lfl?c4, Pf6Xe4 (de sterkste zet is 3... Lb4) 4. Ddl-h5l Pe4-d6, 5. Lc4-b3 (5. De5: De7 leidt tot geiqk spel) Pb8-c6 (iets beter is waarschijnlijk 5... Le7) 6. Pc3?b5, g7-g6, 7. Dh5-f3, f7-f5! 8. Df3-d5, Dd8?f6? (veel beter is 8... De7) 9. Pb5?c7f Ke8-d8, 10. Pc7Xa8, b7-b6. 11. d2-d3, Lc8?b7, 12. Pgl?f3, Pc6-d4?? (stond de zwarte dame op e7 in plaats van op f6, dan zou deze zet de winst geforceerd hebben, immers de witte dame is dan ingesloten en op Dd4: zou volgen ed4:f- In plaats van den tekstzet moest zwart daarom f5-f4 spelen, waarna wit niet beter heeft dan 13. c3 en na 13... Pd4, 14. cd4: Ld5: 15. Ld5: ed4: zou de partij nog zeer belangwekkend ge worden zijn. Na den tekstzet verliest zwart snel) 13. Dd5Xd4! Lb7Xf3, 14. Dd4-a4, Lf3Xa8, 15. Da4Xa7, La8?c6, 16.Da7Xb6f Kd8-e7, 17. Lcl-d2, Pd6-c8, 18.Db6-c7, Pc8?d6, 19. 0?0-0. f5-f4, 20. 12?f3, Pf8?g7, 21. Ld2-b4, Th8-a8, 22.Tdl?el. Zwart geeft op. ASM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM 1B M A B M A M EERE.N-ARTI KELEN, | g UITRUSTINGEN. B AeMABM.ABM.ABM.ABMtABMABriABr-tABM.ABM.ABM.AB M A B B 2 i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii niuni Daar ben ik laatst geroepen. ?. voor een consult... Hoezoo ? BRONS Zie je nu wel, dat je alles al wist... voordat ik hier kwam ... Neen l hou je nu maar niet zoo... je wist alles en ik weet ook alles... Neen, denk maar niet dat ik zoo stom ben... Ik weet het heel goed... ik weet wel, wat dat voor een huis is... dat gemeene huis van m'n vrouw... en waai mijn kind ook is ... Ik ben er 's avonds dikwijls langs geloopen. Het is aan een gracht... zoo'n smalle donkere gracht, waar het heel stil is ... zoo hél stil... sssst... alleen loept er soms een politie agent... en je kunt er in het water sprin gen... donkergroen water... plomp... en dan niks rneer... dan is het er weer stil... ssst... Dan stond ik achter de boomen, aan de kant... en dan kwamen er rijtuigen aan... Je hoorde ze al in de verte rollen ... Het huis was donker... de deur dicht... En dan komt het rijtuig... het heele grachtje is vol lawaai... zoo vol als m'n hoofd ... met stemmen en lachen... haha... en dan stappen ze uit... allemaal jongelui... en ouwe smerige kerels... en smerige jonge kerels... er. dan ... (plots stilte; hy bedenkt /e/s) zeg!.. WEEVERS Blijft u toch kalm! Hier, ga zitten... BRONS ZéR!.. WEEVERS U moogt u niet zoo opwinden... BRONS Wat-is-dat? WERVELS Er was daar een zieke... BRONS Hoe komt dat hier... Jij bent jong... en je hebt geld ... en... WEEVURS Ik ben derfo kier., .vergeet dat niet l BRONS Waarom loop ja achteruit ? Ben je bang voor een ouwe vader, die vijfen twintig jaar... Haha! ...Wat kan het die jonge smeerlappen verdommen, of mijn heele leven verpest is ... WEEVERS Ga zitten! Onmiddellijk! BRONS (dreigend) Welk recht heb je, mij te bevelen ? Zeg! Wat is dat? Hoe kom je daaraan... Je bent er geweest lieg niet... schoft! WEEVERS Ik zeg je nog eens Ja, ik bén er geweest. Maar als dokter! BRONS Een dokter. Jij bent een dokter, hè? Maar je bent toch ook een mensen... Zeg, als jij dokter bent, ben je dan gén mensen ... Ben jij daar niet geweest, zooals je daar nou staat? ... Met dat blonde haar, en dat jonge gezicht... en die mooie kleeren.. WEE VERS Ik dacht, dat je me vertrouwde BRONS Vijfentwintig jaar lang heb ik je vertrouwd ... en nu heb ik het gezegd .. en je wist al alles... alles... Je hebt zelfs met m'n dochter... (springt naar hem toe) zeg dat je met m'n dochter... nou ... zeg het nou l... (grijpt hem aan). WEEYERS (werpt hem van zich af) Schaam e! Weet je niet meer, waarvoor je hier gecomen bent... en voor wien? Zeg,... weet e niet dat ik de dokter ben... dat ik je jenezen moet. (hoe langer zoo strenger) Schaam je! Ben jij een man van bij de zestig jaar, dat je je hier zóó durft te vergeten... Weet je niet wie je voor hebt, man? BRONS (verschrikt, angstig, dan klagend) Vijfentwintig jaar heb ik m'n mond gehou wen ... vijfentwintig jaar... en nu einde lijk ... heb ik het gezegd... ik ben een ouwe vader... vergeef me... o, God wat heb je me late lije ... wat heb je me ... WEEVERS (milder) Zoo... ga hier zit ten ... en drink eens (geeft hem water). BRONS (klagend} M'n nagels stonden in d'r polsen... en ze hing uit het raam... en voerde de vogels ... zóó... maar niet opschrij ven ... hoor je ... niet opschrijven hoor... WF.EVERS Blijf nu rustig zitten (hij belt). SCÈNE IV VORIGEN KNECHT Hebt u gebeld? WEEVERS (terzijde tot knecht) Bel direct de kliniek van professor Verlaan op... Een patiënt... die onmiddellijk opgenomen moet worden... KNECHT Ja dokter (af). SCÈNE V BRONS WEEVERS BRONS (hoofd in de handen) En 't is mijn schuld ... mijn schuld ... ik heb haar,.. \liij snikt)WEEVERS (legt hem de hand op den schouder; We zullen nog wel eens samen praten... als vrienden, nietwaar? BRONS (zonder op te zien) ... Ik weet niet wie je bent... Ben je een dokter ... kan je me helpen ... of ben je maar een ,.. mensch .. ? ... Vijfentwintig jaar... ik heb niks gezegd ... niks... al dien tijd ... al... dien ... tijd ... (snikt). WEF.VERS (ziet het papier op den grond liggen... Gaat er, met een vluchtigen blik op Brons heen, raapt het op, en propt liet in zijn zak. Dan gaat hg voor het venster staan, zucht diep, en trommelt op den ruit, terwijl fiy afwachtend naar buiten kijkt). (Brons blijft zacht snikken). Doek valt snel.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl