De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 18 mei pagina 5

18 mei 1918 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

i '18. No. 2134 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Mevrouw M. E.'Leliman?Bosch. Onze nieuwe Inspecttice van het Vakonderwijs voor meisjes. De Inspectrice van het Vakonder wijs voor Meisjes Bij koninklijk besluit werd een dezer dagen mevrouw M. E. Lelimari?Bosch te Baarn benoemd tot Inspectrice M. O. Haar zal opgedragen worden de inspectie van het Vakonderwijs voor meisjes, thans ressorteerende onder den heer dr. P. Fockens, vroeger onder den heer H. J. de Groot. In de Memorie van Toelichting bij de begroo ting voor 1918 verklaarde de Minister van Binnenlandsche Zaken dat hij de benoe ming van een inspectrice gewenscht achtte om, nu het aantal industrie- en huishoud scholen zich jaarlijks aanmerkelijk uit breidde, betere organiseering van dit on derwijs te verkrijgen. Z. E. voegde hieraan nog toe: nu door de tijdsomstandigheden de kwestie van de volksvoeding steik op den voorgrond is getreden, zijn met een goede behartiging van dit onderwijs en voor lichting der bevolking op het stuk van voeding, huishouden en hygiëne, meer nog dan vroeger, groote belangen gemoeid." Met groote ingenomenheid en vreugde werd dit bericht in de kringen van het In dustrie- en huishoudonderwijs vernomen. Men voelde al jaren behoefte aan een vrou welijke tusschenpersoon tusschen regeering en inrichtingen voor meisjesvakonderwijs, die beter dan eenig man, hoe kundig ook, voor de belangen van dit onderwijs zou kunnen opkomen, die den groei van dit reeds krachtig opgeschoten onderwijs zou kunnen leiden, die adviseerend zou kunnen optreden, omdat zij, al inspecteerende, met kennis van zaken zich een opinie zou kunnen vormen. Als de Regeering nu maar een verstandige keuze deed! Om haar dit te vergemakke lijken sloten de drie vakvereenigingen op het gebied van het vakonderwijs voor meif jes: de Bond van Leeraressen bij het Hulshoudonderwfjp, de Vereeniging van hoofden van Industriescholen en de Vereeniging van leeraressen bij het IncJustrieonderwijs, zich aaneen, vergaderden eenige malen, maakten een candidatenlijst op en richtten een advies tot den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarin zij o. a. te kennen gaven dat zij JULIENNE-GROENTE als goed (dat is voedzaam en smake lijk) en goedkoop Voedingsmiddel voor dezen Tijd De scnrrjfster van dit aitikel. De naam heeft misschien te veel een klank, die naar de fijne keuken" zweemt en die verwachtingen opwekt, waaraan het produkt dan niet geheel zou voldoen; 't is daarom goed, dat we weten wat we eigenlijk in den vorm van julienne" koopen, welke eischen we aan het produkt mogen stellen en in welke gerechten we er ons voordeel mee kunnen doen. Een julienne-soep, dat is een Juli-soep, een soep dus, waarin als groenten worden gebruikt de soorten die zich in die maand er het best toe leenen: worteltjes, jonge raapjes, bloemkool, doperwtjes, peterselie en selderijgroen. Bovendien wil dan de ge woonte, dat men die groenten voor zoo ver ze fijner verdeeld moeten worden in lange, dunne reepjes snijdt en niet in plakjes, zooals bij andere soorten groentesoep. meenen, dat het voor de ontwikkeling van het vakonderwijs voor meisjes van het groot ste belang is, dat bij voorkeur voor dit ambt iemand wordt aangewezen, die geacht kan worden op de hoogte te zijn van het vak onderwijs, waarom zij zich de vrijheid ver oorloven, alhoewel in afwijking van den gewoonlijk gevolgden weg, omdat het hier een geheel nieuwe instelling geldt, Uwe Excellentie eerbiedig doch dringend te ver zoeken, te willen toestaan, dat de drie vereenigingen bij dit ond'rwijs betrokken, worden gehoord, alvorens tot een benoeming wordt overgegaan." Dit advies is ingewonnen en we hebben er de benoeming van mevrouw Lellman Boseh tot Inspectrice aan te danken. Gaan wij haar leven na aan de hand van gegevens ons door haarzelf verstrekt, dan treft ons daarin de geleidelijke ontwikkeling van haar werkzaamheid op maatschappelijk gebied, en waar de ontwikkeling van het vakonder wijs voor meisje» van het grootste belang is voor de maatschappij, daar kunnen wij vertrouwen, dat zij haar nieuwe taak hoog zal opvttten. Na het einddiploma der H. B. S. voor meisjes te Haarlem en de acte nuttige hand werken behaald te hebben, volgde mej. Bosch nog eenige jaren een cursus in kunstnaaldwerk en teekenen. Toen echter aange trokken tot het huishoudonderwijs, dat nog in een eerste stadium van ontwikkeling was, maar waarin zij een groote toekomst zag, werd zij leerling der Amsterdamsche Huis houdschool en behaalde In 1896 haar diploma als leerares in koken en voedingsleer, het eenige diploma dat toen nog bestond bij h«t huishoudonderwijs. Aangesteld tot leera res aan de Amsterdamsche Huishoudschool, werd zij een van de trouwe medewerksters van de directrice, mej. Meyboom, en zeer ipeciaal bemoeide zij zich met de opleiding der huishoudsters en bracht In haar onderwijs woninginrichting, en hygiëne van woningen kleeding. Zij wist te bewerken, dat er een schooldiploma als leerares in huishoud kunde werd l "gesteld en, voor een groot deel op haar iniatief, besloot de Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs, die intusschen was opgericht (mej. Bosch was daarvan de oprichtster) naast het diploma als leerares in koken en voedingsleer ook een diploma als leerares in huishoudkunde uit te reiken. Mej. Bosch beperkte haar werkkring niet tot de Huishoudschool, waaraan zij leerares was; reeds spoedig ging zij van haar kennis IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIII1IIIIIIIIIHII Dit veelkleurige groente-mengsel, in hoofd zaak dus bestaande uit dunne witte en gele reepjes, maar aangevuld met jonge, licht groene doperwtjes en frissche peterselieblaadjes, vormt het middel waardoor men helderen, geurlgen bouillon tot een smake lijke julienne-soep pleegt te maken. Met dit gevolg, dat als Juli al lang voorbij is, men löch nog julienne-soep blijft eten niet meer denkende aan de maand, die er haar naam aan gaf, maar aan den vorm en de kleur van het groen temengse), dat men ook in 't najaar, ja zelfs in den winter wel kan nabootse ; Zoo naderen we al dichter tot de tegen woordig vrij wel algemeen bekende pakjes gedroogde groente, tot de crisis-julienne", als we ze ter onderscheiding dien naam mogen geven. Juli" groenten vinden we er niet veel in! Winter wortel, koolraap, selder y knol, prei, kool, uien, seldery-groen en peterselie zijn in hoofdzaak de bestanddeelen; in uiterlijk de smalle-reepjes-vorm en in kleurenmengeling blijkt echter hun overeenkomst met de echte julienne", met dit verschil dan altijd, dat we de groente nu in gedroogden toestand voor ons zien, een vorm waarin ze ten eerste heel lang bewaard kan blijven, ten tweede blzonder weinig plaats zal innemen, ten derde zeer gemakkelijk voor 't gebruik in orde is te maken en ten vierde werkelijk wel goed het geurige groente aroma heeft bewaard. Er werd verleden jaar nogal ef ns geklaagd over de julienne" of de gedroogde soep groente"; en dat heeft onwillekeurig een zeker wantrouwen gewekt tegenover het product in 't algemeen, tegenover de soort o.a. die thans door bemoeiïn g der Regeering in den handel verkrijgbaar is. ook mededeelen aan vrouwen en meisjes uit de volksklasse, aan wie Ons Huis" gelegen heid bood om zich op huishoudelijk gebied wat meer te ontwikkelen. Op de lessen was een aangename, vrije toon. Mej. Bosch leerde de belangen van het arbeidersgezin van nabij kennen en daarmede ook de nooden van de volkshuisvesting. Na haar huwelijk met den heer Leliman, als architect, o.a. zeer beker d voor de zorg, die hij in zijn ontwerpen besteedt aan het vriendelijke uiterlijk en de gezellige inrich ting van arbeiderswoningen, werd de volks huisvesting tot een punt van groote belang stelling en studie voor haar. Ook als mevrouw Leliman is onze Inspec trice de belangen van het onderwijs aan meisjes blijven behartigen. Zij was o.a. tot aan haar vertrek naar Baarn, lid van het Bestuur der Nieuwe Huishoudschool te Am sterdam en lid van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. De verzame ling van leermiddelen op het gebied van het huishoudonderwijs in het Nederlandsch Schoolmuseum, hebben wij in hoofdzaak aan haar te danken. Als lid van het Hoofd bestuur van de Maatsch. tot Nut van 't Alge meen (zij werd tweemaal tot voorzitster gekozen) kon mevrouw Leliman veel doen en deed zij veel. Wij kennen haar naam ver bonden aan: .Reizende Keuken", Reizende Huishoudcursussen", Centrale Keuken". Zeer dikwijls trad en treedt zij als spreekster op met het onderwerp: Inrichting der arbeiderswoning '.Ook de daarbij behoorende tentoonstellingen van alles, wat voor heel weinig geld een arbeiderswoning tot een gezellig verblijf kan maken, organiseert zij. Het organiseeren zit haar in het bloed. In de oorlogsjaren vinden wij haar naam o.a. in het Comitévoor de Ontwikkeling en Ontspanning van Werkloozen, in de Com missie uit den Bond voor de Volksvoeding, in het Comitévan Vrouwen voor regeling van de Distributie en nu ook in de juist ingestelde Commissie van Advies voor het zelfde doel. Vermelden we nu nog, dat Mevrouw Leliman herhaaldelijk in de gelegenheid was in het buitenland diverse scholen, tentoon stellingen, musea te bezoeken op het gebied van vakonderwijs en hygiëne, dat zij als afgevaardigde van den Bond het Internatio naal Congres voor Huishoudonderwijs in Gent bijwoonde en er een werkzaam deel aan nam, dan meenen wij genoeg medege deeld te hebben om den indruk te vestigen, dat Mevrouw Leliman in haar leven ruim gelegenheid heeft gehad om zich te ontwik kelen tot de vrouw van algemeene ont wikkeling, ruimen blik, vlug inzicht, warme belangstelling voor de ontwikkeling van het meisje, waaraan het vakonderwijs behoefte gevoelde voor haar Inspectrice. Wie veel om zich heen gekeken heeft, leert, naast zien wat mankeert, ook het be staande waardeeren. Mevrouw Leliman zal dit zeker ook doen en daarmede een prettige verhouding scheppen lusschen de oude" scholen en de jonge" inspectrice. Het is een genoegen te weten, dat deze vrouw vol werkkracht en initiatief in de kracht van haar leven is. Wij wenschen haar tal van jaren van zegen aanbrengende werkzaamheid toe. A. S. TYDEMAN?VERSCHOOR Oud-Directrice Huishoudschool den Haag Wat was, wat is, wat worden kan Vóór mij liggen drie foto's van naaldwerktentoonstellingen. 't Zijn alle overzicht-foto's. Onduidelijk en vaag geven ze dus een induk van de zaak waar het om gaat, toch genoeg om te doen zien, welk een verandeiing er in ons vrouwenhandwerk plaats greep en staat te gebeuren. De eerste foto dateert uit 1898. Ze werd genomen in de afdeeling Textiele Kunst" op de Tentoonstelling van Vrouwenar beid te 's Graven h age. Welk een aantal ondoordachte werkproducten, naturalisti sche sierkunst, zijn in dat zaaltje bijeen. Geborduurde vlinders en libellen vliegen lustig rond op een met bamboes hekwerk versierd zijden scherm, ze ademen daarop de geur in van welig opschietend bloemgewas, het schutje waggelt op zijn dunne tamboespooten. Daarnaast een klaverblad tafeltje op drie gekruiste pooten, op het bovenblad van drieledigen klaverblad-vorm een bouquet, gewerkt op laken, bedekt met gias, een dikke ballenfranje omgeeft den rand; dan een licht groen houten stoeltje, beschilderd met toeffen Maartsche viooltjes, op de zitting ren licht groen satijnen kus sen met viooltjes patroon geborduurd. Op een gefingeerden schoorsteen, een groot Laat mij echter dadelijk opmerken, dat julienne" dit jaar vrij wat beter is dan in den vorigen winter: toen leed het mengsel aan een groote eentonigheid en vond men er niet veel anders in dan koolraap en wortelen, terwijl verder de zorgvuldige voorberei ding het schoonmaken der verschillende groenten zeer veel te wenschen overliet. Thans echter biedt het mengsel wel degelijk de noodige afwisseling, zoodat wat kleur en vooral ook wat smaak betreft, veel beter aan de eischen wordt voldaan. FJink wasschen (herhaalde malen zelfs) blijfl natuur lijk wel noodig, om de groente van stof en zand te ontdoen, maar men kan tenminste de tegenwoordige julienne afdoend reinigen, terwijl dit verleden jaar onmogelijk bleek, omdat toen zelfs de schillen niet waren verwijderd. 't Geval kan zich voordoen, dat de n wat meer wortelen in 't mengsel zou wenschen, e;nandermis"chien wat meer prei of wat meer selderij; zelfs is reeds ter bevoegder plaatse de vraag gedaan, of men niet de verschillende onderdeden afzonderlijk beschikbaar zou kunnen stellen, zoodat de menging aan de huisvrouw zelf kon worden overgelaten. Deze oplossing is ondenkbaar: immers, juist door het mensen der gedroogde groen ten kan de distributie beschikken over een massa, waarvan het uitdeelen werkelijk de moeite waard is; werden de groenten in gedroogden toestand elk afzonderlijk gehou den, dan zou de hoeveelheid van elk onder deel bij verre na niet toereikend zijn om voor een eenigszins doeltreffende distributie in aanmerking te komen. Alles weten is alles vergeven"; feitelijk moesten we, in plaats van te mopperen omdat ons de vrije keus ontnomen is, dank baar zijn, dat juist deze beperking van vrijOverzicht-foto van enkele handwerken op de tentoonstelling van Kunstnijverheid te Rotterdam. tableau van laken bewerkt met hoog op gaande paarse irissen, daarbij aanpassend een diep uitgeschulpt schoorsteenkleed met paarse balfranje omzet. Verder een spinne wiel, een staande vitrine met kantwerk, platte vitrines, wier inhoud niet valt te constateeren, en een groot wit linnen kleed met rood, wit en blauw borduurkatoen In de conventioneele patroonteekening van het z.g.n. Duitsche borduursel gewerkt. ?jg£ Een onrustig, woelig geheel l De tweede foto dateert van 1904. Zij geeft een kijkje op de tentoonstelling van Kunst naald werk in het Museum van Kunstnijver heid te Haarlem. Er is stijl in het borduur werk gekomen. De opvatting van de toege paste naaldkunst is veranderd, 't Wordt meer teekenwerk in kleuren. In de rotonde van ons Haarlemsch Museum zijn alle werkstukken recht smaak vol gerangschikt, ze komen alle tot hun recht. Links achteraan is het werk bijeen van de inrichting van mej. Verwey. Rechts hangt het krulsjeswerk en staat het bekende fijn geborduurde schut van mevr. DijsselhoffKeuchenius. Verder zijn er vele kleeden en kussens met geometrisch ornament, een vuurscherm In fijn lijnenspel, nogenkele schermen, die in hun naturalistisch decor duiden op den overgang van kunstopvatting, en verder tal van werkstukken met z.g.n. gestyleerde patroonteekening. Deze tentoonstelling, destijds een groot succes, is vastgelegd in het daarna uitge geven plaatwerk, behelzend vier en vijftig afbeeldingen in lichtdruk, waarvan vijf in kleuren *), een uitgave die, nu het borduur werk als decoratieve kunst wederom andere banen insiaat, van geschiedkundig stand punt bezien, meer waarde verkrijgt. De derde overzicht-foto werd hierbij ge geven. Zij is genomen op de thans geopende tentoonstelling van Kunstnijverheid in het Academie-gebouw te Rotterdam. In een gezellig, goed belicht hoekje bij de meubelen van J. J. Hellendoorn werden voor enkele oogenbiikken vele naaldwerkstukken bijeengebracht. Ge ziet er tegen den muur de wandlap van groen en zwart laken van Mevr. N. Homberg, forsch geornamenteerd met wolborduursel; een v/etfdoek van Mej. de Neeve, met gedeeltelijk onbewerkten ket ting; een theemuts van Mevr.Zwart, wit satijn met zwart en rose wollen bloem- en bladwerk; een tafelkleedje van Jan Kreunen en Ita Mees, frisch borduursel op wit linnen grondstof; een groot kussen van Mevr. Gidding, witte wollen stcf, waarop met wol is geborduurd een middenstuk van bloemvormen; een klein kussen in batiktechniek van Tjeerdtje Slothouwer; een voet bankje in kruissteek van Mevr. Lansdorp; een rood en zwart voeikussen gewerkt door Mevr. Graadt van Roggen. Aan den wand staat een schut van Nelly Bodenheim, combinatie van beschilderd doek en kleurspeling van felkleurig naaldwerk. Ge ziet nog lampekappen van Mej. van Regteren Altena en een trekpotmandje met deksel van Egyp tisch vlechtwerk van Mej. Sleuwerts van Reesema. jf Ge ziet? Ge ziet? Q2 ziet eigenlijk op ons plaatje niets. Zij die de tentoonstelling bezochten, kunnen zich de werkstukken op onze kleurlooze kleine afbeelding wellicht weder voor oogen halen. Zij die de tentoon stelling nog niet bezochten, kunnen er zich zeker geen goed denkbeeld van vormen. Doch de zalen blijven tot 27 Mei geopend. Een reisje naar Rotterdam zij aanbevolen aan allen, die in de ontwikkeling van onze vrouwelijke handwerken in verband met den tijdgeest belangstellen. Er waait een frissche wind over ons naaldwerk die zeker tot ruimer blik, en mo gelijk tot hooger kunstopvatting kan voeren. __. E L i s. M. R o G G E *) De tentoonstelling van kunstnaaldwerk in het Museum van Kunstnijverheid te Haar lem, November?December 1904" met tekst van Elis. M. Rogge en een voorwoord van E. A. von Saher. Uitg. Scheltema & Holkema's boekhandel, Amsterdam. EENZAAM De menschen gaan voorbij mijn venster Ik ken hen niet. Ik weet niet waar ze gaan, niet wat ze lijden, Wat vreugd hun biedt. De reeen klettert op de ruiten Mij deert het niet. Weent wolken! weent uw tranen bij de mijnen Geeft mij d'illusie van wat meegeleên verdriet HANNA VAN LINGEN m minimum m mimi) m in mum mi iiiimimiiiiiiiiiiiimiiiMiiiimiiii Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Konineinneweg 03. ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM \m vi -^HI v B^^B A B M AcLe. M EERE.N-ARTI KELEN, UITRUSTINGEN. A B M A B ABM.ABM.ABM.ABM.ABMLABM^ABM.ABM.ABM.ABM.ABr-J.ABM held de mogelijkheid schept voor de ruimere verkrijgbaarstelling van een nuttig produkt. Hoe nu gebruiken we de julienne"? Natuurlijk in de eerste plaats voor de bereiding van soep, in al die gevallen waarin we anders tot versche dikwijls veel duurdere l soorten onze toevlucht zouden nemen. Per Liter soep wordt gewoonlijk 10 G, dat is dus ' ,?van een pakje, gebruikt; we zouden ook kunnen rekenen: per persoon ongeveer 5 G, d. w. z. ongeveer een vollen eetlepel. De julienne" wordt met warm water overgoten (bij voorkeur met het afgietwater der aardappelen), blijft daarin staan tot ze gezwollen en slap is, en wordt daarna nog zooveel malen gewasschen als noodig is om ze volkomen zandvrfi te maken. Wie 's middags riahetkokender aardappelen de gedroogde groente wegzet met het weekwater, die kan ze veilig den geheelen nacht laten staan, zelfs wel tot ze den vol genden middag in de soep noodig zijn. Van die soep willen we hier geen nadere omschrijving geven; ze kan bereid worden met of zonder vleesch; ze kan bestaan in een erwten- of boonensoep of wel met macaroni of vermicelli zijn klaargemaakt: dat alles is afhankelijk van het recept, dat men volgen wil en dat zeker wel uit een van de vele crisis-receptenboeken zal kunnen worden ge kozen. Hoofdzaak is, dat in de soep de geweekte en flink gereinigde groenten worden gaar gekookt en dat zal in den regel na l a l1/* uur zeker wel 't geval zijn. In de tweede plaats kan de julienne als mengsel de plaats innemen van de meer bekende afzonderlijke groenten, hetzij in den vorm van een stamppot, hetzij als ap:. t groentegerecht bij gekookte aardappelen, aardappelpurée of iets dergelijks. Voor 3 personen maakt men op deze wijze van l ons julienne een groentegerecht, dat werkelijk heel smakelijk kan zijn, en dat in den tijd tusschen de winter- en zomergroenten in, goede diensten kan be wijzen. In beide gevallen, voor den stamppot en voor de afzonderlijke groente, gaat weer aan de eigenlijke bereiding het weeken vooraf, op dezelfde wijze als dit voor de soep reeds is beschreven. Men laat voor het afzonderlijke groen tegerecht?de geweekte julienne gaarkoken in zooveel water, dat ze juist bedekt is en dat er, na een kooktijd van lal1/» uur, ongeveer in zal verdwenen zijn. Men kan dan verder de groente nog wat laten stoven in een gebonden sausje, zooals men dat b.v. bq sla, bij andijvie en andere stoofgroenten gewend is. Wat den stamppot betreft, ook daar begint men met het opzetten der geweekte julienne. Na :J4 a l uur echter legt men op de groente de geschilde aardappelen en laat die verder mee gaar worden. Bij het door elkaar stam pen wordt ten slotte nog het vet, de boter of de margarine toegevoegd. Wie de beide laatst beschreven gerechten bepaald heel voedzaam wil maken, zóó, dat het vleesch in den maaltijd best kan worden gemist, die kan n door het groente gerecht n door den stamppot een hoeveel heid gekookte groene erwten of witte boonen mengen (een restje b. v. van een vorig middagmaal). MARTIN E WITTOP KONING

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl