Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
25 Mei '18. No. 2135
f
r.
u"
r
Ondanks groote moeilflkheden
is het ons tot nu toe mogelijk
geweest, constructie, qualiteit
en afwerking onzer rflwielen
onveranderd te handhaven.
De motieven, die, bij behoefte
aan een nieuw rijwiel, tot de
keuze van een PONGEBS lei.
den, zgn thans nog talrijker en
sterker dan voorheen.
DeGroningeriijwielenfabriekA,FOIIGEIS
HIHIIIIIHIIIIIKIIIIJIIIIIIIfUltllllllllllHllltHlllllltllllllllll Illllllllllllllllf
is het inderdaad waar, dat de houders van
winstaandeelen door de nieuwe
kapitaaluitgifte, buiten verhouding zwaar getroffen
worden. Niet alleen zal eerst 5 pCt. over
het nieuwe kapitaal, dus ruim J 500.000.?,
meer moeten verdiend worden, alvorens de
winstaaideelen in de winst beginnen te
deelen, maar ook wanneer dat stadium be
reikt is, dan zal hua aandeel in de over
winst van ongeveer 1/a op V* gebracht
worden. Intusschen, hoezeer zulks ook te
betreuren is, schijnen de statuten eene
andere behandeling der winstaandeelen
uit te sluiten. De vraag mag echter gesteld
worden, of het dan niet billijk zoude geweest
zijn, eene wijziging der statuten voor te
stellen, waardoor den houders van winst
bewijzen eene compensatie wordt gegeven.
Alles bijeengenomen komt het mij echter
voor, dat, alhoewel er gronden voor teleur
stelling zijn, de opmerkingen tegen de wijze,
waarop de kapitaaluitbreiding geschiedt,
niet van eenzijdigheid vrij te pleiten zijn.
En dit treft mij te meer, waar het publiek
m. i. de thans ondervonden teleurstelling
voor een groot deel aan zichzelf te wijten
heeft.
Men heeft zich nml. blind gestaard op
oogenblikkelijk mooie resultaten, zonder
voldoende rekening te houden met het
wisselvallig karakter van
cultuurondernemingen en meer bepaaldelijk, wat de suiker
betreft, dat bij wijziging van conjunctuur
de ondernemingen plotseling voor aanzien
lijke kasbehoeften kunnen komen te staan.
De lessen der geschiedenis van de suiker
crisis van 1884, die nog 20 jaren -)
nagewerkt heeft, alvorens de betrokken maat
schappijen tot eenigszins rendabele resultaten
konden komen, schenen geheel vergeten te
zijn. Wel is sedert dien de positie belangrijk
verbeterd, eensdeels door hoogere prijzen
van het product, en hoofdzakelijk door
aanmerkelijke verlaging der productiekosten,
dank zij meer oordeelkundige productie
methoden. Ingewijden ontveinsden zich echter
niet, dat men niet verwachten mocht, dat
in die richting steeds kan worden voortge
gaan en dat de marge tusschen de opbrengst
van het product en de kosten van productie
door allerlei omstandigheden allengs moest
slinken.
Intusschen het grootste bezwaar bij suiker
zit niet in eene onvoldoende bed rijf smarge,
maar in het feit dat de cultuur gedurende
een deel van het jaar groote kapitaalsuit
schotten vereischt, die eerst naarmate het
product verkocht is, terugvloeien. In normale
omstandigheden beschikken dan ook de
meeste ondernemingen na verkoop en afle
vering van den oogst over zeer ruime kas
middelen en daar die aflevering gemeenlijk
in de laatste maanden van het jaar plaats
heeft, terwijl dan nog betrekkelijk weinig
uitgaven voor den nieuwen oogst gevorderd
worden, toonden de, per 31 December, op
gemaakte balansen meestal eene zeer gun
stige kaspositie aan, die echter geen juist
beeld konden geven van hetgeen op andere
tijdstippen van het jaar gevorderd wordt.
Het gevolg daarvan was dan ook, dat men,
afgaande op die balanscijfers, over het alge
meen een te hoog Idee kreeg van de
financieele kracht der betrokken ondernemingen.
Doch ook dit was geen geheim en kon leder,
die maar eenigszins op de hoogte was, we
ten, zoodat daaruit voortspruitende over
dreven optimistische opvattingen hoofd
zakelijk aan lichtvaardige beoordeelingen
te wijten waren.
Onder gewone omstandigheden maakte
dit echter niet veel uit, daar bij behoorlijk
gefinancierde instellingen als de
Vorstenlanden alles geregeld verliep en, al zat
men enkele maanden van het jaar een beetje
krap, geene ernstige moeielijkheden te duchten
waren.
Thans is het echter anders gesteld. Van
den oogst 1917 is een groot gedeelte
ongeveer een millioen picol nog onver
kocht en de instelling zal, behalve hetgeen
voor de bewerking van den nieuwen oogst
gevorderd wordt, ook moeten voorzien in
het financieren van den on verkochten voor
raad. Hoeveel daarvoor noodig zal zijn en
hoelang de middelen daarvoor zullen moeten
blijven vastgelegd, is niet met juistheid te
beoordeelen, maar er zal rekening mede
gehouden moeten worden, dat daartoe voor
geruimen tijd nlet-veel minder dan 20 mil
lioen gemoeid gaan. Uit het prospectus der
uitgifte van nieuwe aandeelen blijkt dan
ook, dat de daardoor te verkrijgen ruim tien
EEN VERDAMMTER FRANZOOS
(Eene in den trein afgeluisterde
geschiedenis)
In den trein tusschen Hannover en
Osnabrück zat een gezelschap van boeren en
veekoopers druk te doen, zooals van de
markt terugkomende veekoopers en boeren
dat kunnen. Een groot deel der herrie bleek
te bestaan in vergeefsche pogingen om n
grooten, nogal triest uitzienden man, die geen
woord zei en maar somber vóór zich keek,
in de gesprekken en de moppen te betrekken.
Maar dat lukte niet, de man bleef somber
kijken en gaf ongeveer geen antwoord op
de schertsende vragen die hem werden ge
steld door de kornuiten die hem blijkbaar
goed kenden, want tutoyeeren deden ze hem
allen. Als een van de lui die hem vergeefs
aanklampten. 't te bont maakte, trok een
ander, die naast den droevig en boos kijkende
zat, het zich aan en trachtte de aandacht
af te lelden. Maar 't begoa spoedig weer
van voren af aan, 't gezelschap scheen die
houding niet van hem gewoon te zijn.
Toen de trein een station binnenliep, stond
de man op, greep zfln stok uit 't net,
momTTZT Z3IET
IIIIIH1IIIIIIIIIIIIIIII1IIIIII11IIIIII
millioen niet voldoende geacht worden en
vermoedelijk nog daarboven van bevriende
bankiershulp" zal moeten gebruik gemaakt
worden. Bedenkt men voorts, dat de vrije
middelen aan het einde van de campagne
in den regel een 6 a 8 millioen bedroegen
en sedert met 3 millioen versterkt zijn door
de uitgifte van obligatiën in October jl.
dan schijnt bovenstaande raming van 20
millioen niet overdreven.
Mocht het na verwerking van den thans
in aanbouw zijnde oogst blijken, dat de
moeielijkheden voor verkoop en afscheep
aanhouden, dan zullen of nieuwe financieele
maatregelen moeten getroffeu worden, of
wel tot eene tijdelijke belangrijke vermin
dering, misschien wel geheel stopzetten van
verderen nieuwen aanplant moeten besloten
worden. In dit opzicht verdient een telegram
van het Ned. Ind. Pers Agentschap de aan
dacht, waarin gemeld wordt: De
CultuurMaatschapprj der Vorstenlanden heeft be
sloten, den aanplant van al hare suiker
ondernemingen met 20 pCt. te verminderen".
Hoewel een zoodanig besluit, dat hoogst
waarschijnlijk ook door andere onderne
mingen zal moeten gevolgd worden, ver
reikende gevolgen zal hebben, niet alleen
voor de betrokken ondernemingen, maar
voor vele van de algemeene welvaart in
Indiëafhankelijke ondernemingen, mag men
zich niet ontveinzen, dat zelfbehoud tot
dergelijke drastische maatregelen dwingt.
J. D. SANTILHANO
l) De gewone aandeelen noteerden toen nog
235 pCt. en de winstbewijzen ca. ?235,
zijnde ongeveer de hoogst bereikte koersen.
2) In 1934 kon de Vorstenlanden voor het
eerst iets meer dan 5 pCt. op hare gewone
aandeelen en eene kleinigheid op hare winst
aandeelen uitkeeren.
OP DEN ECONOMISCHEN UITKIJK
Kamers van Koophandel
Het Parlement heeft mij achterhaald! In
ons nummer van 25 November '17 schreef
ik eenlge beschouwingen over het ontwerp
tot instelling van een handelsregister, het
welk 16 November was ingediend; in ons
nummer van 27 April 1.1. besprak ik het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer en
wees er in een noot op, dat inmiddels
de Memorie van Antwoord was verschenen.
Misschien kom ik daar nog wel eens op
terug, zoo voegde ik daaraan toe. Maar 26
April was de openbare behandeling van dit
wetsontwerp aangevangen en enkele dagen
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiHiHiiiiiiiliiiiiiiniiiMimiliiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiilii
Invalid-Portwijn
DE BESTE MIDDAGDRANK f 2.50 p. flesch
Wijnhandal da Barbanson, 51 Amstel, Amsterdam
pelde een bijna onhoorbaar Guten Tag",
en ging heen.
Wat zou die toch hebben? werd ge
vraagd.
Toch geen verlies door den oorlog?
Wel nee, zijn eenige zoon is 16 jaar
oud, zijn andere kinderen zijn dochters, vier
stuks, wist een ander.
Ongeluk in den handel?
Den laatsten tijd schitterende zaken
gedaan.
Zoo gingen de vragen en antwoorden heen
en weer, tot op eens de man die naast den
heengegane had gezeten en de aandacht van
tijd tot tijd van hem had af geleid,'t woord nam.
Ik weet wel wat hem scheelt.
Wel, wat?
Ja, 't is een heele geschiedenis, ik weet
't door 'n toeval, maar och, binnen twee
maal vier en twintig uur weet de heele
streek 't toch, dus kan ik het wel vertellen.
Ja, vertel op.
En nu kwam het volgende verhaal, dat
de titel kan dragen die hierboven staat.
Boer Hanssen is bezitter van een flinke
boerderij, een stevig middelbedrijf, op een
dorp niet ver van Hannover. Toen de oorlog
uitbrak en zijn mannelijk personeel gemobili
seerd werd, kwam hij, evenals de andere
daarna was zij geëindigd. Zoo ben ik door
den parlementairen spoed achterhaald. Het
heeft nu natuurlijk geen zin meer, nog na
te praten over de Memorie van Antwoord,
waarin het oordeel van zeer velen", onder
scheidenen", enkelen" enz. werd be
sproken en weerlegd, welk oordeel zich
breeder in de redevoeringen weerspiegelde.
Zelfs lokt het mij niet aan, uitvoerig weer
te geven welke wijzigingen de ontworpen
regeling, gelijk het heet, in den smeltkroes
der parlementaire bt handeling" heeft onder
gaan. Slechts wil ik daaruit aanstippen de
veelzeggende o vergangsbepaling (van art. 30),
vaststellend dat, zoolang de wettelijke rege
ling der Kamers van Keophandel niet is tot
stand gekomen, het handelsregister zal wor
den gehouden door de grif fiiers bij de kanton
gerechten. Die wettelijke regeling van deze
organen is thans in deze wet voorgeschreven
en wel in art. 19, waar de bepaling wat
wonderlijk aandoet. Nadat toch in vooraf
gaande artikelen reeds herhaaldelijk is ver
klaard dat de inschrijving geschiedt bij de
Kamers van Koophandel, wordt in het 1ste
lid van art. 19 gezegd, hoeveel zulk een
inschrijving kost en in het 3de lid, wat er
geschiedt, wanneer dit verschuldigd bedrag
niet tijdig wordt voldaan. Daartusschen ver
klaart dan het 2de lid: De Kamers van
Koophandel en Fabrieken zijn rechtspersonen.
De samenstelling, inrichting en bevoegdheid
der Kamers wordt bij de wet geregeld". Mij
dunkt, het is geen stoute uitspraak, te be
weren, dat men dit voorschrift niet in deze
wet zou zoeken en, indien dan al in deze
wet, dan tech zeker niet op deze plaats.
Intusschen, dit is ten slotte slechts een vraag
van elegantie" of van wets-?economie".
De zaak is, dat bij de behandeling van het
handelsregister is aangedrongen op wettelijke
regeling dezer organen en dat men daarom
hier deze bepaling heeft ingelascht.
Elegant geplaatst of niet, de wettelijke
regeling van deze lichamen komt ook mij
gewenscht voor. Nu men aan de werking
van deze colleges grooter beteekenis gaat
hechten dan vooiheen, is het zeker goed,
dat men aan hun samenstelling, inrichting
en bevoegdheid" het gezag geeft van een
wettelijken grondslag.
Nog een ander punt van belang hing en
ging hiermee samen. Men herinnert zich,
dat er ook in het V. V. reeds en mondeling
(met name door mr. van Raalte) sterke
aandrang werd geoefend om met de in
schrijving in het handelsregister niet deze
(te reorganiseeren) Kamers te belasten, maar
de griffiersbij de Kantongerechten. (Misschien
is men wel zoo vriendelijk zich tevens te
herinneren, waarom ik voor mij dit niet
gewenscht achtte.) Ook mondeling werd het
reeds schriftelijk geopperd bezwaar herhaald,
dat het toch niet aanging de inschrijving
boeren in het grosse Vaterland in groote
personeelmoeilijkheden. Hij moest zelfs in
persoon de zeis zwaaien, zijn drie oudste
dochters moesten in den stal en op 't veld,
wat ze geen van alle gewend waren. Want
de boerderij was eigendom en boer Hanssen
wist vóór den oorlog zijn tijd aangenamer
te besteden dan zichzelf krom te werken.
Zoowel hij als zijn dochters vonden dan
ook de eerste maanden van den oorlog een
allerbelabberdsten tijd, ze waren blij dat de
winter er een eind aan maakte. Voor 't
volgende voorjaar zou 't wel weer vrede zijn.
Toen al spoedig bleek dat dit een mis
rekening was, zagen ze zeer op tegen het
voorjaar, als het werk weer alle krachten
vereischte en noch de boer noch de dochters
waren van nature harde werkers.
Daar scheen toen uitkomst te komen door
de krijgsgevangenen. Hindenburg had in
het Oosten heel wat Russen gevangen en
ook in het Westen had de kampagne tot
aan den slag aan de Marne veel gevangenen
opgeleverd. Boer Hanssen toog naar Hannover
om een paar krijgsgevangenen als knechts
op zijn hoeve te mogen hebben. Erg vlot
ging 't niet, want daar waren veel lief
hebbers. Vooral de Russen hadden aftrek,
het heette dat deze over 't algemeen
oerin het handelsregister alvast aan de Kamers
van K. op te dragen, zoolang niet deze
lichamen over heel het land verspreid zouden
zijn en hun regeling in orde zou wezen.
Welnu, het was om dit bezwaar waarvan
ik het (betrekkelijk) gewicht niet zal ont
kennen te ondervangen, dat men, in
afwachting der reorganisatie, de inschrijving
aan de griffiers bij de kantongerechten op
den hals heeft geschoven. Slechts betrekke
lijk gewichtig was dit bezwaar, omdat het
ook op andere wijze uit den weg te ruimen
zou zijn geweest, immers eenvoudig door
te bepalen dat de wet op het handels
register niet in werking zou treden voordat
de wettelijke regeling van de Kamers v. K.
tot stand gekomen was en door dan bij dit
tot-stand-komen grooten spoed te betrachten.
Weet ge waarom deze oplossing van de
moeilijkheid (m.i.) zooveel beter zou zijn
geweest? Vooreerst: omdat men dan niet
een nood-regeling had gemaakt, gelijk thans,
wat toch altijd een min of meer stumperig
gedoe is en voor de zaak ook niet be
vorderlijk. Zou iemand willen volhouden,
dat de nu getroffen regeling fraai is en
practisch en deugdelijk? Denk eens aan: er
komt een nieuwe instelling in ons
handelsrecht, in ons zakenleven: het handelsregister
als informatie-bron. Wie zorgt voor dat
register en waar zal het te raadplegen zijn?
Voorloopig zullen de griffiers der kanton
gerechten de zaak opknappen en kan men
dus bij hen om inlichtingen terecht, maar
de bedoeling is dit werk toe te vertrouwen
aan de secretarissen der Kamers v. K., doch
dit zal eerst geschieden, wanneer die
lichamen bij de wet zijn geregeld; dan
zullen die registers dus naar nieuwe bureaux
worden overgebracht en men zal dan aan
alle belanghebbenden duidelijk moeten
maken dat het handelsregister isveihutsd
Maar er is nog een ander, grooter bezwaar
tegen de noodregeling, dit n.l. dat zij niet
dringt tot spoed bij de wettelijke organisatie
der Kamers van K. Het heilige moeten" zit
er niet meer achter, noch bij de Regeering,
noch bij het Parlement. Wachtte de in
werkingtreding van het handelsregister op
de reorganisatie der Kamers, dan was het
zaak de nuttige instelling niet te verschuiven
en dus de Kamers spoedig op haar nieuwen
grondslag te vestigen. Maar nu is immers
voorloopig de zaak in orde. De noodregeling
voorziet in den nood en dus... l Dit is
juist het noodlottige. Men kent ook in de
wetgeving, de waarheid: niets duurt zoolang
als het voorloop!ge.
Laat mij aannemen, dat de regeering, met
de beste voornemens bezield en die zelfs
uitvoerend, zeer spoedig de wettelijke rege
ling der Kamers v. K. ontwerpt en haar
voordracht indient Maar ik vraag: wanneer
ter wereld deze Tweede Kamer dan nog
kerels waren, sterk, geduldig, gehoorzaam
en niet veel-eischend. Bovendien, in dezen
hoek waren niet veel anderen dan Russen,
de Franschen, Belgen en Engelschen had
men meer naar 't Oosten gevoerd.
Eindelijk, al wat laat in 't voorjaar, had
boer Hanssen twee Russen gekregen. Ze
waren echter niet wat hij er zich van
had voorgesteld, 't Waren heelemaal geen
stevige kerels, en al gaven ze beiden blijk
dat boerenwerk hun niet geheel vreemd was,
het bewerken van den duitschen grond
scheen hun niet bijster aan te staan. Ze
verstonden, als bij afspraak, geen enkel bevel
en voerden bitter weinig uit. Boer Hanssen
schold en dreigde, hij schreef aan de leiding
van het kamp waaruit hij zijn gevangenen
had gekregen, toog er zelfs eenmaal in
persoon heen, op zekeren dag kwam ook
een duitsche meneer die in 't Russisch den
beiden knechts een standje maakte?'t
hielp niet. Met de meest taaie onverschillig
heid lieten ze alles over hun kant gaan en
toen boer Hanssen, om ze tot beter gedrag
te brengen, hun rantsoen verminderde,
bleken ze daar heel goed raad op te weten
door 't wegkapen van eieren, spek en wat
verder de boerderij zoo al oplevert. De boer
en zijn dochters hadden dan ook zelf poot-an
vóór het scheiden der markt" den tijd zal
vinden om die voordracht te behandelen n
af te doen? De vraag klink haast al te
onnoozel. Maar wanneer deze zaak niet nog
door deze Regeering en deze Tweede Kamer
wordt afgedaan, wanneer zal zij dan afgedaan
worden ? Straks wacht ons een nieuweTweede
Kamer en ... een (wellicht) nieuwe Regeering.
Wat is van die belde op dit stuk te voorzien?
Niemand, die het weet. Beide zullen het
aanvankelflk zeker met allerlei andere dingen
(o.a. met politieke beschouwingen over haar
wederzQdsche posities) veel te druk hebben
om voorloopig zoo iets als een wettelijke
regeling der Kamers van K. ter hand te
nemen....
Deze aangelegenheid (de reorganisatie der
Kamers v. K.) ligt in wat men noemt de
neutrale zone". Des te slechter is voor haar
allicht in komende tijden de kans op af
doening. Want daardoor dreigt voor haar
zich het spel te herhalen, dat men reeds zoo
dikwijls heeft zien spelen. Ziehier waarin
dit bestaat: het Parlement is in zijn meerder
heid richting A toegedaan; de Regeering
wordt uit A-mannen samengesteld, die het
als hun dure taak beschouwen onderwerpen
naar voren te schuiven, die een A-karakter
dragen, dus waarmede de B's het niet eens
zijn. De neutrale zaken komen in het gedrang,
want men moet de politieke winst binnen
halen. Aldus geschiedt. Straks keert de stem
bus-kans: B wordt troef en de B-lieden doen
gelijk de A-mannen deden; de B-politiek
moet nu haar hoogtij vieren. Wat ook met
medewerking der A-groep verkrijgbaar ware,
dat staat op den index, m.a.w. de neutrale
zaken blijven in het gedrang....
Ik weet zeer wel, dat deze klacht, wilt ge:
deze boutade, niet nieuw is. Maar bevat zij
niet een grond van waarheid? Waardoor
anders ziet men telkens gebeuren
dathoognoodige hervormingen, waarover alle par
tijen" het vrij wel eens zijn, eindeloos worden
uitgesteld tot ergernis van den niet-politieken
mensch, die in zijn eenvoud maar niet begrijpt
waarom de rijpe vruchten niet worden geplukt ?
Zoo zou het (of: zal het) ook zeer wel
met de reorganisatie der Kamers v. K. kunnen
gaan. Daarom betreur ik de nood-regeling,
die voor uitstel van afdoening de veront
schuldiging biedt, dat de zaak immers voor
loopig in orde is. Qui v/vro, verra!
SMISSAERT
iiiimfiiiiimiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiHiiifiiiiJJiitiJiiiiniiimiiijiiiijiiiiiiiif
H. BERSSENBRUGGE,
PORTRETFOTOGRAAF
ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesdag,
DEN HAAG. Tel. 1538.
IIIIIIMIHMIMIItlMIIIIMIIimlIIIIMIMIIIIIttllllllllllllllllll'llllllllllmlIlllll
moeten spelen om er nog wat van terecht
te nrengen.
Tegen den oogst was hij erin geslaagd
een paar andere Russen te krijgen. Qit
waren wel groote, flinke kerels, maar er was
nog minder mee uit te voeren, want werken
deden ze maar zoo nu en dan een beetje
en als boer Hanssen schold, dan namen ze
een houding aan die hem bang maakte.
Nadat deze twee hadden plaats gemaakt
voor nog «en paar anderen, van precies
hetzelfde slag, kreeg de boer bericht dat,
waar hij blijkbaar met de hem verstrekte
werkkrachten niet overweg kon, die ver
strekking zou ophouden.
Er was niets aan te doen, men redde zich
met behulp van een paar in 't dorp terug
gekeerde gewonden zoo goed en zoo kwaad
als 't ging, maar boer Hanssen en vooral
boer Hanssen's dochters waren zeer onge
lukkig. Deze waren voor den oorlog zulke
echte dames geweest en nu moesten ze elk,
ook 't ruwste, boerenwerk doen.
Op zekeren dag, 't was in Maart 1917,
vernam de boer dat in een ietwat noorde
lijker gelegen gevangenenkamp eenige dui
zenden Franschen en Belgen waren aange
komen, en daar hij zich met het oog op het
doodgevroren wintergraan in de grootste