Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
Teekening voor ,de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
Minister Posthuma maakt zich klaar voor de nieuwste Distributie-Politiek
aiiiiiiiititmnuiinmtimiiiiimiiiiiiiimmiiiliiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiii
G LOF
Karstraat 1
- ericht 1850
TE:OON 658 N
ftlTROEN
Paarlen, Brillanten
b
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
IIIMIIIHHIUMHIIIIIItllinil» IIIIIIIIIHI Illlllllllllll
RECCATIE
In de Damrubrn verleden week zijn
twee diagrammeterd geplaatst.
De stand van Iczet, auteur H. Li ze,
?en den stand vaieem No. 193 moeten
«omgewisseld wo
AMREDACTEUR
.dllltllUUtllllMmtllHIIIMIIIIIIIII'MIUIIIIIIIIilllllllllllllllllllll
BILJAS PO R T
HETKKEN
Wij verondersbij het slot van het
?vorig artikel daspeler die een trek
stoot wil makemtrent het hanteeren
.der queue gegew^zingen nauwgezet
in toepassing bn dat toch de caram
bole mislukt, dce stootbal stil blijft
liggen waar dezi raakte, of doorloopt.
Het eerste kaorzaakt zijn doordat
de stootbal Inpli onderen, precies in
liiiliiiiniiiriiiiiii
verlegenheid bepoedde hij er zich
onmiddellijk heeegin van den oorlog
zou hij geen F r ai in zijn huis geduld
hebben, dat slakadente volk haatte
hij. En werken :e met hun verwijfde
poot en toch niet.
Maar in den l den oorlog was de
Duitsche meenirje Franschen nogal
gewijzigd, de mi had plaats gemaakt
voor 'n zeker en, nu ze zoo had
den kunnen veou de verwijfdheid
misschien niet zijn of ze konden
ook nog werkenere boeren schenen
er ook zoo over t want toen Hanssen
bQ de Kommancn het kamp kwam,
waren de meestoesteed. Toch lukte
het hem nog tje mee te krijgen,
een man van ee30, die in zijn vuile,
gescheurde uniftt zijn ongeschoren,
mager en min lijdend gezicht, nu
juist niet uitzag een gewillige en
ijverige werkkn zou. Waar boer
Hanssen echter s had, trachtte hij
den man gunsthmen en deed erg
vriendelrjktegentijn groote vreugde
verstond hij Du oen ze in den trein
zaten om huisvgaan geraakten ze
zelfs in gespreknschman bleek in
allerlei belang , waar de Russen
niet naar getaan, hij informeerde
vooral belangsto de hand van de
kaart die veelal tsche treinen hangt
en vertelde een ver zij n gevangen
neming die had had bij het eerste
offensief der Dbfl Verdun. Het
vlei boer Hansdat de man een
zekere ontwikke, en van het bedrijf
eener boerderij er toonde te weten.
Nadat de geien tijdje op de
.boerderij was, teen een lot uit de
het midden getroffen werd (teekening b);
het tweede door het te hoog raken, teek. a).
Doch er bestaat ook nog een andere
mogelijkheid, en deze is het juist welke een
aantal spelers zoo geducht van de wijs kan
minimi iniiiin IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
loterij te hfeben getrokken. Die Franzoos
was een juweel van een vent. Niettegen
staande hy er heelemaal niet robust uitzag
bleek hij een ijzersterke, taaie kerel te zijn,
die alleen meer werk verzette dan vier van
die Russen zooals Hanssen ze gehad had.
Hij stelde belang in het werk, las ijverig de
landbouwkundige lektuur die op de boerderij
aanwezig was, had in minder dan geen tijd
het heele bedrijf onder de knie. Hij bleek
bovendien een beschaafd mensch, zóó zelfs
dat boer Hanssen hem uitnoodigde bij hem
aan tafel te komen eten, wat de Franschman
echter vlakaf weigerde. Hij schreef veel,
leerde de 16 jarige jongen en het 13-jarige
meisje van den boer Fransch en liet zich
door den jongen de aardrijkskunde van
WestDuitschland uitleggen. Alleen was hij erg
zwijgzaam over zijn leven en positie van
vóór den oorlog. Eenmaal had boer Hanssen
een diskussie met hem begonnen over den
oorlog zelf, doch toen had de Franschman
zóó'n trotsche en onverzoenlijke houding
aangenomen dat Hanssen 't verstandig vond
op dit thema maar niet terug te komen.
Maar de Franzoos was populair op de boer
derij en de dochters van den boer dweepten
met hem.
In den oogst van 1917 dreef het heele werk
op hem en de boer schonk hem het volste
vertrouwen. Behalve het loon dat aan de
administratie betaald werd, stopte Hanssen
den ijvedgen werker van tijd tot tijd wat
papieren marken toe, en gaf hem, op zijn
verzoek, graag een pak burgerkleeren. De
uniform verveelde hem zoo en hij wou ze
ook graag wat sparen. Zelfs zag de boer
niet ongaarne dat tusschen den Franschman
en een van zijne dochters een nogal vriend
schappelijke verhouding ontstond, wat echter
brengen, dat zij meenen het trekken wel
nooit te zullen leeren.
Het is namelijk niet voldoende om den
stootbal alleen maar van onderen te raken
ten einde dezen te doen terugloèpen maar
het is bovendien beslist noodig dat bij het
afstooten de queue eenige centimeters door
gelaten wordt na het eerste treffen.
Men zie hiervoor alweer de teekening.
Wordt de bal van onderen geraakt en de
queue gaat niet verder door dan bijvoorbeeld
tot punt c, dan is de terugdraaiende be
weging, zoo deze er al mocht zijn, onvol
doende, en reeds uitgewerkt bij het raken
van bal 2.
Anders gezegd: de eigenlijke geforceerde
terugdraaiende bewe
ging wordt teweegge
bracht niet zoodra de
queue met den bal in
aanraking komt, maar
pas nadat de bal in
beweging is.
Een andere gewich
tige zaak is, dat dit
doorlaten der queue
geschied met dezelfde
afstootkracht e» niet
zooals velen plegen te
doen, aarzelend en
vreesachtig zoodra de
pommerans 'met den
bal in contact is ge
komen. Want evenals
in het maatschappelijk
leven sorteert ook bij het biljarten aarzeling
en vreesachtigheid meestal geen ander effect
dan mislukking en teleurstelling.
aanleiding gaf tot een scène van jalouzie
tusschen deze en een andere dochter, waarna
de Franschman zich op zeer korrekte wijze
van beiden op een afstand scheen te houden.
Zoo was de winter gekomen. Boer Hanssen
was naar de stad gegaan om zijn oogst aan
te geven en eenige andere zaken in orde te
brengen, hij kwam eerst des anderen daags
tegen den avond terug.
Toen hij de boerderij opkwam, zei z'n
oudste dochter:
Waar zijn Grethe en Pierre ?
Grethe en Pierre? daar weet ik toch
niets van, ik kom zóó uit de stad.
Wat? Zijn ze dan niet mee geweest?
Mee geweest? Wat bazel je toch?
Het volgende was gebeurd.
Toen boer Hanssen 's morgens weg was,
kwam de Franschman in der haast de boerderij
opgeloopen en riep de oudste dochter die
zoo wat de leiding van het huishouden had,
toe, dat de boer last had gegeven dat Grethe
en hij mee zouden gaan naar de stad. Daartoe
zou hij zijn burgerpak aantrekken, om van
het gezeur der passen af te zijn. De andere
dochters en de 16-jarige zoon waren niet
thuis. De Franschman vroeg trouwens niets,
trok haastig zijn burgerpak aan, Grethe had
zich intusschen klaar gemaakt en samen
waren ze, na een schertsend afscheid, den
boer nagehold. Toen de andere dochter thuis
gekomen was, barstte deze uit in een woe
dende huilbui dat Grethe en niet zij met
Pierre mee naar de stad mocht.
Toen boer Hanssen dit alles vernam, brak
't koude zweet hem uit.
Durchgebranntl was alles wat hij kon
uitbrengen. En ze hebben twee dagen voor
sprong.
Hij was nu wel verplicht aan de
KommanJOH. BRAAKENSIEK
1858 24 MEI 1918
Zelfportret van den teekenaar (buiten zijn toestemming thans voor het eerst afgedrukt)
Aan Joh.
beste
Zoo gingen de
Braakensiek b ij
wenschen van
weken. . . .
zijn 6 O e n verjaardag de
redactie en uitgevers
llllmiHIUIMIHIMUIHIIIlmUIIIIHimllmMIIMHMMMI II1IIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIHIIIII1IIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
En nu moge deze laatste opmerking niet
heelemaal, en strikt genomen zelfs in het
geheel niet thulsbehooren in een rubriek als
deze zij komt me voor zoo juist te zijn,
dat de techniek voor deze speciale gelegen
heid maar eens een paar regels moet afstaan
aan de paedagogiek.
Maar laat ik nu niet al te gewichtig
worden en niet al te ver afdwalen.
Hoe verder bal 2 verwijderd ligt van den
stootbal, hoe feller de terugdraaiïng zijn
moet, hoe verder dus ook de queue door
gelaten moet worden. Op de teekening geeft
h ongeveer dit punt aan voor een afstand
van eenige nieters tusschen beide ballen,
g, f, e en d voor onderscheidelijk kortere
afstanden. Vanzelfsprekend is het dat ook
de onderlinge afstand tusschen bal 2 en 3
beslist, met hoeveel kracht een bepaalde
trekstoot gespeeld moet worden. Dit is
echter te zeer een quaestie van oefeningen
routine, en bovendien is de physieke kracht
van ieder individu dermate verschillend dat
ik geen kans zie, althans te dezer plaatse,
hieromtrent eenige doeltreffende aanwijzingen
te geven.
De noodzakelijkheid van het meerdere of
mindere doorlaten der queue schept een
andere technische voorwaarde. De afstand
tusschen de op het biljart rustende hand en
den stootbal, is voor iedere trekstootpositie
verschillend-en deze afstand is grooter naar
mate de stootbal verder terug moet loopen.
Hetgeen zeer verklaarbaar is.
Bij een tamelijk korten trekstoot waarbij
de queue dus maar 2 a 3 centimeter door
gelaten wordt is de hand ongeveer 5 a
6 centimeter van den stootbal verwijdert;
bij een langen trekstoot echter waarbij
de queue somwijlen 8 of meer centimeters
doorschiet moet deze afstand omstreeks
15 centimeter bedragen, omdat, ware deze
afstand korter genomen er in dat geval, in
de letterlijke beteekenis van het woord,
peen gelegenheid zou zijn om de vereischte
coup de queue" te maken.
Ook dient er in dit verband nog op ge
wezen te worden, dat bij lange trekstooten
het aanbeveling verdient de queue zoo ver
mogelijk aan het onderelnde vast te houden,
ornaat hierdoor het gewicht der queue gevoegd
wordt bij de afstootkracht, waardoor een
feller draaiing van den bal verkregen wordt.
Een andere faktor van veel beteekenis bij
het biljarten, en ook al weer niet zoo een
voudig als het lijkt, is het volgende. Men
moet precies en zeer gedecideerd weten
waar naar te kijken op het moment van
afstooten. Met uitzondering van enkele
masseer- en plqueerstooten is dit punt altijd
de plek waar bal 2 geraakt moet worden,
en vooral niet bal l of 3, of zooals ook
veel voor komt, een aandachtszwerving
tusschen de drie ballen.
dantur te gaan melden dat zijn gevangene
'm gesmeerd had, doch de moed daartoe
had hij pas den volgenden dag.
Een week later moest de boer op de
Kommandantur verschijnen, waar men hem
een brief gaf aan hem geadresseerd, doch
door de censuur vastgehouden. De inhoud
kwam hierop neer:
A l m el o o (Holland), 2 Dec. 1917
Waarde heer Hanssen!
Ik noodig u bij dezen uit hier te komen
om uwe dochter terug te halen of op de
wijze die u goeddunkt, hare zaken te
regelen. Ik vraag u wel verschooning
voor de komedie die de in uw land
zoo machtige Kriegsnotwendigkeit mij
verplicht heeft in uw huis te spelen.
Ik heb de eer in het Fransche leger een
zoodanigen post te bekleeden als
artilledstisch werktuigkundig ingenieur, dat
ik het gevoel heb daar nuttiger te
kunnen zijn dan op uwe boerderij. Toen
we dan ook na met een klein groepje
alle verdedigingsmiddelen uitgeput te
hebben, bij Douaumost besloten ons over
te geven, heb ik met een van mijn ge
sneuvelde makkers van uniform en van
nummer en dus van naam verwisseld
en ben als gewoon soldaat gevangen
genomen, maar niet met de bedoeling
om gevangene te blijven. Nadat men
ons eerst veel te ver van de grens had
gebracht om met vrucht pogingen tot
ontvluchting te wagen, werden wij ein
delijk in uwe omgeving gebracht, en het
toeval bracht mij bij u op de boerderij.
(k heb mij daar gedragen zooals ik deed,
niet om uit uw grond produkten voor
uw Duitsche magen te halen, doch er'-"'
Ook dit verklaart waarom de op het biljart
rustende hand zelfs niet de minste beweging
mag maken bij het afstooten.
Men ziet alzoo dat het geen overdrijving
was toen ik in nummer 2122 van dit blad
schreef, dat het trekken niet maar eenvoudig
is het doen terugloopen der stootbal van
bal 2 naar 3, maar inderdaad een heel wat
gecompliceerder verrichting, die in de per
fectie alleen bereikt wordt door sterke spelers.
Tot slot van deze bespreking den volgenden
keer nog eenige technische bijzonderheden.
B.
(IlitlllKMIIlIHIlIlllllltllllllflIllllllflIllllllllllllMIlIllllllllllllllllllUlllllll
DROOMBEELD
VII
ItllEMMIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlflIllllltlllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
MotordienstvanTetenburg
DAGELIJKSCHE MOTORDIENST
UTRECHT LEIDEI DEN HAAI DELFT
Vliutiniehwj. Vtrachtscheveer28. rynjéfcifeB. Nopttunir
VICE. VEMSA
om vertrouwen te winnen, wat nogal
gelukte. De liefde uwer beide dochters
met de daaraan verbonden jaloezie had
ik noodig om eene van de twee bereid
te vinden met mij er van door te gaan,
waardoor het succes vrij zeker werd.
Onderweg ben ik in de gelegenheid
geweest twee volle schuren in brand
te steken, waardoor ik mijn arbeid op
uwe boerderij wel zoo wat te niet zal
hebben gedaan. Het spijt mij dat ik uwe
dochter voor mijne ontvluchting noodig
had, want mijn viouw die mi] in Frankrijk
wacht zal wel eenig bezwaar maken
tegen dit deel van mijn avontuur. Maar
wat is er aan te doen? Krieg ist Krieg!
Breng mijn dank aan uw zoon uit wiens
atlas ik den te volgen weg zoo goed
kon opteekenen dat wij in drie dagen
veilig de grens bereikten. Met dank
voor 't geen gij mocht bijdragen om
mg in de gelegenheid te stellen mijn
krachten weer in dienst van mijn dier
baar Frankrijk aan te wenden. Victor
de la Ramon, Fransch kapitein der
artillerie."
Ziedaar de Geschlchte, zei de verteller.
En Hanssen heeft vandaag zijn pas gehaald
om naar Holland te gaan naar zijn dochter,
die hij wel niet mee naar huis zal brengen,
want als zij terug komt, krabt de andere
die eveneens tot over de ooren in den Fran
zoos verliefd is, haar de oogen uit, te meer
waar die meneer Pierre" in haar bet ook
geen vreemdeling meer was. Dat de man
dus uit zijn hum is moeten jelui hem niet
al te kwalijk nemen. Zoo'n verdammte
Franzoos ook!
Aldus besloot de verteller zijn verhaal.
Z.