Historisch Archief 1877-1940
25 Mei '18. - No. 2135
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ABM.ABM,ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABMABM.ABM.ABM.ABM
B
M
A
B
fïl
A
B
A
arch
M EERE.N-ARTI KELEN,
UITRUSTINGEN.
A
B
M
A
B
M
A
B
M
A
B
ABMABM.ABM.ABM.ABr-LABMABMABMABM.ABM.ABM ABM
llllllllllltlllllllllllttlllllllllltlllllllllllHllllllllllHHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllinilllllllllllllllllMMIIIIIIIinilllll
Hartz is daar-naasteen bekend schilder
van bloemen. Hij is een schilder daar
van frisch-weg, levendiger wijze maar
niet bizondcr opnieuw; noch Kever, noch
Verster overtreft hij noch Vaes. De
muurbloemen (13) en de Zinnia's tegen den
lichtgroenen grond (No. 34) waren het zuiverst,
en niet enkel een vlotte schijn.
Deteekenlngen, en de etsen, om de curieus
heid vermoedelijk bijgevoegd, geven me
geen aanleiding tot besprekingen. Zij waren
gewoon, en minder dan de geschilderde
dingen, die, niet buitengewoon, toch zooals
Ik schreef, frisch haast altijd zijn, en leven
dig haast altijd.
MARIANNE HARTONG EN AGNES CANTA
HUIZE VAN HASSELT, ROTTERDAM
Mejuffrouw Canta zoekt haar einddoel
langs ongewisser weg dan mevrouw
MeyerHartorg.Agnes Canta is eigentlijk een talent
vol bedeesdheid; een stilleven wijst dat hier
uit. Maar als meer bedeesden, bevreesd te
klein te blijven of te mal te worden in haar
werk, en levend In dezen tijd van excessen,
heeft zij zich gekeerd naar de nieuwe, zeer
persoonlpe uitingen (wat de vormen be
treft) en is van het klare licht, dat haar
wezen uitdrukte, geworden tot een schil
deres van zoo geheeten barsche kleur, van
sterke botsing, van sterke tegenstelling. Het
is mogelijk, dat deze wending van haar
wezen haar profijtelflks brengt maar is
zij er krachtig genoeg voor?
Marianne Hartong is krachtig. Ge vindt
haar in haar werken (8, 12,13,14,15,19,20)
als zoodanig. Er is gewezen op een over
eenkomst met Suze Robertsen. Ge vindt
deze overeenkomst b.v. in de Appelen
(No. 11). Ge vindt haar, zoo ge haar zoeken
wilt, in nog andere schilderijen; ook Har
tong insisteert in een zware kleur op een
zwaren vorm. Haar teekettingen missen echter
het tragische van Suze Robertson; haar
vorm is losser bij minder grootheid. Toch
is Hartong een afzonderlijk wezen; in de
bloemen drukt zij zich zekerder uit dan in
haar figuur. PLASSCHAERT
KUNST-NOTITIES
Het beeldhouwwerk staat als op
alle schilderyententoonstellingen, vreemd
wat, wat onverwacht in het overige. Hoe
lang zullen de beeldhouwers nog dralen zich
te vereenigen, en alleen' hun werken laten
zien? Er zijn er toch genoeg, en er is werk
genoeg? En er zal meer wederzijdsche
kritiek mogelijk zijn...
G. J. W. RUEB
KUNSTZAAL, VOORSTRAAT, DORDT
De Menuet" is het beste beeldje van de
negen werken van mej. Rueb. Als geheel
is deze persoonlijkheid nog niet sterk ge
typeerd; ik heb dit, tot nog toe, nooit in
haar gevonden. Zij heeft in Dordt drie werken,
die over 't Dansen zQn gemaakt, die iets
van 't Dansen geven. Het eerste is het
beeldje van den Faun. In hem is de Dans
het uitbundigst gewild, maar de beenen
zfln niet voldoende van kracht en uitdruk
king, en de grijns is inderdaad te gewoon.
Beter, hoewel met schijnbaar minder actie,
is het Danseresje. Het dansen is daar in de
armen het beste. De Menuet is nog minder
hevig dan de voorgaande. Toch is in haar
meer wezen, en in haar is ook de trek van
het gezicht, de uitdrukking, meer geslaagd
dan bij de twee andere. Van de overige vQf
werken is geen een bijzonder. Een
Scheveningsche is a la Van Wijk.
Mevrouw J. MENDLIK-MIJNSSEN
. VAN WISSELINGH, AMSTERDAM
De beeldjes van mevr. Mendlik verrassen
niet door stoutheid, stoutmoedige zekerheid,
buitensporigheid, of meesleependheid. Ze
zijn de portretjes van kinderen, en een van
prof. Rotgans. Sommige zijn doodgewoon
en niets meer; in sommigen vind ik echter
iets van een vrouwelijke ontroering, die vrij
zedig zich uit. Tegen de buste van den
professor heb ik het bezwaar dat het beeld
op ongemotiveerde wQze -eindigt.
LOUIS HARTZ
VOOR DE KUNST, UTRECHT
De tentoonstelling, die van Hartz te Utrecht
werd gehouden gaf den levendlgen,
impressionistlschen-luministischen, niet blzonderen,
dat wil hier zeggen, niet ten eenen male
buitengewonen schilder, in zijn verscheiden
heid. Ge vondt hem als schilder van
figuur. Het best was hij voor mij, in deze
dingen in zijn zelfportret, een werk
mat-rijk van kleur, een zuiver geheel, den
schilder voorstellend met zijn roode vest,
staande in het atelier? Het portret van Van
der Valk vondt ge er; een damesportret,
van mevrouw G., met een roode jurk, en
als beste van de koppen der Katwijksche
vrouwen, No. 40, tegen een blauwen grond.
(die naar ik meen nog niet sprong). Een
Meisje (No. 49) is hier bij te voegen.
Ge vondt hem als een schilder van typi
sche dingen. Een Vischstal (No. 14) en een
Groentestalletje (No. 38) leken mij toe, hier
van de aantrekkelijkste te zijn n om de
typeering n om de kleur.
iiiiiiiiiimmiiimimiiiiiiiiiiiiiimiiiiilit
Engelsche Boeken
VAN TRANS-NOORDZEE EN
VERDER
II
WILFRID WILSON GIBSON, Livelihood:
Dramatic Reveries, Macmillan, 1917.
Hier te lande is ie niet zeer bekend,
hoewel hij, Engelsman uit Northumberland,
reeds school heeft gemaakt in Amerika,
hoewel hij, even nauwgezet kunstenaar als
Robert Bridges en W. B. Ycats, even
warmmensellk voelt als John Masefield, en hoewel
zijn dichterlike ontwikkelingsgang niet
alleen belangwekkender is dan die van
Bridges, 'n zeventiende-eeuws aandoend
lyricus, die vrij wel buiten het moderne leven
staat,?maar zelfs voor die der beide door
mij genoemde anderen niet hoeft onder
te doen.
. Hij is niet moeilik om te lezen; met
enkele van z'n boeken, Fires", b.v. zou
'n intelligente derde-klasser van'n Hollandse
H. B. S. geen last hebben. Hij is ook niet
moeilik te waarderen voor hen die
te goeder trouw" zijn, op z'n Engels
zou ik ze unsophisticated readers kunnen
noemen, lezers met onvertheoretizeerde
smaak, die 'n criticus kunnen ontberen,
evenals 'n kalf in de wei geen
gras-voorproever van node heeft. Moeiliker wordt
het natuurlik voor wie letterkundige voort
brengselen hetzij bewonderen op kommando,
hetzij trachten onder te brengen in een van
de hun bekende dichterlike rubrieken, en
daarbij tot hun verbijstering bemerken dat
ze 'n laadje te kort komen.
En echter, om nu 'ns 'n ander beeld te
gebruiken, moest het iedereen die voelt
voor litteratuur niet met grote vreugde
vervullen, te zien hoeveel ridders deze
grote Landsvrouwe in haren dienst heeft,
ridders die, ieder op eigen gelegenheid op
avontuur uitrijdend, steeds nieuw gebied
veroveren voor hun meesteres, zodat deze
ten slotte heerst over 'n Rijk waar de zon
niet ondergaat?
Zo'n ridder is Wilfrid Gibson. En al lijkt
ItlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHlIlllllllllHllllllMlllllllllllliilt
Levensverzekering Maatschappij
H A A R L E M"
Wilsonsplein 11
DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN
iiiiiiiiiilliiillliiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiliilllliiiliiiiiiiiiiliilll
Kromoblanda. Over het vraagstuk'van
het wonen" in Kromo's groote land.
2de deel, door H. F. TILLEMA.
dit tweede gedeelte van zijn werk,
brengt Tillema een bevattelijk overzicht van
verschillende vraagstukken op tropenhygi
nisch gebied, voor zooverre die voor onze
Insulinden van belang zijn. Hierdoor ver
krijgt dit werk niet alleen beteekenis als
propagandageschrift maar ook als een popu
laire inleiding in de tropische hygiëne.
Na een kort hoofdstuk waarin de ellende
die door cholera en overstroomingen voor
de bevolking ontstaat op 's schrijvers be
kende pakkende wijze geschilderd Wordt,
komt het hoofdstuk getiteld: De zorg voor
't levend kapitaal" waarin betoogd wordt:
dat de bevolking van Kromo's groote land,
zal niet energiek, flink, degelijk,
vooruithet door hem met z'n goed zwaard veroverde
land op 't eerste gezicht weinig aanlokkelik,
men zal bemerken dat de bloem der schoon
heid er evengoed groeit als waar dan ook.
?» * *
Oh, for a life of emotions rather than
of thoughts!" Deze uitroep heeft zich,
naar verhaald wordt, Keats btj zekere gele
genheid laten ontvallen. In Keats was de
woord-kunstenaar n met de fijnproever
van eigen, aandoeningen en met Gibson
was het in z'n eerste tijd, waar ik het
nu niet over hebben zal, *) niet anders gesteld.
Spoedig echter kwam hiervoor in de plaats
'n met behulp der verbeelding ondergaan
van de emoties van anderen, en het artistiek
vertolken van deze emoties. Ook niets nieuws.
Dramatif se dichters zijn er om zo te zeggen
altijd geweest, en dramatiese lyriek, daarin
had Gibson 'n groot voorganger in de Engelse
letterkunde, n.l. Robert Browning, waarbij
dan ook alweer niet vergeten moet worden,
dat Browningdeze vorm niet had uitgevonden,
en dat het .gemakkelik zou zijn te komen aan
dragen met vóór Browning ontstane gedichten
in het Frans of Duits ik denk hier b.v. aan
Chamisso's Giftmischerin" die een beslist
Browningse indruk maken, al was het slechts
door 't bij de grote Engelsman zo geliefde
motief der zelf-rechtvaardiging.
Hier valt evenwel nog bij op te merken,
dat Browning evengoed als Chamisso, 'n
interessant geval, interessante personen nodig
heeft: fanatici, kunstenaars (liefst min of
meer mislukte) en vooral niet te vergeten:
eerste-rangs misdadigers. Gibson doet het
met 'n minimum interessantigheid. In
Livellhood: Dramatic Reveries" de Hiel reeds
noodt en noopt tot vergelijkingen met
Brownings Dramatic Lyrics", .Men and
Women", en Dramatis Personae"
neemt ie als mense-materiaal: 1. 'n ver
dwaalde werker In 'n kolenmijn; 2. 'n
orkest-violist van 'n variety theathre; 3. 'n
dienstmeisje dat 'n dagje-uit heeft; 4. 'n
veedrij/er; 5. 'n vuurtoren-wachter; 5. 'n
boerejongen, pas van school; die de vogels
van 't bezaaide land moet wegjagen; 6. 'n
afgeleefde, bedlegerige doedelzakspeler; 7.
'n arbeidersvrouw, die 't man z'n boter
hammen komt brengen; 8. 'n pottekrammer;
9. 'n gewonde soldaat, die nolfns volens
naar de evoluties van vijandelijke
vliegmachines ligt te kijken; 10- 'n
aardbei-plukster; 11. 'n werkman: geleider van 't
kipkarretje dat telkens erts aanvoert voor 'n
?) Vergel. Urlyn the Harper; l sh. Uitg.
Elkin Mathews.
strevend zijn, voor ze gezond is." Verder
wordt hier uiteengezet liet programma van
den Burgerlijken geneeskundigen dienst,
Woningen in den Bandjir-tijd, waarvan
de vloer wordt verweekt tot een pap
van modder Foto Hoek
naar de Vogel's lezing en dat van den
stedelijken gezondheidsdienst, zooals van
Loghem die zich voorstelt. De
noodzakelijkNauwe straat in Semarang
Co//, Tillema
heid van krachtig ingrijpen wordt door een
overgroot aantal aanhalingen uit Indische
couranten gestaafd, terwijl, als voorbeeld wat
een goed geregelde (en onder buitengewoon
gunstige omstandigheden weikende) gezond
heidsdienst vermag, het
hygiënische werk in
Deli uitvoerig vermeld
wordt. Dit hoofdstuk
wordt besloten door een
zeer eigenaardige af
beelding, de boom der
gezondheid" waarin gra
fisch wordt voorgesteld,
wie en wat er alzoo
moet medewerken, om
tot het ideaal: den ge
zonden mensch, te ge
raken.
In het derde hoofd
stuk vindt men een uit
voerige behandeling van
de mug, als
ziefcteoverbrengster en van de
middelen om haar te be
strijden. Korter worden
dan nog vlooien, want
sen, luizen en vliegen be
handeld in verband met
hunne beteekenis als
ziekie-verspreidsters. In
dit hoofdstuk zijn
verder tal van bijzon
derheden te vinden
DE INBESLAGNEMINGEN TE PLATTELANDE
Teekenlng voor De Amsterdammer" van George van Raemdonck.
r -^
IIIII1IIIIIIIII1IIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIII11IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
over sanitaire toestanden in verschillende
deelen onzer O. I. bezittingen, bijzonder
heden gedeeltelijk door Tillema zelf ver
zameld (door middel eener enquête), gedeel
telijk ontleend aan studieën en verslagen
van van Breen, Eyken en Grijns, de Mooy
en Westra e.a. Het werk eindigt met een
Een hospitaal omgeven door muskiet-broedplaatsen |
Co//. D. v. Lessen
hoogoven; 12. 'n hooier, die tot de ontdek
king komt dat ie verlief d is: 13.'n koopman,
wiens jongere broer en vennoot er vandoor
is met de kas; 14. 'n grootvader, die z'n
kleinzoon ziet rijden op 'n tak van 'n omge
waaide iep; 15. 'n door 'n aanstaand vader
gehaald dokter; 16. 'n oud vissersvrouwtje;
17. 'n spoorwegwerker; 18. 'n oud, onge
trouwd werkman op 'n niet onherbergzame,
vllering.
Gaat men dit lijstje na, dan zullen er twij
felende wenkbrauwen omhoog gaan. Som
mige nummers zullen bezorgheid wekken
voor de zandbank der
laag-bij-de-grondsheid. Andere zullen lezers ongerust maken
voor de klippen van sentimentaliteit, of
goedkoop gebulder. Maar laat ik dit terstond
vaststellen: Gibsons gevoelsuitdrukking is
steeds en overal zuiver als't zuiverste water.
Er klinkt nergens'n geforceerde noot; in z'n
Engels, dat zo lekker loopt als 'n beek, is
natuur tot kunst en knnst tot natuur ge
worden, en, niet bang voor 'n te pas ge
bruikt provincialisme, plaatst ie zonder feil
het juiste woord op de juiste plaats.
Daarbij komt nog iets de indruk van deze
Dramatic Reveries versterken: 't gebruik
van die eigenaardige stijl, welke, de eerste
persoon vermijdend, toch niet
zulver-verhalend is, en aan niets zoozeer herinnert
als aan de Latijnse Oratio obliqua, al geloof
ik niet dat deze laatste bfigedragen heeft
tot de ontwikkeling van de psychologiese
stijl" der omsluierde aanhalingen" in de
moderne litteratuur. Zouden we nu een van
's dichters dramatis personae 'ns zelf aan 't
woord willen laten, b.v. de oude veedrijver
va n n u m me r vier: T/ieDrove- Road, dan bespeu
ren we dat dit niet gaat: de dichter spreekt
voor hem, en terecht. Immers: de dichter kan
spreken; hij heeft, wat z'n karakters mis
sen (en wat trouwens het merendeel dei
mensheid mist): de gave van gestyieerde
uiting. Anderzijds heeft ie zich zo volkomen
vereenzelvigd met z'n veedrijver, dat ie ook
récht van spreken heeft. En de stijl, 'n com
promis tussen lyriese uiting en epies verhaal,
verleent nu aan 't gedicht de hoogste graad
van overtuigingsvermogen.
'T was going to snow 't was snowingl
Curse nis luck!
And fifteen mile to travel here was h
With nothing hut an empty pipe to suck,
And half a flask of rum but that would be
More welcome later on. He 'd had a drink
Before hèleft, and that would keep him warm
A tidy whlle: and '( would be good to think
He 'd something to fall back on if the storm
Should come to much. You neverknew with
snow.
A sup of rain hèdidn't mind at all,
But snow was quite another story, quite
Snow on these feil tops withanorth-east wind
Behind it, blowing steadily with a bite
That made you feel that you were stript
and skinned.
And those poor beasts and they just off
the boat
A day or so, and hardly used to land
Still dizzy with the sea, their wits afloat.
When they first reached the doek, they
scarce couU stand,
They 'd been so joggled. 11 's gey') bad to cross,
After a long day's jolting in the train,
Thon2) Irish Cnannel, always pitch and
toss
And heads or tails, not much f or them to gain!
Andthenthe market, andthethrong andnoise
Of yappingdogs: and they stung mad with
fear, '?>)
Wilted wich switches 4) by those senseless
boys
He 'd like, to dust their jackets!
Heli, but' it' was 'cold;
And driving dark it was nightdark as night.
He 'd almost think hèmust be getting old
To feel the wind so
He 'd never feit the like
That wind, it cut clean through him to the
skin.
He might be mother-naked, walking bare,
For all the use hls clothes were, with the
snow
Half-blinding him, and clagging to nis hair,
And trlckling down his spine. He 'd like
to know
What was the sense of pegging ?'?) steadily,
Chilled to the marrow, after a daft c) herd
Of draggled beasts hècouldn't even see!
But that was him all over! Just a word,
A nod, a wink, the price of half-and-half
And hè'd be setting out f or God knows-where,
With no more notion than a yearling calf
Where hèwould find himself when hègot
there.
And hè'd been travelling hard on s'xty year
The same old road, the same old giddy «ait,
And hè'd be walkinp, for a pint of beer:
Into his coffin, one day, soon or late
But not with such a tempest in his teeth,
Half-blinded and half-dothered, 7) that h
hoped!
He 'J met a sight of weather on the heath,
hoofdstuk over de verwerking van vaste
afvalstoffen doos A. Cats. #?-*
Evenals Kromoblanda I is ook dit werk
van een groot aantal zeer instructieve foto's
voorzien.
Door de aanzienlijke hoeveelheid feiten
Een kijkje in het pathologisch
laboratorim te Medan (Deli)
Co//. Kol. Inst.
in het 3e hoofdstuk verwerkt is dit
deel, evenals het eerste, niet alleen van
belang voor den leek als inleiding tot de
tropische hygiëne van onzen O. I. archipel.
maar ook voor den vakman die hier een
verzameling vindt van locale bijzonder
heden op sanitair gebied, die elders slechts
met de grootste moeite te verkrijgen is.
Dr. N. H. SWELLENGREBEL
imimiiiiiiiiiMiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimi
But this beat all
And not a spark
Of comfort for him! Just to strike a light
And press the kindling shag down in (hèbowl,
Keeping the flame wil shielded by his hand,
And puff and puff! He 'd give his very soul
For half a pipe ....
That rustling sound
Of drifting snow, it made him sleepy-like
Drowsy and dizzy, ditheringS) round and
round.
If hècould only curl up under a dyke
And sleepand sleep. Itdazzled him, Ihat white,
Drifting and drifting, round and round and
[round ....
Just half-a-moments's snooze ....
God, hèwas nearly gone!
The storm was lifting;
And hè'd run into something soft and warm
Slap into his own beasts, and never knew.
Hnddled they were, bamboozledby the
stormAnd little wonder either when it blew
A blasted blizzard. Still, they 'd got to go.
They couldn't stand there snoozinguntil night.
But they were sniff ing something in the snow.
't Was that had stopped them, something
[big and white
A bundie nay, a weman ... and she slept.
But it was death to sleep.
He 'd nearly dropt
Asleep himself. 'T was well that hèhad kept
Ihat rum; and lucky that the beasts had
[stopt.
Ay, it was well that hèhad kept the rum.
He liked his drink: but hèhad never cared
For soaking by himself, and sitting mum.
Even the best rum tasted better, shared.
Hiermee is de Dramatic Rêverie" ten
einde, 's Veedrijvers mijmeren heef t uit. Hij
moet handelen.
WlLLEM VAN DOORN
1) North Country word": very.
2) that. 3) and Ihey stung mad with fear.
Deze absolute konstrukties zijn zeer talrijk
in 't Anglo-Iers, maar ook lang niet zeld
zaam in de Engelse volkstaal, b.v. Do you
think I would eat your food and me with
money in my pocket to buy be ter? 4) met
twijgen gestriemd. 5) tippelen 6) be
zeten 7) versuft. 8) schudden.