De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 1 juni pagina 10

1 juni 1918 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND l Juni '18. - No. 2136 Ondanks groote moeilflkheden is het ons tot nu toe mogelijk geweest, constructie, qualiteit en afwerking onzer rijwielen onveranderd te handhaven. x De motieven, die, bij behoefte aan een nienw rijwiel, tot de kenze van een FONGERS lei. den, zijn thans nog talrijker en sterker dan voorheen. DeCroningerRiiwieleniabri6kA,FOilGERS DE TWEESPALT IN DE VOETBALBEWEGING door LEO LAUER De oorlog woedt heftiger dan ooit tevoren, en door de voortdurende ontroer ing, daaraan verbonden, schijnen ook outsiders aan een soort oorlogs-psychosis te lijden. Tot zelfs in voetbal-kringen is zulks merkbaar. Daar bestaan immers verwikkelingen, waaraan een zekere zijde een revoiuiionnalr karakter getft. Tusschen den Ned. Voetbalbond en de West. eerste klasse clubs, vereenigd in de afdeeling A, de oude vereenigingen, waartoe o. a. Sparta, H.V.V., Haarlem, H F.C. e. a. behooren, is een conflict gf rezen, dat op een schisma dreigt uit te loopen. Hoe deze tweedracht ontstaan is, ik zal het u in de volgende regelen vertellen, lezer. Wees evenwel voorbereid op een grillige geschie denis, die het frivole benadert! Hoe was de toestand in het Westen, aan 't einde van het seizoen 1915?16? Er be stonden in dit lands-gedeelte 11 rste-klasse vereenigingen, ondergebracht in eenVcompetitie, 32 tweede-klasse clubs, verdeeld over 4 af deelingen en 55 derde-klas sers, die in 8 competities speelden. Een wan-verhoudingl Waar nl. de organisaties van lagere orde naar expansie streefden, daar was in de hoogere regionen te luttel gelegenheid tot dit uitdijen. De N. V. B. besefte dezen mis stand maar al te zeer, hetgeen moge blijken uit het instellen van een commissie tot praeadvies over de kompetitie-indeeling. Dat de bond bij de samenstelling van dit college democratisch te werk ging, het wordt bewezen door de omstandigheid, dat in deze zg. Bevredlgings-commlssie" zitting hadden n bestuurslid van den N. V. B., wijders representanten van de belanghebbende clubs, d.w.z. vertegenwoordigers van de vak-vereenigingen, waartoe die belanghebbende clubs waren toegetreden, t.w. Het Gouden Hoofd (Westelijke eerste-klassers), Vereenlng van tweede- en derde klassers enz. enz. 9 den arbeid, die nu volgde, bleek al ras, dat Het Gouden Hoofd zelf begreep, dat men aan de vereenigingen van lagere orde de gelegen heid tot expansie moest bieden, wilde men ten minste voor de toekomst een gezonden toe stand scheppen. Vandaar, dat deze organisatie het denkbeeld opperde, een nieuwe eerste klasse te vormen, en aan het Bestuur van den N. V. B. hierbij steun toezegde. Ja, het Gouden Hoofd ging zelf zoo ver, de samen stelling der belde afdeelingen aan de leidende officials in den bond over te laten. Het Bondsbestuur was inmiddels huiverig om tot de instelling eener tweede klasse over te gaan. Omdat evenwel het, door de Bevregingscommissie uitgebrachte, rapport een compromis bevatte tusschen Het Gouden Hoofd en de Vereeniging van tweede en derde klassers besloot men tot bedoeld novum. Laat ik er tevens nadrukkelijk op wijzen, dat de beide Westelijke eerste klasse afdeelingen als rechtens gelijkwaardig werden aangenomen. De erkenning van de feitelijke gelijk waardigheid dit wijst op eene vermenging werd aan het Bestuur van den N. V. B. toevertrouwd. Stamde dit compromis uit de maand Augs. 1916, reeds in Sept. van dit jaar wilde men, zoowel van de zijde van Het Gouden Hoofd als van de Vereeniging van Tweede en Derde Klassers, aan het compromis tornen. Ik vermeld dit met 't oog op de latere verwikkelingen. Deze bedillingen werden echter bezworen. Toen volgde de algemeene vergadering van 15 Juli 1917. Deze bijeenkomst bekrachtigde het Bestuurs besluit, en de zaak was dus beklonken. Evenals in het Bevredigings-rapport werd aan het Bestuur opgedragen, de vermenging te bepalen. Men ging Inmiddels niet over fjs van n nacht. De Bevredigingscom missie kreeg een hernieuwde opdracht. En nog eens vergaderde men, thans te 11 Aug. ONTBOEZEMINGEN VAN EEN CANDIDAAT-KAMERLID in het net overgeschreven door VAN DEEKINGHAM Wie in de schuit zit, moet meevaren. Ik zit in de politieke schuit, vaar dus mee. Prettig is het niet: hard roeien, en bij het onderdoorvaren van een brug door de poli tieke kwajongens met koolstronken te wor den gegooid. Komt men een uur later die zelf de kwade bengels op den wal tegen, dan nemen ze hun petje af, zeggen Dag, meneer" en doen net of er niets gebeurd is. Ik weet wel uit de Grondwet, dat men als Kamerlid in de kamer zoovele ha t el ij kheden en Insinuaties naar het hoofd (het heet dan: geachte hoofd) van een medelid (idem: geachte medelid) mag smijten als in de kraam te pas komt, en als ik erin kom (in de Kamer, niet in de kraam) zal ik geen blad voor den mond nemen, want vele heeren, als zfj herkozen worden, heb ik nog een en ander te ver tellen, zonder voor beleed! ging te worden vervolgd. Maar bulten de Kamer alles te moeten laten welgevallen, is toch wel een beetje tékras. Het werkt deprimeerend als men vol moed op eene vergadering het beste beentje wil voorzetten bij het verde digen en verbreiden van de belangen van zijn groep en daar kemt een politieke te1917 te Amersfoort. De Bevredigingscom missie besloot tenslotte met algemeene stemmen, om niet direct tot vermenging over te gaan, maar deze het volgende jaar ?pnieuw onder de oogen te zien. Voorts werd, op voorstel van Het Gouden Hoofd, bepaald, dat per jaar n Vereeniging van I A en IB te beslissen door wedstrijden zou degradeeren. Nu ontstond er evenwel rumqr in casa". Dit bleek op de Bestuurs vergadering van den N, V. B. dd. 8 Sept. 1917, waar een deputatie van de I A-clubs Het Gouden Hoofd werd dus sluw uit geschakeld o.m. kwam beweren, dat een veréeniglng van I A zelfs niet de kans mocht loopen om naar de tweede klasse af te zakken. Uit het een en ander volgt, dat in die dagen reeds verdeeldheid heerschte in het kamp der I A'ers, althans, dat daar elementen scholen, die tegen de besluiten van de Bevredigingscommissie wenschten -te ageeren. De A-clubs stemden er evenwel in toe, dat bij den aanvang van het seizoen 1919-20 de vermenging van I A en I B zou plaats vinden. Maar men hield in die kringen vast aan dit standpunt: geen enkele A-club zal aan het einde van het seizoen 1917-18 naar de tweede klasse degradeeren (No. 12 van I B daarentegen wei). Dit laatste ver zoek willigde het Bonds-bestuur in. Ten opzichte van de vermenging besloot het leidend college deze bij den aanvang van het seizoen 1918-19 vast te stellen. Dit zou aan de zaak zelf, volgens het bestuur van den N.V.B., niets veranderen. Men benoemde tevens een terreincommissie om de ter reinen der B clubs te keuren, dus om te zien, of deze gronden behoorlijk genoeg ingericht waren om de, meer aan comfort gewende, A-elftallen eventueel te ontvangen. Tot zoover de nuchtere f -iten! Tenminste.... voordat de tweespalt uitbrak! Toen kwam, als een donderslag.bg helderen hemel, het ultimatum van de A-clubs. Zij richtten een schrijven aan het bestuur van den N. V B., waarin zfj o.a. mededeelden, dat zij met Ingang van het komende seizoen slechts genoegen zouden nemen met n hoofdklasse in het Westen, bestaande uit de 12 tegenwoordige vereenigingen der af deeling A, en dus voor nu en later de ver menging van de afdeelingen A en B niet konden aanvaarden. Aan het einde van ieder seizoen, voor 't eerst aan het einde van het seizoen 1918?19, zou men evenwel, bij wijze van promotie, twee vereenigingen uit de afdeeling B tot A toelaten, waar tegenover twee A-clubs zonder het spelen van wedstrFjden naar de B-afdeeling zouden overgaan. Deze oplossing lijkt mij sportief" gewis niet slecht. Slechts bevreemdde zfj na de vooraf gegane besprekingen. En dan door de wijze, waarop deze te heete schotel werd opgediend. Directe vermenging achtte men verder in A-krlngen, uit finantieele overwingen, bezwaarlijk. Bedoelde clubs zitten, door de terrein-inrichtingen, op zware lasten, en de entrée's bfj wedstrijden vormen een voornamen factor. Men meende nu, dat, zouden misschien klassiek geworden kampen vervallen, waarvoor ontmoetingen met minder bekende tegenstanders in de plaats kwamen, zulks zou drukken oo de club-finantiën, een bezwaar, dat mij te overdreven voorkomt, waar de minder bekende elftallen evenzeer publiek zullen trekken, vertoonen zij maar degelijk spel, hetgeen de praktijk bewees het te verwachten was. Dat was het ultimatum! Want men voegde hieraan toe: indien binnen 14dagen nadagteekening van dit schrijven geen antwoord mocht zijn ontvangen, moeten wij aannemen, dat ons voorstel bij uw college niet in gun stige overweging is gekomen. Het lidmaat schap van de vereenigingen der tegenwoor dige afdeeling A van den N. V. B. zal alsdan als geëindigd worden beschouwd. Het bestuur van den N V.B. antwoordde op dit schrijven kort en krachtig. In deze kwestie vermocht het leidend college geen beslissing te nemen, en het verwees daarom de A-clubs naar de algemeene vergadering, welke 23 Juni a s zal plaats vinden. Op deze geste van de bestuurderen riposteerden de opposanten door de mededeeling, dat de vereenigingen met l Juni a.s. haar lidmaat schap van den N.V B. opzegden, echter met dien verstande, dat, mocht de algemeene vergadering in haar voordeel beslissen, dus de vermenging verwerpen, zfl op dit be danken zouden terugkomen. Dit laatste is al een hoogst zonderling optreden. Men han delde echter zoodanig pecuniae causa". Bedankten de vereenigingen niet voor l Juni, dan waren zij voor een jaar nog aan de organisatie verbonden d.w.z zij hadden in dit geval hare finantieele verplichtingen na te komen. Waar bedoelde clubs reeds 18 Mei ren bijeenkomst hielden teneinde een con cept-reglement te behandelen vaneen,naast den N.V.B te stichten organisatie, daar meenden zij dezen meer materialistischen dan aesthetischen weg te kunnen bewandelen. Het conflict is thans tot dit stadium ge komen. Uit het een en ander blijkt duidelijk, dat men in A-kringen niet altijd even nprecht heeft gehandeld. De verwisseling van Gouden Hoofd en I A'ers doet hier niet ter zake. What is in a name? vooral wanneer de genstander-dwarskijker allerlei hatelijkeden zeggen over de partij en de idealen; ja zelfs persoonlijke feiten in het daglicht stellen. De V. P. P., Vereenigde Puttenscheppers Partij, meende met een eigen candidaat te moeten uitkomen. De keuze (lang geen slechte) viel op mij. Had ik alles geweten wat ik nu weet, dan was ik wel teruggekrabbeld. Ik had er al niet veel fiducie in, maar men maakte mij lekker door in het vooruitzicht te stellen: drie duizend gulden salaris, pensioen, vrij reizen, een massa papier, met het oog op den komenden winter en, dit was. het argument mijner vrouw, omgang met menschen bij wie ik vroeger de put had geschept. Ik begon met een Grondwetje te koopen. Daaruit bleek, dat ik worden zou: iemand die het volk vertegenwoordigt. Nog wel het geheele volk. Deze passage in de Grondwet is een paskwil, want wie stelt het op prijs door een (of zfjn) puttenschepper vertegen woordigd te worden ? Er blijft Immers altijd, al gebruik ik dure zeep, een luchtje aan me hangen. Overwegend bezwaar is dit nu wel niét, want aan modderlucht zfjn ze heusch wel gewend In de Kamer. Ik kan me tenminste niet herinneren, dat ik ooit een put heb geleegd waaruit zooveel lucht naar boven kwam-als bij de openbaarmaking geTJIT IHIET ICLAJDSaiEÏIR/IIFT V-AIsT '/?r& Wz^ L./ :'|1|Pf^^|(^fl^« ,l"»^i Iw^^^^u^' ^^^rA1^: <^^-' />y>n\\, ^ hoedanigheid der vereenigingen dezelfde is! En Het Gouden Hoofd, dus I A, heeft men dient dit nadrukkelijk vast te leggen den toestand, waartegen men tenslotte ging sputteren, mede helpen scheppen, ja, Het Gouden Hoofd is tot het scheppen van den bewusten toestand de drijfveer geweest. Gaat het dan aan, thans te krin kelen op een wijze, die aan trouw-breuk doet denken? Doet denken... want het grillig optreden dezer I A-clubs heeft een andere oorzaak, en wel deze, dat er in de bewuste kringen verdeeldheid heerscht, ja, een zoodanige verdeeldheid, dat sommige leidende per sonen tot voor kort de eigenlijke geschie denis niet haarfijn kenden, en zich lieten meeslepen door fanatieke elementen, die het op een schisma aandreven, misschien wel in de verwachting, in een nieuwe organi satie een leidende functie te kunnen bekleeden. Er heerscht verdeeldheid in l A. Gelukkig! Want waar het mij bekrnd is, dat de B-clubs, de tweede en derde klassers een kalme houding zullen aannemen, dus tot oplossing van het conflict zullen mede werken, daar is deze .verdeeldheid d. w. z. «n in Minimin durende de laatste maanden in de Kamer. Leden van de V. P. P. zijn daar dringend noodig; al is 't maar voor de enquête-com missies. Geen betere om modder naar boven te halen dan een V. P. P.er. Vanaf den dag van mijne plaatsing op de groslijst ('n allesbehalve vleiende uitdruk king, daar gros" in den volksmond uitvaagsel" heet) is er een stroom van papieren in mijn huis gekomen. De orgarisatie ver schafte mij een abonnement op de Kamer stukken, maar dit is zulk een hopeiooze warboel, alles ligt bijvoorbeeld op numm-r zonder register, zoodat je van ongeveer 430 onderwerpen precies de nummers weten moet, dat ik me daarin niet begeef. Daar kom ik toch nooit uit. Dan kwamen er gelukwenschen, circulaires voor drukwerken, voor gala-pakken, boeken, wijnen, kleeren, rijtuigen, bloemen, taarten, kortom alles waaraan een kamerlid behoefte hebben kan, inteek'nbiljetten voor ver eenigingen, zeldzaam zoovele philantropische instellingen er in Nederland zijn, en eene aanbieding, waaruit ik overneem: daar het voor Uw Hoogedel Gestrenge (dit was ik) van nut kan zijn in de komende verkiezingsdagen opdaadwerkelijken steun te kunnen rekenen, wijzen wij U beleefd op onze afdeeling werkehet aanwezig zijn van elementen in de A-kringen, die nog de woorden virtus, concordia, fides" in hun vaandel schrijven, een gunstig voorteeken. Mijn meening is dan ook, dat aan het rumor in casa" spoedig een einde zal komen, en een gelukkig einde. Dit neemt niet weg, dat ook de voetbal-beweging haar revolutionnairen heeft leeren kennen, omwenlelaars, die evenwel, door slechte organisatie en een te ruim geweten, gewis niet sportsmanlike" hebben gehandeld. Verheldering Zooals de zon na donk'ren dag den avondhemel vult met zachten glans, en 't scheidend licht de heuvelen verguldt, en hoog, heel hoog in 't donk'rend blau.w een wolkje, ij! en toer, beschenen door den zonnegloed, een gouden luchteveer, Zoo ligt mijn ziel in rust en vree, vol wonderbaren glans, looze bootwerkers, 't Is geruststellend op verkiezingsvergaderingen, in tegen standersdistricten of dergelijke een viertal van deze krachtige menschen om U heen te weten." Daarop behoefde ik niet te reageeren. Mijn vrouw vergezelt mij overal heen. Daarna kwamen de uitnoodigingen voor de vergaderingen voor de verkiezingscampagne. Heere Beware me, maar zooals die Comités over een mensch zijn lijd en zijn corpus beschikken, is niet onder woorden te brengen. Ze schrijven maar dat dan en dan en daar en daar eene vergadering is waar je wel zult willen optreden l Ze vragen niet of het gaat. Neen; laten hoogstens de keus tusschen twee of drie avonden. Dat is van de eigen organisatie. Brutaler nog zijn ze van de tegenpartij. Zfj deelen mede waar de vergadering is en hoe laat en dat men verwacht wordt om te debatteeren. Verder niets. De eerste maal berichtte ik dat ik niet bomen kon. De lammelingen stuurden dezen brief door aan het Comitévoor propaganda van de Ideeën der Vereenigde Puttenschep pers Partij, dat mij daarop berichtte: Wij verwachten van u, dat u voor de belangen van de V, P. P. te allen tijde zult opkomen en op de vergadering in het debat zult gaan. Je gaat niet, hoor," schreeuwde mijn vrouw, die ik den brief voorlas, bij al die al wild bewegen is verstild tot maatvol-schoonen dans. Strijd is geweken, en de ziel vraagt zich verwonderd af, wat haar zoo fel ooit heeft beroerd en zooveel onrust gaf. Dit wonder werkt d' onkenb're Bron waaruit al 't Zijnde welt, die 't menschenhart, na lijdens nacht, genadiglfjk veihelt. Zoo groote vree is kort van duur, de ziele weet dit wel, maar schouwt n oogwenk d'eeuw.'gen grond van 's levens wis'lend spel. En als dan straks, met ruw geweld, onrust de ziel intreedt, Zal zij, standvastig en gerust, dulden de smarten wreed, omdat zij, twijfelloos gewis, in zich ervaren heeft, dat 't Wereldwezen vreugde is en eeuwig in ons leeft. H. GILTAY MiiiiimmiiiiiniiiitiiMiii menschen in het bad." Ik stelde haar gerust en vervolgde: Van deze gelegenheid maken wij gebruik u mede te deelen, dat voor de propaganda veel geld noodig is. Wij rekenen op een bijdrage uwerzijds van minstens duizend gulden, en zullen gaarne vernemen wanneer over dit be drag kan worden beschikt." in de schuit, nietwaar..,? Ik zeide tot mijn vrouw: Daar gaan mijn lieve centen. Modder waart gij (en verbeterde snel: het geld bedoel ik) en tot modder zult gij wederkeeren." Verder bevatte de brief eene aanmaning om zooveel mogelijk in het openbaar op te treden om mijn naam in de couranten ge drukt te krijgen. Vanwege de populairiteit! Mijn vrouw had wel eens gehoord van Kamerleden, die zich in hun district lieten zien. Ik bracht haar onder het oog dat dit spelletje uit was nu er geen districten, maar kieskringen waren. Nou, dan gane we in een ope ekiepaasie de' kring rond." Ik hield haar de onmogelijkheid daarvan onder het oog, maar zij drong aan en, niets, vrouwelijks is haar vreemd, zette door, met het gevolg, dat wij zamen, beide paaschbest uitgedost, door Amsterdam in een open rijtuig hebben getoerd. Owee" schreeuwde de jongens ons na. Maar de schuit, nietwaar... ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl