Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l Juni '18. No. 2136
DE VEREENIGING BOEDIOETOMO
1908-30 MEI- J918.
EEN INDISCH-NATIONAAL FEEST
IN HOLLAND.
(De illusir zijn gedeeltelijk uit het,Ge
denkboek BoedlOetomo",Uttg. Tfjdschr.
N. I. Oud en Nieuw ontleend).
Den 20sten Mei j.l. is in Den Haag iets
gebeurd, dat wij, tfjdelQk in Nederland ver
toevende Indones rs, niet licht zullen ver
geten. Van heinde en verre stroomden al
de zonen van Indiënaar de Hofstad, om
eens op echt Indische wflze, met
gamelanmuziek en wayangvertooning gezamenlflk
feest te vieren, ter eere van een jarig
familielid.
Boedi Oetomo, de Javaansch-natlonale
vereeniging, die op initiatief van S o e t o m o,
Goenawan e.a. in de school tot opleiding
van Inl. artsen ontstaan, later den stoot
heeft gegeven tot de nationalistische, en
sociaal-politieke opleving op Java, was juist
tien jaren oud. De Javanen, die verre van
hun vaderland nochtans trouw aan hun land
en volk zijn gebleven, wilden op dien ge- l
denkwaardigen dag hunne liefde toonen voor
bet land, dat zij tijdelijk hebben moeten ;
verlaten en inderdaad was er geen schooner ?
gelegenheid, om die grooteaanhankelijkheid *
aan het vade'land te demonstreeren dan
juist het tijdstip, waarop de
moedervereeniging" der Javanen tien jaren oud zou zijn.
Allereerst hebben de hier vertoevende
Javanen het tienjarig 'bestaan van B. O. ge
vierd, omdat zij in dezejavaansch-nationale
vereeniging in de eerste plaats zien een
cultureelen bond der Javanen, die steeds
geijverd heeft voor de bevordering van de i
Dr. R. Soetomo,
De oprichter van Boedi Oetomo
R. A. A. Tirtokoesoemo, toen
malig regent van Karanganjir;
k Ie Pres. v. Boedi Oetomo
R. M. T. Woerjaningrat,
de tegenwoordige President
van Boedi Oetomo
Goenawan Mangoenkoesoemo
n der oprichters
van Boedi Oetomo
Oetomo, om de Javaansche muziek tot bloei l
te brengen, om de letterenstudie weer te
doen herleven enz. Vandaar dan ook, dat
de geheeie Javaansche kolonie in Nederland
bij deze herdenking alle partijgeschillen op
zij had gezet en den tienden geboorte
dag van den Javaansch cultureelen bond
gezamenlijk heeft gevierd.
Dan moge hier niet worden vergeten, dat
de vereeniging Boedi Oetomo", zelfs als
politieke organisatie beschouwd, nochtans
recht heeft op de sympathie van alle Javanen,
ja, zelfs naar ik meen van de andere
nietJavaansche Indonesiërs, aangezien B. O. als
de eerste Javaansche organisatie in staat is
geweest de gemoederen op Java zóó in
geestdrift te brengen, dat kort na haar
ontde statuten gedefinieerd wordt als te zijn
de poging, om door harmonische ont
wikkeling Java te brengen tot een
waardig volksbestaan. Een vage
formuleering weliswaar, doch deze vaagheid
was onvermqdelijk, omdat B. O. als de
eerste vereeniging alle elementen wilde
omvatten. Wanneer men bedenkt, dat zoowel
de conservatieve geleerde dr. R a d j i m a n,
als de later als revolutionnair het meest op
den voorgrond tredende T j l p t o Man
goenkoesoemo tot de mede-oprichters
van Boedi Oetomo behoorden, dan begrijpt
men ook meteen, dat Boedi Oetomo, door
allen beschouwd als de organisatie voor
heel het Javaansche volk, allerhande ele
menten in zich had te bergen en zoodoende
De Bijeenkomst te 's Gravenhage ter Viering van het 10-jarig Bestaan der Vereeniging Boedi Oetomo
Javaansche kunst, de Javaansche letteren, de
religie, kortom alle overblijfselen van de
Javaanse hèbeschaving. B. O. is bij uitstek
de vereeniging, die het cultureele leven van
het Javaansche volk tracht te verheffen. Als
eene cultureele vereeniging heeft ze dan ook
de sympathie van alle Ja vanen, onverschillig
tot welke politiek partij deze ook mogen
behooren. Zoowel de leden van de
Indischmobammedaansche Sarekat Islam als die
'van Insullnde", de vereeniging der
Indischnationale radicalen, kunnen niet anders dan
instemmen met het streven van Boedi
staan talrijke vereenigingen werden opge
richt, welke alle in het algemeen de ver
betering der sociale toestanden beoogden.
Zelfs de later opgerichte andere politieke
vereenigingen, de Sarekat Islam en de
Indische Partij, hebben hunnen aanhang
grootendeels te danken gehad aan de Javaan
sche vereeniging Boedi Oetomo. Het geweldig
snelle evolutieproces in de Indische bewe
ging bracht n.l. met zich verscherping der
politieke eischen en idealen. De bewust
wording nu is zonder twijfel een gevolg
geweest van het streven van B. O. dat in
De Javaansche Kunst-Avond in het Gebouw Dilligentia te 's Gravenhage
onmogelijk hare richting scherp kon formu
leeren. Iedereen voelde in zich den drang,
om door samenwerking het vaderland te
dienen; er was gern andere vereeniging
dan de B. O. en ziedaar nu de reden, waarom
bij de oprichting van de eerste Javaansch
nationale vereeniging alle vooraanstaande
Javanen in dezen bond waren samengekomen.
Het spreekt echter vanzelf, dat desamen
werking tusschen conservatieven en radi
calen niet van langen duur kon zijn.
Het gevolg van den ontstanen
onderlingen strijd, die ook Qnvermfjrfelijk was,
was ten eerste het ontstaan van een oppo
sitie in B. O., welke voortdurend in kracht
toenam, maar welke later een toevluchtsoord
vond in delater ontstane politieke partijen,
m. n. de Sarekat Islam en de Indische Partij.
Door de ontwikkeling van het partijwezen,
welke ook hier zuiverend heeft gewerkt,
kwam het vrijzinnige karakter van B. O.
hoe langer hoe duidelijker voor d*n dag.
En nu, in het algemeen, de staatkundige
bewustwording haar beslag het f t gekregen
en B. O. van eene cultureele tot eene staat
kundige vereeniging is uitgegroeid, is ©ns
thans duidelijker dan ooit geworden, dat
B. O. in de Indische beweging het bolwerk
der liberalen vormt.
Wanneer men nu vraagt, wat B. O. als
politieke partij tot staid heeft gebracht, dan
kan het antwoord niet bevredigend luiden.
Niet a'leen deor de samenvloeiing van het
cultureele met het staatkundige doel werd
de vereeniging steeds belemmerd in hare
actie, maar men vergete daarbij niet, dat
door het ontstaan der andere partijen het
werk van B. O. als het ware werd gede
centraliseerd. De vraag moest dan ook
?miuiiiiiiiiiiiuiimiiiiuiiiiuiiiiiuiiiiiuiimiiuiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiii
Handel In Gouden Muntstukken
Sedert maanden trekken aankondigingen
van, voor het meerendeel obscure, firma's de
aandacht, waarbij tot steeds klimmende
prijzen goudgeld te koop gevraagd wordt.
In de laatste dagen doorkruizen zelfs
Sandwichmen met groote borden de stad,
waarbij het publiek fabelachtig hooge prijzen
(o.a. f 14.f O voor gouden tientjes) geboden
wordt. Bedenkt men nu, dat aan die reclame
groote kos'Cn verbonden zfln; dat de opkoo
pers en hunne iastgevers belangrijke risico's
loopen en zich daartegen noodwe dig door
een zeer ruime winstmarge moeten dekken,
dan ligt het voor de hand, dat de handelaars
in dat goudgeld daarvoor een afzetgebied
moeten hebben, waar zij er nog aanzienlijk
veel meer, ontvangen dan de ons reeds
fabelachtighoogschijnendealhier geboden prijzen.
Algemeen neemt men aan en dat zal
ook wel zoo zijn dat dit goud ge ld clan
destien over onze Oostelijke gre zen ge
smokkeld wordt om de buitenlar.dsrhe
goudindustrie de grondstof te ver ch ff en,
die zrj niet meer op de vroeger gebruikelijke
wijze kan verkrijgen. En waar men er nu
eenmaal gewend aan geraakt is voor allerlei
noodzakelijke levensbehoeften prijzen te be
talen, die ettelijke malen die van vóór den
oorlog overschrijden, is het niet te
bemiiiiiiitiiiiiimiitiii iiitiiiiiitiiittiuiiiiiiiiiitttinitiiiiiiiiittMiiiitiuiiuiiiiiiiiiiiitiitiiiiuivtiiitiuititiiiiitit
vreemden, dat in eene luxe-industrie door
de fabrikanten ontzachelijke prijzen betaald
worden om de benoodigde grondstof machtig
te worden.
Dat die prijzen in werkelijkheid nog hooger
zijn dan zij oppervlakkig schijnen, zal men
gemakkelijk begrijpen, wanneer men in aan
merking neemt, dat, terwijl de handelaars
hier in Nederlandsch Courant betalen, zij
bij den verkoop in het buitenland
gedeprecieerd buitenlandsch papier ontvangen. Zoo
beteekent bijv. een prijs van f 16.?voor
een gouden 20 Markstuk, bij een marken
koers van 39 cent, dat de opkoopers in
staat moeten zijn zonder nog hunne
onkosten en winstma'ge in rekening te
brengen daarvoor in Duitschland minstens
41 mark te ontvangen. Engelsche ponden
tegen f 1650 komen bij een sterlingkoers
van f 9,50 op ca 34/ neer en de overige
goudstukken in verhouding; duseeneappre
ciatie van 100 pet. en waarschijnlijk meer
aanwijzende.
Waaraan is deze belangrijke appreciatie
toe te schrijven? Aan vermindering van
productie? Geenszins. Wel is de wereld
productie van goud, die in 1913 ruim f 1150
mlllioen bedroeg, in 1914/16 tot gemiddeld
f 1140 millioen en in 1917 tot ruim f 1070
millloen verminderd, maar deze verminde
ringen leggen over het geheeie bedrag
omgeslagen geen gewicht in de schaal Is
de consumptie dan sterk toegenomen cf zijn
misschien belangrijke bedragen opgepot en
zoodoende aan de circulatie onttrokken? Met
zekerheid is daaromtrent weing te zeggen.Wel
mag men aannemen, dat d/ groote oorlogs
winsten, door sommigen in vele landen ge
maakt, geleid hebben tot groote vraag naar
gouden sieraden, maar daar staat tegenover,
dat althans in het eerste oorlogsjaar eer eene
vermindering in deze afdeeling heeft plaats
gehad. En wat het oppotten van goud aan
gaat, is het niet waarschijnlijk, dat dit tot
noemenswaardige bedragen kan geschied
zijn. Immers bij de uitvoerverboden van goud
in verschillende landen en bij de weigering
der voornaamste centrale banken om goud
af te geven, was er geen voldoend materiaal
voor oppotting door particulieren. Veeleer
schijnt het tegendeel het geval geweest te zijn
en vooral in Duitschland en Engeland
veel goudgeld, dat vóór den oorlog in cir
culatie was naar de centrale banken terug
gevloeid en daar vastgehouden te zijn.
Inderdaad mag dan ookaangeromen wor
den, dat de oogenblikkelijke schaarschteaan
goud voor de industrie te wijten is aan de
oms'andigheid, dat de groote centrale bank
instellingen der wereld zich genoodzaakt
gezien hebben, haar goudvoorraad tijdens
de oorlogsjaren zoodanig aan te vullen, dat
daardoor de gaheele p'Oductie van die jaren
meer dan geabsorbeerd werd.
Aan de hand van het jaarlijks
indeNewYorksche Financial Chronicle verschijnende
overzicht van de productie en beweging
van goud in het af^eloopen jaar, ontleen ik
althans de volgende gegevers:
Volgens dat overzicht heeft de goud
productie der wereld in de vier oorlogsjaren
bedragen:
in 19'4 . . . . $ M2.P5P762
in 1915 . . . . 470,3295^7
in 1916 . . . . 456,591695
in 1917 . . . . . 428 80.988
$ 1797,9 3,972
of in een rond brdrag ca. vijf en veer
tig honderd millioen gulden. Van dit bedrag
anders gesteld: Wat is het gevolg van de
constitutie der eerste Javaansch-nationale
vereeniging Boedi Oetomo? En dan luidt
het antwoord: het ontstaan van de geheeie
Indische beweging: bewustwording van het
volk en in het algemeen: de nationalistische
en sociaal-politieke opleving in de Javaansche
maatschappij.
Er is nog een ander gunstig resultaat,
dat speciaal door B. O. is tot stand gebracht:
de behoefte van de intellectueele Javanen,
om te streven naar de cultureele opheffing
van het Javaansche volk. Goed beschouwd
heeft B. O. door haar cultureelen arbeid ook
nu nog steeds de sympathie van alle Javanen,
onverschillig of deze de politieke richting
der vereeniging huldigen of verwerpen.
Want elke Javaan, ook die in staatkundig
opzicht slechts het Indisch nationalisme
kan huldigen, voelt en erkent, dat de
Javaansche cultuur in den Indischen Archipel
eene afzonderlijke plaats inneemt en dat hij
ook het zijne moet bijdragen, om deze cul
tuur weer tot bloei te brengen in het belang
van de volksontwikkeling. Of moet het
Javaansche volk de overblijfselen van zijne
oude beschaving geheel wegwerpen in het
belang van de staatkundige eenheid! Dat
ware eene fanatieke dwaasheid. Naar mijne
opvatting sluit het eene het andere niet uit.
De Javaan blijft Javaan, de Sumatraan zal
Sumatraan blijven, enz ook al zijn ze allen
Indonesiërs. Dat er in den loop der tijden
ook in cultureel opzicht eene toenadering
zal komen tusschen de verschillende bevol
kingsgroepen, is niet onmogelijk en dat zal
slechts versterkend werken voor de
Indischnationale kracht.
?
* *
Na het bovenstaande zal men begrijpen,
waarom de hier te lande studeerende Javanen,
at zijn ze niet allen B. O. isten, met
enthusiasme het tienjarig bestaan van B. O.
feestelijk hebben herdacht.
De feestvirring bestond uit drie gedeelten,
ieder met een afzonderlijk doel. Ten eerste
werd op 20 Mei j I. des morgens een plechtige
bijeenkomst gehouden, waar door de hier
studeerende Javanen het Gedenkboek
SoembangsilT (Liefdesgave) aan een der
oprichters van B O, den thans in Amster
dam vertoevenden Ind, arts Goenawan
Mangoenkoesoemo, werd aangebo
den. In het openbaar en ten aanschouwe van
hooge autoriteiten op Koloniaal gebied werd
dien ochtend door de Javanen eene plechtige
belijdenis van het nationalisme gegeven,
waarbij tevens de verklaring werd afgelegd,
dat de Javaan in staatkundig op/icht zich
geheel solidair verklaart met de andere
nietJavaansche Indonesiërs, onze familieleden",
noemde de voorzitter van de
herdenkingscommi«sie **e landgenooten uit Sumatra,
Minahassa, Gorontalo, Ambon enz.
Ten tweede werd door de Javanen aan
de niet-Javaansche Indoresiërs, die bfj de
feestelijke herdenking als eeregasten
werden beschouwd, een Indonesi
rs-noenmaal aangeboden, ten bewijze, dat de Ja
vaansche fractie der Indonesische kolonie in
Holland de andere Indonesiërs inderdaad
als familieleden erkent.
De toespraken van den Sumatraan
Baginda D a h l a n Abdoellah, van den
Minahasser dr. Tumbelaka, die mede
namens de Gorontaleezen en Amboineezen
het woord voerde en van den vertegen
woordiger der vereeniging Insulinde"
S. Suiya Nimgrat, zijn reeds door de bladen
weergegeven, al moet dezerzijds de op
merking worden gemaakt, dat juist die ge
deelten der redevoeringen, waar de sprekers
hebben aangedrongen op rauwere aanslui
ting aller I'-dones'ërs tot bereiking van het
gemeenschappelijk doel, niet altijd even goed
tot hun recht zijn gekomen. Daarom moge
hier nogmaals de nadruk er op worden
gelegd dat op de plechtige
morgenbijeenkomst duidelijk gebleken is de
eensgezindis meer dan de helft naar de groote
Europeesche Centrale banken gegaan ter ver
sterking van haren goudvoorraad. Althans
volgens the Chronicle vermeerderde die
goudvoorraad in de vier oorlogsjaren met
$ 918 millioen of ca. f 2300 millioen.
Terzelfdertijd is de zichtbare goudvoorraad in
de Vereenigde S'aten van g 1770 tot | 3040
millioen toegenomen,dus met S 1270millioen
of f 3175 millioen. Naar deze twee groote
groepen van goudreservoüs is dus in de vier
oorlogsjaren ongeveer f 5475 millioen goud
afgevloeid of bijna een milliard meer dan
de totale goudproductie dezer vier jaren.
Maar daarmede zijn wij er nog niet.
Jaarlijks worden min of meer groote bedra
gen goud door Zuid-Amerika, Japan, China
enz. opgenomen, die niet in bovenstaande
cijfers begrepen zijn. Hoeveel deze uitvoeren
in de bedoelde vier jaren bedragen hebben,
kon ik niet nagaan, maar volgers het over
zicht van the Chronicle werd in 1916 en
1917 alleen uit de Verenigde Staten voor
eene waarde van $ 289 millioen daarheen
verscheept, /onder overdrijving kan daarom
aangenomen worden, dat voor de behoeften
van de genoemde landen in de vier jaren meer
dan een m'lliardaan den overigen
wereldvoorraad orttrokken is. Voeg daar nu nog het
verbruik van goud voor industrieele doel
einden aan toe. In vroegere overzichten
ontleende t^e Chronicle aan rapporten van
het Muntbureau der Vereenigde Staten vrij
nauwkeurige ramingen van het goudverrruik
voor industrie» Ie doeleinden. In het laats-te
vredes-jaar (1913 werd het op $ 16<ïmillioen
geschat; voer de volgende vier jaren ont
breken r enter gegevens voor Frankrijk,
GrootBrittannië, Duitschland en Rusland, maar
wordt het verbruik in de Vereenigde Staten
beid van alle Indonesiërs zonderuitzpndering,
die Indiëals hun gemeenschappelijk vader
land beschouwen.
Op het Indonesiërsnoenmaal
werden ook korte toespraken gehouden door
vertegenwoordigers van Ambon, Minahassa,
Sumatra, Bantam e. a., die allen in duide
lijker, Immers niet-officieele taal, hunne
soiidariteit met elkander verklaarden. Was
dus de morgenbijeenkomst bedoeld als een
openlijke huldiging van het nationalisme,
op het Indonesiërsnoenmaal hebben alle
Indonesiërs elkander trouw gezworen.
Het derde gedeelte van de feestviering
bestond in een Javaanschen Kunst
avond in Diligentia", die volgens de
pers uitstekend Is geslaagd. Er werden
niet slechis muziek-, zang- en dansnummers
gegeven, maar ook een demonstratie van
enkele volksgebruiken ter gelegenheid van
den bekenden Hari Raja, den Javaanschen
verzoeningsdag op den Isten van de maand
Sawal (foutievelijk het Javaansche nieuwjaar
genoemd). Bovendien werd ook een
Wayangpoerwo-vertooning gegeven, bedoeld als eene
demonstratie van het Javaansche Schimmen
spel, d.i. het oudste en populeirste tooneel
der Javanen.
Met den zoo goed geslaagden kunstavond
hebben de feestvierende Javanen willen
toonen, dat de op hooge peil staarde kunst
van het Javaansche volk, welke de hier ver
blijvende jongelieden uiteraard slechts kun
nen imiteeren (ze zijn allen dilettanten en
hebben alles uit hun geheugen te voorschijn
moeten halen) een bewijs is, dat het Ja
vaansche volk een volk is met een mooi
verleden en geschikt is, om in de toekomst
nog eene mooie rol te vervullen.
* . *
De dag van den 20sten Mei, die nu achter
ons ligt, was voor de h'er studeerende Ja
vaansche jongelieden n van die heuge
lijke dagen, waarop zij allen met genoegen
en met trots nog steeds terug mogen zien.
Wat een prachtige dag is het dan ook ge
weest.
Begunstigd door echt zomersch weer werd
het een echte Ir disch-nationale dag, met een
Indisch schijnerde zon en een Indische tempe
ratuur. Des ochtends te 9 uur, nog vóó'de
komst der gasten, liet de gamelan zich reeds
hioren, met zijn sonore klanken de feestelijke
stemming er aanstonds inbrengend. Al de
aanwezige Javanen, o.w. twee dames, waren
in nationaal kostuum.
Na de morger.bijeenkomst begaven de
feest viei enden, nog steeds in de kleurige
en sierlijke kleederdracht, zich op straat. In
groepjes wandelden ze buiten, daarbij
natuurlijk zeer de aandacht trekkende van
het Haagsche puh'iek.
Voorwaar, de 20ste Mei is voor al de hier
studeerende Javanen een mooie, Indische
dag geweest, dien ze niet licht zullen ver
geten.
IBNOE MATARAM.
De Kelono-da'-s, uitgevoerd door
R. M. Haisaja
alleen op ca. $ 60 millioen per jaar geschat.
Wederom maiig gerekend en aannemende
hetgeen volstrekt nog niet zeker is
dat het industrieel verbruik van goud in
Europa gedurende den oorlog is afgenomen,
mag het wereldverbruik voor dat doel in de
vier jaren op % 500 millioen of f 1250 mil
lioen geschat worden.
Bijeengenomen is dus met vrij groote
waarschijnlijkheid nategaan, dat sedert 1914
meer dan diie en een kwart millioen gulden
aan goud meer naar de verschillende kanalen
afgevoerd is dan de totale wereldproductie
dier vier jaren bedragen heeft, ongerekend
nog het vermoedelijk niet onaanzienlijk be
drag, dat door torpedeering en andere
zeerampen in die j'ren is verloren gegaan.
Vraagt men nu, op welke wijze dit manco
aangevuld is, dan kan het antwoord moeielijk
anders luiden, dan dit geschied Is uit de
circulatie, die vooral in Frankrijk
GmotB itannie en Duitschland vóór den oorlog
vrij groot geweest is. Blijkbaar is in de eerste
oorlogsjaren goud uit het vrije verkeer ont
trokken om in de vraag der industrie en
voor de versterking der goudvoorraden der
Centrale banken te voorzien. Thans echter
schijnt de voorraad in het vrije ve keer
vrijwel uitgeput. Ten gevolge daarvan gaat
de versterking der bankvoorraden in een
veel minder snel tempo; maar de industrie
moet wil zij aan den gang blijven
grondstof hebben, n'ÏTipnrfe wat zij daarvoor
betalen moet. En daaraan is dan ook, zooals
in den aanvang van dit artikel opgemerkt,
de aanmerkelijke prfisvtrhooging van gouden
munt gedurende de laatste maanden in
hoofdzaak toe te schrijven.
Men hoede zich echter daaruit overdreven
gevolgtrekkingen te maken. Aanzienlijk als