Historisch Archief 1877-1940
1 f'f
15 Juni '18. No. 2138
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
H
STEM B,US-V OORUITZICHTEN
Teekenlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakenslek
Kuyper Heemskerk Lohman Winkoop Troelstra v. Raalte Marchant Treub Nolens
STRAND-IDYLLE
WEDSTRIJD IN HET MAKEN VAN ZANDBERGEN TIJDENS HET NIEUWE SEIZOEN VOOR BADGASTEN EN KINDEREN
Nolens: Laat ze elkaar maar hinderen, uiljn berg staat wel vast
iiiiiiiiiiiiitiHiiiiiiitiiimiHiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiitiiiimiiiiiHiii
iiimiiiiiiiiiimii
IIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllillllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMlllllinilllllllllllinillllllllflIIIIMIHIIIHIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIItltltl
SLUIT Uw LEVEN5VEF?7EKEr?inG BU
DE/ÏMSTERD/ÏMSCHE
VERZEKERD ZtöRAG 58MILLIOEN
INTELLECTUEEL LEVEN
AAN DEN YSER
Zonder overgang zQn zij van hun vredelqk
«nensch-gedoe in de groote catastrophe
geworpen geweest.
BJjna niet-wetende wat er gaande was,
noch waar het om ging, hebben zij den
eersten strijd doorleefd, vol prachtige emoties.
Zij hebben n de oorzaak n deze ontroe
ringen bewonderd.
Een nacht bulten-slapen, in
dicht-kletterenden regen; bivakeeren, dorpen doortrekken,
waar de menschen zege-hopend hen toe
lachten en brood en vruchten aanboden,
dit alles was zóó ongewoon, zó a
aangenaamonbekend, dat hun opgehitste geest er door
ontroerd werd. Dan de eerste slagen bij Luik,
die kanon-bachanalen, die wapens knette
rend en blinkend in de zonne.dit oprukken
«n dit terug-werpen der vooruitmarcheerende
vijandelijke drommen eerste bloedsmaak
op de zerpe lippen t gansch dft spektakel
gewerd machtig-grootsch vóór hunne roman
tische oogen, zoodat zij er vóór staande
.bleven, lijk Nero vóór het brandende Rome,
Ik herinner mij een vriend uit die vroegste
oorlogsdagen. Wij stonden op voorwacht.
Plots kwam er een regen shrapnells boven
onze verstomde dit is het woord!
«boven onze verwonderde koppen uitbersten.
Het gevaar was zóó onbekend nog in onze
begeesterde breinen, dat wij allen (wij waren
«en honderdtal) de hoofden oprichtten, bifj
'het tafereel gadeslaande, en vrij-genietend
?van het mystificeerende zicht.
Een scherp gefluit en dof geknal, en nog
gefluit en nog geschat, en 't werd een op
volging van twintig, veertig, honderd
licht?sprankende uitbarstingen, als zooveel groote
sterren in de nachtelijke lucht.
Mannen vielen getroffen neer, anderen
werden weggedragen, en wij stonden maar
ie zien, te zien t Zoo mooi was het.
Toen zei mijn vriend, die lang mijn strijd
makker is gebleven: On dirait Ie Feu
d'Artifice de Strawenskyl" In het gemoed
van dezen soldaat kwam dus de
voriggehoorde symphonie de gewaarwordingen
van het moment weergeven.
Wij waren in deze periode van transitie,
waar we vroegere indrukken moeten op
roepen om de nieuwe indrukken te ontleden
«n te zeggen. Later zouden de oorlogs
gevoelens tot eigen-definitie komen.en zouden
?die aandoeningen uiting krijgen in nieuw
gevonden beelden uit den strqd-zelf, waar
we in opleefden en die voor ons een ge
woonte werden.
Dit is gebeurd na de slagen aan den Iser.
Achtereenvolgens waren Luik, Namen,
Antwerpen gevallen. Wij hadden Visé,
An'denne, Dlnant, Leuven, Aerschot, Mechelen,
?Dendermonde, in n woord, heel Belgiëin
vuur en vlam zien te niet gaan. Wij hadden
onze kunstwerken erfenis van de stoere
vaders, waaruit we voortleven, wij hadden
?onze hulzen, stadhuizen, kerken, onze velden,
onze bibliotheken en musea leeg-geplunderd
en verwoest gezien. Wij hadden ons volk,
droef-niet-zich-revolteerend en moedeloos
langs de banen zien trekken, tusschen de
leger-scharen in, naar den vreemde. Hier zag
men een moederke met een hondje of een
geliefkoosde kat, daar een peerke met een
vogelkooi, ginds hele families met pakken
armzalig-geredde huisgerief, en in die
?oogen hadden de soldaten grooter leed dan
in hun eigen-binnenste ontmoet.
Zij hebben de lastige October-dagen aan
den Yser door-gemaakt, en zijn er steeds
alle aanvallen blijven tegenhouden. Maanden,
jaren gingen voorbij, en steeds hielden zij
stand.
Weet gfl wat dit beteekent: stand-houden ?
llllllllllllllllllllllllfimilllllMIHIIIIIIIItlUIIIIIIIIIMIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Dit is winter en zomer in de moerassen
tusschen de Noordzee en leperen, onder
dagelijksche bombardementen, tegen wil en
dank, voortdurend dezelfde posten bezetten,
voortdurend dezelfde wegen begaan, deze) f de
ruïnen vóór u zien, hetzelfde water, hetzelfde
hooge gras, zoodat elke boom u bekend
is, elk zakje aarde, elke hoek, en gij maar
aldoor loeren moet op hetzelfde hoopje grond,
waar de vreemde zit, en u overgiet met
ijzer, lood en vuur.
Standhouden is ook: geen nieuws hebben
van dezen die gij bemint, niet uwe straten
of dorpen doortrekken, niet lezen, niet schrij
ven, niet weten wat langs de andere zijde
die zijde waar gij zijn moet en wilt
gebeurt.
In zulken toestand moest fataal de begees
tering der eerste tijden wég-vallen, en kregen
de soldaten een anderen kfjk op de dingen.
Zij daalden neer van hunnen Sabynschen
heuvel. Zij verloren het groene glas, waar
door Nero, ziekelijk-genietend, het laaiende
Rome had bezien.
Zij werden heel en al menschelQk,
diepmenschelijk.
In het nieuwe, intensieve leven, waaraan
zij stil-aan gewoon geraakten de duivel
is het branden ook gewoon) vonden zfj
langzamerhand houd-vast aan hun eigen
denken en wezen, en hier en daar zag
men een echt artiesten-gevoel het kopje
boven water" rechten.
Leo Huyghens gaf zijne etsen en schilde
rijen, waar de puinen van steden en dorpen,
bizonderlijk deze der IJser-streek, hunne
schamele martelaars-handen naar den hemel
uitstrekten. Zulk gothisch of
renaissancegewelf stond op het voorplan van brokken
muren, als een open-geboord, donker-rood,
bloed-druipend menschen-hart.
P. Patilus, met zijn sombere palet, Henry
Anspach, Victor Thonet, j. Berchmans, M.
H. Meunier schilderden of etsten de loop
graven, de lijdende steden en vlakten, in
het water hangendeenverbrokkelendehoeven,
dieindeintieme.eenvoudige tentoonstellingen
achter het front de even-eenvoudige soldaten
stil-ontroerden.
M. Wageraans en J. Thiriart gingen bij
hunne makkers de beste schetsen zoeken,
en weten voor het oogenblik, met vele andere
front-kunstenaars, de Zwitsersche harten een
weinig voor het lijden der Yser-jongens,
inniger te doen kloppen.
Zij staan hier aan de vuurlinie, tusschen
de soldaten, terwijl hun werk, jong, doch
reeds meesterlijk bewust van eigen kracht
en klaarte, Europa rond reist.
Anderen, niet van de Section Artistique",
de zoo-wat oificleele kring van het front,
kwamen op het voorplan door hun werk.
Ik noem Joe English reeds vóór den
oorlog In de jongere Vlaamsche kunstkringen
bekend en A. Massonet, die de hand van
een decorator bezit. Het stil, gemoedelijk
mystieke van English staat heilig schier
tegen-over het stoere, onbewimpelde
pennetrekken van Massonet. Claerhoudt ook zond
ferm-gekampeerde teekeningen in het wijde,
terwijl Isenbrant, met zijne zoowat
neoprimitieve manier, echt Vlaamsche kunst
schept. Die namen komen zeker tot vermaard
heid, omkranst door de simpele glorie, uit
den strijd geboren te zijn.
Een gansene beweging gist hier aan den
Yser, en zal generatie vormen. ,
Sterk geworden door het ruwe leven, door
het ruwe gevoelen, kwamen die breinen tot een
zeggingskracht, waarin het vroeger-geziene
en geleerde slechts gebruikt wordt om beter
het eigen-gevoelde, zelf-gewonnene weer te
geven: eigen, gezonde uiting!
Fransen-Belgische letterkundigen langs
een kant, de Vlaamsche kunstenaars langs
gene zijde (met hun Yzerbloemen",
tweemaandelijksch tijdschrift op 64 bladen, dat
in Juni 1918 het licht ziet) belden zijn
gegroeid uit deze omwoelde toestanden.
De breede, met zout-beladen wind der
Noordzee waait om hunne gedachten, de
zomer-zonne laait in hunne oogen, en de
harde winter-dagen maken hun wil hard
als vorst.
Zij weten wat ontbering is, wat moed en
angst beteekenen. Zij hebben alle ziels-toe
standen, langs de uiterste en aangrijpendste
polen om, door gemaakt. Doods-angst of
wilde blijdschap, eindelooze moeheid of
grootste wilskracht, geen middelmatige ge
waarwordingen zijn hun bekend.
Schilders, beeldhouwers, toondichters
daar zijn er! poëten en schrijvers, zijn dichter
bij het volk gegaan, hebben dit volk leeren
liefhebben in zijn goed en in zijn kwaad,
hebben zelf intens geleefd, en zeggen
nu dit dood-ruikende, dieper leven in hun
doen en scheppen.
Jong zijn zij allen, en jong Is hunne kunst,
die toch moet in aanmerking genomen worden.
Want is kunst de uitdrukking van eigen
gevoel en leven, dan is de oorlogs-kunst of
beter: de kunst in den oorlog gebaard, de
expressie van het meest-intense en diepste
leven, dat wij ontvangen kunnen.
Is dit leven schoon? vraagt ge.
Zeg mij eerst: Wat is schoon en
nietschoon!" en ik zal u antwoorden, dat wat
hier aan kunst gedaan wordt, gelouterd werd
door het ingeboren schoonheids-besef van
de onzen.
Aan den Yser, in het slijk, in de ruïnen,
onder oorlogsvuur leeft sterk-op de kunst,
als bloemen op een bloedend graf, bloemen
van een wedergeboorte!
Belgisch Front DAAN F. BOENS
15e Jaargang 15 Juni 1918
Redacteur: K. C. DE JONQE
Van Woustraat 112', Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
BERICHT
De volgende rubriek verschijnt 20 Juli.
AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No. 191
VAN DEN AUTEUR P. VISSER, UTRECHT
Stand. Zwart: 8/11, 13, 16/19, 25.
Stand. Wit: 22, 26/28, 30, 32, 33, 37, 43, 49.
Wit; 28-23, 23:5, 5:1, J:40!!
Zwart: 17:48 A, 48:18, 25:34"
32;5>
24-20, 5:11
_
19:48, 17:28, 48:18 of 22, 25:14
AUTEURSOPLOSSINQ PROBLEEM No. 192
VAN DEN AUTEUR P. VISSER, UTRECHT
Stand. Zwart: 8/11, 14, 16, 17, 19/21, 25.
Stand. Wit: 22, 27, 29, 30, 32, 34, 35, 38,
42, 45, 48, 49.
Wit: 3024, 49-43, 43:34, 48:39,
Zwart: 19.39 gedw.
39^-33, 35:21
48730"
17:37, 21:43, 37:48
OPLOSSING PROBLEEM (LOKZET) No. 193
VAN DEN AUTEUR I. BAREND, A'DAM
Stand. Zwart: l, 3, 7/11, 13, 14, 19, 20, 24,
25 29.
Stand. Wit: 22, 27, 35, 38, 39, 41, 43/45, 47/50.
Wit: 27-21, 22-18, 48-42, 35-30, 3930,
Z.wart: 11-16? 16:27,
38-32, 42:111
27:38
13:22, 25:34, 24:35,
PROBLEEM No. 194
VAN DEN AUTEUR P. VISSER, UTRECHT
(Eerste publicatie)
Zwart (8 schijven)
l
6
11
16
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (8 schijven)
Stand. Zwart: 8, 11/13, 15, 17/19.
Stand. Wit: 24, 27/29, 32, 33, 37, 39.
PROBLEEM Nö. 195
VAN DEN AUTEUR M. BOOM, A'DAM
(Eerste publicatie)
Zwart (9 schijven)
l
6
11
16
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
(Wit 9 schqven)
Stand. Zwart: 2, 8, 11/13, 17, 22, 25, 26.
Stand. Wit: 24, 28, 29, 31/33, 37, 41, 46.
PROBLEEM (Lokzet) No. 196 voor beginners
VAN DEN AUTEUR S. WAAS en
L. ONDERWIJZER, A'DAM
(Eerste publicatie)
Zwart (8 schijven)
l
6
11
16
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (8 schijven)
Stand. Zwart: 7, 8, 12/14, 16, 18, 19.
Stand. Wit: 21, 26/29, 32, 36, 37.
Oplossing over 4 weken.
HtnilllMMIHIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIMIIIIIIMIMIIIIIHIIIlnili lltllllllllllllfIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIfmllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIlll
De te Arnhem tentoonge
stelde Schilderijen, ver
meerderd met onze nieuwe
aankoopen, zijn thans voor
belangstellenden weer op
onze expositiezalen,
KALVERSTRAAT 73, te bezichtigen.
UITNOODIGING
van H. BERSSENBRUGGE, Den Haag,
tot een bezoek aan de
TENTOONSTELLING van KUNSTFOTO'S.
bij IVENS 4C«., Kalverslraat ? Van 5 tot 19 Juni
iiiiimiiitiiiiiiini iiiiiiiiiiiiiniiii minimum iniiu m
Goede oplossingen ontvangen van G. A.
Cremer, Veendam, No. 191 en 192, K. v. D.
te L., No. 191, 192, 193.
COMBINATIE
uitgevoerd door den heer L. Prijs, lid der
Damv. .van Embden", te Amsterdam
Zwart (13 schijven)
l
6
11
16
21
26
31
36
41
461
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (13 schijven)
L. Prijs
Stand. Zwart: 3, 12/16, 18, 19, 21, 23/26.
Stand. Wit: 27, 28, 32, 34/40, 42, 45, 48.
In dezen stand maakte wit de navolgende
combinatie.
37-31 1. 2637
32:41 2. 21:43 of 23:43
28-22 of 27-22 3. 1827
34-30 4. 25:34 of 43 34
40:7 5. 25:34 of 43.34!
LOKZETTEN
eveneens door den heer L. Prijs in een
partij aangegeven, maar niet uitgevoerd
omdat zwart de tokzet zag.
L. Prijs
Zwart (11 schaven)
Wit (11 schijven)
Stand. Zwart: 4, 6, 9, 11, 12, 15/18, 20, 23.
Stand. Wit: 26, 30,32,36,38,40/42,45,48,49.
Als laatste zet heeft zwart gespeeld
14-20
om wit uit te noodigen
30-25
te spelen. Zou wit dit hebben gedaan dan
zou zwart als volgt dam hebben genomen.
2329
25:3 29-33
38:29 18-23
29:7 11:2
3:21 16:47!
In een gespeelde partij tusschen de heeren
S. Gobets en L. de Beer, kwam het tot
onderstaanden stand.
S. Gobets
Zwart (15 schijven)
l
6
11
16
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (15 schijven)
L. de Beer
Stand. Zwart: 2, 3, 5/9, 12, 14/16, 18, 21,
23 29
Stand. Wit: 25, 27, 30, 32, 35, 36, 38, 39,
42, 43, 45, 46/49.
Wit is aan zet en speelt
36-31 1.
Het ligt nu voor de hand dat zwart niet
21-26 kan spelen, daar immers dan eenvoudig
volgt 38-33. Wat evenwel niet voor de hand
lag is dit, wanneer zwart nu speelt
1. 29-34
en wit dan
30-24 2.
zou zwart gerust kunnen spelen
2. 21-26
Wit evenwel zou denken dat zwart een
schijf zou winnen, maar zou zich vergissen.
Zie maar
39:30 3. 26:28
24-20 4. 15:24
30:10 5. 5:14
27-21 6. 1627
38-32 7. 27:38 of 28:37
42:41! 8.