Historisch Archief 1877-1940
15 Juni '18. -r No. 2138
DE-AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NED&RLAND
Crisis-tentoonstelling in de Nieuwe
Huishoudschool te Amsterdam
Om n dinjj was ik blQ, bij mijn bezoek
aan de Crisis-Tentoonstelling in de Qabri
lMetsustraat: dat ik juist mijn tweede ont
bijt en toevalligerwijs een nog al stevig
genoten had.
Want. het was werkelijk niet te harden
geweest, met een crisisachtige maag te
moeten rondgaan tusschen die keur van
buitengewoon appeteitelijk uitziende, door
kleur en model lokkende gerechten, die zelfs
een niet-Lucullus in dezen tijd wel moesten
boelen; en mijn critiek" ware dan stellig
door een te sterke prikkeling der onbevredigd
gebleven witte-tongpuntjes onrechtvaardig
geworden.
Maar zóó ging het. En na een laatste
onderdrukking der zinnen, zegevierde de
geest, die ten slotte zér voldaan werd
over hetgeen de Nieuwe Huishoudschool te
zien gaf.
De smakelijke crisis-schotels, waarvan
ik er hieronder eenige noemen zal, demon
streerden, dat ook in dezen tijd" nog heel
wat variatie te brengen Is in de maaltijden,
als men er de moeite (én de kosten in veel
gevallen) voor over heeft en voorts, dat
de oude waarheid van .het oog, dat óók
wat wil" nog altijd rechten van bestaan heeff,
of althans: mogelijkheid van toepassing.
Als men alleen maar zag, tot hoevele goede
combinaties b.v. eieren; suiker, zout, melk
en boter te vormen zijn, wat al dranken en spij
zen met suiker als hoofdbestanddeel bereid
kunnen worden door eenvoudige omzetting
vanden stand der moleculen, dan zou men
in een onbewaakt, maar dan ook zér onbe
waakt oogenbllk héast tot den uitroep kunnen
komen: de oorlog Is dan toch zoo erg nog
niet l... schrikkend, zoodra het eruit was,
natuurlijk.
Wat er dan vertoond werd van die fijnere
crisis-gerechten?
Te veel om alles te noemen, maar als
voorbeeld: smakelQk-bruln, met een
knapkorstje gebraden gehakt-ballen van fijn ge
wreven vlsch, van garnalen, vermengd met
aardappelen, peterselie, enz.'Gekookte kom
kommers, in de lengte doorgesneden, uitge
hold, en opgevuld met garnalen. Eiergelei, als
pudding met tomatensausopgediend, waarlijk
een schilderachtig geheelwormen d en gemaakt
door eieren met wat zout en een beetje melk
al roerend op het vuur te stollen, in een
vorm te persen en koud te storten.
Pudding van in de koffiemolen gemalen
rijst, gekookt met melk, cacao en suiker.
Hangop met aardbeienpuré, als frisch
nagerecht, 't zag er ook inderdaad fijn"
uit, die lichtroze, zacht-gladde vla ir. kristal
gevat; gebakken koekjes van met suikeren
. .melk gemengd aardappel-beslag ('t resultaat
lijkt me een weinig dubieus).
En dan dedranken: limonade
vanrhabarbersap, karnemelk met spuitwater en de noodige
thee en koffieersatzen gemaakt, volgens de nu
wel bekende crisis* recepten, uit gebrande
suiker, lindebloesem, noteblaren. Ook de
Maté, Roemar-koffie-surrugaat en
cacaodoppen (in den handel; ontbraken niet, en
als verbetering van het laatste theesurrogaat,
dat volgens de daarin voorkomende zuren
minder wenschelijk voor de gezondheid moet
zijn, werd ook aanbevolen cacaopoeder te
zetten als gewone thee dus een paar
schepjes poeder in de trekpot en dan met
kokend water opgeschonken.
Maar nu durf ik ook niet langer te spreken
over dit onderdeel der tentoonstelling, min
of meer als de luxe afdeeling te beschouwen.
Want f ei tel t] k belangrijker, en ook meer nog
het hoofdoel der expositie, bleek wat in
de tweede zaal (of de rste zoo men wil)
was ondergebracht. Daar waren de demo r
straties en de vele nuttige wenken, (de
laatste in makkelijk onthoudbare rijmpjes
kort en krachtig saamgevat) hoofdzakelijk
gericht op de practisch-economische zijde
der menu's en bereidingswijzen.
Daar werd aangetoond hoe men de voe
dingswaarde der spijzen kan verhoogen door
b.v. de aardappelen in de schil te koken en
ze dan te pellen, waarbij de schillen dan
nog een mooi kostje voor het paard van
den vuilnisman vormen. Hoe men de z.g.'n.
leege melkflesschen met succes kan naspoelen
met wat water, om dan het melkachtig vocht
door de groenten .en pappen te mengen.
ONZE HELPERS BIJ DEN LANDBOUW
Thans is ons land en het grootste deel
van de wereld op het randje van den hon
gersnood. Tot nog toe schikt het nog al,
maar er behoeft slechts o zoo weinig te
gebeuren, of we krijgen al de
afschuwelijkheden te verduren, waar we vroeger wel van
lazen en waarvan we de herhaling in 't ge
heet niet vreesden, omdat die al te onwaar
schijnlijk leek. En nu, een langdurige periode
van ongunstig weer, de vestiging en ver
menigvuldiging van een schadelijke diersoort,
het optreden van een epidemische planten
ziekte kan de oorzaak worden van onuit
sprekelijke ellende. Vroeger was dat zoo
erg niet, wij konden altijd spoedig genoeg
voorraden aanvoeren uit andere streken van
de wereld, waar de toestand beter was.
Maar nu Is haast overal gebrek en aanvoeren
kunnen we ook niet.
Er bestaat dus alle reden, om met de
grootste waakzaamheid onze kostbare oog
sten te beschermen. Ieder blaadje heeft
waarde. Nu komt het er op aan, om te
profiteeren van het weinigje, dat wij weten,
en toe te passen, wat onderzoekers en geleer
den hebben ontdekt en brproefd en ons voor
deel zal des te grooter zQn, naarmate hun be
vindingen in ruimer kringen gekend en ge
waardeerd worden. Daar ontbreekt helaas
echter nog veel aan.
Toch zijn sommige feiten al heel eenvoudig
Hoe goed men asperges en zelfs de peulschil
len van doperwten kan droogen om ze later,
na weeken in koud water bij de s
epbereiding af te trekken.
Gooi nooit de groentenatten weg, maar
pleeg eens even overleg, en bedenk dat
vocht, waarin voedzame zouten zweven, aan
magere soep meer waarde geven."
Dan werd geleerd hoe stampotten voed
zaam ? te maken zijn door toevoeging van
erwten, boonen, kaas en door bokking.
Een andere tafel bevatte overtuigend
bewijsmateriaal voor de bewering dat de
Centrale Keuken aanzienlijk mér voeding
geeft dan men voor een gelijk bedrag zelf
kan koopen (wat alleszins aannemelijk is,
gezien het kolossaal bedrag waarmede de
C. K. gesubsidieerd moet worden).
Ten slotte zij nog vermeld de keurbiblio
theek op 't gebied der eetica, hier ook ten
toongesteld. Een aardig boekje met cri
sisrecepten van mëj. Wittop Koning,
veel en velerlei litteratuur, verspreid door
den Bond van Vegetariërs (voor wier streven
deze tQd stellig een reclame is) Eszsucht"
van den bekenden dr. Fletscher, die beweert,
dat door de innige vermenging van het
voedsel met de speekselsappen, dus door
hél lang kauwen (kieskauwen noemen wij
dat) de verteerbaarheid sterk bevorderd
wordt. En zoo meer.
Nog wil ik zeggen dat deze tentoonstel
ling, (waarvan ik natuurtijk nog heel wat
onbesproken moest laten, een aardlgen,
gezelligen indruk maakte door de zorg
en netheid waarmede alles was tentoonge
steld en niet het minst door de vroolijke
bloemen overal smaakvol aangebracht, ter
wijl de wit- en goed gemutste meisjes-leer
lingen, niet minder frisch en vroulijk dan
die bloemen aandeden, tusschen het
leekengroen, veeltallig publiek.
A. V. B.
Mobilisatie-humor
ik ga mijn haar laten wasschen... niet
heel gewichtig. Ik verwacht er dan ook
geen emoties bij op te doen.
Ik kom binnen in de niet groote kamer
van wat zonderlingen vorm, met schuin
wegloopenden wand. Sterk licht, teruggekaatst
door de groote spiegels van tegenover elkaar
geplaatste waschtafels, en ik, die uit de
ooilogs-donkere straat kom, knijp de oogen
toe. Maar aanstonds sper ik ze weer open.
Er is n .patiënte" onder handen. Ze
vertoont het bekende, ach, zoo weinig flat
teuze beeld: een vormloc/e massa in een
witten kapmantel, in 't midden waarover
afhangend een bundeltje klleterige, drui
pende haren. De kapper is de eenige man,
die er zijn oog op mag laten rusten. Waarom
zou hij ook niet? hij weet immers alle ge
heimen, verborgen onder weelderig k roe
zenden of zacht golvenden, goudblond
stralenden of dof zwart glanzenden haardos.
Hij wét, wat echt is, en wat Ersatz. Hij
mag dan ook de ergste aftakeling aanschou
wen, ja, zelf verrichten.
Maar die daar op het oogenblik zij n hand
laat glijden door het natte, klieterige bun
deltje ... dat is een jeugdig krijgsman...
een feldgraue ?..
Ik staar een moment in uiterste verbazing
schiet voorbij en laat mij neervallen op den
ronden armstoel aan den overkant. De spie
gel vóór mij weerkaatst de druipende
waternimf en den landsverdediger achter mij.
Ik wacht even, de kapper de echte
komt binnen, neemt de eerste patiënte voor
zijn rekening, en de veldgrijze komt op mij
afstappen. Waarom hij van zijn eersten post
deserteert, weet ik niet.
Hij wikkelt mij in een kapmantel en begint
langzaam spelden en kammetjes uit mijn
baar te halen. De eerste paar minuten kijk
ik strak in mijn schoot; n blik in den
spiegel op den huzaar... of wat is hij ? die
mijn haren uitkamt, zou het mtj doen
uitschateren. Maar de veldgrijze doet alles
heel gewoon: zeep maken, besprenkelen,
hij begint te masseeren... het gewone
procédé.
Ik denk mi] het geval in: waarom geen
kapper in uniform ? Heb ik ook al niet eens
een schoone blouse thuis bezorgd gekregen
door een militairen wielrijder? Ik waag een
blik in den spiegel...
Als ik hem op straat in den troep had
zien voorbijmarcheeren, had ik gedacht:
een Groninger boerenjongen van een jaar
of 20, kort, wit haar, rood gezicht, waar het
veldgiijs leelijk bij kleurt, groote roode
handen, die misschien een paar uur geleden
zich nog oefenden in het werpen van
garnaten .,. nu manoeuvreeren ze over mijn
hoofd en hullen het in een wolk van schuim.
Ik begin een praatje, 't Gewone kappers
praatje: of hQ denkt, dat de hooge kapsels
IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIflIMIIIIIIIIIIIIIIIII
en duidelijk. Ge ziet nu allerwegen het
gescheurde grasland, veelal begroeid met
boonen van allerlei soort, ook wel met graan
en ander gewas. In zeer veel gevallen moet
het uw aandacht trekken dat in het be
groeide veld tal van kale eilandjes optreden,
waar de planten mislukt zijn. Soms zijn
heele velden kaal, een heele misrekening.
Dit verschijnsel kan verschillende oorzaken
hebben, maar de voornaamste is wel deze,
dat de insectenlarven, die in het grasland
voorkwamen hun aandacht nu wijden aan
het nieuwe gewas, dat schaarscner den
bodem bedekt en dus meer te tijden heeft.
De voornaamste van deze
hongersnoodveroorzakers zijn de ritnaald, dat is de larve
van de kniptor en de emelt, de larve van
de langpoot-mug. Die komen normaal in het
grasland voor, waarvan zij natuurlijk ooïde
opbrengst drukken en wel des te sterker,
naarmate er in de streek minder vogels
zijn die zich voeden met de larven of met
de volwassen insecten. Diezelfde vogels kun
nen ook. in het gescheurde land die larven
zoeken %n tijdens het omploegen zijn er
weer andere vogels, die wegpikken, wat
het kouter voor eetbaars aan den dag brengt.
Deze laatste zijn vooral de roeken en de
meeuwen en mooier gezicht is er niet, dan
de scharen van deze zwarte en witte wer
kers achter de ploeg aan. Maar het aantal
van die insectenlarven is legio en daarom
moeten er ook veel, veel, veel van die vo
gels zijn. Ongelukkig echter is juist in de
laatste jaren hun aantal sterk achteruit ge
gaan. Meer en meer worden de
roekenkolonies in steden en dorpen en op buiten
plaatsen verstoord om den overlast, die zij
heeten te veroorzaken. De meeuwen heb
ben in den winter van 1917 veel geleden
en in het hongerig Duitschland zijn hun
l
De Zomermode en het Stofgebrek
Teekening voor De Amsterdammer"
van Hanna Lamberts
Mantelkostuum van groen en blauw
schots en donker-blauwe effen stof, met
tal van zakken.
Men kan voor dit toilet twee oude
kostuums verwerken.
iiiiiiiiiiiiiiiiii
iililiiiililiin
nog lang in de mode zullen blijven? 't Blijkt
hem maar matig te interesseeren.
Maar lieve deugd, als je haren worden
gewasschen door een militair in uniform,
dan dien je over wat anders te praten dan
over banale kappersaangelegenheden. Ik
vraag hem, bij welk wapen hij dient, waar
hQ ligt, of hij zwaren dienst heeft, enz. Nu
komt hQ los ...
Hij is er dien morgen om 5 uur al op uit
geweest naar de Larensche hei.
En wat moet je daar doen?"
Ja, oefeningen, marcheeren en zoo."
Veel wijzer wordt ik niet. Maar misschien
spreekt hier de voorzichtigheid, die geen
militaire geheimen verraadt. En of hij niet
moe is na zoo'n dag?
Nou, of!.... Wrijf ik niet te hard?"
vraagt hij goedig.
Nee, ik kan 't nog wel wat harder velen,
als je ten minste kunt."
Nou, zoo moe ben ik nou nog niet," zegt
hij, en voegt de daad bij 't woord, en de
vingers, geoefend in de behandeling van het
moordtulg, zetten zooveel kracht, dat ik
haastig protesteer ____
Heel handig is hij niet; ook niet vlug.
De grove vingers graaien plomp om mijn
hoofd en door mijn natte haar. 't Duurt erg
lang, ik word rillerig en koud ---- hij laat
water in mijn nek druipen. Lieve hemel . . .
als dat zoo doorgaat... Maar hij vertelt zoo
genoeglijk en een blik in den spiegel op
de grijze figuur met gouden siersels, die de
droogmachine door mijn haar laat glijden,
is zoo amusant . . .
Totdat de juffrouw binnenkomt, en den
soldaat aflost. Nu ben ik in een ommezientje
droog, gegolfd en gekapt.
Als ik wegga, zie ik door een open deur
een glimpje veldgrijs. En weer proest ik even.
Waaróm ? Als een man in wit-grijze linnen
jas met beenen knoopen mijn haar wascht,
vind ik het doodgewoon. Maar als een man
in veldgrijze laken jas met gouden knoopen
mijn haar wascht, dan ....
What 's in a ... coat? M A B E L
Eieren
Er is een uitdrukking, die men bezigt,
wanneer twee menschen, dieren of dingen
zeer veel overeenkomst vertoonen. Men
zegt dan: .ze lijken op elkaar als twee
droppels water. De overeenkomst tusschen
iMiiiiliiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiitfiiiiiiiiiii,
eieren bij duizenden geroofd. En nu zijn
het juist de Duitsche meeuwen, die van
October tot Maart bij ons in het land
werken. De rest van het jaar zijn onze
eigen meeuwen bezig en die hebben we
dus dubbel hard noodig. En nu zijn er
waarlijk in ons land ook al stemmen op
gegaan, om de eieren van deze onmisbare
dieren in te zamelen voor de volksvoeding
en wat nog erger is, er zijn voor dat doel
al te hooi en te gras buitengewone vergun
ningen uitgereikt. Tot op zekere hoogte zou
het inzamelen vaa die eieren onder zekere
beperkingen wel kunnen worden toegestaan,
evenals het rapen *van klevitseieren, maar
dan alleen aan volkomen betrouwbare, des
kundige rapers, zooals dat dan ook in de
vogel ar ij en gebeurt. De kievit trouwens is
ook een trouwe bondgenoot, ik zie hem
lederen dag in het gescheurde grasland flink
werken, maar er zijn er lang niet genoeg.
Een opperbeste helper naast de spreeuwen
is de koperwiek, een mooie kleine lijster,
die hier overwintert, soms in scharen van
duizenden. In de laatste jaren zijn er
echter helaas steeds minder gekomen, zeer
zeker wel, doordat in Dultschland het
Ifjsterstrikken, dat eerst verboden was, opnieuw
is toegestaan. Alleen Saksen maakt een
loffelijke uitzondering; daar Is het verbod
gehandhaafd en meteen is daarmee aan
getoond, van hoe weinig belang voor de
volksvoeding die lijstervangst is. De snug
gere Sakser ziet terecht in, dat een levende
koperwiek veel meer voedingswaarde aan
graan en boonen helpt behouden, dan er aan
een doode vogel te kluiven valt.
Zoo is het ook met de leeuwerik, die zich
in den zomer voornamelijk voedt met
kniptorren en dus van groot belang is voor het
onder den duim houden van de ritnaalden.
twee droppels water is ook werkelijk zeer
groot. Maar soms zegt men in zoo'n geval
wel eens, ze lijken op elkaar als het eene
el op het andere. Doorgaans zijn we dan
minder juist, of we moeten op het oog heb
ben een gelijkenis op een afstand, want van
nabij bezien hebben eieren allerlei punten
van verschil. Reeds het uiterlijke van het ei
toont allerlei afwijkingen niet alleen in den
vorm, maar ook in de kleur. Er zijn rassen,
wier eieren rond en stomp zijn, anderen die
een langwerpige, spitse vorm hebben. De
kleur schommelt tusschen kalkwit, geelach
tig en bruin. Groot verschil levert ook het
gewicht der eieren. Alle zwaarten komen
voor, welke liggen tusschen het 40 gram
wegende kuikenei en het ruim 80 gram
zware ei van het volwassen hoen der beste
legrassen.
In sommige landen tracht men aan te
sturen op een wettelijke bepaling, waarnaar
de voedingsmiddelen naar het gewicht ver
kocht moeten worden, iets wat in
deneierhandel niet kwaad zou
zijnIn andere streken verkoopt men ze naar
maat en heeft men het gebruik van zooge
naamde elerringen ingevoerd, die een wijdte
van ongeveer 40 millimeter hebben. Wat er
gemakkelijk doorvalt is klein, wat er in past
is normaal en wat er op blijft liggen is
groot. De prijzen zijn dan naar deze drie
maten geregeld.
We spreken hier echter uitsluitend over
de hoeveelheid, dat is, het gewicht van 't
ei, maar er is daarnaast ook sprake van
kwaliteit.
Elke hutsvrouw weet dat een pond rijst
8 cent kan kosten, maar ook 25 cent, en
dan redeneert ze niet: een pond is een
pond, maar ze kijkt naar de kwaliteit. Zoo
weet ook iedereen, dat een pond boter en
een ander pond boter reusachtig kunnen
verschillen. De prijs regelt zich daarbij ge
heel naar de kwaliteit van de waar. Maar
hoeveel huismoeders denken bij het koopen
van eieren aan kwaliteit? De beste eieren
moeten schoon uit het nest komen, zoo d at
afwasschen niet noodzakelijk is. De dooier
van het ei moet een mooie donkergele kleur
hebben, wat slechts bereikt wordt, als de
kippen een voldoende hoeveelheid dierlijk
voedsel krijgen. Het ei is voorts zeer ont
vankelijk voor vreemde geurtjes. Alle rie
kende stcffen als b.v. haring, petroleum,
ingemaakte groenten, zeep enz. houde men
bij de eieren vandaan.
Ouderwetsche keukenprinsessen hadden
de gewoonte om elk rauw ei te kussen.
Ten minste het leek wel, alsof ze dat deden.
In werkelijkheid drukten ze slechts de lip
pen of de punt van de tong tegen het
stompe deel van het ei. Voelt men, dat de
eierschaal de warmte van mond of tong
direct aanneemt, dan is het ei versch; blijft
de schaal koud, dan is het al voor
menschelijk gebruik ongenietbaar. Het is een
eenvoudige proef, die in een oogwenk kan
genomen worden. Wie bang is zich te ver
gissen en een volkomen onfeilbaar middel
wil toepassen, kan natuurlijk niet beter doen,
dan het eerst in een kopje te gooien en er
aan te ruiken. Maar als men de eieren wil
koken, dan gaat dit middel niet op en moet
men zqn toevlucht tot het bovenstaande
nemen.
Er zijn vele middelen om eieren in te
maken. De meeste toegpaste zijn: in
kalkwater en in waterglas. In belde vloeistoffen
moet de geheele hoeveelheid eieren ineens
worden ingelegd. Mogelijk heeft men nu
moeite om b.v. een paar honderd eieren
tegelijk te koopen. Dan is het natuurlijk
beter om enkele kleine vaatjes te nemen in
plaats van n groot vat. Men gaat als volgt
te werÊ:
De eieren worden, met het spitse uiteinde
omlaag, voorzichtig in den pot of het kuipje
gesch kt en dan overgoten met kalk water,
tot ze goed onder liggen. Men neemt voor
b.v. 200 eieren een stuk ongebluschte kalk
zoo groot als een flinke vuist en besprenkelt
dit met koud gekookt water. Hierdoor blaast
de kalk op en valt ten slotte als wit poeder
inén. Dit poeder wordt verder niet koud
gekookt water aan gemengd en met dat
kalkwater overgiet men de eieren. En dan laat
men de eieren verder ongestoord staan. Kan
men geen ongebluschte kalk krijgen, dan
neemt men dikke gebluschte kalk, maar dan
tweemaal zooveel en mengt dit weer met
koud gekookt water. De fijne kalkdeeltjes
en het water sluiten de eieren van de lucht
af. Op het water komt telkens een vlies,
dat weer wegzinkt, tot er op het laatst geen
vlies meer verschijnt.
Bij het gebruik van waterglas, se hikt men
de eieren op dezelfde wijze in den pot en
giet dan een oplossing in de veihouding
In sommige streken van ons land zijn die
leeuwerikken ook al veel minder talrijk dan
vroeger. Daar kan de strenge winter van
1917 schuld aan zijn, maar ook de onzin
nige ophitsingen tot het dooden van
musschen, zooals die zijn uitgegaan van ons
Departement van Landbouw en van den
Engelschen Board of Agriculture. De leeuwe
rik toch en de graspieper zullen de eerste
zijn, om door de schieters met musschen
verward te worden. Ook worden ze expres
voor voedsel gejaagd, zelfs in ons land
kunt ge thans leeuweriken en vinken koopen,
in blikjes ingemaakt. Nu kunnen die dingen
wel afkomstig zijn uit het buitenland en van
voor den oorlog, maar dat verandert aan het
heele geval niets, want wij weten nu al wel,
dat we honger gaan lijden met de heele
wereld en dat dus eigenlijk ook de heele
wereld de vogels behoort te beschermen.
In ons land mogen leeuweriken en vinken
alleen gevangen worden in kleine hoeveelheid
voor kooivogels. Het zou zeer laakbaar zijn,
om onder de leus van voedselvoorziening
een razzia onder deze dieren te houden.
Een van de grootste vijanden van den
graanbouw is de veldmuis, die zich onder
gunstige omstandigheden zeer snel tot in het
ongelooflijke kan vermenigvuldigen. Zij
worden in toom gehouden door de roof
dieren en de roofvogels, in de allereerste
plaats door de uilen en door de torenvalk.
Nu komt het er opaan, dat er genoeg van
die dieren zijn, om ons in geval van nood
te helpen en ook daar ontbreekt veel aan,
omdat het nog altijd voor velen een vaste
gewoonte is, om alles wat een krommen
snavel heeft neer te schieten, ook al weet
men, dat de wet alle roofvogels, op een paar
uitzonderingen na beschermt. Hun aantal is
Van drie Kleuters
Met teekeningen voor De Amsterdammer"
van Rie Cramer
Drie parmante kleuters wijzen
Met drie kleine vuile vingers
Naar de witte wolkenkoppen,
Die als poppen"
Door den blauwen hemel'drijven.
Drie paar voetjes in de rij
Stappen op de groote hei.
Drie paar oogen, opgetogen
Een paar bruin, de andre blauw
Volgen wilde jachttooneelen,
Prachttafreelen
Aan dien verren, hoogen hemel.
Drie paar voetjes vrij en blfl
Dansen op de groote hei.
Drie zoo reine, roode mondjes
Schoon beveegd met chocola
Geven ieder hun beschouwing,
De ontvouwing
Van die wilde wolkenspelen.
Kleine kleuters o la-lei l
Kibb'len op de groote hei.
Moe gekeken en gestreden
't Is zoo warm en 't was zoo ver
Vlijen zich de drie figuurtjes,
Miniatuurtjes,
Onder blauwen hoogen hemel.
Kleine kleuters, zij aan zij,
Slapen op de groote hei.
ANNA HONDIUS
iiiiiiiitimiiiiiiiimti
van l liter waterglas op 12 liter waterover
de eieren heen. De eieren blijven op die
manier maanden lang goed, al is de smaak
niet zoo goed als van versche en bovendien
kan het eiwit niet meer tot schuim worden
geklopt. Wil men eieren, die in kalkwater
hebben gelegen, koken, dan doet men wat
zout in het water. Ze knappen dan, maar
breken niet.
Het verdient aanbeveling ingelegde eieren
steeds in een eiernet te koken en dan niet
te wild, doch het water slechts juist aan
de kook te houden.
Algemeen heerscht de meening dat ge
kneusde eieren voor koken ongeschikt zijn.
Zijn zij echter niet te zwaar gekneusd, dan
gaat het met toevoeging van een scheut
azijn bij het water heel goed.
P. NOYON-W'AESDORP
OOSTEÖBEEK
MEU5ILEER1MQEN
dan ook lang zoo groot niet meer als vijf en
twintig jaar geleden.
Nog onrustbarender is de schaarschte aan
meezen, boomkruipertjes en goudhaantjes,
die alle van het allergrootste belang zijn
voor den boschbouw. Ook zijn er minder
vliegenvangertjes dan anders en met de
zwaluwen blijït het ook altijd nog minnetjes.
Geen wonder, dat uit alle deelen van het land
klachten komen over vreterij aan boomen en
struiken.
Wat wordt er nu gedaan, om in al deze
dingen verbetering te brengen ? We zouden
al heel ver komen, indien onze vogelwet in
zijn vollen omvang behoorlijk werd uitge
voerd. Dat is echter in het geheel niet het
geval en dat ligt nog maar al te dikwijls aan
onverschilligheid, onwil of onkunde van
oveiheidspersonen. De Vereeniging tot Be
scherming van Vogels doet wat zij kan, maar
is lang niet krachtig genoeg. Iedereen, die het
goed meent met zichzelf en die onder andere
wenscht dat hij genoeg te eten krijgt, be
hoort het zijne te doen, om de vogels te
beschermen, behoort ar,deren op te wekken
hetzelfde te doen en moet vooral de mis
bruiken en tekortkomingen bekend maken
aan hen, die verbetering kunnen brengen.
Het beste adres daarvoor behoort te zijn
het Departement van Landbouw zelve, maar
het kan geen kwaad zich ook tegelijk te
richten aan het Secretariaat der Vereenieing
tot Bescherming van vogels, R o k i n 69 te
Amsterdam. Nog eens: onderde tegenwoor
dige omstandigheden is het 't beste, om
alle vog'Is te beschermen en dat niet alleen
door ze te behoeden tegen moord en dood
slag en vernieling, maar ook door hen te
helpen aan broedplaatsen, schuilplaatsen,
urinkplaatsen en wintervoer.
JAC. P. T miss E