De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 22 juni pagina 11

22 juni 1918 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

22 juni 18. No. 2139 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 HET STANDBEELD VAN JOHAN DE WITT IN DEN HAAG Teekerting voor ,de Amsterdammer" van Joh. Braakenslek Joh. de Witt: Zouden mijn jongens er nog bij zijn? «llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllnlIIIIIIIIIIUIIIIItllllllllHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIlHllllllltllllllIIII BILJARTSPORT HET TREKKEN V Bij 'het trekken zoowel als bij doorschieten. is het gevaar van biljardeeren vooral wanneer, zooals in afbeelding I het geval is, de stootbal dicht bij den tweeden bal ligt zeer groot. Blljardeeren is altijd een gevolg van het te ver doorlaten der queue bfj het afstooten. Als beide ballen zoo kort bfj elkaar liggen als afbeelding I weergeeft, mag zoowel bij trekken als doorschieten de queue niet verder doorgelaten worden dan tot o. Gaat de queue verder door b.v. tot b of nog verder dan verplaatsen de beide ballen zich gelijktijdig met dezelfde IIIIII9IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IK. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJIIMIlmlIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIttllMMIII gevaar voor biljardeeren, dan mogelijk zou zijn bij het zonder effect spelen. Afbeelding I geeft in a het punt aan tot waar de queue doorgelaten kan worden indien zonder effect getrokken wordt. Men ziet dat dit juist zoo ver is als de afstand bedraagt tusschen bal l en 2. Figuur 2 in afbeelding II verbeeld een, weliswaar weinig praktisch nut af werpende, maar toch wel verrassende carambole. Dit is een combinatie van doorschieten en trekken. Moet met links effect en schuine queue (als in afb. I) zeer krachtig afgestooten worden, bal l diep raken, terwijl de queue zeer los in de rechterhand gehouden moet worden. Het verrassende bij dezen stoot zit in de tegenstrijdigheid: doorschieten?trekken. De zeer eenvoudige theorie van deze beide, Afb. I aanvangssnelheid en is het biljardeeren ontstaan. Maar" zal de lezer van dit en van Trekken IV opmerken als het juist is dat het eigenlijke geforceerde trekken ont staat niet zoodra de queue met den bal in aanraking komt, maar pas nadat de bal in beweging is, hoe is het dan mogelijk om de trekstoot van afb. II figuur l te maken. Daar ligt de stootbal bijkans tegen den tweeden bal, moet eenige meters afleggen om over drie banden te caramboleeren, dient derhalve krachtig afgestooten te worden hoe is dit alles dan te bereiken zonder te biljardeeren ?" Het antwoord hierop is aldus: De trek stoot in fig. l afbeelding II wordt gespeeld met zeer sterk links effect. Moet aldus ge speeld worden om de rechtsche uitwerking op den band te krijgen. Door dit terzijde raken van den stootbal is het mogelijk de queue veel verder door te laten gaan zonder elkander volkomen tegengesteldebewegingen is aldus: Afb. III Doorschieten: raakpunten abc. Draaiing l \ O o van den bal bij a zeer snel, b snel, c lang zaam. Trekken : raakpunten d e f. Draaiïng van den bal bij d langzaam, e snel, ? zeer snel. Ondersteld wordt dat in alle zes gevallen de afstootkracht gelijk is. Hoe is het nu mogelijk om, door zeer diep te raken, toch het doorschieten te bewerkstelligen? Dat is alleen mogelijk door het zeer krachtig raken. Zoo krachtig dat de tegenstand welke de stootbal ondervind van bal 2, tijdelijk opgeheven wordt en pas tot' uitwerking komt als de stootbal reeds een tiental of meer centimeters doorgeloopen is na het treffen van bal 2. Dit is geen stoot voor beginnelingen in het biljartspel. De schuine houding der queue, het diepe en krachtige raken, het los houden van de queue het zijn evenzooveel faktoren aie, als niet de vereischte routine aanwezig is, kunnen leiden tot het scheuren van het laken. Want dit accident is meestal een gevolg van trek- of kracht-p'queerstooten, maar nooit zooals uit de bekende bordjes met: verboden te masseeren" zou op te maken zijn van het masseeren. Waarover later meer. B. Afb. II Een Vleugje Haagsche Wind DE KURHAUS BAR. De beste voedingsbodem voor snobisme en internationaal rendez-vous van beau- en demie monde en jeunesse doté, is een kelder met ettelijke ankers whisky. Boven een collectie Canadian, Black and White, King Qeorge Vil, Johnnie Walker, Dawson, Dewars White Label, en Bnchanan bloeit in den Haag inenkeledagen een American bar. De wanden der vertrekken boven dezen kelder worden met meubelstof bekleed, als wandversiering een paar imitatie Fransche gravures in een seize lijstje, lampen met kleine lichtjes en gebloemde donkere kapjes, crapauds die iets te laag zijn, barkrukken van anderhalve meter hoogte, een paar gladgeschoren kellners hautain als hoflakeien, vier of vijf muzikanten met vierkantige bruine tronies en gitzwarte haren en snorren, een kofflekleurige Ara bier met een geborduurde jurk bij den in gang, verlof tot twee-uur-sluiting, twee groote advertenties: Ouverture Bar... (volgt iets met gentleman of lord) en ge hebt de meest lucratieve onderneming in onze resi dentie gesticht. Tegen half elf krijgt ge een wonderlijk bont publiek in kahki en hill evening dress, luxe van gepoeierde halzen en kostbare japonstoffen, Leiden, Delft, jeugdige cavale rie, overmoedige dronkenschap met sterke affectatie. Alles drinkt whisky. De prijs stijgt periodiek. Wat waren voor den oorlog onze zeden toch eenvoudig. We waren tevreden met een keukenstoel in de Kurhausbar, tusschen vervelooze planken, aan een rond tafeltje, waarop we meenden, dat onze twaalf of veertien leege groene fleschjes een voldoend mondain stilleven vormden voor onze residentieele our urtness." Dit jaar is de bar niet weder geopend, zooals we haar kenden, toen er nog wel eens gevochten werd, en met de leege sodafl esc h j es gegooid, toen we niet wisten of onze buurvrouw ?5 per avond, of ?500 per maand geschonken kreeg, of een freule pur sang was. Verleden Zaterdag was de bar, bij de opening, van binnen onherkenbaar. Rood fluweel aan de wanden, fauteuils niet cretonne, hautaine kellners, een Arabier met een gebloemde jurk bfj een groote vestiaire, kortom alles wat we al zes j<.ar boven een whisky kelder in den Haag heb ben zien verrijzen. We betreuren het, want is het geen be wijs van Haagsch zedenbederf? Hoeveel jaren hebben we ons zomers al niet ver drongen om op een keukenstoel in den tocht te zitten in dien houten keet, omdat we in De Bar" hoorden, die zeer aparte Bar, waar het alleen maar duur en ongerieflqk was, maar waar onze aanwezig heid onze standing bewees. Nu zit je er als overal elders. ARI. BOEKETJES SOF1STIEK VII Contemporain en Toekomst"-Nederlandscft Motto:.... van vreemde smetten vrij.... Wil jij wel 's nie zo toegeve an je impressionabiliteit" vermaant mevr. Ver heulen haar adspirant-scnuondochterMaggi (in een niet zeer genietbaar boek van tmams, dat hij dan ook Waan" genoemd heeft), en zij brabbelt dit onmogelijke t aal'je tot de onmogelijke Maggi nomen est omen! , 's morgens vioeg vlak na 't om bijt op een miezengen regendag. Iniusschen demon streert de oude dame, onbewust, onze nationale hebbelijkheid om doodgewone, Hollandsche gedachtetjes in extra-ordinaire, uitheemsche woorden te uiten. Haar voor beeld volgend, komen wij tot de volgende, in begin 20sie eeuwsch Nederlandsen ge stelde beschouwing over dit immer actueele onderwerp. Onze academische, militaire, commerciëele, parlementaire, ze. f s de journalistieke en de conversatie-terminologie manifesteert evi dent de preferentie van hare consumenten zoowel der adepten als der .è/cs en dilet tanten dezer diverse caiegoriën voor het employeeren van in-origine externe en exotische expressies. Geen essay of dis;ertatte, roman of novelle, entrefilet of asterisk, missive of nota, rapport of concept-program, advies of consideratie, zelfs geen fiveo'clock tea-discours, tennis-witz of entre'acte-glosse waarin niet de officiëele dignitarissen, de promovendi en de professoren, de auteurs en de publicisten van elk genre, en, in de civiele conservatie, de upper ten n de bourgeoisie zoo goed als de ordinaire proletariërs hun democratische of conservatieve, artistieke of vulgaire, politieke of economi sche, excentrtek-importante of ridiciuulbanale ideeën in would-be-chique, immers uit den internationalen codtx geciteerde ter men lanceeren. Ook van het savoureeren van gastronomische (alias culinaire) delica tessen na het usantiëele apérinef is het attent regardeeren van polyglottischgeredigeerde menu's, zoowel in de meest modieuze en exquise tablissementen als in de populairste restaurants, een inhaerent détail: wie Jullana-soep of boerenkool wilde bestellen en deze verstaanbare aanduidingen dacht te bezigen, is nolensvalens gecenseerd zijn te vulgaire explicaties te remplaceeren door gedistingeerder indices der plats zijner preferentie. Van chasseur tot gerant, van adspirantvolontair tot manager, directeur en commissaris, van recruut (of millsijn") tot generaal, vanaf onze levens-ouverture tot de doods-finale toe, in sous-terraln en mansarde serre, suite en salon incluis explicceren wij onze in- en sententies, onze sympathieën en aversies, in dit zoowel historisch-gesanctioneerd als contemporainmodern Nederlandsch-style-universelle, en alleen de daarin getransponeerde i m- en expressies honoreeren wij a priori met onze at'entle. Moet ons deze reminiscentie aan onze gouden-eeuwsche coutumen niet waarlijk indigneeren? Voelen we in dit linguïstisch exces van internationalistische tendenzen geen nationale blamage? Oogenblikkelijk echter en deze veld winnende Eigendommelijkheid zal even onbedingd afgekeurd worden! geeft het een Streving in andere richting. Sinds de negen tiger of mogelijk wat later jaren moet toch een Omdraai naar oostelijker Gewoonheden geboekstaafd, welke niet zonder Bemerking blijven mag. Het moet toch aanerkend wor den dat zelfs de ultgeteekendste Persoon lijkheden, die het op literarisch gebied geeft, zich daarvan niet afhouden schijnen te kunnen. Onvervroren en schaam loos gewa gen zij van onze zonbeschenen Meren, van zeeomspoelde en duinbegrensde Landouwen, als ware onze kleinstaat reeds een Aangehoorigheid eener genabuurde Grootmacht. Stemt het niet wrevtlvoi, zulke Omscheppingen onzer Moederspraak mij niets u niets" lezen te moeten, zulke onvaderlandsche Toeneigingen in deze en andere Begeleidverschijningen aldagelijks kennen te leeren? Grootaardig is het aan te schouwen, hoe aan hoogeer Plaats wij wijzen op den daar gekoesterden, hopenlijk nog vaker te toonen, Eeibied voor het rein-Nederlandsche Lied l door energische Bestrijding der even genoemde Daad zaken krachtvolle ver betering in deze zoo wichtige Aangelegen heid wordt nagestreefd en te bereiken gezocht. Twijfelloos, het is een zware opgave, onze hartsgeliefde Spraak rein te houden, maar zullen de te v. rmeesteren uitslagen doch ook recht vreugdig stemmen l Want onze Dietsche Moederspraak, die immers evenbourtig is aan overhoofd welke andere Taal die het in de wereld geeft, zal toch ja niet door onze schuldige onwerkzaamheid ten onder gaan moeten! Waarlijk, dat ware het slimste van alles, dat ons heerlijk Volk kan worden toegeschikt j G ER H. v. D. [[iiiiiiMmiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimuimiiiiiiiiiftiiiiiiiiiiiiiiiiiluiiiiiiiiiii Spreekwoorden van dezen Tijd 1. De eene dood en de andere geen brood. 2. Eigen haard kost goud. 3. Het schip gaat zoo lang te water tot het getorpedeerd wordt. 4. Waar niets is, verliest Duitschland zijn recht. 5.Men zettedeteringnaarde rantsoeneering. 6. Als 't geld vermobiliseerd is, dempt men de Zuiderzee. 7. Recht door zee, de gevaarlijkste weg. 8. Eet r's boter bij de visch, Als er geen visch en geen boter is. 9. Alle hout is geen brandhout. 10, Die dan leeft, die dan de schuldenlast betaalt. 11. Nood leert vasten. 12 Men trekke den schoen, al past hij niet. 13. Met vallen en niet opstaan komt men in de andere wereld. 14. Men moet leeren van den wind te leven. 15. Goed terugtrekken doet goed volgen. 16. Honger is de eenige saus. 17. Hooge masten vangen veel berichten op. 18. Met parelen kan men geen zwijnen mesten. 19. 'k Gaf menig wet, voor 'n weinig vet. 20. Als er nog een vrije vaargeul is, moet men de mijnen verleggen. 21. Eén rotte voorraad in den lande, Maakt heel een ambt'naarskliek te schande. 22. (Eheu fugaces, Postuma, Postuma, labunter anni! Horatius). Vrij vertaald: Helaas, in vliegende vaart, ; o Posthuma, Post hu ma, ijlen uw dagen daarheen. 23. Rijkdom is dikwijls schande. 24. Met zuinigheid en vlijt, raakt men zijn voorraad kwijt. 25. Wie O. W. zegt, moet ook B. B. (be lasting betalen) zegeen. GlDEON GOVERTSZ IN HET MUSEUM (Bystander) Mdtna, hier zijn we zeker bij de Vleeschlouze dagen?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl