Historisch Archief 1877-1940
22 Juni '18. No. 2139
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE VERKIEZINGEN IN DENEMARKEN
Marie Hjelmer
radicaal
Olga Knndsen
liberaal
Nirma Bang
soc. dem.
Marie Christensen
liberaal
Inger Schmidt
liberaal
Mattiilde Hauschultz
conservatief
Heiga Larsen)
t soc. dem.
Elna Munch
radicaal
Karin Ankersted
conservatief
Leden van de Eerste Kamer (Landsthing)
Leden van de Tweede Kamer (Volksthing)
iiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiYui
Huisvlijt en Volkskunst
De Afdeellng Ontwikkeling en Ontspan
ning van het Algemeen Hoofdkwartier
van de gemobiliseerde troepen organiseerde
dit jaar de tweede Centrale Militaire
HuisvlijttentoonstelHng.
Zoo men weet, geeft deze tentoonstelling
de bekroonde en beste voorwerpen te zien,
der plaatselijke in ons land gehouden
huisvlijttentoonstelllngen, uit welke werkstukken
dan een keuze wordt gedaan vóór het uitreiken
van medailles en eervolle vermeldingen.
Thans was in den Dierentuin te
's-Gravenhage bijeen de arbeid van den 4den
mobilisatie winter.
Het vorige jaar werd eveneens een expo
sitie gehouden. Het was de eerste na drie
jarigen arbeid.
Die eerste tentoonstelling was als een open
baring wat huisvlijt worden kan, indien het in
goede banen wordt geleid. De groote zaal
was geheel gevuld met goede werkstukken:
fijn rietwerk, weefwerk en knoopwerk,
beeldhouw- en houtsnijwerk met goede
motieven, teekenwerk zuiver van lijn, koper
en drijf werk van fraaien vorm, caméesnijden
en graveeren ja wat niet al, alles handviijt,
verricht in vrijen tijd, naar eigen initiatief.
Die eerste Centrale Militaire
Huisvlijttentoonstelling heeft een weldaad verricht,
zij gaf op eens den nekslag aan al wat de
fantasie tot op dat oogenblik met huisvlijt"
bestempelde. Zij weerde scherven- en
postzegelweik, kurk- en lucifersdoosjes-arbeid.
Zfl wilde opbouwen en stelde haar eischen
zóó hoog, dat uit huisvlijt zou kunnen worden
geboren volkskunst.
Opbouwen", dat woord klinkt sympathiek.
In opbouwen ligt een kracht voor heden en
toekomst. Opbouwen vraagt vitaliteit, in
spanning van den geest tot het uiterste, het
vraagt bovenal zelfvertrouwen, idealen en
menschenkennis.
Dat opbouwen"doet de afdeeling Ontspan
ning en Ontwikkel'ng van de gemobiliseerde
troepen. Het tooneel in de zaal gaf een
duidelijk overzicht van het groote werk,
dat,'als tegenwicht van den
menschonteerenden oorlog, door haar in suite wordt
volbracht. Een reeks cursussen stellen den
leerglerlgen militair in staat, zich te ont
wikkelen op elk gebied van wetenschap en
kunst, van af het meest primaire onderwijs
in lezen en schrijven. Door het beoefenen
van sport en muziek wordt voor ontspan
ning gezorgd. Het hoofd van de afdeeling
Generaal Majoor Kleinhens en de leidende
chef J. J. Hens. Res. 1ste Luitenant der
Grenadiers, sturen met krachtigen wil aan*
op al wat tot veredeling van den mensen kan
bijdragen.
Ook de tweede, thans gehouden tentoon
stelling was werkelijk een succes.
Zij gaf niet de hoeveelheid voorwerpen
van de eerste, ook waren niet alle
handvlijttechnieken zóó schitterend vertegenwoordigd.
Gebrek aan goed materiaal mag mede daar
van de oorzaak zQn geweest. Doch wat zij
toonde in haar ruim 1500 inzendingen duidde
op vooruitgang. Sober versierde houten
gebruikstukken wezen op goed begrip van
slerkunst en kostbaar vlaksteekwerk op
gezond oordeel en vasten hand.
De donker gebeitste stoven, de tafels,
spiegels en rekken van zoo degelijke
coniliiiiiiliiiriiiimmiillii. iiliiiiliiiiliiiiiriimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiMimiiiMtiiiiiiiiiiiuiliiiiMiiiiiiiiiiii 'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIII 111 iiiiiiniiiiiiiiiii
illllliillllllllilHllliliillinillllilllii
VLIER
Deze buitengewoon prachtige heester bloeit
omstreeks den tijd van zonnewende, een
paar weken er voor en een paar weken er
na en vormt zoo den overgang van den mei
doorn naar de linde, aan de eene door kleur,
aan de andere door geur herinnerend. Over
Vliertak met ontluikende knoppen die
eerst slapend waren
structie en snijwerk, ze,zrjn van praktisch
nut in elk vertrek en doen het oog aange
naam aan. Als handwerk van den amateur
had af dit werk de bekoring, die de machinale
bewerking het ontneemt.
Hoe huisvlijt te veredelen is tot volkskunst,
was te zien in het kostbare snijwerk met
zijn veelheid van vormen en motieven van
den soldaat Pduwer en het miniatuur hout
werk net koperbeslag van den soldaat
Meerstna; ook in de Amelandsche kleedjes, met
hun frissche kleuren en correcte werktechniek.
Huisvlijt, volkskunst, is gevoelswerk,
ingeving van het oogenblik, van het hart.
De volkskunstenaar werkt met de hand.
Zijn motto is: geduld", in zijn werkprestatie
straalt sterk door: liefde tot den arbeid.
Wie het bestaan van volkskunst ontkent,
mist o.i. de eigenschap om volkskunst te
kunnen voelen en daardoor te kunnen waar
deeren.
Er zijn tal van werktechnleken aanwezig, te
veel om op te noemen.be werkingen vanvelerlei
materiaal. In een der nevenzalen worden
enkele werkwijzen aanschouwelijk voorge
steld, 't Zijn handige jongens" die daar aan
't werk zijn, straks zuilen ze ons, vrouwen
nog den loef afsteken.
Daar zit de militair Kerkum, hij weeft op
het staand gobelinrekje een tasch met geo
metrisch ornament, hij heeft mooie kleuren
gekozen en slaat krachtig aan, zuiver werk,
geen weefster kan het hem verbeteren.
Iets verder knoopt de militair Marinus
fraaie kleurtjes tot een macraméwerk voor
een fijne bladwijzer.
In spanwerk spant de militair van Rijn
van ongebleekt katoen een sprei, een prak
tisch, degelijk gebruikstuk.
De militair Koerts vlecht zijn golvend
gebogen mandjes, van wilg en rotan, van
pitriet en teen.
De militair van Rooy zit uit groote schel
pen cameën te snijden op roze en lichtbruine
ondergrond; een artistiek werkje voorwaar.
Verder worden nog beoefend: boekbinden,
vlaksteekwerk, houtsnijden, beensnijden en
metaaldrijven*
En ja er is dit jaar iets nieuws. Er
wordt paardehaar verwerkt voor toiletarti
kelen. De krachtig ontwikkelde mannen
banden van den militair Broekhoff weten
van de stugge haren door festonneeren en
omwoelen ringetjes en tonnetjes te vor
men, en maken er de sierlijkste kettingen
en sierspelden van. Zie hoe keurig dat
gaat. De werktuigen voor de bewerking
zijn zelf vervaardigd: een in hout gedreven
naald, een ronde houten pen met gleuf, en
staafjes hout. Wat zijn mannen toch vinding
rijk en handig en wat wordt er voor dit werk
onuitputtelijk geduld vereischt. De militair
die aan zenuwzieke leed, heeft er, zoo ver
telde hij mij, zijn herstel aan te danken.
Paardehaarwerk is van ouden datum. Het
wordt thans als volkskunst door de inboor
lingen van den Archipel-eilanden nog veel
beoefend. Het witte haar wordt dan gekleurd
en op kunstige wijze in bloem vormen en
rozetten verwerkt
De paardehaar-werkstukken op de ten
toonstelling waren werkelijk het bezitten
zeer waard.
Bezitten? De meeste voorwerpen op de
tentoonstelling zrjn niet te koop. Zie ook
daarin ligt het bekoorlijk-naiVe van huisvlijt
en volkskunst. De huisvlijter en volkskun
stenaar bestemt het werk zijner handen
voor eigen gebruik of vereert het aan haar
die hem lief is.
Is dit te betreuren?
Maar ge kunt immers zelf in uw vrijen
tijd aan den arbeid gaan!
Helaas bleef deze expositie, die zooveel
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllEIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
het algemeen geniet hij niet de achting die
hem toekomt, misschien zelfs wordt hij als
een beetje vulgair beschouwd. Dichters en
schrijvers geven lang zooveel aandacht niet
aan de vlier als aan meidoorn, linde, kamper
foelie en meer zoo. Maar de wandelaar en
natuurvriend weet wel beter en eert hem
als een onverdroten groeier en bloeier, overal
thuis en nimmer falend. In den ouden tijd
eerde men den struik meer en verwachtte
men er veel goeds van. Tegenwoordig komt
hij ook wat meer indepas, nu de gedroogde
bloemen, de aloude vlierthee misschien komen
helpen om het ons onthouden Chineesch
product te vervangen. En de bessen, och,
wat heb ik die van jongsaf bij handenvol
gegeten en wat zullen we er dezen zomer
weer een lekkere jam van maken. Maar eerst
moet ik er een vijftig kilo van drogen voor
wintervoer voor de vogels. Ze schrompelen
wel erg in, maar de roodborstjes en lijsters
willen ze toch graag hebben. Vroeger meende
men, dat die bloemen en bessen genees
middelen bevatten zoowat tegen alle kwalen
en daar kan wel heel wat van waar zijn.
Ais er n heester is, die zich letterlijk
met bloemen overdekt, dan is dat de vlier.
De groote, platte, witte of roomgele tuiten
komen in groote menigte te voorschijn aan
het einde van zfjtakken en plaatsen zich
voor het mee rendeel, horizontaals vooral in
het bovenste deel van de kroon. Andere
hangen af en zoo komt er een
bloemenmantel om den heelen struik, tenminste waar
hij vrij uit kan groeien. De bloempjes zijn
maar heel eenvoudig: een dik stampeitje,
vijf meeldraden, een vijfpuntig kroontje uit
n stuk, dat spoedig afvalt (na n dag
bloeiens) en bijna onzichtbaar kelkje.Ondanks
den beerlijken geur komen er niet zooveel
insecten als men wel verwachten zou, maar
soms heb ik er toch groote hoeveelheden
bonte zweefvliegen op gevonden van ver
schillende soorten. Die eten van het
sttrfmeel en bewerken de bestuiving, die anders
niet zoo heel gemakkelijk zou geschieden,
werkkracht van organisatie heeft gevraagd,
maar enkele dagen open.
Laat ons hopen dat het volgend jaar de
duur iets langer is.
E L is. M. ROGGE
iiiiiiiiiiiiiini iiiiiniii iiiiiiniiiiiiiniiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
Eene Vrouw in het Bestuur van
Letterkunde"
Teekening van
E. Woutersen?van Doesbargh.
JOHANNA W. A. NABER
In hare op 12 dezer te Leiden gehouden
vergadering heeft de Maatschappij van
Nederlandsehe Letterkunde, bij de perio
dieke aftreding van bestuursleden, voor het
eerst een vrouw in haar bestuur genomen.
Daargelaten of men, uit een feministisch"
oogpunt, dit feit op zlchze f rechtvaardig of
gewenscht of toejuichenswaardig acht, mo
gen wij er ons in verheugen, dat deze
eerste keus gevallen is op eene zoo degelijke
en fijnbeschaafde persoon als JohannaNaber.
Het gaat niet aan, hier een overzicht van
Mej. Naber's letterkundig werk te geven.
Een paar aanstippingen slechts.
Merkwaardig is, dat deze schrijfster oor
spronkelijk tot haar historisch-literairen
arbeid is gekomen langs den weg van
vrouwelijke handwerken. Door het snuffelen
in de geschiedenis van dit gebied kwam
zij in aanraking met de nagedachtenis der
adelijke nonnen van Port-Royal, in wier
afgezonderd leven de kunstvaardige naald
zulk een belangrijke rol speelde. Van daar
uit kwam zij er toe, zich te verdiepen in
allerlei gebeurtenissen uit het Fransche
bestaan van dien tijd; o.a. schreef zij een
sympathieke biografie van prinses Renata
van Frankrijk. Zoo werd haar pen geleid
naar de toenmalige vorstinnen uit het Huis
van Oranje, een onderwerp dat zij later over
vele generaties, tot op onze dagen, voortzette.
Eenmaal aangeland in onze vaderlandsche
geschiedenis, deed zij een gelukkige greep
door studie te gaan maken van het eind
der achttiende en het begin der
negertiende eeuw. De Fransche tijd" werd haar
lievelingsgebied. Daarin verdiepte zij zich
zoo grondig, dat zij er in slaagde
verschiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiit
omdat de helmknopjes zich buitenwaarts
openen. Het gebeurt dan ook nog wel eens,
dat mijn vlieren weinig vrucht zetten, maar
meestal zitten ze eind Augustus al vol zware
trossen van zwartpaarse oessen. Een mooi
gezicht als de takken dan diep overbuigen
en de logge spreeuwen de meest onwaar
schijnlijke acrobatentoeren moeten verrichten
om zooveel van de dikste vruchten te eten,
als met hun gulzigheid overeenkomt. Ze
zouden ze wel allen willen hebben en dat
komt hun ook wel toe, want de meeste
vlieren in ons land zijn wel doordespreeuwen
gezaaid. Maar er zijn nog andere rechtheb
benden: nachtegalen, roodborstjes,
roodstaartjes, grasmusschen, tuirfluitertjes, b
raamsluipers, tapuiten, paapjes, lijsters,
heggemuschjes, spotvogeltje", fluiters, fitisjes,
tjifijafjes en zoo voort. En allemaal zaaien
ze vlieren. Zoo komt het, dat we ze
als opslag vinden In dakgoten, op muren
en kerktorens en in de dikke koppen
van de knotwilgen en overal waar maar van
die vogeltjes gerust hebben. Zeer breed zijn
ze gezaaid langs den trekweg door de zee
duinen. Dat begint al opRottum. Deeenige
boom, die ik er in 1915 vond, was een viier
en de eerste boom die op het nieuwe eiland,
de Noordwestplaat nog moet komen zal
zeker ook wel een vlier wezen. Op de andere
eilanden zijn ze al zeer talrijk en in het
Hollandsch duin vindt ge vaak in de zeereep,
aan de binnenzijde van den buitensten
duinrichel heele boschjes van prachtige vlieren,
die nu pp zijn allermooist in bloei staan.
Daar zijn al heele patriarchen bij, mtt
stammen van een paar decimeter dik. Maar
hoog worden ze niet, want wat boven het
beschuttend duin uitkomt wordt door den
zeewind glad afgeschoren. Dat hindert ech
ter niet, want wat de vlier niet in de hoogte
bereiken kan, dat zoekt hij dan maar in de
breedte en in de veelheid der takken.
Hij is een omtembare groeier. Gewoonlijk
maken de boomen en heesters in de oksels
van de bladeren n knop voor het volgend
lende historisch-betrouwbare boeken te
schrijven, tegelijk in den besten zin populair.
Eén daarvan werd door Teylers Genoot
schap bekroond.
Hoe het haar lukte, uit deze rijke stof
een tactvolle keus van details te doen, die
haar werk boven de banaliteit van vele
andere, omstreeks 1913 verschenen, ge
schriften van dien aard verhief, daarvan
ervoer ik persoonlijk een aardig voorbeeld.
Niet door studie, maar door puur
reistoeval, was ik enkele jaren geleden op het
spoor gekomen van de merkwaardige positie
die de Ei f prins van Oranje, eer hij ten onzent
Koning Willem I werd, van 1802 tot 1806,
als Vorst van Fulda had bekleed. Thuis
gekomen werd ik getroffen door de onbe
kendheid, die er omtrent dit zoo na aan
onze eigene geschiedenis grenzende feit,
zelfs in kringen van overigens ruime
algemeene ontwikkeling, heerschte. De vaklui
natuurlijk uitgezonderd, wist bijna niemand
iets omtrent deze zoo hoogst interessante
periode uit des Prinsen-Konings zwerftijd.
De enkelen die mij bleken iets daarvan te
weten, wisten het uit een der boeken van
Johanna Naber.
Moge zij nog lang met lust ons lezend
publiek aangaande dergelijke dingen inlichten,
en ook aan haar Leidsche benoeming vol
doening beleven!
GEERTRUIDA CARELSEN
De Verkiezingen in Denemarken
Bij de aanneming der Grondwetsherziening
in Denemarken, in 1915, was men overeen
gekomen, dat er gedurende den oorlog geene
verkiezingen zouden plaats hebben, maar nu
de oorlog zoo lang duurt en er door sterf
geval en andere redenen verschillende afge
vaardigden waren uitgevallen, zoodat de
Kamer-meerderheid was verplaatst, moest
men op dit besluit terugkomen. In April 1.1.
hadden nu de verkiezlngenlplaats en konden
de Deensche vrouwen voor ^iet eerst van
haar kiesrecht gebruik maken.
Volgens de nieuwe kieswet in Denemarken
is de Volksthing (2e Kamer) met 26
leden uitgebreid, zoodat zij nu uit 140 leden
bestaat, en de Landsthing (Ie Kamer)
met 6, zoodat daarin nu 72 leden zitting
hebben.
Ia de hoofdstad, Kopenhagen, waar men
volgens evenredige vertegenwoordiging op
lijsten stemt, werden drie vrouwen eene zoo
danige plaats op de lijsten gegeven, dat
hare verkiezing voor het Volksthing zeer
waarschijnlijk werd. Bovendien was nog
een vrouw op de samengekoppelde lijsten
van de conservatieve liberalen van over het
geheele land, een goede plaats gegeven.
Deze'vier zQn dan ook allen gekozen. Zij zijn:
Mevr. Elna Munch, echtgenoote van
den tegenwoordigen Minister van Oorlog,
lid van de Radicale Partij, Presidente van
de Deensche Vrouwenkiesrechtvereeniglng
en bovendien lid van den Gemeenteraad
van Kopenhagen.
Mevr. Mathilde Mailing Hau
schultz, lid van de conservatieve Volks
partij. Zij heeft zich nooit met de Vrouwen
beweging bemoeid en men verwacht van
haar niet veel steun, wanneer het om de be
langen van vrouwen en kinderen gaat.
Mevr. Karen Ankersted, onderwij
zeres, ookbehoorendetotde Conservatieven.
Zij is reeds jarenlang lid van den
Frederiksberger Gemeenteraad, een voorstad van
Kopenhagen.
Mevr. Helga Larsen, eene sociaal
jaar. De vlier echter en sommigen van zrjn
familieleden maken in eiken oksel twee, zelfs
wel vier knoppen. Die komen in het voorjaar
niet allemaal uit; er blijven er zeer veel slapen.
Maar als er nu tegenspoed komt, of ook wel
wanneer de voorwaarden voor den groei zeer
gunstig zijn, dan worden een menigte van
die slapers wakker. Op de foto hiernaast
kunt ge zien, hoe tegelijk met knoppen van
dit jaar, de slapende knoppen van een jaar
vro?ger tot ontluiken zijn gekomen. Ik heb
het eens gezien onder Durgerdam dat de
beerrupsen een heele vlierhaag kaal gevreten
hadden, dat was in Juni. Maar vier weken
later was die haag weer frisch groen en
vond ook nog gelegenheid om te gaan
bloeien, zoodat hij in September er weer
net uitzag als gewoon. Door al dat gedoe
is de verdeeling der takken in een
vlierkroon zeer grillig. Daar komt nog bij, dat de
buitenste lange takken o verbuigen, tot zij
dikwijls met hun top den grond weer aan
raken. Bovenop de bocht dier takken, ont
wikkelen zich weer bijzonder veel nieuwe
twijgen, waarvan sommige dat spelletje weer
herhalen. Waar de heester niet gesnoeid
wordt krijgt hij zoodoende een zeer inge
wikkeld takkenstelael met buitengewoon
mooie steunplaatsen voor vogelnesten. Het
aantal vogels dat in de vlieren nrst is dan
ook al haast net zoo groot als dat van wie
zijn bessen eten. Het drukke spotvogeltje
heeft een bijzondere voorkeur voor de vlier
en ge vindt er ook dikwijls de heggemusch,
de vink, staartmees en zelfs de klauwier,
die het er even veilig schijnt te vinden als
in de doornstruiken, die zijn gewoon ver
blijf vormen.
Wie zou dus niet graag vlieren in zijn
tuin hebben? Ze kosten niets. Als ge zoekt,
vindt ge misschien wel kleine vliertj;s onder
de andere struiken en als ge die ruimte
geeft, schieten ze gauw genoeg op. Maar
vlugger gaat het, wanneer ge van een vlier,
die u om zijn forschheid aanstaat een paar
flinke takken afsnijdt en die maar gewoon
democrate, lid van den Gemeenteraad van
Kopenhagen. Door de organisatie van de
arbeidsters in de Brouwerijen heeft zij zich
een goeden naam verworven.
De Landsthing wordt in Denemarken
door getrapte verkiezing gekozen. Het gaat
zoo. Men kiest eerst de Kiesmannen en deze
kiezen de leden van de Landsthing. Om de
Kiesmannen te kunnen kiezen, moet de kiezer
(man of vrouw) 35 jaar oud zijn.
De Deensche Vrou wenkiesrechtvereeniging
heeft er zeer voor geijverd om vrouwen tot
Kiesmannen gekozen te krijgen.
Den 30en April hadden hiervoor de ver
kiezingen plaats, met het resultaat dat van
de 2979 Kiesmannen er ongeveer 400 vrouwen
zijn. Den Hen Mei kozen deze te zamen de
72 Landsthing-leden, waaronder 5 vrouwen.
De linkervleugel van de Radicale partij
koos mevr. Marie Hjelmer, bekend
door haar ijveren voor Vrouwenkiesrecht en
na de verkrijging daarvan, als verdedigster
der vrouwen belangen.
De Spclaal-Dem. Partij, die tezamen met
de Radicale Partij de Regeeringspartij vormt,
koos mevr. N i n n a B a n g. Zij is de weduwe
van den bekenden dr. Phil. Gustav Bang
en een zeer goede spreekster.
De Liberale Partij, die geen enkele vrouw
een goede plaats had gegeven op de lijsten
voor de Volksthing, stond nu drie plaatsen
af aan vrouwen in de Landsthing. Zij zijn:
mevr. Olga Knudsen, Gemeenteraads
lid, mevr. Inger Schmidt, bekend door
haar werk in dienst van het Christendom,
en mevr. Marie Christensen, onder
wijzeres en zuster van het parlementslid
J. C. Chnstensen, een der invloedrijkste
leiders van zijn Partij.
Onder de plaatsvervangende leden komen
eigenlijk de degelijkste strijdsters voor de
vrouwenbelangen voor. Wij noemen slechts
de bekende Fabrieksinspectrice J ui i e A r e
nh o 11, de Oogarts mevr. Estrid Hein,
de Journaliste mevr. Andrea
Brochm a n n.
Men is het er in Denemarken over eens,
dat de vrouwen ijverig gestemd hebben en
dat de agitatie der vrouwenbeweging goed
gewerkt heeft.
Met den uitslag der verkiezingen is de
Deensche georganiseerde vrouwenbeweging
niet erg tevreden; de vrouwen, die vooral
voor de belangen der vrouwen en kinderen
zullen moeten opkomen, zijn slechts bij uit
zondering gekozen.
De vroegere vrouwenkiesrechtvereeniging
bereidt zich dan ook voor op eene krachtige
propaganda onder de leden om bij eene
volgende verkiezing vruchtbaarder arbeid
te leveren. Zij werkt nu onder het devies:
Het Vrouwenkiesrecht is niet
de oplossing van het vrouwen
vraagstuk, het is het middel om
het tot eene goede opiossingte
brengen.
ALETTA H. JACOBS
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VflN SCHflICK
BOOTHSTRflflT UTRECHT
llllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIlmlIIIIJIIIIlllllllUlllllll
weg in den grond steekt, want de stekken
groeien even gemakkelijk als die van wilg
of meidoorn en ge kunt ze steken in alle
tijden van het jaar, behalve i" het hartje van
den echten winter. De boomkweeker zal u
misschien Amerikaansche vlieren willen
verkoopen, maar die kan ik u niet aanraden;
ze bloeien wel zeer rijk, maar nog al laat,
krijgen niet zulke dikke bessen en zijn ook
minder goed tegen den winter bestand. We
moeten maar zien, het zonder die Ameri
kanen te redden.
J A C. P. TH IJ S S E
Vllerbloesem