De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 29 juni pagina 10

29 juni 1918 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 29 Juni '18. - No. 2140 Ondanks groote moeilgkheden is het ons tot nn toe mogelijk geweest, constructie, Dualiteit en afwerking onzer rijwielen onveranderd te hand haven. De motieven, die bfl behoefte aan een nieuw rgwiel, tot d» kenze van een FONGEBS leiden, zijn thans nog talrijker en sterker dan voorheen. DeUngerlijwielenfabriekA,FOIIGEIIS bllkkelijke omstandigheden behoefte bestaat. Intusschen zfj het ons vergund, enkele opmerkingen aan het bovenstaande toe te voegen. In de eerste plaats zou de Inzender beter gedaan hebben van schaarschte aan kleine ruilmiddelen" dan van geldschaarschte" te spreken. Immers van geldschaarschte hier te lande kan bij de aanzienlijk gezwollen circulatie van bankpapler geen sprake zijn. Wel is er in de laatste maanden eene zekere schaarschte aan kleine ruilmiddelen ontstaan, de vermoedelijke oorzaken waarvan wfj reeds in voorgaande artikelen besproken hebben. Of nu die schaarschte aan kleine ruilmiddelen door het ruimer gebruik maken van het girowezen afdoende verholpen zal kunnen worden, meenen wi) echter te moeten betwijfelen. Wat toch is het geval. Tengevolge van eene ongemotiveerde maar niettemin begrijpelijke vrees, dat er geen voldoende hoeveelheden zilvergeld voor het verkeer beschikbaar zijn, is het publiek zijn eigene voorraden gaan vasthouden, geeft er nage noeg niets van af en voegt het weinige, dat het nog machtig kan worden, aan zijn voor raden toe. Daardoor is er een manco ont staan aan als ik het zoo noemen mag wisselgeld. Daarin kan het girowezen slechts reer ten deele voorzien. Heeft men eene rekening van een gebroken bedrag van eenige beteekenis te betalen, dan kan men door die te voldoen met een girobiljet het gebruik van kleine ruilmiddelen ter aan vulling vermijden en zoodoende besparing van die ruilmiddelen in de hand werken. Maar verreweg het grootste gedeelte van de transacties, waarvoor kleine ruilmiddelen noodig zijn, bestaat uit betalingen .over de toonbank" en soortgelijken, waarvoor giro biljetten hoe aanlokkelijk men ze ook maken moge in de practijk weinig dienst kunnen doen. En bij de grootere transacties wordt in de behoefte reeds voor een aan merkelijk deel voorzien door het toenemende al zij het nog niet voldoende gebruik maken van cheque-rekeningen bij kassiers en bankinstellingen. Het wil mij dan ook voorkomen, dat voor het door d*n inzender beoogde doel slechts weinig heil kan gevonden worden in het gebruik maken van de diensten van het Girokantoor der gemeente Amsterdam. Het m.i. eenige afdoende geneesmiddel is gelegen in een krachtig optreden van de regeering, eenerzij ds door het beschikbaar stellen van nog meerdere hoeveelheden kleine ruilmid delen, anderzijds door het .hamsteren" van klein en groot zilvergeld met alle haar ten dienste staande middelen tegen te gaan. En, ofschoon hulde brengende aan de energie, waarmede de betrokken gemeen telijke autoriteiten propaganda wenschen te maken voor het stedelijke girokantoor, moet toch opgemerkt worden, dat tegen die instelling ernstige principieele bedenkingen bestaan, waartegen de, onder buitengewone omstandigheden te verkrijgen geringe voordeelen niet voldoende opwegen. Zonder daaromtrent thans in nadere bizonderheden te treden, wensch ik alleen op te merken, dat het door velen niet juist geacht wordt, Indien een publiek-rechtelijk lichaam, dat aan chronische kastekorten lijdt, daarin voor een grooter of kleiner deel tracht te voorzien door op vertoon opvorderbare deposito's naar zich toe te trekken. Ten slotte nog eene opmerking. De ver gelijking met de vroegere stedelijke girobank met eene Europeesche bekendheid" gaat m. i. niet op. Beide instellingen mogen een gelijken naam dragen, in haar wezen zijn zfj geheel verschillend. De girobank van de 17de en 18de eeuw had haar bloei en Europeesch vertrouwen te danken aan de zekerheid, dat tegen elke bij die Bank gedeponeerde gulden een gelijk bedrag aan goud en zilver in hare kelders aanwezig was. Maar niet zoodra begon er aan het einde der 18de eeuw twijfel te ontstaan omtrent die zekerheid, 'of het was gedaan met die bloei en dat Europeesch vertrouwen. J. D. SANTILHANO ?MHiiimiiiiiiiimiiiiiMiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiii EENE OUDE KRONIEK Het gaat 0/> heden nog geluk het eertyds plag. C ATS. Er duiken soms onverwacht van die eeuwige waarheden op, die mutatis mutan dis van vele tijden geleden. Nu de stembusstrijd op sluiten staat en wij met allerlei zoet-lokkend gefluit zijn gelardeerd is 't niet onaardig te zien wat een schrijver in hét jaar 1848 van onze rechtstreeksere verkie zingen verwachtte vanfede motieven die de kiezers zouden weten te zuiveren van den invloed van officieele personen, van parti culiere belangen. Rechtstreeksche verkiezingen l roept de anonyire schrijver, gij zult mij menschen leeren kennen; anderen mogen vele gelde lijke procenten van u berekenen, ik daaren tegen wil mij zelven vele procenten menschenkennis van u voorstellen l Anderen schat ten te hoog, omdat zij u kunnen misbruiken tot voldoening van heerschzucht en eigen belang en daarom schat ik te laag; want ongelukkig volk en land, waar heerschzucht en eigenbelang in het bezit zijn van middelen om zich te verheffen en op den troon te komen." Ik geloof niet dat deze pessimistische filosophie uit het beteekenisvolle jaar 1848 geheel en al is bewaarheid geworden, maar de gesprekken van de kiezers, die ons uit die oude kroniek worden gereproduceerd geven een kijk op de weinig hooge ver wachtingen, die men destijds van de kiezers moraliteit had en van de machinaties waar mee verkiezingsagenten er hun candidaat TJIT HET door trachtten te halen en te ontkennen valt het niet, dat er veel in staat dat ook heden ten dage nog de mentaliteit van ons kiezers corps weerspiegelt. Het is een cacophonie van eigenbelang in allerlei vorm. Hoor twee boeren: Blees. En ik geleuf, nauw de wet wer verandert is en nauw me zelf wer met meer baas zijn, dat et lest ken lege: hen mienste geleuf ik, det toe ander jaog die vervloekte belasting wel de helft minder zal zijn. Aart. Ha, ha, ha! wude nou w wel gek neut! 't Zei men meei valle, es er oep een ander jaor noeg nie meer betaald mot worde. 't Is in 't geheel nie zeker dat er nouw baeter mannen an et bestuur zulle kom me. Heel veel vertrouwen in hun schout heb ben onze boeren niet, want Aart vervolgt En nouw meei die verkiezinge veur de hooge lansregeering zei ie net weer zoo doen; ie zei de minse wijs make en hoog en breed opgeve van diejen aauweka»t N det ie braaf is, det ie knap is, det ie liberaol is, det it land zulke hebbe mot, eer i oep eene goeye voet kan komme, meel een woord, det ie volstrek onmisbaar is in 's lands vergaderzaal; nier ie heit er niks anders meei in het oog es om In 't vervolg iemes in den I te hebben, die hooge verpligting aan hun heet en volstrekt er niet van tusschen uit zei kunnen om menheer ook dienst te doen. Ge zult es zien als diejen aauwekaat in de vergaderzaal komt hoe gauw de schout deur het middel zeune Klaas netaris zei zien te krijge, en nauw is i genoeg niks anders es nen groote lompert van nen klerk, die nen hoogen dunk van zijn aege heit; nen egfektieven wijidbuil. Verder op twee heeren, die ook al weinig verheven motieven voor hun propaganda aan voeren : Ik heb hem gisteren gesproken en het kwam er wel niet vlot weg uit, maarnoen zoo, dat ik duidelijk genoeg kon bespeuren waarom Z.Ed.A. zich zoo zeer voor den heer M. N. in de bres stelt. Ik heb mij zelve aan hem maar dadelijk gedeclareerd en rondborstig verklaard, dat ik mede zooveel in mfln ver mogen is de kandidatuur van M. N. zal helpen ondersteunen. Ik deed dat volgaarne omdat ik daarin, evenals K. W. voor mijzelven personeel heil zag. Ik heb wel niet voor neven, maar daarentegen voor mijn kinderen te zorgen, hetwelk veel meer zegt en naar ik hoor dan is de heer M. N. een man, die zich spoedig verplicht rekent en veel kan bewerken ... Wat het zwaarste Is moet het zwaarste wegen en er is niets, dat mij zwaarder weegt dan mijne eigen belangen, waaronder na tuurlijk die van mijne kinderen begrepen zijn. Het kan dus niet anders of de heer M. N... moet zich aan mij verplicht rekenen; vooral dan wanneer hij eens door mijn toedoen tot 4e vergaderzaal moest worden toegelaten. Aanvankelijk was ik voor den heer D. T., maar deze mensch is te preutsch, te stijf, te eerlijk om het zoo maar eens uit te drukken, ik geloof niet, dat ik daaraan iets zou kun nen verdienen, dan misschien een Ik blijf je wel dankbaar voor uwe goede genegen heid te mijnent" doch daar voor kan ik niets koopen; daarmede komen mijne kinderen niet in betrekking; en bovendien wat scheelt mij het land, bij manier v«n spreken, wan neer ik zelf niet eerst welvaar. Ik wil gaarne voor iemand in de weer zijn, maar ik moet er voor mijzelf voordeel in zien, anders, dit weet gij, geef ik er den brui van. Het boekje dat reeds in 1849 een tweede druk zag dient zich aan als een Uittreksel uit een oud Jaarboek waarin onder anderen" een aantal sluipwegen, kronkelpaden, gehei me machlnatiën, kuiprrijen en knoeierijen, welke bij rechtstreekse hèverkiezingen kun nen plaats grepen". Zeker speelt ook thans nog het eigen belang een rol bfj de ver kiezingen; de kunst van den politieken leider is de geest van den kiezer tot een univer seel standpunt op te voeren, hem warm te maken voor een breeder ideaal, waarin ook voor zijn eigen wenschen een plaats is, maar hoe weinigen hebben de kracht om dat te bereiken. De meeste verkiezingsrerfe voeringen die in de laatse maanden zQn verschenen zijn meer de speculatie op de menschelijke kleinzieligheid dan de sonore aanslag van een krachtig accoord. En toch, een volks vertegenwoordiging moet iets meeren beters zijn dan een aangeregen krans van allerlei belangetjes. FRISO BOEKETJES SOFISTIEK IX De groote dagen der Nederlandsche menschheid Aan de Kiezers!*) Wij ondernamen het reeds eenmaal, te dezer plaatse het gewicht van de komende Juli-week onder de aandacht van het onbegrijpeli]k-lauwe Nederlandsche publiek te brengen, maar de zwakke weerklank, dien ons woord vond, noopt ons opnieuw, nu slechts vier dagen ons van den 3<-n juli scheiden, met een laatsten oproep de l Vs millioen kiezers van 100 onsterfelijken te door; dringen van het onvergelijkelijk-hoog belang der nauwgezette vervulling van hun elec torale taak. Niet alleen besparen zij zich dusdoende de f 3.?boete die de rechter aan den nalatigen kiesplichtIge zal hebben op te leggen, maar tevens helpen zij daardoor de Nationale Traditie hardhaven die gewild heeft dat in de maand Juli, oudtijds gezegd Hooi maand, de meest belangrijke, nationale gebeurte nissen plaats grepen. We willen nog zwijgen over de weten schappelijk niet bewezen onderstelling dat onze doorluchtige stamvaders juist in déze maand, omstreeks 100 jaren voor Chr., in hun ruwe kano's den grootvorst van Europa's stroomen" zijn komen afzakken, en ook aarzelen we te groote symbolische beteekenis te hechten aan de overwinning die, In Juli 1345, graaf Willem IV op den pootigen bisschop van Utrecht, Jan van Arkel, behaalde, of aan de zege der Kabeljauwschen bij Den Brlel (lull 1351), of zelfs aan de erkentenis van Philips als Ruwaard" (juli 1428) door de bekende Jacoba van Beieren, die nog steeds gezegd wordt de uitvindster te zijn gewest, in dien al niet van het Beiersch bier (dat blijkens de archieven in dien zér goe den ouden tijd maar U/s stuiver per 12 okshoofden kostte; en kom daar nu eens om!) dan toch van de Jacobapannetjes, die wezenlijk zeer practisch zijn en voordeelig in 't gebruik. Maar denk aan gewichtige Juli-data uit onze roemrijke historie: aan Juli 1581, toen wij ons de vrijheid veroor loofden Z. M Philips II plechtlglfjk den bons te geven, weshalve deze maand de geboortestond der Republiek genoemd mag worden; aan Juli 1600: overwinning van Prince Mourinck bij Nieuwpoort, en vermoedelqk ontstaan van de Isabella-kleur eener aartshertoglnnelijke chemise; aan Juli 1672, toen het eerste lustrum en terzelfder tijd de begrafenis-plechtigheid gevierd werd van het Eeuwig Edict, en Oranje in zij n eer en rechtmatige waardigheden hersteld. Denk, desnoods, aan Juli 1810, toen Hol land bij Frankrijk werd ingelijfd, maar liever aan Juli 1869 toen tenzij men ons ver keerd heeft ingelicht David Wijnkoop te Scharnegoutum geboren werd of, om nog dichter bij huis te blijven, aan Juli 1907, als wanneer de eerste steen werd gelegd van het Haagsche Vredespaleis, de steenen wieg van den vrede der wordende wereld. Hoe behoort dan in deze reeks de 3e Juli 1918 een eereplaats te erlangen, den dag, waarvan de historieblaam ten eeuwigen dage zullen vermelden: Eerste Verkiezing, door alle volwassen, mannelijke Nederlan ders (de rg-idioten uitgezonderd) naar het stelsel der Evenredige Vertegenwoordiging". Kiezers! Dwingt dan niet de schimmen van Willem IV en Jacoba (zfj was in haar tijd al lastig genoeg!), der rumoerige Kabel jauwschen en van onzen grooten Maurits, u in den laten avond van Woensdag a.s. te komen vragen waarom gij u niet waard toondet, zulk een natlonalen dag te beleven in onze bij uitstek nationale maand! Wandelt, in dichte drommen (maar zonder te dringen, waardig en kalm) naar de stembureaux. En stemt, zooals uw partijbesturen u voorschreven: den eersten naam, bovenaan op een der lijstjes; of zooals de wet het eigenlijk schijnt te willen: den man of de vrouw uwer keuze; of zooals gijzelt mis schien wilt, uit pure, zuiver-Hollandsche contramine-zucht: maakt juist in afwijking van het partij-advies, en van de wetsbedoeling. alleen het onderste hokje zwart, maar: stemt! Stemt rood, of wit, of zwart, of blauw, mmiiimiin of kleurloos, stemt economisch, of neutraal, stemt de weermacht of de politie, stemt de revolutie of het cabaret. Er is waarlijk keus genoeg. Stemt om eenige verwandte Seelen" te noemen, Idenburg of Henri ter Hall, gravin van Heerdt tot Eversberg of Caroline C C. van Dommelen, minister Treub of den rebelschen Ceton. Maar stemt l Denkt om het gewicht Uwer roeping, en om de drie guldens die 't u anders kosten kan! G E R H. v. D. *) O^erdrukjes van dit manifest zijn bij alle 22 partij-besturen gratis verkrijgbaar. BOEKBESPREKING JEAN WEBSTER, Jerry. Vertaling van A. QUARLES DE QuARLES. Illustraties van JAN WIEGMAN. Amsterdam, Van Holkema en Warendoif. . Dat ik veel van Jean Webster houd en waarom heb ik (een tijd geleden) reeds gezegd, toen ik in Ome Eeuw Daddy Longlegs" en Dear Enemy" besprak: in die twee boeken, zeker de beste van de jong gestorven Amerikaansche schrijfster, bewonder ik den zeldzaam-frisschen en rijkopborrelenden echten humor, den lach-enden-traan, het even aanroeren van snijdenddiepen weemoed in een schertsend woord. Ja, die twee zijn wel de beste van haar kleine literaire nalatenschap, voor zoover ik althans die ken. In Patty and Priscilla" en in Just Patty" kan men niet alleen de vlot geschreven schetsjes van het college"-leven waardeeren, maar ook de rake karakterteekening, hier en daar ook aandoenlijke trekjes. Weer anders toont Jean Webster zich in Jerry. Dit is, zoo men wil, niet meer dan een farce", een grap. Geertruida Carelsen heeft in het no. der Groene van 19 Januari 1.1. reeds heel in 't kort het geschiedenisje verteld: hoe die jonge Amerikaan, Jerry Hilliard Jr., zich aan het La go di Garda, in het kleine hotelletje te Valedolino allergeweldigst verveelt in afwachting van zijn zuster en zijn tante, die hij hier bij haar komst uit Lucern zal ontmoeten om met beiden de Dolomieten in te trekken; hoe hij van den ober" Gustavo hoort, dat in de villa Rosa een Amerikaansche familie woont, de ouc!e heer Wilder met zijn zuster en zijn (beeldschoonel) dochter; hoe hij dadelijk daar een visite gaat maken en van een brokkeligen muur afvalt voor de voeten van Constance, de dochter des huizes, die daar het juist waschdag" is op den muur zit naast een rij te droogen gehangen kousen, terwijl vier Italiaansche meisjes haar werk onderbreken om den bezoeker hartelijk uit te lachen! En hiermede begint het groote avontuur, of eigenlijk het wederzijdsch be drog, de mystificatie van twee kanten. Want de jonge Amerikaan vermomt zich als Itallaansch ezeldrijver, die 'n mondjevol gebroken Engelsch spreekt, en hij denkt natuurlijk, dat Constance hem voor echt" houdt. Maar dat nu juist doet de jonge Amerikaansche eigenlijk geen oogenblik, doch zij laat hem niets daarvan merken. Zoo blijft hij zijn rol spelen en laat zij hem die spelen en speelt zelve daarbij de rol van dupe der vermomming l Een oogen blik schijnt het alsof het spel hun beiden te machtig wordt: wanneer de hevige schok van de diligence, waarin zij naast elkaar zitten, haar tegen hem aanwerpt, hij haar opvangt en vast houdt en misbruik maakt van de gelegenheid dat haar lippen zoo heel vlak bij de zijne zijn dan wijkt zij zoover als zij kan, van hem weg, kijkt hem met blozende wangen aan en zegt: Ik dacht dat je een hesr was", waarop hij antwoordt: Dat was ik ook, noe ben ik maar een arme ezeldraiver". Maar de intrigue verwikkelt zich: er zijn kapers op de kust, met wie Constance flitt; straks komen Jerry's tante en zijn zuster uit Luome over; de arme jongen wordt na een scène met een zijner medeminnaars gevangen genomen... Natuurlijk loopt alles goed af en krijgen zij elkaar", waarbij ons dan nog de verrassing wacht, dat Constance's vader zoowaar ook al zijn rol heeft gespeeld; ook hij was de dupe niet! Hoe ten slotte alles terecht komt, dat moet de lezer zelf maar gewaar worden, als hij het vermakelijke boek ter hand neemt. Ja, een vermakelijk boek. Ik voor mij wil wel zeggen, dat ik het reken tot die beerlijkontspannende lectuur, die 'n mensch zoo heel goed kan gebruiken in deze tijden van oprlogsellende buiten de grenzen en van distributie-wee binnenlands. Ik weet heel wel, dat het veel minder diep gaat dan Daddy Longlegs" en Dear Enemy"; eigen lijk gaat het heelegaar niet diep, maar het is frisch en jong en grappig en dat zijn toch waarlijk geen geringe verdiensten. Er zullen in ons ernstig en deftig land wel wijze mannen en hoogst-verstandige vrouwen zijn, die zoo'n romannetje" beneden hun aandacht vinden, maar op gevaar af van in hun zeer gewaardeerde schatting beneden hun peil te staan, durf ik zeggen dat ik het met veel pleizier heb gflezen. En het ver heugt mij, dat ik zoo'n boek kan waardeeren. Ik weet ook wel, dat de tijden ernstig zijn wie, die dat met weet! ; zij stellen ons hooge eischen, ook dezen eisch: dat wij ons niet laten overweldigen door het neerdruk kende en ontzenuwende van al de gruwelen om ons heen. Van de lezing van zoo'n on schuldig, jong boek verfrischt den geest, die gepijnigd wordt door heel het droef gebeuren om ons heen... Gij moet ook niet denken, omdat dit een luchtig vertelseltje is van twee jongelui, die elkaar wat voor den mal hielden, dat het een leeg boek is. Psychologie" is een heel groot woord tegenover dit siimpel geschie denisje, maar gij behoeft toch geen zielenanalyst te zijn, om te ontdekken wat er in Jerry" ligt. Tusschen hem en haar is als een wedstrijd in slimmigheid gaande; hij wil haar leeren kennen, ongemerkt; tegen over den ezeldrijver zal zij zich onbevangen laten gaan, zich geven zooals zij is. Ziedaar zijn berekening. Maar zij kijkt hem in de kaart en daardoor leert zi] hem kennen! De strijd tusschen den man en de vrouw, waarin de vrouw de meerdere is. In zoover misschien een echt vrouwelijk boek. En misschien ook, in de teekenirg en de ont wikkeling der verhoudingen echt Amerikaansch: kan men zich eenig ander meisje ' denken, dat zou handelen, praten, redeneeren als deze jongedochter in de Vereenigde Staten? En het aardige is alweer, dat deze strijd tusschen den jongen man en het jonge meisje, dit spel van twee kampende tem peramenten, zoo elegant wordt gevoerd en zoo luchtig beschreven. Ook daarin is dit boek heerlijk frisch en jong. Het stuk" speelt zich af in Italië; er is in dit heele stuk als de zon, de bigde lach, de blauwe lucht van het I'aliaansche meer. De vertaling is goed; ik zou niet durven zeggen dat zij onberispelijk is. ( Visscherspinken" lijkt mij te Scheveningsch. Waar lijk?" en werkelijk?" als antwoord opeen mededecling lijken mij Amerikanismen). Maar goed is de vertaling zeker. Het rare Engelsch eerst van Gustavo, daarna van Jerry als Tony is in verdienstelijk Hollandsen over gebracht. En de teekeningeijes van Jan Wiegman zijn raak en geestig. H. SMISSAERT Spreekwoorden van dezen Tijd u 26. Het ei wil duurder zijn dan de kip. 27. Met onverschillige kiezers is het kwaad (politieke) hazen te vangen. 28. Wie zichzelf te laag schat, zal ver hoogd worden. 29. Zoo gij den oorlog wilt, praat dan over den vrede. 30. Lange besprekingen bederven goede eetwaren. 31. Zoolang er geen benzine is, moeten de beenen zelf de weelde dragen. 32. Beter een goed vertrouwen op eigen krachten dan een vriend, die ons te na komt. 33. Men wordt eiken dag een jaartje ouder. GlDEON GOVERTSX

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl