De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 29 juni pagina 3

29 juni 1918 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

l l ?' 29 Juni '18. No. 2140 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Villaterrein Wassenaar Pracht Speculatie Oroote en kleine perceelen villaterrein te koop aangeboden, gele gen in het mooiste gedeelte der parken Groot-Haesenbroek" te Wassenaar ei in de onmiddellijke nabijheid der binnenkort aan te leggen Electrische tram, Haag-Wassenaar-Leiden. Dit Villa Park groot 20 Hectaren, waarop zeer zwaar en licht geboomte alsmede Ie klas weilanden omsloten door breede maccadanwegen leent zich bij uitstek voor Landgoed, kleine Buitenplaatsen en villabouw of mooie speculatie voor MueB van onrcerend goed of grondspeculanten. Inlichtingen en Sltutatie kaarten met platte gronden der omge ving wortfen op aanvragen gratis verstrekt door de M'J «Voor uitgang" Schimmelpennincklaan 24, Haag en de N.V. v. h. C. firma Jonkers & Co., Coolsingel 9, Rotterdam. LANDGOED Te koop of te huur prachtig Landgoed, m/w. en t., park met zwaar geboomte, welig dragende boomgaarden, wandel-, moes-, sier- en vruchtentuin, Ie klas gebouwd, zeldzaam vochtvrij en prima onderhouden kasteel m/16 gr. en kleinere kamers, stallen, koetshuis, carage, koetsierswoningen, oranjerie, druivcnkas en verdere gebouwen, doorsneden en gelegen aan roei- en vischwater, Prov. Utrecht, groot ± 7 Hect are. Waarde aan gebouwen overtreffen den vraagprijs aanmer kelijk, terwijl het geheel direct en zonder te maken onkosten is te aanvaarden. Dit bezit leent zich bij uitstek voor 2 families, rustoord «f deftig Hotel-Pension. Voor inlichtingen en bezich tiging wende men zich tot den Heer H. T. DONSELAAR, Gemeente-Ontvanger te Neerlangbroek b/Doorn. voedzaam l smakelijk [ gezond } Ontbijt mot Borgon op Zoomacho Anmjovlm ONDER RlJKS-CONTRÓLE fiocfef een vaatje van WO »tukm bij do Vischnservenfaiirieli JOLLANDIIi", Bergen op Zoom iiintiiiiiiiiiiiintniniiiininiiiiMiHintiiiininnnintniiiiintuniiiiiiiniiiiiiitiiiiiiiiitiiiiittiiniiikiiiiiuiiiiiiiitiHitiiiiiiiiiii De premie voor eene i\ tot ?£ polis bedraagt voor een inboedel van f 10.000.- slechts f 30.- per jaar Hiervoor is gedekt ALLE SCHADE door: BRAND, INBRAAK, DIEFSTAL (ook zonder braak), WATERLEIDING en tal van andere oorzaken, terwijl bovendien Uwe REISBAGAQE, WASCHGOEDEREN etc. verzekerd zijn. Indien het brandrisico elders gedekt is wordt eene reductie op de premie gegeven Prospectus te verkrijgen bij Uwen Assurantiebezorger of bij BLOM & VAN DER AA, AMSTERDAM, Beursplein 5, (Effectenbeurs) ARTILLERISTISCH TIJDSCHRIFT ONDER REDACTIE VAN J. H. Carstens en J. H. Westerveld Kapiteins der Artillerie PRIJS per faarg. f 6.50 - Uitgave van Van Holkema & Warendorf, Amst. ERTYs AMSTERDAM GRAVEMHAGE UIMINC BEGINT MA AH DAG l JULI Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te Loge prezen, mooie wegen, ga*, electr. licht, water. «fatïfin " V> Baatj. tot EiploitïM Het Oosterpark ?laiiuu DiUUTomHSiOTTO Tel. Int. 38 & 48 STARK'S 'OXYDOL' (CHtORAS KALICUS TANDPASTA) 45 ooitt p. TvJto. Naaml. Venn. STARK & Co. CèiiiscliB Fabriek s laji DEN HAAG Opgericht 183O Ft. SINEMUS 20 LEJDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON N. 6812 HEMDEN HAAR MAAT iiimiiiiitiiitiiiiiitiiiimtitiiiiiitiitinii mmiiiimitiniiitiniimuiiuiiMiimiiniMmnium.inmHuiininmiiinnmiiiiimiiiiMiiiim EPAETOGEEN: /JET WOHDE.R, DAT GEZONDHEID GEEFT EN KRACHT. HET . KRACHT-PREPARAAT BIJ UITNEMENDHEID. VERKRIJGBAAR IN DE VOORNAAMSTE APOTHEKEN. VRAAGT zoo NOODIG RECHTSTREEKS TOEZENDING AAN £>£ E.P.NV.EXPLMtJ. VOOR EIWIT PRODUCTEN. KEIZERSGRACHT 790 AMSTERDAM. om weder tot hoogen bloei te komen, zich de hoogstaande wetenschappelijke techniek van Europa eigen moet maken, maar niets van het Westen noodig heeft van zedelijkheid en levenswijsheid. Ons europeesche leven," zegt hij terecht, waarvan de vooruitgang berust op de tegenstelling der belangen, op de kracht van werking en tegen-werking, op het principe, dat de strijd de vader aller dingen is, schijnt den chineezen onbeschaafd en bruut toe." Ik kan een leder, die goed wenscht inge licht te worden omtrent het ware karakter der oud-chineesche beschaving, aanraden iiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiitiiiiiimtiiiimiiimiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiHiiiijMiiiii vreemde drang naar melancholie doolde, een «eigen naar eenzaamheid, alsof ze het ongeluk moest kiezen in plaats van het geluk, ook als het laatste haar aangeboden werd. En hij had, toen het na haar laatste brieven onherroepelijk vóór hem stond, het weten, dat hunne levens uiteen liepen, haar niet anders kunnen denken dan zichzelf: een eenzame, een onbegrepene, die niet hoorde onder de menseden. En dan was haar leven nog tragischer dan het zijne: hQ kon zich uiten, zij moest alle bitterheid en alle verlangen naar teedei heid en begrip gesloten houden binnen de begrensde cirkels van haar gedachten Het stotid bij hem vast, dat hij haar terug wilde zien. Misschien kon hQ nu toch nog iets voor haar doen. Teen hQ eenmaal, na een kus »p zijn voorhoofd, als het eenige wat ze hem geven kon, in wanhoop «aar zijn eenzame kamers was gegaan, had hQ zich beider toekomst gedacht alt een onge stilde hunkering naar begrip en mee-voelen, naar een «amengaan in eenzelfde Ittfde. Ina was in zijn bestaan de vrouw geworden die zijn leven bepaalde, ook al ha* hij sedert jaren maar zelden meer aan haar gedacht, en vrede gevonden in deze oplossing. Laat «p den avond broeiden zooveel donkere gedachten in hem, dat hQ het op zijn kamer niet langer uithouden kon. Frederik Hendrikplein had Stam gezegd. Half tegen i-Qn zin liep hij naar de deftige buitenwijken. Len kerel als Stam kon daar wonen; zoo v. mand kwam d'r. HQ, Aibert, had een ondergeschikt baantje aan een krant; hQ \ erd geen referendaris zooals Stam. HQ had ; n kop vol geleerdheid waar hQ niets mee t. en kon; hij kon den bQbel lezen in den --.ndtekst; om het tot referendaris te bren gen, had je dat niet noodig ...Torn hQ langs het huis kwam waar Ina woonde, was hu Stams positie weer vergeten. In dit huls woonde zij, achter deze vensters Ring dage lijks haar liev» gestalte om, klonk haar stem, dit hoofdstuk van Rohrbach te lezen. Hij geeft er een zeer duidelijke uiteenzetting in van den Staat en de Maatschappij in China, en hQ toont aan, hoe de oer-grond van die maatschappij het familie-leven is, hoe de familie de levende cel is, waaruit zich het volkslichaam opbouwde. HIJ noemt het ideale principe (uitgedrukt door een onver taalbaar chineesch schriftteeken) voor alle menschelijte samenleving: de eerbied". En hQ geeft toe, dat als men tegenover een voornamen chinees van goeden huize zit, het inwendige van een goed chineesch huls ziet, chlneesche bouwkunst of oude kunstnQverheld-plastiek voor zich heeft, en zich als geestelijken achtergrond van al die dingen het Confucianistische ideaal van eene zedelijk verfijnde cultuur van ziele-schoonheid daarbij denkt, men zal begrijpen, dat de staaltjes van Europa, die China heeft leeren kennen, niet van den geschikten aard waren, om het Ctiineezendom van binnen uit te overwinnen. Rohrbach gaat nu aan 't bespiegelen, wat er voor China noodig is om zich, met het behoud van zijn eigen geestelijke cultuur wirtschaftlich", politiek ca sociaal te ontwikkelen, f« dan komt de Dwitsche aap giijnzend uit zijn mouw steken, en ver dwijnt mijn bewondering voor goed. Dan ontdekt Rohrbach opeens ein stiick innerer Verwandschaft zwischen der confucianistischen Staatsgesinnung und der unsrigen"! En dan begint hij door te draven, dat allén een Deutsch-Chinesisches Verstandnis" Chi na op de been kan houden, maar dat de Angel-Saksische denkwijze verderfelijk zou zijn voor het Midden-Rijk. Het is de roeping van Duitschland, China van binnen uit te helpen, tusschen Duitschland en China is een synthese mogelijk, enz. enz. Het is opmerkelijk, hoe fijne, hoog ontwikkelde Duitsche geesten en hiertoe behoort Rohrbach ongetwijfeld, ergens een streep doer hun hersenen blijken te hebben, zoodra er van Deutschtum e» Pan-Germa nisme sprake is. Indien hij werkelijk te goeder trouw was en zQn geheele verstand bewogen haar handen... Een verre klok begon te spelen. Het was middernacht; ze zou nu wel slapen, alles was donker in huls. Een plotselinge wanhoop scheurde door hem heen; misschien ook schreide ze achter deze muren... Toen hQ, een paar dagen later,'s middags tegenover haar zat, was het hem eerst, of hij zich in de straat of in het nummer ver gist had. Ik ben heelernaal niet ongelukkig, zei ze op de veronderstelling die hQ, bijna da delijk na de begroeting, onhandig uitte. Ze zag er ook volstrekt niet ongelukkig uit; het bruine haar als toen wat warrig om het mooie hoofd, de groote oogen minder droomerig dan tien jaar geleden; haar handen smal en wit, en zonder ringen, als vroeger. Aibert volgde haar bewegingen, toen ze thee voor hem schonk, onderwijl door-pratend met haar kalm-lnnemende stem, waar een nuance van verwondering in was. Hoe kom je er bij dat ik ongelukkig zou zQn... Ik heb het zoo goed naar mijn zin als ik het maar verlangen kan. Je weet niet hoe Henk zich uitslooft voor me, die goeiert. Wat een grappige vergissing van je l Waarom dacht je toch... Och, zei hQ, verlegen en van zijn stuk gebracht, ik dacht... nou ja, ik dacht aan vroeger... maar misschien vind je 't wel heelemaal niet prettig, om daar nu nog over te praten. O ja, toch wel, zei ze ernstig. Er was nu iets in den klank van haar stem dat hem zeer ontroerde, want het herinnerde hem aan vroeger. ZQ zwegen een poosje, en deze stilte was innig van vertrouwde gemeen zaamheid. Toen viel Aibert plotseling uit: Maar hoe kon je dan trouwen met Stam l Hij begreep dadelijk dat hij iets onbehoorlijks had gezegd, en vervolgde om het goed te maken: Je moet niet boos zijn omdat ik dat tot zijn beschikking had, zonder die streep er door, zou hij weten en neerschrijven dat, al was China eeuwenlang een keizerrijk, het toch altijd democratisch van aard was, hoe Confuclus zoowel als Mencius leerden, dat alleen de Deugd den regeerder de be voegdheid gaf, en dat de menschen nooit kunnen worden onderworpen door het ge weld, maar enkel door de Rede. Om een overeenkomst te zien tusschen Duitschland, het land van Junkertum, autocratie, Machtboven Recht, Not-bricht-Gebot en Papierfetzen-woord breuk, en de Cpnfucianistische cultuur van Recht, Rede, Trouw, Deugd en zedelijke Reinheid, moet men wel het on derscheidingsvermogen van een hippopatanlus hebben. Indien er Iets lijnrecht tegen het geweld-tégime van Duitschland ingaat dan is het de Confucianistische cultuur, en indien er iets is, waar de Chineezen niets van hebben moeten, dan is het brute kracht en trouwbreuk en eene maatschappij, onder den hak gebukt van den Feldwebel en den halfgod-luitenant. Het beste antwoord op Rohrbach's dol zinnige bewering, dat China Duitschland zóünoodig hebben voor zijne ontwikkeling is trouwens door China zelf gegeven. Het heeft zich tegen Duitschland verklaard en, even als Japan, den oorlog tegen Duitsch land aangebonden, omdat het wel voelde, dat de allerergste bedreiging van zijn be schaving het Duitsche gevaar" was. Zelfs worden thans alle Duitschers, totnutoe in China geïnterneerd, naar Australiëoverge bracht, om aan allen Duitschen invloed in China voor goed een einde te maken. Rohrbach vraagt zich af, welk aandeel der deutsche Gedanke" op de aanstaande .chinesischen Kulturverwandlung" zal heb ben. Ik meen, de chineesche ziel wel zoo'n beetje te kennen en kan Herrn Rohrbach verzekeren: niet het minste aandeel." Duitschland beeft, door zijne bandelwQzen, lijnrecht tegen de (ook in Japan zoo hoogvereerde) Confucianistische zedeleer indruischende, en door zijn barbaarsche wQze van iililillliiiiiiiiliiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiuiimmiiiiiiiii zoo zeg... Ik heb heelemaal het recht niet... Och kom, zei ze vriendelijk, je moet je niet excuseeren. Wij hebben immers nog een oud recht op elkaar... dat veroudert niet. Aibert wilde opstaan om haar de hand te geven, maar ze had het ter loops gezegd, en was weer naar de theetafel gegaan. De wrevel, die even in hem opkwam, was ge slonken. Hij wist dat ze met hem doen kon wat ze wou, en gaf zich gedwee aan die gedachte over. Ina kwam weer tegenover hem zitten, en nu zei ze: Ik begrijp er geloof ik toch wel iets van, dat je verwonderd over me bent. Jtj hebt me indertijd heel anders gezien. Maar je hebt maar n kant van mijn leven leeren kennen, een kant, die toen toevallig sterk naar buiten kwam. Ik denk dat het ook aan mijn leeftijd lag. Ik was toen nog geen twintig jaar... Aibert voelde weer bitterheid in zich op komen. Hij dacht er aan wat Stam gezegd had over zijn snorrepijperQ in de Vox, en dat iedereen zoo'n tQd doormaakt... Verbeeld je dat Ik zoo gebleven was, zei ze. Dan had ik immers heelemaal niet kunnen léven. Dan was er geen uitweg voor me geweest. Makkelijk als je zoo je levensbeschou wing veranderen kunt. Erg lief van je, zei ze lachend. Maar Aibert voelde toch iets van ernst in haar woorden. Ik ben heelemaal niet van levensbe schouwing veranderd hoor, vervolgde ze. Maar ik zei daareven toch al dat jij me maar van n kant hebt leeren kennen. En later zijn ook andere dingen in me uitgegroeid. ,Die had ik toen ook al, maar die heb jfj siet gezien. Trouwens, ik geloof dat jij alleen maar in me gezien hebt, wat in mij reageerde op jou en dat je zelfs dat nog alleen gezien hebt als een deel van jezelf. De gewone kwaal van een dichter. Ze is nuchter geworden, dacht Aibert oorlog voeren, gedeeltelijk ook tegen weerlooze non-combattamen, waaronder vrou wen en kinderen, voor eenige eeuwen zijn prestige in het verre Oosten verspeeld, en als ooit de deutsche Qedanke" aandeel zal hebben in 4e ciiltuur-ontwikkeling van China, dan meet eerst die .Gedanke" een aedelijk zuiveringsproces hebben ondergaan. Trouwens, welke opvatting Rohrbach heeft van die .zedelijke reinheid", die hQ ia 4e leer van Confucius zoo hoog schat, kan blijken o.a. uit de ontboezemingen over Zeebrugge, in denzelfden bundel (hoofdstuk Vom Weltkrieg", blz. 269 e.v.) men hoore, en zette iQn ooren wijd-open: Ich sehe See-Biiigge in Gedanken eu einer gewaltigen deutschen M*-erfestung geworden. Ich sehe die lange Reihe der Batteriestellungen für schwerei Geschütz, die untere Leute jttzt votliufig, um die Englander zu empfangen, in die Rückseite der Dünenkettc von Seebiügge bis ber Ostende hinaus eingraben, in dauernde unüberwindliche Werke verwandelt. Ich »ehe den stürmendeo Wettkampf der Plottenlüstung, wie er nach tiem Friedensschlusz vom nenen zwischen uns und die Englandern abgeht. Ich sehe Milliarden und Milliarden sich in Schiffspanzer, Gesch tzrehre.Unterseeboote, Festungwerke wandlen" enz. enz. Eén kleinigheid vergeet hij hierbij: dat Zeebrugge Belgisch eigendom is, eigendom van een land, welks neutraliteit door Duitsch land bQ verdrag gewaarborgd waf, en schan delijk geschonden. En dan de toekomst! Alzoo dit is het Duitsche ideaal: ook na den vrede weer bewapening, weer dreiging, weer milliarden aan de volkswelvaart ont trekken, en weer op nieuwen, bloedigen menschenmoord op millioenen aangestuurd. Het kan zijn, dat Rohrbach dit onder Kultur" verstaat. Maar ik kan verzekeren, dat de chineezen onder cultuur iets andws verstaan, en er niet de minste synthese van die twee mogeljjk is... HENRI BOREL, IIIIIIIIIIIIIIIIH 'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIUIIIIIIMICnillllllllllMllllllllin droevig. Stam heeft hair leeren redeneeren. Geloof je dan niet, dat wij mekaar vroeger volkomen begrepen hebben? be proefde hij nog. Nee... zei ze aarzelend. Er is in jou ook een heeleboel wat ik niet begrijpen kan. Nu kan ik Tiet niet en toen kon ik het ook niet. Maar daarom geloof ik wel aan dat, wat ik niet begrijpen kan. Ik heb il je verzen. Met die woorden maakte ze hem weer gelukkig. Als je nu nog eens komt, zei ze plaaglachend, mag je niet weer zoo letlijk onge schoren komen. Verschrikt bracht hij de hand aan zijn kin en hij veelde de stoppels van drie dagen. Ik heb zoo mijn best gedaan om aan alles te denken, zei hij deemoedig. 't Is ook het eenige wat aan je mankeert, troostte ze hem nu. Overigers ben je in de puntjts. Als je nu nog belooft, dat je je niet meer oneerbiedig zult uitlaten over mijn heer gemaal, dan mag je je bij ens als huisvriend beschouwen. Toen Aibert op weg was naar huis wist hQ nog niet waarom Ina met Stam getrouwd was. Als het geen vergissing was, moest ze hem genomen hebben uit berekening, want het leek hem onmogelijk, dat een vrouw Stam uit liefde kon trouwen. En vooral niet een vrouw als zij. En dat Ina een man, van wien zij niet hield, zou accepteeren om bezorgd te zijn die gtdachte wilde hfi niet op zich toelaten. Tot oen avond bleef hij er weerstand aan bieden; toen werd zijn groeiende bitterheid hem de bias. Ook zij was den weg gegaan van alle banale men schen en wat zijzelf niet aan waarheid en subtibiliteit in zich uitgeroeid had, dat had Stam genekt. Zij waseendoodgewoonmensch geworden, het was maar beter haar niet weer te bezoeken Toen hij drie dagen later den avond bij haar doorbracht, was Stam thuis. Hij was een en al jovialiteit en leidde Aibert het geheele huis door. Met Tweeërlei Revolutie. Een Rede over Christendom en Maatschappij, van B. DE LIGT. (Uitgave A. H. Kruyt, Amsterdam). De titel drukt de centrale gedachtegang precies uit. Wil er mogelijk zijn een nieuwe wereld, een nieuwe menschheid, dan is noodzakelijk tweeërlei revolutie. Allereerst moet deen&£///z£rgerevolutionneerd, gewekttot zuivere gezindheid; maar gerevolutionneerd moet ook worden de maatschappij, d. w. z. er moet komen een nieuwe gemeenschap, een ander economisch stelsel. Zoo immers ook voeden wQ onze kinderen op. WQ bren gen ze in de meest geschikte omgeving n maken het beste in hen wakker. De omgeving werkt dan op het innerlijk, het innerlijk weer op de omgeving in. Tot zoover kan men het wellicht met den schiijver eens zijn. Ten aanzien van de te volgen politiek, van dl wijze waarop wij kunnen komen tot een nieuw mensonwaardig leven, zullen de mees-en echter wel van inzicht verschillen. Ook wie, als de Ligt, het christelQk beginsel der Liefde voorop stellen ook voor de maatschappij, zullen niet maar zoo dadelijk erkennen dat het christendom noodwendig meebrengt socialisme, en bovendien weerloosheid, weigering van dienst aan alles, wat met ons individueel (dus wellicht beperkt) inzicht niet strookt. Toch zij dit bezield en dus bezielend geschrift wel ter lezing aanbevelen. Achter het rijk gedocumenteerd betoog stuwt een nobele geestdrift. Tot de pessimisten behoort de schrijver niet, eerder tot hen, die ondanks besef van menschelijke onvol komenheid en ondanks dezen oorlog in sommige momenten hopen, verwachten: »Tuch wint r*e zachte liefde veld, en dieper vree beheert de volken, wier bestendig goed aan kennis al vermeert; 't Liukt des verttands schijnt, overal, der edea ruwheid slijt, ui wat er leven zoekt, houdtsaam in breeuer teelerheid." (Van E e d e n) J. E. MALOA gepaste bewondering prees deze de inrich ting van de woning, waarin men overal den smaak van Ina herkende en alleen toen hem een vluchtige blik in de ruime slaapkamer gegund werd als oud vriend mocht dat immers wel, zei Stam lachend voelde hij de oude pijn in zich schrijnen. Maar hij voelde zichzelf dadelijk belachelijk. Stam redeneerde den heelen avond en Aibert luisterde verstrooid. Hij liet eerst zijn lepeltje en daarna zijn biscuitje vallen, en Ina zei lief, dat hQ nog net zoo'n domme jongen was al* vroeger. Een week daarna brachten ze hem een tegen-visite. Hij ruimde zijn boeken-chaos op, zoo goed en zoo kwaad als het ging, en maakte vooral dat hQ netjes geschoren was. Hij leende een theeservies van zQn hospita, en zorgde voor dure sigaretten, want Ina rookte o»k. Een kwartier voor hun komst dacht hij er met een teeren weemoed aan, hoe Ina in z?n studententijd op zijn kamer kwam, en hoe zij dan de uren samen verdroomden met beminde boeken, en nu en dan een woord van wederzijdsch verstaan. Als het tenminste ver staan mag heeten", schoof zQn twQfel er dadelijk achteraan. En nog altijd wist hij niet, waarom ze nu eigenlijk met Stam ge trouwd was. Als het geen vergissing van haar was, dan was zijn veronderstelling een vergissing. Dan was alles van vroeger ook een vergissing. Dan was het ook een ver gissing dat hij haar weer opgezocht had. En pok dat ze van-avond hier kwamen. Hij herinnerde zich hoe zijn vader, die niets van Alberts verzenmaker^ moest heb ben, eens gezegd had, dat zijn leven n groote vergissing was. En terwijl hQ pein zend den rook van zijn sigaret uitblies over de witte rozen, die hQ opzettelijk met het oog op Ina's komst gekocht had, zei hQ halfluid: Misschien heeft de ouwe heer toch gelijk gehad...

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl