Historisch Archief 1877-1940
29 Juni '18. - No. 2140
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM
i A
B
are h
A
B
M
MEEREN-ARTIKELEN,
UITRUSTINGEN.
'
M
A
B
M
A
B
A6MABM.ABM.ABM.ABr-tABMABMABMABM.ABM ABM ABM
tiJiijiiiiiiiiiiiiiiiHiiiniiH
l mif|ii|mi t minimi
Miss Jackson, de Voltigeuse
HAGENBECK
Ga je mee naar Hagenbeck
Hagenbftck
Hagenbeck
Ga je mee naar Hagenbeck
Ha?gen?beek.
(Bekind Volkslied).
Neen neen lezer! Ge moogt niet schou
derophalend dit, mijn motto, overslaan. Want
het is qua-motto on-ontbeerlijk en de essentie
uit deze regelen. Met de lezing er van zoudt
ge zelfs kunnen volstaan. Want, nietwaar,
de eenvoudige tekst, het eenlg'zins sleepend
rythme, dat herinnert aan de krijgsdansen
van Indianen rondom hunne vreugde-vuren,
en het voortdurend aandringen van den
propagandistischen aut'ur hem te volgen
naar het beestenspul, zijn factoren die op
zichzelf reeds duidelijk genoeg zijn.
En dus feitelijk geen commentaar behoeven.
Dit lof lied was reeds voor den oorlog
bekend. Er zijn er, d'e er een bewijs in zien
van pénétration-pacifique, en die vermoeden,
dat den dichter reeds vóór Aug. 1914 van
höchster Stelle bevolen wier* tot deze let
terkundigen misdaad, die intusschen een
politiek meesterstuk bedoelde te zijn.
Ik ben niet een derzulken. Hoewel niet
volkomen Deutsch-freundlich, wil ik niet
aannemen, dat de mobilisatie door hen zóó
volkomen voorbereid was, en veeleer zie
ik er een-zij het ietwat smakelooze-reclame
in voor het Duitschen beestenspul.
In deze stemming begaven wij, mijn vriend
de teekenaar en ik, ons op weg naar 4e
voorstelling.
Wij beloofden elkander vast te zullen hou
den, en ons niet te laten intimideeren door
wilde beesten en brute kracht. Zoo gevoel
den wij ons beschut tegen alle propagan
distische pij'en, die men eventueel op onze
neutrale zielen zou wenschen te dirlgeeren.
* ?
*
't W*rd anders, intusschen.
't Was een beestenspul weliswaar, maar
een van goedaardig soort.
En iedere regel van 't programma ademt
verzet tegen propagandistische veronder
stellingen ; met nadruk vermeldt dit een
Amsterdamsen orkest, een Zweedschen
Schoolrflder.een Univfrsal-Peace March,
Spaansche clowns en Firsche, ja, zeifs Bel
gische worstelaars... de laatsten zeer waar
schijnlijk studenten aan de Gentsche
Hoogeschool.
(De eenige Duitsche worstelaars intusschen,
die a»n de voorstellingen deelnemen, dragen
de ietwat G o t f-m i t-u n s e r i g e" namen
Hauenstein en Stark... maar daar
over straks nader!)
J» * *
Daar treedt dan, aan de spits van zijn
sectie Reuzen-Berber-Leeuwen de
heer Wi ly Peters binnen, gewapend met
puntstok, knoet en revolver.
De zwaar gewapende groote kerel buigt...
hij buigt z'n lang, krachtig lichaam voor 't
publiek, maar onderwijl blijven z'n
fascineerende, klein-genepen oogen op de
ReuzenBfrbers gericht.
Hij drijft de grimmig-lijdelijke dieren naar
hunne onwaardige circus-piedestals... en
't publiek juicht.
Nu wordt mij plotseling iets duidelijk:
Ik begrijp, buiten alle politiek en
Curllllllliilllilllililllilllllliilllliliiiitllillliliiiiiiiiilll
woodiana" om, dat hier wel degelijk eene
Infectie plaats heeft.
De massa infectie van het systee m."
Van het systeem der
koelbloedig-toegebrachte striemen, van het ongeintimideerd
blijven tegenover de resultaten van eigen
machtsvertoon, en van het doelbewust
doorzetten van alle aanvankelijk ingezette
krachten tot het eind toe.
Rustig, zwaargewaprnd en zelfvoldaan
striemend,' stapt de groote germaan tusschen
zijn grimmende leeuwen de arena rond, en
nauwelijks laat hij zijn wapen zakken, wan
neer hij buigt voor 't applaudisseerend
publiek.
Na hem komt de Duitsche vrouw.
Zij noemt zich Tllli Bébé...
maarondertusschen l
Ondertusschen laat zij twaalf ijsberen naar
hare pijpen dansen; de ijsberen zijn
kleinschedeltge, gedegenereerde fin-de-race typen,
met droppels aan hunne agrarische smalle
neuzen.
Zij is een krachtige vrouw, die geen
dwaze glimlachjes of kushandjes s'raoit,
en die zich voor de grap Tilli Bébénoemt.
En vervolgens komt een ongelukkig
clowntje, wiens invidueele minderwaardig
heid woidt opgeofferd ten bate en genoegen
van de massa.
't Geen óók tot het systeem behoort.
? * *
En opeens wordt het vreemd-duidelijk,
dat het groote buur-land in deze oorlogs
jaren zoo vér van ons af is gaan liggen.
Zóó ver, dat we den volksaard telkens gaan
zoeken in de specima die tot ons komen...
zooals vroeger bij eenen Japannees in de
Kalverstraat...
Met dezelfde voldoening als we bij dezen
Er zfln vaak Duitschers geweest, die het
weerhaak-systeem gewoon waren toe te
passen op dikhuidi^e landgenooten.
Het consequent doorvoeren van zulk een
systeem naar buiten tevens, kweekt haat.
En nu was er een klein olifantje bij, wiens
huid wellicht nog niet zoo heel dik was...
en ik moest denken aan een klein land, dat
zich verzetten wilde tegen het weerhaak
systeem en dat DU de gevolgen van jeugdige
bravour en moreele dun-huidlgheid onder
vinden moet.
Spaansche clowns en vliegende menschen
met Indlaansche namen zijn neutrale
intermezzl.
Maar nu geschiedt iets wonderlijks.
Het volgende nummer brengt ons een
aantal worstelaren... en in hen herteen ik
de eerste door het systeem geïnfecteerden.
Hun logge, sterke verschijning schijnt
een geweldigen stoot te geven aan het
proces, dat zich gedurende de geheele
voorstelling langzaam aan het publiek vol
trokken heeft.
H-t kletsen der handen, de rochel-geluloen
en de doffe smakken der vette, zweetende
lijven drijft 4e brute-kracht-adoratie snel
tot geweldige hoogte.
En in de hartstochtelijke kreten van aan
moediging voel ik, dat de infectie eene wel
degelijk afdoende geweest is.
Zelfs wanneer Finland en 's-Gravenhage
hijgtnd over het smerige tapijtje rollebollen,
wanneer dus de politieke stimulans tot een
minimale dosis teruggebracht is, gilde het
publiek van opwinding. '
En, dien dag waren het voornamelijk zeer
jeugdige Nederlanders, die gilden.
Zeer jeugdige gtï.fecteerden.
Er warrn vele jonge zielen gewonnen
voor het systeem...
Slotnummer:
Een wonderlijk-lenige Amerikaansche
negervrouw rijdt, in snel tempo een; voltige..,
Het duurt maar weinige oogenblikken, en
dan is zij verdwenen, met haar klingelend
schellen-paard.
Dit geeft een visioen... een visioen van
nieuwe rassen, met vreemde krachten, die
geheel verschillend zijn van die van't systeem.
... Maar in een ommezien is de lenige
Amerlkaansche weer uit ons gezichtsveld.
En het Hollandsche publiek stroomt naar
buiten, waar de huisjes van Holland suffig
Spaansche" Clowns
de amandelvormlge oogen constateerden,
vinden we in den Duitscher het systeem
terug... in den striemenden leeuwentemmer,
in Tilli Bébéen in het clowntje...
*.*
Nu gaat een matroos griezelige evoluties
maken aan een 12 Meter hoogen mast. En,
gelukkig, deze vlotte jonge kerel wekt en
thousiasme.
Maar dit is geen enthousiasme als
infectiesymptoom. Dit is goed, ouderwetsch enthou
siasme.
Het doet goed, tegenwoordig een matroos
dappere dingen te zien doen, 12 Meter
boven den grond... en in de toe
juichingen is wellicht eene onbewuste appre
ciatie van zijne daden, g'steld naast die
zijner moderne collega's 12 Meter be
neden den zeespiegel.
* . *
Na de pauze betreedt andermaal het sy
steem de arena, ditmaal belichaamd in den
directeur, die, in een slecht-passenden
cutaway, voortreffelijke olifanten-dressuren ver
toont.
Vóór den oorlog reeds was de geheele
wereld overstroomd door slecht-gekleede
Duitschers die geweldige dingen tot stand
brachten.
B(j het dresseeren van olifanten wordt,
bijna onmerkbaar voor het publiek, met een
scherpen haak gewerkt. Het schijnt dat de
dik^uidige dieren daarvan niet veel merken.
Maar het is een krachtmiddel dat alleen
voor olifanten geschikt is.
Ge-infecteerden
en stom lijken te staren naar de groote
gekleurde tent vol muziek...
De huisjes van Holland, en het rumoerige
internationale leven, vol klatergoud en sy
stemen en leelijke verf en grove
schettergeluiden...
MELIS STOKE
Teekeningen voor de Amsterdammer" van
Is. van Mens
imiiiiiimiiiMiilin Minimi
HET DESERTEURSKAMP
TE BERGEN
Vrije en berijmde bewerking van een vriendelijk
interview in een onzer dagbladen
Men meldt ons uit Alkmaar:
...En is alles nu weer rustig?"
vrorgen w| Majoor ter Cock.
Zeker, zeker," was 't antwoord,
't is hier lang niet meer zoo drok."
Ach, mijn gasten zijn niet vroolijk,
en ik zie het ze wel aan,
dat ze er slechts over peinzen,
er stiekum tusschen uit te gaan !''
Hoeveel man, en wat voor landslul
hebt u hier nu wel, Majoor?''
En hij telde op zijn vingers
ons het onderstaande voor:
Vijfhonderdzesenvijftig Duitschers,
elf Belgen en een Arabier,
zesentwintig Oostenrijkers,
een Deen.een Spanjaard en voorts vier
weggeloopen Italianen
met een bruinen "?Sangalees".
Verder eenendertig Russen,
plus negen malen een Chinees.
Ook nog zesenvijftig Polen
en een Luxemburgsche heer,
eindelijk twee Amerikanen,
ja... wat is er nou nog meer...
O ja, een Armeen ten slotte,
en een enkele Roemeen.
U ziet, we zijn vrijwel volledig,
al mankeert er nog wel een."
Het clowntje
Maar, zoo vroegen wij met nadruk,
(zooals journalisten doen)
werkt dit kamp niet erg nadeelig
op het komend badseizoen
in de buurt hier ? O neen, heusch niet,
menigen badgast interesseert
het zelfs zeer, om eens te hooren
wat zoo'n deserteur beweert.
Er* z^jn zeker vele booze
lieden binnen 't prikkeldraad ?
Ja, natuurlijk: zakkenrollers
en wat daar gelijk mee staat:
dieven, op- en ladelichters,
hebben wij hier bij 't dozijn
maar, en dit moet ik getuigen,
ook veel smokkelaren zijn
er, en ontvluchte boeven
en die wachten hier maar af,
dat ze zullen gaan verhuizen
tot het ondergaan van straf'.
Zijn er ook nog vreemde typen ?
vroegen wij den commandant.
Ja zegt hij, die zijn er zeker
maar dat mag niet in de krant!
Een professor is er onder
en dan nog een stuk of twee
heeren die belasting storten,
van hun mateloos O. W."
Daarna werd het kamp bezichtigd
overal was blij vertier;
Ingespannen werd gearbeid,
voornamelijk bij den kamp-barbier.
En er hingen mooie platen
van het verre oorlogsveld
met veel vechtende soldaten
(die niet waren weggesneld).
In de club der dlllettanten
Verein van Duitsche Deserteurs"
was een goochelaar aan d'arbeid;
uurwerk, sleutelbos en beurs
goochelt hij U uit de zakken,
en, naar ons werd meegedeeld,
wordt er eens per veertien dagen
door een club tooneel gespeeld.
Een Hells-Ofcler is, naar men zeide,
de Theater-directeur,
in Oud-Heidelberg speelt menig
patriottisch deserteur.
Daarna leidde men cns in een
fotografisch atelier
de portretten van de gasten
hangen er in een canc.
Ook de'militaire huisvlijt
natuurlijk zeer in zwang.
Snijden, mazen, repareeren
doet men hier al jaren lang
Alles is er keurig netjes
en van de gelegenheid
om zoo nu en dan te baden
geniet men ook van tfid tot tijd.
Anderen weer voeren gaarne
rioleringswerken uit
en ook de ontsmettingsoven
eischt zijn dagelijkschen buit.
Toen wij den provoost passeerden
zeide ons de commandant
dat die alfijd goed bezet is.
(dit stond net zoo in de krant)
De Chineezen zaten vroolijk
in hun keurig huis bijeen,
en zij werkten ingespannen
met het werktuig dobbelsteen.
Hunne tandenborstels hingen
op een rfltje in de zon.
Maar wij gingen al weer verder
naar den dokter. Die begon
ons terstond uiteen te zetten...
...Lezer, excuseer mijn pen!
waarlijk, ik vervloek de ure
dat 'k dit werk begonnen ben.
Zulk een zee van oorlogsrampen
bindt geen pen tot rijm en maat
Hij slechts vat den nood der tijden,
die hem zwijgend gadeslaat.
Maar gelukkig is de schrijver,
die, in dezen tijd van druk,
verheugd uit hart en pen deed vloeien
dit kinderlijk-blijmoedig stuk...
KARELIEN
BQ Hagenbeck: De Leeuwentemmer
Bij Hagenbeck: Dikhuidige kracht