De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 6 juli pagina 11

6 juli 1918 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

6 Juli '18. No. 2141 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 VERKIEZINGS-KATER Teekenlng voor .de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek De Kiezer (na de stemming): Uit vrije verkiezing zou ik de verkiezing niet verkozen hebben ?tirtltllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllMtllMIIIIIMIIIIIIIIMIHIMIIIIItll La France, Revue Sclentifique et Littéraire Hydrologie médicale. Climatologie. Tourisme. Directeur-fondeur: Gaston Stalins. Uit gever: Joh. Enschedéen Zoon te Haarlem. Alweer heeft een nieuw tijdschrift zijn Intrede gedaan heeft een zóóveelste maandschrift het gewaagd zich te voegen bij zijn tallooze zuster-uitgaven, alle tijdsbezwaren als papierschaarschte, hooge kos ten en dergelijke, hooghartig negeerend. Het kleed althans waarin deze jonggeborene gestoken werd, is rijk, voornaam, zeer ver zorgd; glanzig het zware kunstpapier, sier lijk détypografie, artistiek de reproductie van fotografieën en kunstwerken. Een joyeuse entree" maakt het eerste Juni-nummer; de directeur en oprichter, de heer Gaston Stalins, heeft zich dan ook een staf van medewerkers weten te verkrijgen, die succes waarborgt. Voor het wetenschappelijk gedeelte traden toe de heeren prof. Hectör Treub, F. H. Quix, F. A. Steemsma. dr. H. Visser, prof. t. C. van Leersum, dr. H. J. Kessler, dr. Th. M. van Leeuwen, dr. F. J. Roes, J. Visser en P. J. Elderinp; voor de litteraire mede werking prof. J. F. Niermeyer, mr. M. Rijke en H. Dunlop. Hoewel het de bedoeling schijnt de stuk ken hoofdzakelijk in de Nederlandsche taal te publiceeren, werd in dit eerste nummer het inleidend woord en ook eenige andere artikeltjes zoowel in het Fransch als in het Nederlandsen, neven elkander, gesteld. Het doel van het blad is, naar de inleiding betoogt, gericht op de bekendmaking van hedendaagsche studiën op het gebied van Fransche hydrologie en Climatologie. Het in Nederland opgericht Nederlandsch Medisch Comitétot het verspreiden van meerdere kennis aangaande Fransche bad plaatsen en sanatoria heeft de redactie de uitgave harer studiën toevertrouwd. In een hoofdartikel van Prof. van Leersum wordt het goed recht van de waterheelkunde behandeld en vele, groote en kleine Fran sche badplaatsen worden besproken en gesteld tegenover de, door meerdere pro paganda, veel algemeener bekende Duitsche Kuroite. Aardige plaatjes verluchten dit opstel. Bij een zeer mooie reproductie van een schilderij van Dirk Schater van de Cathedraal van Rtieims is een gedicht van Edward B. Koster; Dr. Roes schrijft over Vernetles-Bains, gelegen in een dal der Oostelijke Pyreneeën, waar de atmosfeer is van onge kende zuiverheid, waar de snel-stroomende bergrivier de Cady verfrissching brengt, waar planten en bloemenweelde de parken tot sprookjes maken; regen is er tot een minimum beperkt en zelfs tot in het hartje van den winter kan een kuur aan de Zwavelbronnen worden voortgezet. Jammer alleen, dat dit oord voor ons Hollanders, als de meeste paradijzen" niet zoo dadelijk te bereiken is. Met eenige korte mededeelingen o. a. over Contrexévllle (in de Vogezen) van J. Visser en een lijst van Fransche badplaatsen met opgave van hun aard, besluit het nummer, dat, eenig in zijn soort, en als zoodanig dus ook werkelijk nieuw" de verdiende belang stelling wel zal weten op te wekken. A. V. B. Royal Auction Bridge Bij het nalezen van mijn artikel van Juni j.l. bemerk ik, dat ik bij het behandelen van de gedragslijn van den derden speler verzuimd heb in mijn beschouwing op te nemen het geval, dat de gever, n schop pen" heeft aangekondigd. Teneinde verwarring te voorkomen, moet ik er nog even de aandacht op vestigen, dat ik in mijne uiteenzetting van het Royal Auction Bridge gebroken heb met den in Engeland nog gevolgden regel, dat de eerste speler al 11) d een annonce doet en dus n schoppen aankondigt als hij geen goede beginannonce heeft in een andere kleur. In mijn gedachtengang zal de gever n schoppen" aankondigen als hij in die kleur goede kaarten heeft, nochtans geen sterk genoeg spel in handen heeft om nkroonschoppen" te annonceeren. De annonce van den gever n schoppen" is dus voor den derden speler eene uitnoodiging tot het doen van een vraag in kroonschoppen. Het is dus niet een uitnoodiging voor het annonceeren van n sansatout", zooals dit bij gewoon Auction Bridge veelal de gewoonte was. Heeft dus de derde speler een spel, waarmede hij in kroonschoppen wel zou kunnen spelen, dan zal hij n kroonschop pen" aankondigen. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat, als de derde speler een goed spel heeft voor de sansatout, met een zwakke schoppenkaart, hij, met de wetenschap, dat hij in die kleur goeden steun vindt bij zijn partner volkomen gerechtigd is tot het annonceeren van n sansatout", maar hij moet er op bedacht zijn, dat de gever hem waarschijnlijk alleen in die kleur kan steunen. In Engeland werd in het hiervoren behan delde geval twee schoppen" aangekondigd, daar de n schoppen" annonce reeds een andere beteekenis had, n.l. de gever was verplicht die te doen, als hij geen goede beginannonce had. Nu is in de telling bij Royal Auction Bridge 2 schoppen slechts 4 en gaat iedere annonce in een der andere kleuren daarboven; maar nemen wij nu het geval, dat de gever dus 2 schoppen aankondigt, terwijl de tweede speler past. De derde speler heeft nu een spel zonder haal baren slag in handen. Wat moet hij nu doen? Als hij past, dan bestaat er veel kans, dat de vierde speler met een vrij goed spel ook pa&t en het spel in de schoppen laat spelen met de vrij groote zekerheid, dat hij en zijn partner een belangrijk aantal strafpunkn aan hun creditzijde boeken. Doet hij een annonce van n kroon schoppen, om het aantal trekken, dat hij moet halen van acht tot zeven te vermin deren, dan loopt hij de kans, dat de gever boven een hoogere annonce van den vierden speler zal gaan met twee kroonschoppen, wellicht bij eventueel opbieden drie kroon schoppen zal annonceeren en dan komt hij door de onjuiste annonce van den derden speler eerst recht in de knel. Ook het noemen van een andere kleur, zonder goede uitzichten op het winnen van het spel, is gevaalijk. Ik las nog bij een Invalid-Portwijn DE BESTE MIDDAGDRANK f3.?p. flesch Wfjnhandal da Barbanson, 51 Amstel, Amsterdam iiinimiiiiiMinfiiiltil'iiiniiiiiMiiriiiiiiiiii Engelschen schrijver den raad om drie schoppen aan te kondigen';' aaarmefle aan den gever zeggende ik heb niets om in een kleur iets te annonceeren". Alhoewel deze indice niet misverstaan kan worden, daar de derde speler bO een goed spel, zeker n kroonschoppen" zou hebben aangekondigd, is dit m.i. toch zeer gewaagd, want de gever moet dan besluiten een slag in ruiten, harten of kroonschoppen te annonceeren; klaveren is dan al uitgesloten. In het vorenstaande vindt ik allen steun voor mijn advies om de Engelsche- nschoppenviaag voor den gever te doen vervallen en deze annonce op te vatten als een uitnoodiging voor den partner tot het aankondigen van kroonschoppen. De i" Engeland daarvoor in zwang zijnde aankondiging van twee schoppen" kan dan geheel buiten beschouwing blijven. Ik heb nu nog geen antwoord gegeven op de vraag wat de derde speler moet doen als zijn partner een schoppen heeft aange kondigd en hij zelf een spel met zeer weinig kansen in handen heeft. Uit den aard der zaak moet hij dan passen, want daardoor geeft hij aan zijn partner te kennen, dat hij zelf geen annonce kan doen, ook al wordt hij in schoppen goed gesteund. Nu rest mij nog te bespreken de gedrags lijn van den vierden speler na de verschil lende annonces van de drie spelers, die hem zijn voorgegaan. In het algemeen kunnen wij wel zeggen, dat voor hem geldt, wat met het oog op den derden speler werd besproken, maar er zijn toch wel een paar punten, die over weging verdienen. Laten wij in de eerste plaats eens aan nemen, dat de gever heeft geannonceerd ,een schoppen", de tweede speler heeft gepast en de derde speler, die in het geval verkeert, dat hij noch kroonschoppen kan aankondigen, noch een annonce in eenandere kleur kan doen, ook heeft gepast. Heeft nu de vierde speler een vrij goed spel, dan zou hij kunnen passen, met de groote kans de tegenpartij het spel te laten verliezen, maar zulk een opvatting van het spel acht ik uit den booze. Hoofdzaak moet blijven het spel en zoo mogelijk de manche zelf te kunnen en daar voor heeft de vierde speler toch een mooie kans. De eerste speler toch, die de een schoppen" heeft aangekondigd, heeft naar alle waarschijnlijkheid geen sterk spel, anders zou hij wel met een andere annonce uit den hoek zijn gekomen; de tweede speler heeft wel is waar gepast, maar dit is alleen een bewijs, dat hijzelf geen zoodanig spel heeft om een annonce in een bepaalde kleur te doen. Door het passen van den derden speler bestaat er juist alle aanleiding te gelooven, dat al kon de tweede speler zelf niets annonceeren, hij een spel heeft, waar van wel degelijk steun kan verwacht worden; de derde speler heeft niettegenstaande hij weet, dat zijn partner hem in schoppen goed kan steunen, het niet aangedurft over te gaan in kroonschoppen of in een andere kleur iets te anronceeren. Met grond kan verwacht worden, dat diens spel zwak is. Er bestaat dus voor den vierden speler alle aanleiding eene annonce te doen, ook al hefft hij en zijn spel niet de aanwijzin gen, dat de kans om de manche te winnen groot is. Ik weet wel, dat lang niet alle spelers, het met mQ eens zullen zijn, want laat men de tegenpartij zijn n schoppen" verliezen, dan telt elke te weinig gehaalde slag ook 50 punten boven de lijn, maar in mijn ge dachtengang, is de kans om het spel en de manche te winnen groot en die kans moet men niet voorbij laten gaan. Speelt men dikwijls met elkaar en weet men, dat de aankondiger van n schop pen" dit dikwijls als een proefballon be schouwt, om dan later in een andere kleur op te bieden of de annonce van de tegen partij te doubleeren, dan zou ik, als vierde speler hem ook wel eens zijn n schop pen" laten spelen, maar om dit als regel aan te bevelen, acht ik onjuist. Indien de gever n sansatout" heeft aangekondigd en de tweede en derde speler hebben gepast, dan is het voor het tegen spel van veel gewicht, dat de vierde speler een annonce doet in de kleur, waarin hij wil, dat de tweede speler die dan voor zit uitkomt. Dat kan het verlies of de winst van het spel beteekenen, in elk geval veel er toe bijdragen de manche te sauveeren, d. i. te zorgen, dat de manche door de spelers van het spel niet gewonnen wordt. Bij Royal Auction Bridge zijn twee trekken in elke kleur voldoende om boven de n sansatout te gaan. Het voordeeligst is, om zoo mogelijk een annonce te doen in de laagst geprijsde kleuren, want bij een eventueele doublure kan n de tweede n de vierde speler dan nog met twee slagen in een andere kleur voor gaan, maar men zal in de praktijk zien, dat bij Royal Auction Bridge twee slagen in een kleur niet dikwijls worden gedoubleerd. Zulk een annonce geschiedt dan dikwijls op een overigens vrij slecht spel. Heeft de derde speler n sansatout ge declareerd, dan bestaat er voor den vierden speler geen aanleiding een geforceerde an nonce te doen, want hij komt dan immers zelf uit. Heeft de tweede speler wel een annonce gedaan, dan is het voor den vierden speler van veel gewicht om te onderscheiden of die annonce gegrond is op goede kaarten dan wel of die geschied is om het bod van den gever op te jagen. Nog meer voorzichtigheid is geboden in dien de derde speler het bod van den tweede weer verhoogd heeft en om dan zijn partner in de geannonceerde kleur te steunen zijn betere kaarten noodig, dan bij het steunen van een beginannonce van den tweeden speler, d. w. z. van eene annonce van dien speler, als de gever gepast heeft. Heeft hji geen groote sterkte in zijn spel, dan zal hij bij een geforceerde annonce van zijn partner als regel goed doen om te passen en af te wachten wat zijn partner doet. Verhoogt deze zijn eigen bod, dan bestaat er voor den vierden speler alle aan leiding om bij een volgend opbieden die annonce nog met een trek te verhoogen, althans als zijn spel daartoe aanleiding geeft, want dan blijkt, dat de annonce gebaseerd is geweest op een goed spel en niet alleen is gedaan om het -bod van de tegenpartij op te jagen. B R l DO ER. H. BERSSENBRUGGE, -ORTRETFOTOQRAAF ZEESTRAAT 65, naast Panorama Misdag, DEN HAAG. Tel. 1538. VERZEN Mummie Statig, tfldeloos triomfeerend, ligt Vlak bij me^n ver, 't Aegyptisch Koningslijk: Ik voel me schuldig, dat'k nieuwsgierig kflk Naar mysterie van vreemd-vermomd gezicht. Heerscher van sphingisch wichlend wereldrijk, Die uit verre gebergten hadt gesticht Ongenaakbaarheid tot het laatste Gericht, Bulten helligschennend menschen-bereik, Diep op de bodem slaapt van de eeuwigheid Uw vrome chrysalide en wacht, en wacht; (k wilde dat voleindigd was de tijd, Die vernedring aan uw weerloosheid bracht, En opsteeg naar uw goddlfjk voorgeslacht De gouden vlinder van uw majesteit. Tulpen Bloedplassen, trots het zonlicht levend rood, Zag 'k wijd vervloeien tot de horizont; Uit lang-gespleten, geel-ettrende wond Walmde weezoete reuk, als van de dood; En 't leek,alsof een bloedstraal opwaarts spoot, En onbeweeglijk hing boven de grond: De droppels sidderden, helrood en rond, Gestold tot bladren aan de beukeloot. De zon ging onder. Schuwe scheemring sloop Over de landen; en aarzlend kroop Door mist van bloed, zoekende tor, de maan; En 'k voelde mij de eenig-levende mensch In doode wereld, en ik zag immens het spook van de aarde ontzettend voor mij staan. AD W AIT A De Haagsche Perstentoonstelling Een enkel woord naar aanleiding van het ingezonden stukje van den heer M. Moresco. Volgens hem wezen de directeuren het verzoek aan de tentoonstelling deel,te ne men, hoffelijk van de hand. Verder deden zij niets, zeiden zij niets, beletten zij niets, bemoeilijkten zij niets". De zaak is deze geweest: Op 4 April besloot de Haagsche JournalistenVeieeniging tot het houden van een ten toonstelling. Getracht zou worden mede werking te verkrijgen van de directeuren. De eerste die ze toezegde was?M. Moresco, die staande de vergadering van 4 April reeds medewerking beloofde. De directeuren van de Haagsche bladen zegden individueel allen steun toe. Sommigen waren zelfs enthousiast in hun beloften. Afgaande op deze beloften werden de zalen gehuurd, werd de begrooting ge maakt en de indeeling vastgesteld, toen on verwacht op 24 Mei bericht inkwam, dat de heeren collectief besloten hadden om niet mee te doen. In hun besloten vergadering brachten zij de zaak in gevaar, die zij krachtens hun beloften vertrouwd werden te zullen dienen. Zij voldeden dus geheel aan de definitie, die Moresco van het woord saboteeren" geeft. Meer wil ik er niet van zeggen. W. N. VANDERHOUT (Discussie gesloten. Red.) DRO OMBEELD XI De niet-gekozen candldaat

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl