Historisch Archief 1877-1940
6 Juli '18. No. 2141
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PETER ROSEGGER f
door Dr. J. HERDERSCHE
Donderdag 27 Juni brachten de avond
bladen ons de droeve tijding, dat Peter
Rosegger was overleden. Een blad in den
stormwind! Toch zijn wrj niet zóó afge
stompt door de berichten der massamoorden,
of ontroering greep ons aan, nu dezeedele
persoonlijkheid is heengegaan, die zoovelen
door zijn groot talent heeft verkwikt.
Te Krieglach, niet ver van zijne geboor
teplaats, is hij overleden, bijna 75 jaar oud;
te midden van de bosschen en de bergen
en de boeren, die hij zoo innig heeft lief
gehad. In schier al zijne boeken is de
hartekloo van den Waldbauernbube te speuren.
Gemakkelijk heeft hij 't niet gehad. Zflne
ouders welke teedere woorden vol liefde
heeft hij aan die brave, vrome menschen
gewijd moesten hard werken voor hun
brood. Zelfs moest hij meehelpen in de boer
derij, maar zij zagen het wel: die wordt
nooit een goede boer. Lezen en schrijven
leerde hij van een rondreizend onderwijzer,
die wegens kettersche gevoelens was ont
slagen. Om hem te laten studeeren, daarvoor
ontbraken de middelen. Een pastoor te
Birkfeld wil hem lat ij n leeren; maar hij krijgt
heimwee en loopt weg, den heelen nacht
door, naar huis. Dan in de leer bij een kleer
maker.
Hij doet zijn best, en gebruikt al zijn vrijen
tfld om te dichten en verhalen te schrijven.
Ten slotte dijt dat werk tot 15 pond papier uit.
Aan dr. Svoboda, redacteur van de
Tagenpest te Oratz, zendt hij eenige verzen ter
De schrijver van dit artikel
DE VEREENIGING KONINKLIJK
INSTITUUT VOOR HOOGER
TECHNISCH ONDERWIJS
IN NEDERL. INDI
door H. Baron v. ASBECK,
Secretaris der Vereeniging
Bij K.B. van
31 Mei 1918
zijn de Statu
ten der Ver
eeniging
Koninkiqk Insti
tuut voor
Hooger Tech
nisch Onder
wijs in Neder
landsch-Indië"
goedgekeurd.
Blijkensdeze
statuten is het
doel der Ver
eeniging,
inNederlan t! sch-In
diëte stichten
en in stand te
houden een inrichting voor Hooger Tech
nisch Onderwijs, toegankelijk voor alle
landaarden, zonder onderscheid.
Omtrent het doel der Vereeniging heeft
eenige twijfel bestaan doordat er van het
Comitévan Oprichting een circulaire is
uitgegaan, waarin gesproken werd van een
inrichting van Middelbaar Technisch Onder
wijs, die den naam zal dragen van Instituut
voor Hooger Technisch Onderwijs".
Hieronder zal blijken hoe het kwam dat
deze tegenstrijdige termen in nen adem
werden gebruikt. Toen echter Hare Majesteit
de Koningin het praedicaat Koninklijk" aan
de op te richten Vereeniging schonk en
30 Mei 1917 is de datum der oprichting
stond haar doel natuurlijk vast en moest dit
met den naam der Vereeniging overeenkomen.
Op dien datum waren in het gebouw der
Nederl Handel-Maatschappij te Amsterdam
Oud-Ministers van Koloniën, Oud
Gou/erneurs- Generaal en zeer vele andere auto
riteiten op 't gebied van Handel en Nijver
heid, samengekomen met de deputatie van
het ComitéIndiëWeerbaar.
In die bijeenkomst voerde de heer C. J. K.
van Aalst het woord en wij kunnen haar
karakter en haar doel niet beter teekenen
dan met eenige aanhalingen uit zijn rede.
Na een algemeene verwelkoming en in
leiding zich meer bijzonder tot de deputatie
richtende, zeide de heer van Aalst:
.De komst van een Comité, waarin de
verschillende schakeeringen van de
Eu'opeesche en Inlandsche bevolkingsgroepen
vertegenwoordigd zijn, demonstreerde hier
te lande de eenheid der beide deelen, waar
uit Groot-Nederland bestaat." l)
De vervulling van het eigenlijke doel 2),
waarvoor pij hier zijt gekomen, ligt buiten
den sfeer Uwer aanraking met het
Nederbeoordeeling; straks, op diens verzoek,
alles. Een en ander wordt gedrukt om hem
bekend te maken. Weldra vindt hij ook bij
anderen steun, ook financieelen. Korten tijd
in den boekhandel, dan op de handels
academie. Totdat hjj zrjn ware plaats ge
vonden had. Onder de auspiciën van
Hamerling verschijnt zijn eerste boekje, bloem
lezing uit zijne gedichten. Als dichter
verovert hij het hart van zijn volk, want hij
sprak de taal van zijn volk, drong tot diens
zieleleven door. Weldra verschijnt boek op
boek, en het maandschrift Der Heimgarten
onder zijn redacteurschap.
Straks gaat hij zijne vertellingen in
Stiermarkensch dialect voordragen. Had ooit de
bedeesde knaap uit de omgeving der
boschboeren kunnen droomen, eenmaal In roken
witte das voor eene volle zaal te zullen
optreden? Ook kroonprins Rudolf en diens
gemalin, te Abbazla vertoevende, wonen
eene voordracht bij en nondlgen hem aan
het noenmaal. Bjj een andere gelegenheid
is Carmen Sylva onder zijn gehoor en ont
vangt na afloop met haren gemaal den
dichter. Hij doet ons aan Cremer denken:
een zelfde genre van voordrachten, een
zelfde succes, dezelfde eenvoud en onbe
vangenheid.
Rosegger was Roomsch-Katholiekenwist
de vrome gezindheid en den gemeenschapszin
der Keik ten volle te waardeeren. Toch was
hfj ruim genoeg van hart, om ten bate
van de toenemende protestantsche bevolking
in zijn land een oproep te zenden aan
zijne vrienden in Duitschland, ten einde
steun te vragen voor de bouw eener kerk.
Zijn pogen is rijpelijk beloond, zoodat de
Heilandskerk aldus door hem genoemd
kon verrijzen op een behoorlijk pltkje van
Stiermarken. Hoe hoog bij hem het evan
gelie stond aangeschreven, heeft hij in zijn
boek I.N.R L in het l cht gesteld. Deze
opvattirg, maar meer nog zijn verzet tegen
het anti-semietisme heeft hem ook tegen
standers bezorpd. De meesten echter streken
in verloop van tijd de wapenen.
Betreurd wordt hij door eene hartelijk
geliefde gade, met wie hij n ziel en zin
was (in 1879 was hij hertrouwd, nadat zijn
eerste, ook zeer gelukkige huwelijk, slechts
twee jaar had mogen duren) en door zijne
vfjt kinderen.
Betreurd door zijn volk, welks lieveling
hij is genoemd. Betreurd door talloosvelen,
ook buiten zijn vaderland, ook in ons land,
waar al zijne werken gietige lezers vonden.
Nu zullen wij geen boek meer ontvangen.
WfJ hadden ze lief, omdat Rosegger in
hooge mate de kunst van vertellen verstond,
om hun humor en «rnst. Nimmer heeft hij
zijn talent misbruikt om iets onedtls of
onreins te schrijven; zijn pen, zijn woord
waren gesteld in den dienst van het goede
en het schoone.
Wél gedaan, gij goede en getrouwe
dienstknecht!
'sGravenhage.
iiniiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiMiiiiiiiiHiiifinmiiiiiiiHiHiiiiiii
landsche volk. Uwe belangstelling voor het
vraagstuk, waarvoor door U de reis naar
Nederland werd gemaakt, wordt door de
onze geëvenaard, doch het antwoord op
Uwe en onze verlangens kan alleen worden
gegeven door de Regeering en de Volks
vertegenwoordiging."
De heer Van Aalst wees op het te Djokja
in 1908 gehouden Javanen-Congres en het
in het leven roepen van den Sarêkat Islam
en zeide verder:
Doch het meest van al toch is hier te
lande de aandacht voor de verschijnselen
van den nieuwen tijd gewekt door de komst
en het optreden van Uwe deputatie. Gij
hebt in het vrije Nederland bij verschillende
gelegenheden kunnen uitspreken wat U op
het hart lag In geheel Nederland is met
belangstelling geluisterd naar hetgeen door
U van een vrije tribune werd gezegd....
Uw woord heeft ons den impuls gegeven
om U bij Uw vertrek door een daad anze
belangstelling te toonen.
Wij hebben gemeend aan het ons bekend
geworden verlangen naar Indisch onderwijs
van hooger peil te kunnen tegemoetkomen,
en door particulier initiatief een inrichting
van onderwijs in het leven te roepen, die
eenerzijds bevrediging geeft aan den drang
naar hoogere ontwikkeling en aan den
anderen kant van groote economische be
teekenis zal kunnen worden."
Wij zijn van oordeel, dat ook de Indiërs
hun kans moeten krijgen om in de goed
betaalde betrekkingen van staat en maat
schappij te worden gesteld, en om dat doel
te bereiken is voor alles degelijke technische
opleiding noodzakelijk. Zoo zijn wij dan te
rade geworden om over te gaan tot de op
richting eener vereeniglng, die zich de stich
ting eener school in Indiëten doel stelt,
welke den naam zal dragen van Instituut
voor Hooeer Technisch Onderwijs in Neder
landsen-Indiëaan welke inrichting jongelui
tot ingenieurs zullen kunnen worden op
geleid."
Wij zijn hier thans bijeen om u van dit
besluit mededeeling te doen... Wij beoogen
de stichting van een school, die voor alle
rassen en ook voor alle klassen der bevol
king zal openstaan."
Bij de uitvoering van dit plan, waarbij
vporloopig alleen gedacht wordt aan oplei
ding van civiel-ingenieurs, staat op den
voorgrond, dat van den Indischen ingenieur
dezelfde arbeid moet gevraagd kunnen
worden als van den Delftschen, dat dus de
aan de Indische Technische Hoogeschool
gediplomeerd ingenieur, zij het na een
zekeren practischen diensttijd op denzelfden
voet benoembaar zij tot landsbetrekkingen
als de ingenieur afkomstig van de Neder
landsche Technische Hoogeschool.
Daarmede is echter niet gezegd, dat het
onderwijs volkomen gelijk zal zijn aan dat
te Delft.
Zoo is ter bepaling van den omvang en
vorm van het te geven onderwijs op verzoek
der Vereeniging, een commissie van advies
werkzaam, waarin hoogleeraren te Leiden
en te Delft, industrieelen en kenners van de
Indische bevolking en van het tegenwoor
dige onderwijs in Indiëzitting hebben.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat, wat de
leerstof betreft, het program beperkter zal
zijn dan het Delftsche op het gebied van
de algemeene wetenschappen, inzonderheid
wat aangaat de Hoogere Wiskunde,
daarenSCHILDERKUNST-KRONIEK
ANNA ABRAHAMS, ETC. IN PULCHRI STUDIO
Zooals ik haar in de bloemen, de vruchte
stukken en de stillevens van Anna Abrahams
meer dan eens gekarakteriseerd heb, zóó
vindt ge haar hier. Ten eerste is de kleur
levend, en geschakeerd. Het gamma is
modern zonder moedwilligheid; meer uit
gevoeligheid. Het is vrouwelijk zonder
zcetelijkheid; en zonder zware overdrijving.
Dit is de voornaamste bekooring. De vorm
is schrijvende^ wijze, en niet gedetailleerd
aangeduid. Hij is ruim en gemaklij k gezien;
de détails echter worden in de kleur gege
ven. Haar kleur vertoont daarenboven de
bekoring van nooit zwaar te zijn, zelfs niet
in het donkere. Haar blauwen-en-rooden zijn
krachtig, haar bruinen zwierig, haar gelen
hoog en zuiver. Het werk is, zooals ik reeds
meer zeide bij de verdediging van dit talent,
geen wonder, maar het is te goed om mis
kend te blijven.
CHRIS LEBEAU, TE AMSTERDAM, ETC.
De portretten van Lebeau (ik bedoel hier
mee niet zijn meer dan levensgroote, maar
wel de soms wat curleus-versierde) zijn in
hun wit-en-zwart ten eerste als psychologie
bedoeld; niet als schijnende kleur; niet als
eigenaardig spel van lijnen; maar als uit
drukkingen van zielskennis. Ze zijn dus
te bestudeeren als een bewijs voor,
den aard van Lebeau's innerlijk. Wanneer
ge, zóó doend, ze vergelekt met Toorop's
portretten blijkt Toorop subtieler en duide
lijker, directer, terwijl daarenboven Lebeau
nog geen productie vertoont van een scherp
gekarakteriseerde geaardheid, al zijn de
houdingen zijner afgebeelde personen, die
natuurlijk dienen om mede het wezen dier
afgebeelden te expliceeren, dikwijls onge
woon. Vergelijkt ge Lebeau's studies van
menschen met die van Roland Holst, dan
zijn die van Holst koeler Die van Veth zijn
méticuleuzer; die van Allebégevoeliger,
meer van den kunstenaar, die van
Haverman meer karikaturaal. Technisch, en dit
zou verwonderen indien het anders was,
technisch is Lebeau's werk gekeurd. Hij
hetft ruim genoeg van den handwerkman
In zich, om zich niet te kunnen vergenoegen
met het a-peuprès. Integendeel. Hij is een
beminnaar der technieken. Dat vindt ge na
tuurlijk overal in, ook in zrjn steendruv ken.
Maar wat zijn psychologie sterk typ^rrt,
en dit is evenmin verwonderlijk als ge haar
kent, is, dat zij theoretisch is, ietwat
voorop gezet. Daardoor heeft hij den
kans niet alle deelen van den gerst, van
wie voor hem poseert, te zien, zoo hij ten
minste, al werkend, dit vooropgezette
handhaaft.
J. A. HOETING
Hofjuweliei* - - Amsterdam
Paar/o/l - Colliers
Britlanten
tegen uitgebreider op het terrein der practjjk.
Door de instelling van een voorbereldenden
cursus of tweejarige voorschool zal rekening
worden gehouden met het onderwijs op de
inrichtingen, welker leerlingen om toelating
op de Hoogere Technische school zullen
vragen en bij de bepaling der leerstof
met de wenschelokheid hen geschikt te
maken ook voor arbeid in de Indiëomrin
gende landen.
Het is zeer bemoedigend, dat tot
oordeelen bevoegden (Professor Boeke 3); de
Commissie van Advies in zake aanpassend
Middelbaar (voorbereidend hooger) Onder
wijs in N. I. zich grondende op voorlichting
van hen, die in Indiëin dit opzicht ervaring
hebben opgedaan 4), den Indischen leerling,
wat geestelijke en intellectueele aanleg be
treft, gelijk stellen met den Nederlandschen;
en dat, volgens anderen 5), de voorbeelden
talrijk zijn dat Indische jongelieden uit de
beste kringen aan de technische scholen de
voorkeur geven boven b.v. de scholen, waar
zij voor de rechterlijke macht of den be
stuursdienst opgeleid kunnen worden.
Moge er in de meening, dat de Indische
leerling geestelijk gelijkwaardig is met den
Nederlandschen, bemoediging liggen, het
rapport der reeds genoemde commissie in
zake Middelbaar Onderwijs bevat ook andere
uitspraken, die krachtig aansporen tot uit
voering van de voornemens in zake het tot
stand brengen van een inrichting van
Hooger Onderwijs, zij het aanvankelijk op
kleine schaal.
Zij acht het toch een nadeel dat Indische
kinderen, die zich voor Hooger Onderwijs
willen voorbereiden, een zuivere Neder
landschen ontwikkelingsgang moeten volgen
(wat ook het geval is met Indische leer
lingen aan Nederlandsche Hoogescholen);
zij wijst er op dat er door een groot deel
der Inlandsche maatschappij een sterke
neiging aan den dag wordt gelegd om in
ons cultuurleven te worden opgenomen, een
neiging, die onzerzijds niet met onverschil
ligheid mag worden beantwoord; zij is van
meening dat het op den weg der Regeering
ligt Indische ouders tegemoet te komen in
bezwaren van finantiè'elen en anderen aard,
verbonden aan de noodzakelijkheid om hun
kinderen tot het ontvangen van H. O. naar
Nederland te zenden; zij vestigt de aandacht
op de 35.000 leerlingen der
HollandschInlandsche, Hollandsch-Chineesche en Euro
peesche lagere scholen, waaronder er velen
zijn, die zich niet tevreden stellen dan met de
ontwikkeling, te verkrijgen op de Universiteit
en de Hooge School, ten einde in tal van
betrekkingen met Europeanen te kunnen
mededingen. Wordt," zoo zegt de commis
sie, aan hun wenschen en behoeften niet
tijdig tegemoet gekomen, dan zal dit een
gerechtvaardigde ontstemming in de hier
bedoelde kringen der Indische bevolking te
weeg brengen" (blz. 64).
De minister van Koloniën, deze commis
sie 8 Mei 1P-15 installeerende, omschreef
als een deel van haar taak het ontwerpen
van een volledig plan voor eene zich aan
de bijzondere belangen en behoeften van
de Indische bevolking bepaaldelijk de In
landsche en daarmede gelijkgestelde aan
passende inrichting van Middelbaar On
derwijs, voorbereidende tot het Hooeer
Onderwijs hier te lande. Om aan het doel
te kunnen beantwoorden" aldus de Mi- |
nister zal het getuigschrift van
volon
ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM
A
B
M
A
B
M
A
B
M
A
B
ABrlABM.ABM.ABM.ABMABMABriABMABMABMABM.AB M
are h
AdtVtU*
MEEREN-ARTI KELEN,
UITRUSTINGEN.
J. C. LANOOY, POTTEBAKKER. ZIJN WERK
TE ROTTERDAM EN IN DEN HAAG
Het aardewerk van Lanooy, wanneer ge
ertegen tikt, zingt op als een klok. Ik
mag dat. Het geeft het gevoel van den
juisten vorm en van de juiste bereiding der
materie, waaruit het voorwerp is geformeerd.
Er is meer aan dit werk te waardeeren.
Vooral de groot e, witte, schalen,
die ik in den laatsten tijd zag, hebben mij
door vorm en kleur getroffen. Deze vorm
is niet ten eenenmale strak, en de kleur is
niet ten eenenmale gelukt, overal, maar
beide vormen zijn als eenheid een voorwerp,
dat een sieraad is waar het staat. Het
kleurornament der blauwe schalen, en der andere,
een soms eenigszlns impressionistische vlek,
wordt zooveel mogelijk in het midden ge
houden: het concentrische, en dat is nood
zaak, blijft bij de schalen op zulke wijze
gesierd, toch oewaard. Dit is een verschil
met de meeste van Colenbranders, hoe rijk
deze ook zijn aan lyrische kleur. Daar werd
de vorm niet in zijn genetische ontwikkeling
meer gevoeld in het ornament. Brj Lanooy
wel. Daarenboven is de versiering een zeer
eenvoudige. Ook dit lijkt mij juist begrepen.
Een schaal, een vaas, trtffe ten eerste door
den vorm, en dan door zijn kleur, die wan
neer de vorm juist is, dikwijls een enkele
kan zijn, om het volledigst effect te bereiken.
Ik herinner mij ten minste een paar witte
chineesche vazen, die deze waarheid beves
tigen. Ik zag dit ook bij Lanooy; ge gevoelt
een pottebakker in hem. En die zijn er niet
overveel.
Lanooy is nu bezig zich de techniek van
het glasblazen eigen te maken.
DE WINTER, TE UTRECHT, BIJ CARAMELLI
EN TESSARO.
De Winter's teekeningen etc. van de Or
chidee, zijn bloem, ze zijn haast een zinne
lijkheid in actie. Dit vindt ge op de tentoon
stelling te Utrecht. Ge vindt dit er soms zoo
sterk dat de orchideeën haast tot levende
wezens worden, en op spinnen gelijken. Om
deze reden leek het me juist toe hier te doen
opmerken, dat het den schilder-teekenaar
mogelijk zou zijn voor de weergave zijner
verbeeldingen ook deze dieren te gebruiken.
Orchidee en Spin lijken mij voor
zijnen wensch en wil in werk, verwante
wezens
Als altijd treffen een aantal der Orchi
deeën door kleur. De kleur is bij de Winter
iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiHiiiiiiMiiiHir
brachte studie aan deze Indische middelbare
school zoo ruim mogelijk toegang moeten
verschaffen tot de studie aan onze Univer
siteiten, de Technische Hoogeschool e.a."
Is eenmaal dat middelbaar onderwijs ver
krijgbaar, da" zal de voorbereidingscursus
van de Indische Hoogere Technische school
kunnen ve>vallen, want het zal ongetwijfeld
ook voorbereiden voor dat Hooger Tech
nisch Onderwijs. Aangezien ook dit zich
zal aanpassen aan de bijzondere belangen
en behoeften van de Indische bevolking, zal
de te stichten Hoogeschool zelfs beter aan
sluiten aan de door de Commissie ontworpen
Indische Middelbare School dan de Univer
siteiten en Hoogescholen in Nederland. Zoo
zal de met een beperkt doel te stichten
Indische Technische School mettertijd kun
nen uitgroeien tot eene volledige Techni
sche Hooseschool en verder nog tot eene
Indische Universitei', onder opneming tege
lijkertijd van andere op zich zelf staande
inrichtingen van vakonderwijs, die wat de
leerstof en de wijze van behandeling daar
van betreft, op een hooger peil staan dan
dat van Middelbaar Onderwijs.
Voor den overgang tot een hooge school
of universiteit, voor de aanspraak op een
dezer naman, is evenwel niet onvoorwaar
delijk noodig, dat, wat den onderwijsvorm
betreft, het Nederlandsch Hooeer Onderwijs
ten voorbeeld diene. Hooger Onderwijs, in
den vorm eenige gelijkenis hebbend met ons
Middelbaar Onderwijs, is zeer goed denk
baar. Bij de vaststelling van de t. a. v. het
onderwijs, de examens, enz. te treffen rege
lingen aan de Hoogere Technische School,
wordt uit den aard der zaak de vraag
beantwoord in hoeverre de onderwijsvorm
dien van ons Hooger Onderwijs nabij moet
komen.
Dat hieromtrent aanvankelijk geen vast
heid bestond is op een zeker niet gelukkige
wijze gebleken uit het boven reeds besproken,
in de vertrouwelijke circulaire medegedeelde
voornemen in Indiëte stichten een inrich
ting van middelbaar 6) onderwijs, die den
naam zal dragen van Instituut voor Hooger
Technisch Onderwijs".
Vast staat echter nu, dat wat de leerstof
het wezen der zaak betreft, Hooger
onderwijs gegeven zal worden ; op dit punt
bestaat geen verschil, mits men slechts niet
denke aan overplanting van Delft naar
Bandoeng.
De Middelbaar onderwijsvorm heeft zijn
voor- en nadeelen. Een nadeel is, dat de
leerlingen schooljongens blijven tot het einde
hunner studie en zij zich dus weinig ont
wikkelen in de richting van zelfstandig
denken en werken.
Een voordeel is, dat er door rector en
leeraren aan de studie der leerlingen meer
leiding wordt gegeven en zij beter op de
hoogte blijven van hunne vorderingen niet
alleen, maar en dat is van meer belang
van hunne geestelijke ontwikkeling. Vooral
den eenigszins indolenten leerling zullen
zij tot grooten steun kunnen zijn; maar wil
deze steun onder alle omstandigheden effect
hebben, dan moeten ook de prikkels tot
studie en de tuchtmaatregelen van den
Middelbaar-onderwijsvorm den leeraar tot
zijne beschikking staan.
In hoeverre een stelsel van controle op
de studie door verplichte responsies, oefe
ningen en overgangsexamens met beperking
van herexamen dat wij op onze
hooge.
niet steeds van voldoende zuiverheid maar
dikwijls toch bekorend. Ze is diep, of bizar,
of verrassend. Ze is sterk in blauwen", en
altijd levend in de combinaties. Het werk
van de Winter is nooit maakwer'k, steeds
een verbeelde sensatie. Er is nog een op
merking te maken. De Winter is geen realist;
hij zal dat vermoedelijk nooit worden; te
vol van hitte is zijn phantaisie, maar in den
laatsten tijd is zijn droom of zijn verbeelding
in vaster vorm gehuld. Dit heeft dat voor,
dat het gevaar der monotonie vermeden
wordt, ten minste gemakkelijker kan worden
vermeden. En dat is een gevaar dat gemak
kelijk kon komen, en dat, anders, allicht
dreigend wierd.
Naast de Orchideeën, vindt ge in Utrecht
grondjes met bloemen, en de serie vogels,
bij bloemen, en afstekend tegen een gloed
volle lucht.
JELTSEMA'S JAN DE WITT; STANDBEELD
DEN HAAG. »
De Witt was een staatsman, een
wiskunstenaar, een karakter, een slachtoffer. Een
standbeeld van hem te maken was dus eert
lokkend iets; er was psycholog'e, fijnheid,
zekerheid en een tragische achtergrond.
Wat heeft Jeltsema daarvan gemaakt?
Hij maakte de Witt staande, ten voeten
uit, met een nog gebarende, zinkende hand.
De figuur is niet gedacht, zooals dat gehoord
had, vrij staande OD een plein of, en dat
is zeker, de beeldhouwer heeft zijn voor
nemen, in het tegenovergestelde geval, niet
kunnen realiseeren. Hij heeft gefaald In de
eenvoudige noodzakelijkheid, overal een
belangr-ijke volumen-werking te verkrijgen,
die statig is tegenover het licht, of leeft in
het licht. Hij heeft gefaald in de
vedioudingen ; hij heeft de aangename verhoudingen
niet kunnen vinden. Het voetstuk en het
beeld zijn niet juist, naar de grootte, en
daardoor wordt het beeld te g'oot, en zoo
het als groot moest aandoen to' h niet groot
genoeg. Het is een tusschending naar de
hoogte. Er is een derde hoofdfout: een ge
brek aan psychologie. Er is geen karakter
gegeven, geen staatsman, geen wiskunstenaar,
geen slachtoffer, maar een vrij willekeurigen
zeventiend'eeuwer. Er is geen voldoend
modélé. De mouwen zijn leeg van het levend
lijf; er is opnieuw noch spanning noch
statigheid.
Het beeld is een teleurstelling; de eenvoud
er in is niet die der synthese.
scholen niet kenren, maar in het buitenland
wel bestaat waarvan de toepassing in het
voornemen ligt, voor de oudere jaren kan
worden verruimd en verzacht, zal de ervaring
moeten leeren. Het zoude mogelijk kannen
blijken door grootere vrijheid in de studie
in de oudere jaren tegemoet te komen aan
het nadeel, dat een schoolsche onderwijs
vorm het zelfstandig werken en denken be
perkt. Prof. Boeke in zijn voordracht voor
het Indisch Genootschap 12 December 1916
blz. 90 e.v. en de heer A. E. Sitsen 7) in de
Indische Gids" van October 1915 geven dit
als hun gevoelen te kennen.
Een niet minder belangrijke vraag dan de
bepaling van den onderwijsvorm, is
devereeniging van de leerlingen in een internaat,
hetzij voor den duur van den cursus, hetzij
voor de eerste jaren. In zijn vertrouwelflke
circulaire heeft het stichtings-comitézich
daarover in beginsel uitgesproken en
interneering in uitzicht gesteld. De heeren
Creutzberg en Hardeman vermelden in hun
Het Onderwijs in Ned. Indië" de gunstige
ervaringen opgedaan met internaten onder
Europeesche leiding. Prof. Boeke wees daar
entegen op een bedenkelijke kant van het
internaat: de scheiding der leerlingen van
hun rasgenooten, de beperking van hunne
omgeving tot hunne mede-leerlingen, de
uitsluiting van vrij en ongedwongen verkeer,
dat hij juist voor Indiërs, die zich intellectueel
willen ontwikkelen, van zoo bijzonder groot
belang acht.
Het Internaat in den vorm der
Nederlandsche kostschool beantwoord zeer zeker
niet aan deze voorwaarden, welke als gesteld
door iemand, die in het Nederlandsche
Universitair Onderwijs n het Indische Vak
onderwijs uit ervaring kent 8), eene bijzon
dere waarde hebben. Het internaat in dien
vorm sluit uit geregeld en ongedwongen
verkeer In eene Europeesche omgeving door
ontwikkelde Indiërs van beteekenis noodig
geacht, en leidt tot aansluiting onderling van
de studenten van dezflfdebevolkingsgroepen;
tot verstarring dus inplaats van ontplooiing.
Dit zal er toe leiden interneering te zoeken
in Europeesche gezinnen, en, kan dit niet
voor allen worden bereikt, eene oplossing
te zoeken in de richting van kleine hospitia
onder Europeesche leiding.
1) G root-Nederland bestaat eigenlijk uit
4 deelen. maar de beide kleine
WestIndische Koloniën gingen hier schuil achter
de groote Oost-Indische zuster, zooals meer
gebeurt.
2) De verzekering der verdediging van
Nederlandsch-Indic.
3) Lezing voor het Ind. Genootschap 12
Dec. '16. Blz. 93.
4) Verslag der Commissie van 14 Febr.
'16, blz. 7
5) Mr. K. F. Creutzberg en J. Hardeman,
Het Onderwijs in Nederl.-Indië, blz. 47.
6) Cursiveering van schrijver dezes. Het
Vaderland van 6 Februari 1918, Avondblad A,
bevatte hierover beschouwingen voor een
deel aan De Indiër" ontleend.
7) Directeur der Ned. Ind Artsenschool.
8) Prof. Boeke was waarnemend leeraar
aan de Indische Artsenschool.