De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 6 juli pagina 7

6 juli 1918 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

6 Juli '18. No. 2141 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PETER ROSEGGER f door Dr. J. HERDERSCHE Donderdag 27 Juni brachten de avond bladen ons de droeve tijding, dat Peter Rosegger was overleden. Een blad in den stormwind! Toch zijn wrj niet zóó afge stompt door de berichten der massamoorden, of ontroering greep ons aan, nu dezeedele persoonlijkheid is heengegaan, die zoovelen door zijn groot talent heeft verkwikt. Te Krieglach, niet ver van zijne geboor teplaats, is hij overleden, bijna 75 jaar oud; te midden van de bosschen en de bergen en de boeren, die hij zoo innig heeft lief gehad. In schier al zijne boeken is de hartekloo van den Waldbauernbube te speuren. Gemakkelijk heeft hij 't niet gehad. Zflne ouders welke teedere woorden vol liefde heeft hij aan die brave, vrome menschen gewijd moesten hard werken voor hun brood. Zelfs moest hij meehelpen in de boer derij, maar zij zagen het wel: die wordt nooit een goede boer. Lezen en schrijven leerde hij van een rondreizend onderwijzer, die wegens kettersche gevoelens was ont slagen. Om hem te laten studeeren, daarvoor ontbraken de middelen. Een pastoor te Birkfeld wil hem lat ij n leeren; maar hij krijgt heimwee en loopt weg, den heelen nacht door, naar huis. Dan in de leer bij een kleer maker. Hij doet zijn best, en gebruikt al zijn vrijen tfld om te dichten en verhalen te schrijven. Ten slotte dijt dat werk tot 15 pond papier uit. Aan dr. Svoboda, redacteur van de Tagenpest te Oratz, zendt hij eenige verzen ter De schrijver van dit artikel DE VEREENIGING KONINKLIJK INSTITUUT VOOR HOOGER TECHNISCH ONDERWIJS IN NEDERL. INDI door H. Baron v. ASBECK, Secretaris der Vereeniging Bij K.B. van 31 Mei 1918 zijn de Statu ten der Ver eeniging Koninkiqk Insti tuut voor Hooger Tech nisch Onder wijs in Neder landsch-Indië" goedgekeurd. Blijkensdeze statuten is het doel der Ver eeniging, inNederlan t! sch-In diëte stichten en in stand te houden een inrichting voor Hooger Tech nisch Onderwijs, toegankelijk voor alle landaarden, zonder onderscheid. Omtrent het doel der Vereeniging heeft eenige twijfel bestaan doordat er van het Comitévan Oprichting een circulaire is uitgegaan, waarin gesproken werd van een inrichting van Middelbaar Technisch Onder wijs, die den naam zal dragen van Instituut voor Hooger Technisch Onderwijs". Hieronder zal blijken hoe het kwam dat deze tegenstrijdige termen in nen adem werden gebruikt. Toen echter Hare Majesteit de Koningin het praedicaat Koninklijk" aan de op te richten Vereeniging schonk en 30 Mei 1917 is de datum der oprichting stond haar doel natuurlijk vast en moest dit met den naam der Vereeniging overeenkomen. Op dien datum waren in het gebouw der Nederl Handel-Maatschappij te Amsterdam Oud-Ministers van Koloniën, Oud Gou/erneurs- Generaal en zeer vele andere auto riteiten op 't gebied van Handel en Nijver heid, samengekomen met de deputatie van het ComitéIndiëWeerbaar. In die bijeenkomst voerde de heer C. J. K. van Aalst het woord en wij kunnen haar karakter en haar doel niet beter teekenen dan met eenige aanhalingen uit zijn rede. Na een algemeene verwelkoming en in leiding zich meer bijzonder tot de deputatie richtende, zeide de heer van Aalst: .De komst van een Comité, waarin de verschillende schakeeringen van de Eu'opeesche en Inlandsche bevolkingsgroepen vertegenwoordigd zijn, demonstreerde hier te lande de eenheid der beide deelen, waar uit Groot-Nederland bestaat." l) De vervulling van het eigenlijke doel 2), waarvoor pij hier zijt gekomen, ligt buiten den sfeer Uwer aanraking met het Nederbeoordeeling; straks, op diens verzoek, alles. Een en ander wordt gedrukt om hem bekend te maken. Weldra vindt hij ook bij anderen steun, ook financieelen. Korten tijd in den boekhandel, dan op de handels academie. Totdat hjj zrjn ware plaats ge vonden had. Onder de auspiciën van Hamerling verschijnt zijn eerste boekje, bloem lezing uit zijne gedichten. Als dichter verovert hij het hart van zijn volk, want hij sprak de taal van zijn volk, drong tot diens zieleleven door. Weldra verschijnt boek op boek, en het maandschrift Der Heimgarten onder zijn redacteurschap. Straks gaat hij zijne vertellingen in Stiermarkensch dialect voordragen. Had ooit de bedeesde knaap uit de omgeving der boschboeren kunnen droomen, eenmaal In roken witte das voor eene volle zaal te zullen optreden? Ook kroonprins Rudolf en diens gemalin, te Abbazla vertoevende, wonen eene voordracht bij en nondlgen hem aan het noenmaal. Bjj een andere gelegenheid is Carmen Sylva onder zijn gehoor en ont vangt na afloop met haren gemaal den dichter. Hij doet ons aan Cremer denken: een zelfde genre van voordrachten, een zelfde succes, dezelfde eenvoud en onbe vangenheid. Rosegger was Roomsch-Katholiekenwist de vrome gezindheid en den gemeenschapszin der Keik ten volle te waardeeren. Toch was hfj ruim genoeg van hart, om ten bate van de toenemende protestantsche bevolking in zijn land een oproep te zenden aan zijne vrienden in Duitschland, ten einde steun te vragen voor de bouw eener kerk. Zijn pogen is rijpelijk beloond, zoodat de Heilandskerk aldus door hem genoemd kon verrijzen op een behoorlijk pltkje van Stiermarken. Hoe hoog bij hem het evan gelie stond aangeschreven, heeft hij in zijn boek I.N.R L in het l cht gesteld. Deze opvattirg, maar meer nog zijn verzet tegen het anti-semietisme heeft hem ook tegen standers bezorpd. De meesten echter streken in verloop van tijd de wapenen. Betreurd wordt hij door eene hartelijk geliefde gade, met wie hij n ziel en zin was (in 1879 was hij hertrouwd, nadat zijn eerste, ook zeer gelukkige huwelijk, slechts twee jaar had mogen duren) en door zijne vfjt kinderen. Betreurd door zijn volk, welks lieveling hij is genoemd. Betreurd door talloosvelen, ook buiten zijn vaderland, ook in ons land, waar al zijne werken gietige lezers vonden. Nu zullen wij geen boek meer ontvangen. WfJ hadden ze lief, omdat Rosegger in hooge mate de kunst van vertellen verstond, om hun humor en «rnst. Nimmer heeft hij zijn talent misbruikt om iets onedtls of onreins te schrijven; zijn pen, zijn woord waren gesteld in den dienst van het goede en het schoone. Wél gedaan, gij goede en getrouwe dienstknecht! 'sGravenhage. iiniiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiMiiiiiiiiHiiifinmiiiiiiiHiHiiiiiii landsche volk. Uwe belangstelling voor het vraagstuk, waarvoor door U de reis naar Nederland werd gemaakt, wordt door de onze geëvenaard, doch het antwoord op Uwe en onze verlangens kan alleen worden gegeven door de Regeering en de Volks vertegenwoordiging." De heer Van Aalst wees op het te Djokja in 1908 gehouden Javanen-Congres en het in het leven roepen van den Sarêkat Islam en zeide verder: Doch het meest van al toch is hier te lande de aandacht voor de verschijnselen van den nieuwen tijd gewekt door de komst en het optreden van Uwe deputatie. Gij hebt in het vrije Nederland bij verschillende gelegenheden kunnen uitspreken wat U op het hart lag In geheel Nederland is met belangstelling geluisterd naar hetgeen door U van een vrije tribune werd gezegd.... Uw woord heeft ons den impuls gegeven om U bij Uw vertrek door een daad anze belangstelling te toonen. Wij hebben gemeend aan het ons bekend geworden verlangen naar Indisch onderwijs van hooger peil te kunnen tegemoetkomen, en door particulier initiatief een inrichting van onderwijs in het leven te roepen, die eenerzijds bevrediging geeft aan den drang naar hoogere ontwikkeling en aan den anderen kant van groote economische be teekenis zal kunnen worden." Wij zijn van oordeel, dat ook de Indiërs hun kans moeten krijgen om in de goed betaalde betrekkingen van staat en maat schappij te worden gesteld, en om dat doel te bereiken is voor alles degelijke technische opleiding noodzakelijk. Zoo zijn wij dan te rade geworden om over te gaan tot de op richting eener vereeniglng, die zich de stich ting eener school in Indiëten doel stelt, welke den naam zal dragen van Instituut voor Hooeer Technisch Onderwijs in Neder landsen-Indiëaan welke inrichting jongelui tot ingenieurs zullen kunnen worden op geleid." Wij zijn hier thans bijeen om u van dit besluit mededeeling te doen... Wij beoogen de stichting van een school, die voor alle rassen en ook voor alle klassen der bevol king zal openstaan." Bij de uitvoering van dit plan, waarbij vporloopig alleen gedacht wordt aan oplei ding van civiel-ingenieurs, staat op den voorgrond, dat van den Indischen ingenieur dezelfde arbeid moet gevraagd kunnen worden als van den Delftschen, dat dus de aan de Indische Technische Hoogeschool gediplomeerd ingenieur, zij het na een zekeren practischen diensttijd op denzelfden voet benoembaar zij tot landsbetrekkingen als de ingenieur afkomstig van de Neder landsche Technische Hoogeschool. Daarmede is echter niet gezegd, dat het onderwijs volkomen gelijk zal zijn aan dat te Delft. Zoo is ter bepaling van den omvang en vorm van het te geven onderwijs op verzoek der Vereeniging, een commissie van advies werkzaam, waarin hoogleeraren te Leiden en te Delft, industrieelen en kenners van de Indische bevolking en van het tegenwoor dige onderwijs in Indiëzitting hebben. Het is niet onwaarschijnlijk, dat, wat de leerstof betreft, het program beperkter zal zijn dan het Delftsche op het gebied van de algemeene wetenschappen, inzonderheid wat aangaat de Hoogere Wiskunde, daarenSCHILDERKUNST-KRONIEK ANNA ABRAHAMS, ETC. IN PULCHRI STUDIO Zooals ik haar in de bloemen, de vruchte stukken en de stillevens van Anna Abrahams meer dan eens gekarakteriseerd heb, zóó vindt ge haar hier. Ten eerste is de kleur levend, en geschakeerd. Het gamma is modern zonder moedwilligheid; meer uit gevoeligheid. Het is vrouwelijk zonder zcetelijkheid; en zonder zware overdrijving. Dit is de voornaamste bekooring. De vorm is schrijvende^ wijze, en niet gedetailleerd aangeduid. Hij is ruim en gemaklij k gezien; de détails echter worden in de kleur gege ven. Haar kleur vertoont daarenboven de bekoring van nooit zwaar te zijn, zelfs niet in het donkere. Haar blauwen-en-rooden zijn krachtig, haar bruinen zwierig, haar gelen hoog en zuiver. Het werk is, zooals ik reeds meer zeide bij de verdediging van dit talent, geen wonder, maar het is te goed om mis kend te blijven. CHRIS LEBEAU, TE AMSTERDAM, ETC. De portretten van Lebeau (ik bedoel hier mee niet zijn meer dan levensgroote, maar wel de soms wat curleus-versierde) zijn in hun wit-en-zwart ten eerste als psychologie bedoeld; niet als schijnende kleur; niet als eigenaardig spel van lijnen; maar als uit drukkingen van zielskennis. Ze zijn dus te bestudeeren als een bewijs voor, den aard van Lebeau's innerlijk. Wanneer ge, zóó doend, ze vergelekt met Toorop's portretten blijkt Toorop subtieler en duide lijker, directer, terwijl daarenboven Lebeau nog geen productie vertoont van een scherp gekarakteriseerde geaardheid, al zijn de houdingen zijner afgebeelde personen, die natuurlijk dienen om mede het wezen dier afgebeelden te expliceeren, dikwijls onge woon. Vergelijkt ge Lebeau's studies van menschen met die van Roland Holst, dan zijn die van Holst koeler Die van Veth zijn méticuleuzer; die van Allebégevoeliger, meer van den kunstenaar, die van Haverman meer karikaturaal. Technisch, en dit zou verwonderen indien het anders was, technisch is Lebeau's werk gekeurd. Hij hetft ruim genoeg van den handwerkman In zich, om zich niet te kunnen vergenoegen met het a-peuprès. Integendeel. Hij is een beminnaar der technieken. Dat vindt ge na tuurlijk overal in, ook in zrjn steendruv ken. Maar wat zijn psychologie sterk typ^rrt, en dit is evenmin verwonderlijk als ge haar kent, is, dat zij theoretisch is, ietwat voorop gezet. Daardoor heeft hij den kans niet alle deelen van den gerst, van wie voor hem poseert, te zien, zoo hij ten minste, al werkend, dit vooropgezette handhaaft. J. A. HOETING Hofjuweliei* - - Amsterdam Paar/o/l - Colliers Britlanten tegen uitgebreider op het terrein der practjjk. Door de instelling van een voorbereldenden cursus of tweejarige voorschool zal rekening worden gehouden met het onderwijs op de inrichtingen, welker leerlingen om toelating op de Hoogere Technische school zullen vragen en bij de bepaling der leerstof met de wenschelokheid hen geschikt te maken ook voor arbeid in de Indiëomrin gende landen. Het is zeer bemoedigend, dat tot oordeelen bevoegden (Professor Boeke 3); de Commissie van Advies in zake aanpassend Middelbaar (voorbereidend hooger) Onder wijs in N. I. zich grondende op voorlichting van hen, die in Indiëin dit opzicht ervaring hebben opgedaan 4), den Indischen leerling, wat geestelijke en intellectueele aanleg be treft, gelijk stellen met den Nederlandschen; en dat, volgens anderen 5), de voorbeelden talrijk zijn dat Indische jongelieden uit de beste kringen aan de technische scholen de voorkeur geven boven b.v. de scholen, waar zij voor de rechterlijke macht of den be stuursdienst opgeleid kunnen worden. Moge er in de meening, dat de Indische leerling geestelijk gelijkwaardig is met den Nederlandschen, bemoediging liggen, het rapport der reeds genoemde commissie in zake Middelbaar Onderwijs bevat ook andere uitspraken, die krachtig aansporen tot uit voering van de voornemens in zake het tot stand brengen van een inrichting van Hooger Onderwijs, zij het aanvankelijk op kleine schaal. Zij acht het toch een nadeel dat Indische kinderen, die zich voor Hooger Onderwijs willen voorbereiden, een zuivere Neder landschen ontwikkelingsgang moeten volgen (wat ook het geval is met Indische leer lingen aan Nederlandsche Hoogescholen); zij wijst er op dat er door een groot deel der Inlandsche maatschappij een sterke neiging aan den dag wordt gelegd om in ons cultuurleven te worden opgenomen, een neiging, die onzerzijds niet met onverschil ligheid mag worden beantwoord; zij is van meening dat het op den weg der Regeering ligt Indische ouders tegemoet te komen in bezwaren van finantiè'elen en anderen aard, verbonden aan de noodzakelijkheid om hun kinderen tot het ontvangen van H. O. naar Nederland te zenden; zij vestigt de aandacht op de 35.000 leerlingen der HollandschInlandsche, Hollandsch-Chineesche en Euro peesche lagere scholen, waaronder er velen zijn, die zich niet tevreden stellen dan met de ontwikkeling, te verkrijgen op de Universiteit en de Hooge School, ten einde in tal van betrekkingen met Europeanen te kunnen mededingen. Wordt," zoo zegt de commis sie, aan hun wenschen en behoeften niet tijdig tegemoet gekomen, dan zal dit een gerechtvaardigde ontstemming in de hier bedoelde kringen der Indische bevolking te weeg brengen" (blz. 64). De minister van Koloniën, deze commis sie 8 Mei 1P-15 installeerende, omschreef als een deel van haar taak het ontwerpen van een volledig plan voor eene zich aan de bijzondere belangen en behoeften van de Indische bevolking bepaaldelijk de In landsche en daarmede gelijkgestelde aan passende inrichting van Middelbaar On derwijs, voorbereidende tot het Hooeer Onderwijs hier te lande. Om aan het doel te kunnen beantwoorden" aldus de Mi- | nister zal het getuigschrift van volon ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM A B M A B M A B M A B ABrlABM.ABM.ABM.ABMABMABriABMABMABMABM.AB M are h AdtVtU* MEEREN-ARTI KELEN, UITRUSTINGEN. J. C. LANOOY, POTTEBAKKER. ZIJN WERK TE ROTTERDAM EN IN DEN HAAG Het aardewerk van Lanooy, wanneer ge ertegen tikt, zingt op als een klok. Ik mag dat. Het geeft het gevoel van den juisten vorm en van de juiste bereiding der materie, waaruit het voorwerp is geformeerd. Er is meer aan dit werk te waardeeren. Vooral de groot e, witte, schalen, die ik in den laatsten tijd zag, hebben mij door vorm en kleur getroffen. Deze vorm is niet ten eenenmale strak, en de kleur is niet ten eenenmale gelukt, overal, maar beide vormen zijn als eenheid een voorwerp, dat een sieraad is waar het staat. Het kleurornament der blauwe schalen, en der andere, een soms eenigszlns impressionistische vlek, wordt zooveel mogelijk in het midden ge houden: het concentrische, en dat is nood zaak, blijft bij de schalen op zulke wijze gesierd, toch oewaard. Dit is een verschil met de meeste van Colenbranders, hoe rijk deze ook zijn aan lyrische kleur. Daar werd de vorm niet in zijn genetische ontwikkeling meer gevoeld in het ornament. Brj Lanooy wel. Daarenboven is de versiering een zeer eenvoudige. Ook dit lijkt mij juist begrepen. Een schaal, een vaas, trtffe ten eerste door den vorm, en dan door zijn kleur, die wan neer de vorm juist is, dikwijls een enkele kan zijn, om het volledigst effect te bereiken. Ik herinner mij ten minste een paar witte chineesche vazen, die deze waarheid beves tigen. Ik zag dit ook bij Lanooy; ge gevoelt een pottebakker in hem. En die zijn er niet overveel. Lanooy is nu bezig zich de techniek van het glasblazen eigen te maken. DE WINTER, TE UTRECHT, BIJ CARAMELLI EN TESSARO. De Winter's teekeningen etc. van de Or chidee, zijn bloem, ze zijn haast een zinne lijkheid in actie. Dit vindt ge op de tentoon stelling te Utrecht. Ge vindt dit er soms zoo sterk dat de orchideeën haast tot levende wezens worden, en op spinnen gelijken. Om deze reden leek het me juist toe hier te doen opmerken, dat het den schilder-teekenaar mogelijk zou zijn voor de weergave zijner verbeeldingen ook deze dieren te gebruiken. Orchidee en Spin lijken mij voor zijnen wensch en wil in werk, verwante wezens Als altijd treffen een aantal der Orchi deeën door kleur. De kleur is bij de Winter iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiHiiiiiiMiiiHir brachte studie aan deze Indische middelbare school zoo ruim mogelijk toegang moeten verschaffen tot de studie aan onze Univer siteiten, de Technische Hoogeschool e.a." Is eenmaal dat middelbaar onderwijs ver krijgbaar, da" zal de voorbereidingscursus van de Indische Hoogere Technische school kunnen ve>vallen, want het zal ongetwijfeld ook voorbereiden voor dat Hooger Tech nisch Onderwijs. Aangezien ook dit zich zal aanpassen aan de bijzondere belangen en behoeften van de Indische bevolking, zal de te stichten Hoogeschool zelfs beter aan sluiten aan de door de Commissie ontworpen Indische Middelbare School dan de Univer siteiten en Hoogescholen in Nederland. Zoo zal de met een beperkt doel te stichten Indische Technische School mettertijd kun nen uitgroeien tot eene volledige Techni sche Hooseschool en verder nog tot eene Indische Universitei', onder opneming tege lijkertijd van andere op zich zelf staande inrichtingen van vakonderwijs, die wat de leerstof en de wijze van behandeling daar van betreft, op een hooger peil staan dan dat van Middelbaar Onderwijs. Voor den overgang tot een hooge school of universiteit, voor de aanspraak op een dezer naman, is evenwel niet onvoorwaar delijk noodig, dat, wat den onderwijsvorm betreft, het Nederlandsch Hooeer Onderwijs ten voorbeeld diene. Hooger Onderwijs, in den vorm eenige gelijkenis hebbend met ons Middelbaar Onderwijs, is zeer goed denk baar. Bij de vaststelling van de t. a. v. het onderwijs, de examens, enz. te treffen rege lingen aan de Hoogere Technische School, wordt uit den aard der zaak de vraag beantwoord in hoeverre de onderwijsvorm dien van ons Hooger Onderwijs nabij moet komen. Dat hieromtrent aanvankelijk geen vast heid bestond is op een zeker niet gelukkige wijze gebleken uit het boven reeds besproken, in de vertrouwelijke circulaire medegedeelde voornemen in Indiëte stichten een inrich ting van middelbaar 6) onderwijs, die den naam zal dragen van Instituut voor Hooger Technisch Onderwijs". Vast staat echter nu, dat wat de leerstof het wezen der zaak betreft, Hooger onderwijs gegeven zal worden ; op dit punt bestaat geen verschil, mits men slechts niet denke aan overplanting van Delft naar Bandoeng. De Middelbaar onderwijsvorm heeft zijn voor- en nadeelen. Een nadeel is, dat de leerlingen schooljongens blijven tot het einde hunner studie en zij zich dus weinig ont wikkelen in de richting van zelfstandig denken en werken. Een voordeel is, dat er door rector en leeraren aan de studie der leerlingen meer leiding wordt gegeven en zij beter op de hoogte blijven van hunne vorderingen niet alleen, maar en dat is van meer belang van hunne geestelijke ontwikkeling. Vooral den eenigszins indolenten leerling zullen zij tot grooten steun kunnen zijn; maar wil deze steun onder alle omstandigheden effect hebben, dan moeten ook de prikkels tot studie en de tuchtmaatregelen van den Middelbaar-onderwijsvorm den leeraar tot zijne beschikking staan. In hoeverre een stelsel van controle op de studie door verplichte responsies, oefe ningen en overgangsexamens met beperking van herexamen dat wij op onze hooge. niet steeds van voldoende zuiverheid maar dikwijls toch bekorend. Ze is diep, of bizar, of verrassend. Ze is sterk in blauwen", en altijd levend in de combinaties. Het werk van de Winter is nooit maakwer'k, steeds een verbeelde sensatie. Er is nog een op merking te maken. De Winter is geen realist; hij zal dat vermoedelijk nooit worden; te vol van hitte is zijn phantaisie, maar in den laatsten tijd is zijn droom of zijn verbeelding in vaster vorm gehuld. Dit heeft dat voor, dat het gevaar der monotonie vermeden wordt, ten minste gemakkelijker kan worden vermeden. En dat is een gevaar dat gemak kelijk kon komen, en dat, anders, allicht dreigend wierd. Naast de Orchideeën, vindt ge in Utrecht grondjes met bloemen, en de serie vogels, bij bloemen, en afstekend tegen een gloed volle lucht. JELTSEMA'S JAN DE WITT; STANDBEELD DEN HAAG. » De Witt was een staatsman, een wiskunstenaar, een karakter, een slachtoffer. Een standbeeld van hem te maken was dus eert lokkend iets; er was psycholog'e, fijnheid, zekerheid en een tragische achtergrond. Wat heeft Jeltsema daarvan gemaakt? Hij maakte de Witt staande, ten voeten uit, met een nog gebarende, zinkende hand. De figuur is niet gedacht, zooals dat gehoord had, vrij staande OD een plein of, en dat is zeker, de beeldhouwer heeft zijn voor nemen, in het tegenovergestelde geval, niet kunnen realiseeren. Hij heeft gefaald In de eenvoudige noodzakelijkheid, overal een belangr-ijke volumen-werking te verkrijgen, die statig is tegenover het licht, of leeft in het licht. Hij heeft gefaald in de vedioudingen ; hij heeft de aangename verhoudingen niet kunnen vinden. Het voetstuk en het beeld zijn niet juist, naar de grootte, en daardoor wordt het beeld te g'oot, en zoo het als groot moest aandoen to' h niet groot genoeg. Het is een tusschending naar de hoogte. Er is een derde hoofdfout: een ge brek aan psychologie. Er is geen karakter gegeven, geen staatsman, geen wiskunstenaar, geen slachtoffer, maar een vrij willekeurigen zeventiend'eeuwer. Er is geen voldoend modélé. De mouwen zijn leeg van het levend lijf; er is opnieuw noch spanning noch statigheid. Het beeld is een teleurstelling; de eenvoud er in is niet die der synthese. scholen niet kenren, maar in het buitenland wel bestaat waarvan de toepassing in het voornemen ligt, voor de oudere jaren kan worden verruimd en verzacht, zal de ervaring moeten leeren. Het zoude mogelijk kannen blijken door grootere vrijheid in de studie in de oudere jaren tegemoet te komen aan het nadeel, dat een schoolsche onderwijs vorm het zelfstandig werken en denken be perkt. Prof. Boeke in zijn voordracht voor het Indisch Genootschap 12 December 1916 blz. 90 e.v. en de heer A. E. Sitsen 7) in de Indische Gids" van October 1915 geven dit als hun gevoelen te kennen. Een niet minder belangrijke vraag dan de bepaling van den onderwijsvorm, is devereeniging van de leerlingen in een internaat, hetzij voor den duur van den cursus, hetzij voor de eerste jaren. In zijn vertrouwelflke circulaire heeft het stichtings-comitézich daarover in beginsel uitgesproken en interneering in uitzicht gesteld. De heeren Creutzberg en Hardeman vermelden in hun Het Onderwijs in Ned. Indië" de gunstige ervaringen opgedaan met internaten onder Europeesche leiding. Prof. Boeke wees daar entegen op een bedenkelijke kant van het internaat: de scheiding der leerlingen van hun rasgenooten, de beperking van hunne omgeving tot hunne mede-leerlingen, de uitsluiting van vrij en ongedwongen verkeer, dat hij juist voor Indiërs, die zich intellectueel willen ontwikkelen, van zoo bijzonder groot belang acht. Het Internaat in den vorm der Nederlandsche kostschool beantwoord zeer zeker niet aan deze voorwaarden, welke als gesteld door iemand, die in het Nederlandsche Universitair Onderwijs n het Indische Vak onderwijs uit ervaring kent 8), eene bijzon dere waarde hebben. Het internaat in dien vorm sluit uit geregeld en ongedwongen verkeer In eene Europeesche omgeving door ontwikkelde Indiërs van beteekenis noodig geacht, en leidt tot aansluiting onderling van de studenten van dezflfdebevolkingsgroepen; tot verstarring dus inplaats van ontplooiing. Dit zal er toe leiden interneering te zoeken in Europeesche gezinnen, en, kan dit niet voor allen worden bereikt, eene oplossing te zoeken in de richting van kleine hospitia onder Europeesche leiding. 1) G root-Nederland bestaat eigenlijk uit 4 deelen. maar de beide kleine WestIndische Koloniën gingen hier schuil achter de groote Oost-Indische zuster, zooals meer gebeurt. 2) De verzekering der verdediging van Nederlandsch-Indic. 3) Lezing voor het Ind. Genootschap 12 Dec. '16. Blz. 93. 4) Verslag der Commissie van 14 Febr. '16, blz. 7 5) Mr. K. F. Creutzberg en J. Hardeman, Het Onderwijs in Nederl.-Indië, blz. 47. 6) Cursiveering van schrijver dezes. Het Vaderland van 6 Februari 1918, Avondblad A, bevatte hierover beschouwingen voor een deel aan De Indiër" ontleend. 7) Directeur der Ned. Ind Artsenschool. 8) Prof. Boeke was waarnemend leeraar aan de Indische Artsenschool.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl