De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 13 juli pagina 1

13 juli 1918 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

V*. 8148 Zaterdag 13 Juli A* 1918 D E A M S T ER DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar INHOUDs Bladz. 1: Bede Vacante, door T. H. Bnitenl. Overzicht, door dr. Q. W. O. Byvanck. De Drooglegging der Zmdanee, door prot M. f. Visser. 2: Een Seminarium voor Paedagogiek, door prof. N. . Ghroenewegen. Volksvertegen woordiging, door Fred. van Beden. Krekelzanp, door I. H. Speenhofl. 3: Spreekzaal: Gesloten"! door M. Moresco. Feuilleton: Liefdesbrieven van Vroeger, II, door Garda Hading. 6: Voor Vrouwen (redaotri e Elis. M. Bogge) Het eerste Vrouwelijk Kamerlid: mr. Suze Oroeneweg, tee kening van B. Midderigh-Bokhorst, door Th. ThielWehrbein. Hoe honden wij onze kamerplanten het best in orde?, door P. Noyon-Wa«sdorp. Van Alles Wat. Uit de Natuur: Helm, door Jao. P. Thysse. 7: De Hyena, teekening van Jordaan. Open Brief van Johan de Witt. 7- De Ster in den Arend, door dr, J. v. d. Bilt. Vers, Vlinders, door Adwaita. 8: Stormtroepen, door W. J. Jt. L.?Boekbespreking.door J. W.Enschedé. ? 9: Financiën en Economie: mr. dr. Ant. van Gijn, Het reoteprobleem in de leer der Financiën. K. Vervier», Eenige beginselen der GemeenteFinancien, door J, D. Santilhano. Nederlandsohe Sagen en Legenden, door Nico Bogt. 10: De Ozaar telt z;n kuoopen, teekening van George van Baemdonek. En Pension, door Ari. Dit het Kladschrift van Jantje. Orer afwijkend spreken, door L. van Lier. 11: Wijnkoop in de Tweede Kamer, teekening van Joh. Braakensiek Ontboezemingen van een nieuwbakken Kameilid, in het net overgeschreven en ingezonden door Van Deekingham. .Bchaakrnbriek, red. dr. A.. G. OJland.?12: Twee Volkshelden, door P. L. v. Eek Jr. Bijvoegsel: Het Nieuwe Ministerie ?, teekening van Joh. Braakensiek. HiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiHiiiifiiiuiuiHimiiiiiiiiiiiimmi SEDE VACANTE Hoe zal het regeeringsgestoelte bezet worden? In welke handen zal de leiding der landszaken worden gelegd? Gewichtige vraag, die op 'toogenblik velen bezighoudt l En nog zal blijven bezighouden ook, want naar veler ver wachting is eene spoedige oplossing van de regeeringscrisis niet te voorzien. Daarvoor zijn de meesten al te hui verig, om het moeilijke pak op te nemen! En nog altijd blijft zelfs een percen tage kans aanwezig, dat ten slotte de heer Cort van der Linden andermaal als redder in den nood zal optreden. Dat wij dit zeer ongewenscht zouden achten, niemand, die ons oordeel overdepraestatie's van het zittende Kabinet kent, zdB er tich over bevreemden! Maar heeft ook niet dr. Kuyper er reeds weer heengewezen? En voelt de heer Van der Linden zich misschien niet tot de voort gezette roi aangelokt? In elk geval zou dit echter de kroon zijn op 't werk van politieke verslapping, welke wij in de laatste jaren hebben doorgemaakt. Van de leiders der tot macht gekomen politieke partijen mag men verwachten, dat zij, ook reeds tegen over hunne kiezers, zich verplicht zullen gevoelen, voor eene betere regeering te zorgen. Welke zal dit dan zijn? lililillllllllliiiiliiiiii iMMiiiiitfimmim VERJAARDAG Deze zomertijd is vol verjaardagen: 18 Juni, 4 Juli, 14Juli... Laat men het mij niet kwalijk nemen wanneer ik in de rij den 28sten Juni opneem. Het is de datum van verleden jaar, toen Venizelos wér het bestuur In handen nam te Athene en Griekenland zich plaatste aan de zijde van de Entente. In een vergeten hoekje van de courant zal men onlangs hebben gelezen hoe Athene op den 28sten Juni heeft gevlagd en geparadeerd. En tele grammen zijn er gewisseld over en weer tusschen Frankrijk en Griekenland. Want Frankrijk is de ware schutsmogendheid geweest voor de Helleensche eenheid. Aan Frankrijks ingrijpen is te danken het herstel der macht in Athene van Venizelos. Venizelos, wanneer ik den naam van den Cretenzer weer in vollen luister zie, dan juicht mQn hart. Hij is een van de mannen op wien de toekomst rust daar in het Oosten wanneer het goed gaat. Hebben w§hem niet gevolgd van die eerste tijden af als hij, de advocaat, met zrjn persoon en zfjn geest strijdt voor de vrijheid van zrjn geboorte eiland, om dan, naar het vastland geroepen, als minister orde te scheppen in het ontredderde konink rijk Griekenland, den Balkanbond te organiseeren, den oorlog tegen Turkije te aan vaarden en zijn land op weg te helpen naar een hernieuwde grootheid! Maar die andere oorlog is uitgebroken, dien men niet den groote n oorlog, maar welhaast den universeelen oorlog moet noemen. Venizelos weet welke baan open ligt voor zijn vaderland. De Balkanbond moet be houden blijven: in oppositie tegen de bela gers van Servië, de centrale mogendheden van Europa, en in overeenstemming met de Entente machten. Zoo moet het gaan, dat Griekenland zich de heerschappij verwerft in den Archipel en over een deel van Klein-Azië; ja,het moet worden het Groo tere Hellas van de oudheid, het moet den droom vervullen In 't hart van lederen Griek van den nieuwen tijd. Men kan de vraag stellen van den parlementairen en van den staatkundigen kant. Uit een oogpunt van parlementaire techniek laat zich ongetwijfeld als een algebra-som beredeneeren, hoe de op lossing dient te zijn. Er is maar een weinig goede wit noodig, om aan te wijzen, dat de rechterzijde over eene meerderheid beschikt. Weliswaar is deze uitermate gering, maar zij wint weer aan beteekenis door de afwezigheid van elk spoor van welbewuste oppositie. De linkerzijde hangt ineen als een stukgeschoten borstwering. Daarvan zijn de kleine partijtjes van het evenredige kies recht, alsmede de onzalige onderlinge strijd van de vrijzinnige partijen en van den economischen bond de schuld. Men zal het geheel nog brozer zien worden, door de verlammende werking, die de concurrentie der verschillende socialis tische fractie's uitoefenen zal. Volgens Bartjes, strikt genomen, is er dus aanleiding voor een ministerie, ge mengd van katholieken, anti-revolutionairen enchristelijk-historischen. Indien zin is men dan ook reeds begonnen te werken. Toch betwijfelen wij, of dit tot resul taat leiden, maar ook of dit resultaat gewenscht zou zijn! * * * Er zijn er, voor wie alle wijsheid zich oplost in het parlementaire recept: Zóó zijn de partijverhoudingen, dus zóó moet het ministerie worden samengesteld". Wie met dit syllogisme tevreden is, laat echter bij 't geheele systeem n ding buiten rekening: de werkelijke menschelijke krachten. Ook wij zijn geheel doordrongen van het voordeel eener in de kamermeerder heid gewortelde regeering. Daardoor im mers kan ten slotte het toppunt van ver antwoordelijkheid en van directen volks invloed op het ministrieel beleid worden bereikt. Onzerzijds is in de afgeloopen verkiezingscampagne dan ook steeds lot dit doel aangemaand. Maar om hiermede een levenskrachtigen bestuurstoestand te bereiken, is toch de onmisbare voorwaarde: dat men bouwen kan op een levenskrachtig parlement, althans op eene levenskrachtige meerder heid. Waar deze ontbreken, kan ook aan de parlementaire realiteit niet worden vol daan. Een parlementaire regeeringsvorm is niet sterk, omdat zij op de parlemen taire verhoudingen als zoodanig, maar alleen wanneer zij op sterke parlemen taire verhoudingen berust! Eene bijna fictieve meerderheid, telkenmale van toe vallige coïncidenties afhankelijk, gevormd in een brokkelig en onsamenhangend, ja, een rommelig parlement, biedt een zeer Hij heeft tegenstand gevonden en den tegenstander tegenover zich gezien, Constantinos, den Koning. Twee mannen droegen den roem van Griekenland, Venizelos, de staatsman, Constantinos, het legerhoofd dat de troepen ter overwinning had gevoerd. De Koning duldde geen zelfstandige macht naast zich, de staatsman evenmin. Elk van beiden had zijn politiek. Venizelos moest zrjn werk in Athene, in het hart van het koninkrijk, ondanks zijn strijdlust opgeven. Hij deed onder. Wat mag de reden zijn geweest dat hij een tijd lang als overwonnene nog in de hoofdstad is gebleven? Gevoelde hij zich teleurgesteld nu de steun der Entente hem persoonlijk ontbrak, en dynastieke vooroordeelen van Rusland en Engeland de positie vanden koning spaarden? Vreesde hij zijn zelfstandigheid niet te kunnen bewaren, wanneer hij zich als een balling bij de Entente aanmeldde ? Of overviel hem het Oostersche fatalisme ? Hij leed onder een eciips. Dan vermande hij zich tot een besluit, toen de overhelling van den koning tot de Centrale Mogendheden al te duidelijk bleek, Venizelos week eerst naar Creta en ver zamelde er zrjn volgelingen, en ging daarop naar Saloniki zich voegen bfj het Entente leger met de opgeroepen vrijwilligers. Hij was een rebel geworden. Griekenland werd in tweeën gescheiden; het eene was daar in Saloniki, afhankelijk van de Entente. In Athene hield men den naam van Venizelos in vervloeking. Zijn woning werd vernield; een hoop steenen in het veld onder verwenschingbijeengebrachtduiddezQn schande aan. Anathema! Venizelos moest wachten. Het is een zwaar jaar voor hem geweest. Zijn haar is onder het leed vergrijsd, zijn trekken hebben van hun scherpte verloren. Maar het verdriet is hem ook een ervaring geworden. Zijn wil en zijn geest werden niet gebogen. Einde Mei 1917 kwamen dan toch eindelijk Engeland en Frankrijk tot evereenstemming. Dat waren de voornaamste geïnterresseerden. Men wilde niet langer een vijandelijke mo gendheid in den rug laten van het expeditieleger te Saloniki. Er moest worden door getast. En het kon geschieden omdat er geen Tzaar van Rusland meer was die Constantinos de hand boven 't hoofd hield. gebrekkigen grondslag voor eene flinke regeering aan. En toch zien wij zoo den thans door de verkiezingen geschapen toestand in. De kroon op de periode van den volkswil is de volkswilsverlamming geworden, met een kamer, vrijwel op het doode punt en troosteloos in zichzelve verdeeld. Dit is de schoone nalatenschap, consequent slot van het thans afgeloopen staatsmans tijdvak. Eene ministerie, op dezen parlemen tairen toestand geconstrueerd, kan be zwaarlijk iets anders dan een krachteloos en amechtig bewind vormen. ** * In gewone tijden zou zulke eene proef neming, als tijdelijke, doch noodzakelijke consequentie, niet zoo erg bedenkelijk zijn. Doch 't is nu anders! Wij kunnen ons tegenover degeweldige binnenlandsche en buitenlandsche pro blemen de luxe van een zwakken regeeringstoestand immers niet veroorlo ven. Wij hebben er reeds onder gezucht. Het lot beware ons voor eene herhaalde of eene verergerde editie. Toch zou onder de gegeven constellatie dit het gevolg kunnen zijn van een geheel naar den parlementairen eisch saamgesteld ministerie; hoe gunstig zulks overigens, wat de constitutioneele traditie betreft, bij den achter ons gelegen extra-parle mentairen toestand afsteken mocht. 't Ware misschien, indien alles toch loopen moest gelijk nu is geschied, ge lukkiger geweest, wanneer de rechterzijde nu maar 10 man sterker uit den strijd gekomen was. Dan zou zonder twijfel een parlementair kabinet, goed samen gesteld, de aangewezen zaaic zijn. Nu echter moet er tegen gewaar schuwd, voor den eisch van theoreti sche democratie een offer van 't gezond verstand te brengen. Het gezonde verstand zegt, dat wij voor den komenden tijd, nu wij geen sterk parlement gekregen hebben, ten minste een sterke regeering moeten zien te vormen! Deze alleen zal de binnen landsche zorgen zoo goed mogelijk kun nen ondervangen, de levensmiddelenvoor ziening opvoeren en u," «jog steeds nete lige onderhandelingen met het buitenland ter hand nemen. Van dit alles hangt immers oneindig veel af. Veel hangt er ook van af, of de regeering de natie een geloof in haar kracht zal weten in te boezemen. Van het nieuw optredende Gouverne ment moet Nederland vóór alles n ding hopen: dat het ons staatkundig leven zal weten weg te voeren van het kleine, tot een grooter en een hooger peil, van drang tot verbrokkeling naar drang tot eenheid. * * De uitvoering werd opgedragen aan Jonnart, als hoogen commissaris, Jonnart was gouverneur generaal van Al giers geweest, hij zat in den raad van het Suez-Kanaal. Hij kende de zaken en de menschen van de Middellandsche Zee van buiten en van binnen. Daarenboven hij was een Franschman. Want men moet Franschman zijn om de dingen zoo vlug, zoo net, zoo glad en zoo gemoedelijk ondeu gend te doen afloopen. Of denkt men soms dat het gemakkelijk gaat om de opdracht te vervullen van een complex van potentaten als er in de Entente bijeen is? De hooge commissaris mocht de vloot voor Athene vereenigen en met een bom bardement dreigen, hij mocht in Thessali maatregelen nemen en met een cordon den Peloponnessus afsluiten opdat van dien kant geen hulp zou opdagen van reser visten, hij mocht desnoods troepen landen In de haven van Athene; maar hij moest zorgen geen geweld te plegen en gedaan te krijgen dat de Koning vrijwillig afstand deed. Vooral geen geweld l De hooge commissaris handelde heel snel en heel overlegd. Voor dat er uit de hoofd kwartieren tegenbevelen of nieuwe aarze lingen aanlandden, wilde hij gereed zijn. En alles was kant en klaar nog vóór de helft van de Junimaand. Dat zou een verhaal zijn om te vertellen hoe hrj het aanlegde! Hoe hij al zijn be voegdheden op eens concentreerde om drei gend daar voor Athene te verschijnen als de machthebber, hoe hij den Griekschen minister-president Zaïmis wist te paaien en in plaats van te dreigen voorkomend scheen, om dan den volgenden morgen, toen men in Athene al gerust begon te worden, plot seling zijn ultimatum te stellen en aan te dringen op de afdanking van den Koning en hoe hij de troepen deed landen als de Koning, na onthutst zijn eigen ontslag te hebben toegegeven, nog geen mine maakte uit zijn hoofdstad in de ballingschap te trekken. Het is een tragische comedie die daar werd afgespeeld, ten minste voor den toe schouwer die aan den goeden kant zit. Er zijn tranen gevallen en het was een hard afscheid voor den gebannen koning Constan tinos, toen hij het schip betrad dat hem heen zou voeren. Toch was het een noodzake lijk einde. Maar thans moest nog het moeilijke ge schieden. De moeilijkheid kwam niet van den opvolger op den troon, Alexander, den tweeden zoon van Constantinos: hrj stond Zulk eene sterke regeering nu zien wij alleen mogelijk, indien niet uitsluitend naar ne partij gekeken wordt, doch inzooverre een nationaal kabinet wordt gevormd, dat ook eenige van de beste mannen uit andere partijen daarin zit ting nemen; van de vrijzinnigen en mis schien ook van de sociaal-democratie. Dit hangt van de beschikbare personen af. Natuurlijk zou de rechterzijde den boventoon moeten voeren. En het zal op bepaalde punten van binnenlandsch beleid onvermijdelijk zijn, het overwicht te aanvaarden, dat zij nu eenmaal door de uitspraak der stembus gekregen heeft. In schoolwetgeving zoowel als in ouderdomsuitkeering moet naar een eerlijke oplossing gestreefd, waarbij rechts de lijn kan aangeven, en links de rol vervullen, die een zelfbewuste minderheid te vervul len heeft. Ten aanzien van deze, en mo gelijk nog van enkele andere punten, zou het gewenscht zijn, in het ministerie van te voren de homogeniteit uitdruk kelijk uit te sluiten. Want dit kan van de nieuwe homogeniteitstheorieën, waaronder het demissionnaire ministerie zoozeer heeft gesouffreerd, wel worden aanvaard: dat, mits de homogeniteit als regel worde hoog gehouden, op enkele, vooraf bepaalde punten een uitzondering kan, worden vastgesteld. Geen compromissen dus, geen vage plooierij, doch duidelijke en flinke lijnen. *** Volle homogeniteit zal er in dit nati onale ministerie echter moeten bestaan in de eigenlijke taak, waarmede het optreedt: den crisis- en den oorlogstoestand. Bedenken wij toch steeds, dat dit de hoofdzaak, het alles beheerschende, blijft. Bedenken wij daarom ook, dat niet for malistische beschouwingen de vraag van de kabinetsvorming mogen beheerschen, maar de wezenlijke behoefte. En dat bekwame bewindslieden met breede opvattingen in dezen abnormalen tijd ook wel naar een gezonde democratie kunnen weten te regeeren, al zal dat niet geheel volgens 't geijkte parlemen taire schema gaan, wanneer het ons in den noodtoestand achterop helpen zou. Er moeten toch al heel wat strijdbijlen en strijdtheorién begraven worden, die in de laatste maanden onvermijdelijkerwijze zijn gezwaaid geworden. Allicht kan ook hiertoe de nieuwe regeeringsvoorziening bijdragen. Het land snakt naar een levens krachtig bewind. v. H. alleen een beetje vreemd te kijken, gewend als hij was aan chauffeursport meer dan aan regeeringszaken, overigens hield hij zich gedwee. Maar de vraag die diende te worden opgelost, was deze: hoe zou, zonder dwang, alsof de wil daartoe uit den grond der natie zelf kwam, de eenheid van het gescheiden Griekenland opnieuw worden gevestigd ? Met andere woorden: nu de koning-tegen stander heen was, op wat wijze zou men in dataprès tout voor 't oogenblik nog konlngs getrouwe Athene zonder al te veel opschudding en zonder bloedvergieten Venizelos terugvoeren ? Dat was de quaestie. Men had afgebroken, nu gold het snel en degelijk op te bouwen. Het talent, ik zeg niet de handigheid van M. Jonnart want het was talent had gelegenheid zich te toonen. Was er iets meer van zelf sprekends te doen in deze aangelegenheid dan zich te wenden om raad tot den president-minister Zaïmis? En was er wel iets eenvoudiger dan hem tot het voorstel te brengen om van beide zijden, van den kant van Zaïmis zoowel als van den kant van Venizelos, aan een paar afgevaardigden een beraad op te dragen op welke voorwaarden overeen stemming tusschen beide partijen viel te bereiken? En was het dan niet aangewezen dat Venizelos zelf uit Saloniki overkwam om zijn vertegenwoordigers te instrueeren? Men liep immers daarmee niet op de om standigheden vooruit: Venizelos kon zoo lang op een der schepen in de haven ver blijven. Het gebeurde zooals gezegd; de onder handelingen grepen plaats, het goede humeur, de ruime zin van Venizelos kwamen schitterend voor den dag; maar op n ding stond hij, n ding eischte hij onvoor waardelijk: de vertegenwoordiging die Con stantinos in 1915, tegen den geest der con stitutie, had ontbonden, moest in haar oude samenstelling weder worden opgeroepen.; de staatsman had toen voor den Koning moeten onderdoen, op zrjn beurt zou de Koning moeten bukken voor den staatsman. Het was Cretenzer-vendetta. Zaïmis wilde niet toegeven: onder zijn ministerie zou het niet gebeuren. Dan bleef er niet anders over dan dat Venizelos het ministerschap aanvaardde. Hij hield zijn ministers gereed, zij zouden uit Saloniki dadelijk overkomen. De zaak was beklonken. Zaïmis was ge slagen. Maar in Athene heerschte agitatie. De Commissie voor de Uitschr^ving van de Kracht- en Warmte en Levensmiddelen prijsvraag deelt mede, dat voor de door haar uitgeschreven SPECIALE PRIJSVRAAG voor een voedsel-brochure zijn ingekomen zeven antwoorden, resp. onder de motto's: l. Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in". 2. Tijdgeest". 3. Theorie-}-praktijk". 4. Heurèka". 5. Wie het kleine niet eert, is het groote niet weerd". 6. Tua res agitur". 7. Wir leben nicht von dem was wir essen, sondern von dem, was wir verdauen and assimilieren". De beslissing der Jury zal zoo spoedig mogelijk worden bekend gemaakt. tmiiimiiiiimiliiiiiiiilii DE DROOGLEGGING DER ZUIDERZEE door prof. M. F. VISSER hoogleer.aar aan de Landbouw Hoogeschool te Wageningen De afkondiging van de Wet tot afsluiting en gedeeltelijke drooglegging der Zuiderzee is geschied. Het tijdperk voor het omwerpen van verschillende plannen, beginnende om streeks het midden der vorige eeuw, is daar mede voorbij. In hoe sterke mate de droog making der Zuiderzee gedurende dat tijdperk velen heeft bezig gehouden, daarvan kan de hierbij afgedrukte clichéeen voorbeeld zijn. Het origineel heeft jaren aaneen in een der lokalen der toenmalige Rijkslandbouwschool te Wageningen gehangen ter herinnering voor de leerlingen aan de grootsche plannen. Het is een kaart-ter hoogte van 1.75 M. en breedte van 1.40, weergevende het hierbij afgebeelde gedeelte van óns land op een schaal van 1.100.000; de eigenaardigheid is echter, dat het een reliefkaart is, d.w.z. dat alle verschil in hoogte in het hout is uitge sneden en wel op een schaal van 14000. Het enorme werk, dat daarmee verricht is, geeft de afdruk in geeneh deele weer; daar voor moet men de Kaart zien of anders zich ten volle duidelijk maken, dat o ver genoemd oppervlak leder verschil in bodemhoogte zooalskanalen, meren, zeeën, droogmakerijen, dijken, heuvels, duinen enz. in het hout zijn uitgesneden, terwijl bovendien de verschil lende grondsoorten en formaties door kleuren zijn aangegeven, waarbij de grondboringen in de Zuiderzee evenmin ontbreken. Deze kaart is gemaakt door een geest driftig voorstander van de drooglegging der Zuiderzee, namelijk door mr. Jacob Paulus Amersfoordt en wel voor de Wereldten toonstelling van Philadelphia in 1873. Het plan Beycrinck en de daarop gevolgde concessieaanvraag door de Maatschappij tot droogmaking van het zuidelijk deel der imiiiiiiiiiiuiiiiiimiiiiitiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiii Zou Venizelos zich in de stad kunnen wagen ? Jonnart, de hooge commissaris, liet den 26en Juni, den dag voor dat Venizelos zrjn intrede zou doen om zijn ministerie aan den Koning voor te stellen, de hoofdstad door troepen bezetten, en hij liet kanonnen planten op de heilige heuvels door de vereering der eeuwen gewijd. Den 27en dan, als de auto mobiel van Venizelos Athene binnenreed hoorde men wel toejuichingen, maar van rustverstorlng was geen sprake, al ging het ook niet vrooltjk toe bij de voorstelling van het nieuwe ministerie aan het hof. Het was alsof wij in een sterfhuis traden", heeft een der ministers gezegd, om zijn indruk gevraagd. Des te uitbundiger gedroeg zich de menigte die zich voor het hotel van Venizelos had verzameldi De groote man moest op het balcon ver schijnen; hij sprak met zijn scherpe verklinkende stem de menschen toe. Hij noemde zijn werk, hij erkende zijn teleurstellingen, zijn aarzeling. De tijd kwam waarop ik niet langer aar zelen mocht. Men moest blind zijn om niet te zien, dat Griekenland zich had onteerd, toen het zijn verbintenis met Serviëschond. Maar n hoop bleef over: het gezonde deel der natie moest in opstand komen om het vaderland te redden"... De eerste daad van het nieuwe ministerie den 28sten Juni, was de terugroeping der gezanten aan de hoven der Centrale Mogend heden. Griekenland liet zich niet meer onder de neutralen tellen. Maar," zeide de jonge koning Alexander, hoe kan ik zoo op eenmaal den oorlog verklaren?" Het is het directe gevolg van de aan neming door Uw Majesteit van een nieuw ministerie," merkte Venizelos droogwegop. De koning zocht zijn troost bij jonnart, en de hooge commissaris beleerde oen ver nederden Majesteit dat hij wel spoedig aan het régime zou gewennen. Het vreemde is," voerde de Koning aan, dat ik van verschillende kanten verschil lenden raad moet vernemen." Mag ik uw Majesteit herinneren," zeide Jonnart lachend, aan de fabel van La Fontaine, LeMeunier, son Fils et l'Ane." Ik ken die niet," antwoordde Alexander, .maar ik geloof dat ik een La Fontaine in mijn bibliotheek heb." Hoe kan een koninkrijk anders dan geluk kig zijn met een koning die La Fontaine leest en met een minister als Venizelos! W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl