Historisch Archief 1877-1940
13 j«« '18. No. 2142
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
WIJNKOOP IN DE TWEEDE KAMER
Teekaüng voor .de Amsterdammer" van Joh. Braakenttet
Troelstra: Zal ik nog een rustig uur hebben?"
IMIHIflHItlllHIIUlllHIfinilHI II
IIIIIIIIIIIHlIllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIlIHIIIIIIIIlHIIIIlllllllllllllllllllMIIIIIIIMKinilllll
SLUIT Uw LEVENSVERZEKERING BU
/IMSTERD/ÏMSCHE
VERZEKERD BEPR/)G 5SMILLIOEN
«iiiiiiiin iiiiiiiiiiniiiiiiiniiiiliii u i m
ONTBOEZEMINGEN VAN EEN
NIEUWBAKKEN KAMERLID
in het net overgeschreven en inge
zonden door VAN DEEKINOHAM
Tja, de wil van het volk heeft zich doen
kennen en mij, ? Cornelis Pieter Beerends,
geroepen tot het lidmaatschap van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Wellicht herinnert ge u uit mijn vorige
ontboezeming, dat de Vereenigde
Puttenscheppers Partij mij nummer l op de gros
lijst plaatste. Achteraf beschouwd begrijp
ik niet hoe ik den kiesdeeler haalde, daar
nummer 2 van de lijst ook een flink aantal
stemmen op zich had weten te vereenigen,
hoewel op een wijze, waarvoor mijn neus,
die voor geen klein geruchtje vervaard is,
«en ophalende beweging maakte. De schob
bejak, mijn medecandidaat, niet mijn
neus, heeft de unfaire praktijk toegepast
van voor zich, door middel van
stroobiljetten en advertenties, reclame te maken,
zonder de partij, laat staan mij als eerste,
te noemen. Ik heb hem daarvoor de huid
volgescholden en eens flink de kuiten
gewasschen. Ik geloof dat dit geval een uit
vloeisel is van het stelsel der Evenredige
Vertegenwoordiging, waarvan ik, als ge
kozene, de laatste zal zijn om kwaad te
zeggen, en de verbrokkeling der partijen,
waardoor men kleine snertpartq'tjes, de
goede, de V. P. P. bijvoorbeeld, niet te na
gesproken, heeft gekregen, waarin elemen
ten als mijn, zooeven genoemde, mede
candidaat zfjn opgenomen. In een van de
groote partyen, van de mannen met
klinIfende-klok-namen, komt zooiets natuurlijk
niet voor!
Wellicht ben ik nog te politiek-onschuldig
en te idealistisch, maar ik blijf gaarne het
goede in mijn evenmensch zien. De laatste
dagen bekruipt mij echter wel eens de
vrees, dat ik, niettegenstaande mijn om
gang met modder en ezels, een
inteliectueel-gevormde vriend maakte de opmer
king dat ik door mijne benoeming tot lid
van de Kamer in een cirkel draaide, te
blijmoedig ben.
Immers de Burgemeester van Amsterdam
haalde in de laatste raadszitting een gezegde
van prof. Jonckbloedt aan: d a t e r i n d e
Tweede Kamer geen plaats was
voorgroote karakter s"; zoodat ook
ik misschien binnenkort gedesillusioneerd
van het Binnenhof zal terugkeeren.
Of door mijne benoeming, en die van de
negen en negentig andere, de volgende
'Kamer beter zal zijn ? Daarover wil ik eens
«en volgend maal een boom opzetten, want
-nu moet Ik mijn geloofsbrieven in orde
maken...
U weet nu in elk geval reeds dat ik
gekozen bén.
iiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii
AMSTERDAM ARNHEM
VGRAYENHAGE - ROTTERDAM
UTRECHT
Redacteur: Dr. A. O. OLLAND
A. R. Falckstraat 5, Utrecht
Alle berlchten,deze rubriek betreffende.gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
13 Juli 1918
PROBLEEM No. 94
VAN ADOLF ANDERSSEN, 1842
ZWART
d e
WIT
f K
Wit: Kal, Tgl, Lf8, Pe5 en Pf6.
Zwart: Kh8, Th7, Le8, Pg7.
Wit geeft mat in drie zetten.
Oplossing in de volgende rubriek (10 Aug.)
ADOLF ANDERSSEN
6 Juli 18^8-6 Juli 1918
Det honderste verjaardag van den genialen
Duitschen meester, geeft ons aanleiding deze
rubriek aan zijn nagedachtenis te wijden.
Na Paul Morphy is van af bet midden der
vorige eeuw, geen schakersnaam met meer
bewondering en eerbied genoemd dan die
van Adolf Anderssen. Jaren lang was hij
niet alleen Dultschland's voorvechter, maar
gold hij ook voor de sterkste speler van
Europa. Zijn bewonderenswaardige combi
natiekracht is door geen enkelen meester,
ook niet van den tegenwoordigen tijd, over
troffen. Doch wat hem bovenal zoo hoog
plaatst, dat is de ridderlijkheid, die hem
bezielde, en welke hem altijd bereid vond
den kamp aan te gaan met lederen tegen
stander, met wlen hij het de moeite waard
achtte om te vechten. Hoe toren hoog stak
Anderssen in dit opzicht uit boven de
moderne grootmeesters, die slechts schaken
als er geld mee te verdienen valt, ja, die
vaak eerst door een belangrijk bedrag aan
klinkende munt er toe te bewegen zijn aan
een meesterwedstrijd deel te nemen. Men
denke slechts aan Lasker en het bekende
tournooi te Petersburg. Anderssen speelde
waarlijk slechts voor de schoonheid van het
spel en om de eer. Geen angstvallige vrees
voor zfjn reputatie weerhield hem ooit. We
kunnen het slechts betreuren, dat de geest
van Anderssen, welke immers ook Morphy
bezielde, heden ten dage zoo geheel ver
dwenen is. Maar des te grooter is het ge
noegen, herinneringen op te halen uit het
leven van dezen man.
Anderssen, te Breslau uit behoeftige ouders
geboren, heeft alleeen door eigen kracht en
energie zich een eervolle plaats in de maat
schappij weten te veroveren. Reeds op
9-jarigen leeftijd werd hij door zfin vader
ingewijd in de geheimen van het schaakspel
en spoedig was hij dezen de baas. De liefde
voor het schaakspel vergezelde hem op het
Elisabeth-Gymnasium te Breslau, waar hij
met evenveel belangstelling schaakleerboeken
bestudeerde als de oraties van Cicero en
Demostfienes, zoodat het vaak voorkwam,
dat deze groote redenaars tusschen hun
redevoeringen diagrammen van interessante
stellingen herbergden. Menigmaal ook werd
stilletjes een correspondentie-partijonderde
banken gespeeld, ja, Anderssen maakte zelfs
wel eens een schobbertje om te schaken.
Intusschen belette dit alles niet, dat hij in
i 1836 een schitterend eindexamen aflegde en
student werd aan de Breslauer hoogeschool.
De vrije studententijd gaf Anderssen over
vloedig gelegenheid zich aan het schaken
te wijten, maar hij wist, als het noodig was,
zijn schaaklust te bedwingen, zoodat hij zijn
staatsexamen in de philosophie en de
matheA. Anderssen
matische wetenschappen kon afleggen. Na
een paar jaar huisleeraar bij een familie in
Pommeren geweest te zijn, keerde hij in
1851 in Breslau terug als leeraar aan het
Friedrich-Gymnasium.
Het eerst vestigde Anderssen de aandacht
van de geheele schaakwereld op zich in
1842 en merkwaardigerwijze niet door een
grootsche overwinning aan het schaakbord,
maar door het schrijven van een schaakwerkje,
getiteld Aufgaben für Schachspielei". Dit
boekje, dat 60 problemen bevat, meest van
drie en meer zetten, verwekte geweldig
opzien en werd later meer dan eens herdrukt.
Eerst verscheidene jaren later maakte
Anderssen zich naam als schaakmeester. In
zijn studententijd was hij nog lang niet
opgewassen tegen de bekende meesters
van dien tijd, zooals Bledow, Von der
Lasa, Mayet en Löwenthal. Dit prikkelde
hem echter slechts tot meerdere studie
en systematischer oefening. Hierdoor be
reikte hij dan ook, dat een match met
Harrwitz in 1848 onbeslist bleef. Toen
Anderssen in Pommeren huisleeraar was
had hij zeer weinig gelegenheid tot spelen.
Zoo vaak hij kon ging hij echter naar
Berlijn of Leipzig. In 1846 verscheen te
Berlijn de Schachzeitung", later Deutsche
Schachzeitung" geheeten, thans ook nog
een der beste schaak-periodieken welke
bestaan. Anderssen was er, vanaf 1847, een
ijverig medewerker -van. Tal van sterke
BERICHT
Van verschillende zijden is ons herhaaldelijk gevraagd de wekelijksche
teekeningen van Jantje verzameld uit te geven. Aan dit verzoek
hebben wij voldaan door de verschijning van
Uit het Kladschrift van Jantje
een bundel in oblong formaat van 64 pagina's in geïllustreerd
omslag. Prijs 60 cent.
Voor onze abonné's is deze bundel in lederen boekhandel ver
krijgbaar en tegen Inzending van 65 cent franco per post bij
Amsterdam
de Uitgevers
VAN HOLKEMA & WARENDORF
lllllllHJIIIJIIIIIlIltllllll
HniMiiiiiiiimii tiiiiiiiiu
schakers stelde Anderssen te Berlijn in de
gelegenheid zijn schaakkracht te vergrooten,
zoodat hij in 1851 vol moed naar Londen
toog om deel te nemen aan den eersten
grooten internationalen schaakwedstrijd van
Europa. Staunton, de beroemde Engelschman,
was favoriet voor den eersten prijs, maar
Anderssen kwam als eerste uit van de 16
deelnemers, onder wie de sterkste spelers
van dien tijd. In dezen wedstrijd speelde
Anderssen een partij, welke nog steeds de
bewondering gaande maakt van de geheele
schaakwereld en als de onsterfelijke partij"
ten eeuwigen dagen beroemd zal blijven.
Men vindt deze party hier onder. Anderssen's
roem als kampvechter van Europa was nu
gevestigd en vele jaren heeft hij dien titel
behouden. Behalve bovengenoemde over
winning, behaalde hij in 1862 wederom te
Londen den eersten prijs in een groot
internationaal tournooi. Verder won hij den
tweeden prijs te Aken in 1868, den eersten
te Hamburg 1869, den eersten in 1870 te
Baden-Baden, den eersten in Leipzig in
1871 en te Altona in 1872. Eerst fn 1873
overvleugde hem Steinitz te Weenen, waar
Anderssen den 3den prijs won, doch in
1876 was Anderssen weder eerste
prijswinner te Leipzig. In 1877 won hij, wederom
te Leipzig, den 2den prijs, in 1878 slechts
den zesden prijs te Parijs en den derden
prijs te Frankfort. In laatstgenoemd jaar
was hij echter reeds niet meer de oude;
een slepende ziekte ondermijnde zijn gestel.
Als matchspeler heeft Anderssen lang
niet het succes gehad, dat hij in de wed
strijden bereikte. Zooals uit de volgende
opsomming blijkt:
1848, Anderssen?Harwitz 5?5; Anders
sen?Morphy, 1858 Parqs, 2?7?2; Anders
sen?Kolisch, 1861 Londen, 4 - 3?2; Anders
sen?Paulsen, 1862 Londen, 3-3?2; Anders
sen?Steinitz Londen, 1866,6?8; Anderssen
Paulsen, 1876, Leipzig 4-5?1 en eveneens
te Leipzig in 1877, 3-5-1.
Anderssen heeft ook eenige malen ons
land bezocht, o.a. in 1861 na zijn match
met Kolisch te Londen. Hij speelde met de
sterkste Nederlandsche schakers, zooals met
M. van 't Kruis, S, de Lelie, H. Kloos en
Pinedo en gaf naar wij meenen ook eenige
simultaan-séances. Betrekkelijk onver
wacht, hoewel men wist dat Anderssen een
ernstige kwaal had, kwam den ISdenMaart
1879 het bericht van zijn dood, dat de ge
heele schaakwereld met droefheid vervulde,
want hij werd ook tijdens zijn leven zeer
vereerd.
Een gedenksteen werd in 1880 op zijn
graf te Breslau geplaatst.
Anderssen was de meest populaire scha
ker (na Morphy), die ooit geleefd heeft.
Zoolang er schakers bestaan," zegt zijn
levensbeschrijver dr. von Gottschall, zal
men zijn naam noemen en het scheppende
genie bewonderen, dat uit zijn combinaties
spreekt."
DE ONSTERFELIJKE PARTIJ
Looper-Gambiet
(gespeeld in 1851 te Londen)
Wit: Anderssen Zwart: Kieseritsky
1. e2-e4 e7?e5
2. f2-f4 e5Xf4*
3. Lfl-c4 Dd8-h4f
4. Kei-f l b7-b5
Een door Kieseritsky geliefkoosd
tegengambiet.
5. Lc4Xb5 Pg8-f6
6. Pgl-f3 Dh4?h6
7. d2?d3 Pf6?h5
8. Pf3-h4 Dh6-g5
9. Ph4-f5 c7?c6
10. g2?g4 Ph5?f6
11. Thl?gl!
Een meesterzet en inleiding tot een ge
heele reeks van prachtige combinaties.
11 c6Xb5
12. h2?h4 Dg5?g6
13. h4-h5 De6-g5
14. Ddl-f3 Pf6?j>8
15. LclXf4 Dg5-f6
16. Pbl?c3 Lf8?c5
17. Pc3?d5! Df6Xb2
18. Lf4-d6
ZWART
Wonderbaar mooi! De raadsheer mag niet
genomen worden, bijv. 18. Ld6: 19. Pd6:
Kd8, 20. Pf7:f Ke8, 21.Pd6f Kd8, 22.Df8f.
18 LcSXgl
19. e4?e5!
Snijdt de koningin van het veld g7 af.
19 Db2Xalf
20. Kfl-e2 Pb8?a6
21. Pf5Xg7f Ke8-d8
22. Df3?f6f Pg8Xf6
23. Ld6?e7f
Niet minder schoon is de volgende partij,
gespeeld te Breslau, Juli 1852.
EVANSGAMBIET
Wit: Anderssen Zwart: Dufresne
1. e2?e4 e7?e5
2. Pgl?f3 Pb8?c6
3. Lfl?c4 Lf8-c5
4. b2-b4 Lc5Xb4
5. c2?c3 Lb/i?a5
6. 02-04 e5Xd4
7. 0?0 d4-d3
8. Ddl-b3 Dd8-f6
9. e4?e5 Df6?g6
10. Tfl?el Pg8?e7
11. Lel?a3 b7?b5
12. Db3Xb5 Ta8-b8
13. L)b5?a4 La5-b6
14. Pbl-d2 Lc8?b7
15. Pd2?e4 Dg6?f5
Op 16... 0-0 volgt 17. Ld3:. Beter is
echter 15... d2.
16. Lc4Xd3 Df5?h5
17. Pe4-f6f g7Xf6
18. e5Xf6 Th8?g8
ZWART
c d e f g h
WIT
19. Tal-dlüDh5Xf3
20. TelXe7f Pc6Xe7
21. Da4Xd7f! Ke8Xd7
22. Ld3-f5f
De pointe van de schitterende combinatie.
22 Kd7?e8
23. Lf5?d7f Ke8-f8
24. La3Xe7f
BERICHT
De oplossingen van de problemen No. 92
en No. 93, benevens de oplossing van
eindspelstudie No. 87, komen in de volgende
rubriek.
miimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiii
lUllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIItllllllltlllllllHI
ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM
on
arch
AdzÜtl&&
MEEREN-ARTIKELEN,
UITRUSTINGEN.
ABM
A
B
fïl
A
B
M
A
B
M
A
8