Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13 Juli '18. No. 2142
Houte reliefkaart vervaardigd
Zuiderzee", vormde de basis voor dit werk.
De afsluitdijk Enkhuizen tot ten zuiden van
den IJsel is dan ook duidelijk zichtbaar.
Mr. Amersfoordt, zelf n der pioniers in
de pas drooggelegde Haarlemmermeer, stelde
de spoedige totstandkoming van dit nieuwe
werk, blijkens zijn bijschrift:
Harlem Lake is drained
And drained is the IJ.
If peace is maintened,
Zuiderzee gets dry,
alleen afhankelijk van de vraag of het vrede
zou blijven."!
Eigenaardig is het wel, dat de wet nu tot
stand is gekomen tijdens den allergrootsten
wereldoorlog. Zelfs kan men daaraan toe
voegen, dat juist deze oorlogstijd, eendeels
doer het gewennen aan de veel grootere
crisisbedragen het eminente belang, dat
Nederland heeft bij een grootere uitgestrekt
heid vruchtbaren grond, ten gunste van de
spoedige en algemene aanneming van de
Wet hetft gewerkt.
De t|jd en omgeving waren wel geschikt
om een persoon als mr. Amersfoordt tot een
dèrgelQk werk te insplreeren. Hij toch was
n der weinige wetenschappelijk onderlegde
Nederlanders (hfl promoveerde aan de Uni
versiteit te Leiden tegelijk op dissertaties
in de letteren en in de rechten) die toen
tertijd reeds in den landbouw gestudeerd
had te Hohenhelm, en dan ook vol geestdrift
was voor de wetenschappelijke beoefening
van den landbouw. (Vergelijk zijn brochure:
.Hoe een burgerzoon boer wordt," waarin
niet alleen het belang van landbouwonderricht
voor den aanstaanden boer, maar ook voor
de toekomstige boerin bepleit wordt, gelijk
?nHHHlllllimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiHmiiiiiimiiuimiiiii'imiHiiMMm
VOLKSVERTEEGENWOORDIGING
Heeft het zoo juist beproefde stelsel vol
daan f Mij komt het voor dat het stelsel er
niet veel toe doet. Het nieuwe kan dienen.
Het oude zou niet veel slechter zrjn geweest.
Als het er alleen op aankwam honderd
menschen bij elkaar te zoeken, die zeven millioen
moeten verteegenwoordigen, dan had het vrij
wat eenvoudiger gekund. Eenvoudiger.beeter
en goedkooper. Een enkel verstandig en eerlijk
persoon had er gemakkelijk honderd kunnen
uitzoeken, die eeven goed en eeven slecht
de opdracht zouden uitvoeren. Het zou aan
den gang van zaken niet veel schade heb
ben gedaan. Men had het b.v. aan de
Koningin kunnen ooverlaten, ook wel aan
n van de ministers of aan den Raad van
State. Ik ben oovertuigd dat ze het nauw
gezet en zoo eerlijk moegelijk zouden ge
daan hebben, en dat het gekoozen honderdtal
vooral niet minder competent zou geweest
zijn dan het thans door de volkswil" zoo
genaamd gekoozene. Men had bij de op
dracht kunnen eischen dat zooveel m oogelij k
reekening moest gehouden worden met de
verschillende geestelijke stroomingen in het
land, en men zou eens zien hoe mooi die
Kamer werkte.
He weet stellig dat de menseden die den
toestand beoordeelen kunnen, mij dit zullen
toegeeven. Kwam het er alleen op aan een
deegelijke controle op regeering en
wet' geeving uit te oefenen, door
verteegenwoordigers van de meenigte, dan zou dat veel
eenvoudiger en beeter bereikt kunnen wor
den op nog honderd andere wijzen, ook
door persoonlijke keuze van een belangeloos,
eerlijk en verstandig persoon, zooals Holland
er nog genoeg onder zijn inwooners telt.
Maar dat is de aardigheid niet. De
onuitgesprooken tendens van de parlementaire
organisatie is een zielkundige. De bedoeling
is dat elk Inwoner het gevoel zal hebben:
.dat is nu mijn af gevaardigde. Tot de keuze
van hem heb ik bijgedragen. En zoo heb
ben mijn meedeburgers ook allen zelf mee
gedaan aan het kiezen van die honderd.
Op die manier regeeren we allen zoo'n
beetje mee."
Dit is de psychologische factor, waar de
heele verkiezingsdrukte om gaat.
Natuurlijk is dit mee-regeeren van allen"
een chimère. Al was 't alleen maar omdat
alleen de mannelijke helft van 't
Nederlandsche volk verteegen woord igd is, en niet het
geheel. Maar bovendien is het een illuzle
iiiMiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiimiMnHiiiiiiiiitiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
H. BERSSENBRUGGE,
r-ORTRETFOTOGRAAF
ZEESTRAAT 65, naart Panorama Mesdag,
DEN HAAG. Tel. 1538.
door Mr. J. P. Amersfoordt
nu belichaamd is in het
landbouwhuishoudonderwfjs.")
Toen dan ook in 1852 de Haarlemmermeer
drooggelegd was, kocht Amersfoordt hierin
een bezetting van ruim 200 H.A., nabij het
orp Sloten, op de plaats welke vroeger
den Amsterdammers tot badplaats gediend
had en stichtte hier de Badhoevt", een
bedrijf, dat jaren lang door landgenoot en
vreemdeling bezocht is en waar o.m. de
eerste stoomploeg in ons land gewerkt heeft.
In dienzelfden tijd kwamen de plannen
voor doorgraving van Holland op zijn smalst
aan de orde, spoedig gevolgd door de uit
voering van 1865 tot 1872, waarbij een groote
5000 H.A. best bouwland gewonnen werd.
Voeg hier nog bij, dat Mr. Amersfoordt
zeer bevriend was en vele technische zaken
besprak met den Ingenieur A. Huet, die
immers later nog met een ander plan in zake
de Zuiderzee te voorschijn kwam, dan is het
zeker voldoende verklaard, dat een land
bouwer uit de Haarlemmermeer zooveel tijd
aan een dergelijk werk besteed heeft.
De verzameling van bovengenoemde bij
zonderheden, en daardoor het tegelijk be
kijken van de drooglegging van de Haarlem
mermeer, de doorgraving van Holland op
zijn smalst en de afsluiting en drooglegging
der Zuiderzee geeft mij nog aanleiding tot
het maken van een opmerking, namelijk, dat
de gang van zaken in het Zuiderzeeplan,
hoewel op de tijdgenooten den indruk ma
kende van uiterste langzaamheid, toch nog
veel vlugger resultaat heeft gehad, dan bij
de twee andere plannen. Voor de droog
legging der Haarlemmermeer werd in 1641
de heer Treub weet het zoo goed als ik
een llluzie, waardoor dé'menschen in hun
onaf hankelijkhelds-ge voel bevreedlgd wor
den. Het is er mee als met het kipd dat de
leidsels mag vasthouden, achter den koetsier.
Op den koetsier komt het aan, als de kinderen
maar voelen dat ze óók meedoen.
Maar het zou eeven goed, ja beeter gaan,
zonder die parlementaire omslag. Een goede
koetsier kan ook zonder parlement gekoozen
worden, en dat kind achter hem is veeleer
lastig dan nuttig.
En toch is die verkiezings-comédie ab
soluut noodzakelijk. Omdat het kind groeit
en volwassen wordt, en daartoe opleiding
en oefening noodig heeft. De
verkiezingscomédie is vooral te beschouwen als
opvoedend en ontwikkelend. Het is een actie
die de menschen bijeenbrengt om oover
gemeenschappelijke belangen te spreken.
Dat is noodig en onmisbaar. Die
kies-vergaderingen zijn dingen van algemeen nut,
en behooren geheel en al bij het onderwijs.
En wel bij het uitgebreid lager onderwijs.
De menschen leeren daar denken en
spreeken oover zaken waaraan ze gewoonlijk
zeer weinig denken, die ze zelfs onbelang
rijk en onnoodig achten en waartoe ze min
of meer moeten worden gedreeven.
Het moet een ieder treffen, die aan de
verkiezings-comédie meedoet, hoe on weetend
en onverschillig de menschen zijn in
gemeenschaps-zaken. Zelfs de allerbesten toonen
een merkwaardige afkeer en laksheid om
zich met pcllliek te bemoefjen. Juist omdat
ze zien dat het een comédie is. Maar dat
die comédie een nuttig en noodwendig op
voedingsmiddel is, dat vergeeten zij,
Er zijn enkele, min of meer fanatieke
lieden, waaronder zeer goede individuen,
die alle parlementaire actie uit den booze
noemen. Die menschen willen handelen,
alsof de geheele gemeenschap reeds uit
mondigen bestond, en ze bedenken niet dat
de meerderheid onmondig is, en geleid,
onderricht en opgevoed moet worden. Dit
is ook de fout van de anarchisten, die zich
verzetten teegen alle gezag, en die zich nu
ook weer heftig teegen den stem-dwang
nebben verzet. In zeker opzicht hebben die
menschen gelijk. In een voltooide gemeen
schappelijke organisatie van mondigen, is
een parlement onnoodig, zelfs hinderlijk, en
wordt gezag niet langer gevoeld als dwang.
Maar het is een groote dwaasheid te
meenen dat men in een gemeenschap van
onopgevoedde, geestelijk onmondige men
schen de instellingen van een volmaakte
gemeenschap nu reeds kan eischen.
Uit het voorgaande is nu gemakkelijk af
te leiden hoe men oover de verkiezings
actie en het daartoe dienstige stelsel moet
oordeelen. Het is een kwestie van onderwijs,
N.V. PAERELS
Meubileering Mu.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
IIIIII1IIIIIIIIIII1IIIII
door Leeghwater het eerste volkomen plan
gemaakt, terwijl omstreeks 1840 eerst defi
nitief tot de drooglegging werd besloten.
Voor de doorgraving van Holland op zijn
smalst geeft een studie van denzelfden mr.
Amersfoordt aar, dat daarvoor reeds
omstreeks 1630 een plan gemaakt is door
Jan Pieterszoon Dou, gezworen landmeter
van Rijnland. Dou ontwierp zijn Canael
door Breesaep" ten dienste van de water
lossing van Rijnland; merkwaardig is het
echter, dat hij dat kanaal toch al dusdanig
had ontworpen, dat daarmee versch water
door Suythollandt in Noorthollandt gelaten
kon worden." Ditzelfde voordeel, de voor
ziening van Hollands Noorderkwartier met
zoet water zal nu het gevolg zijn van de
afsluiting der Zuiderzee.
De verbetering der waterlossing van Rijn
land is eerst veel later, namelijk in 1804,
gezocht in Katwijk; terwijl de doorgraving
van Holland op zijn Smalst eerst in 1867
ter hand werd genomen.
Daarbij vergeleken is de tijd, verloopen
tusschen de eerste plannen van Kloppenburg
en Tassegon in 1848 en het meer uitge
werkte ontwerp van Van Diggelen in 1849,
tot de totstandkoming van de Wet zeer
kort te noemen.
Beschouwt men het werk van de
Zuiderzeevereeniging en van den ontwerper van
het thans aangenomen plan afzonderlijk, dan
is de tijdsduur van 1887 (de Ie nota van
Lely) tot de aanneming der wet in 1918,
gezien in het licht van andere groote plannen,
bijzonder kort.
Indien op de afkondiging der wet een
begin van uitvoering, d.w.z. het maken van
den afsluitdijk Ewycksluis?Wieringen
Piaam, spoedig mocht volgen, dan zal daar
door dr. Lely onder vele ontwerpers
van grootsche plannen een bijzonder be
voorrechte positie innemen.
Wageningen
EEN SEMINARIUM VOOR
PAEDAGOGIEK TE AMSTERDAM
door Prof. Dr. H. Y. GROENEWEGEN
Kerkelijk hoogleeraar aan de Universiteit
van Amsterdam
De jongste
Algemeene Verga
dering der Maat
schappij tot Nut
van 't Algemeen
heeft besloten aan
de gemeente Am
sterdam aan te
bieden de stich
ting en het on
derhoud van een
Seminarium' voor
Paedagogiek.
Daarom verzocht
De schrijver van dit artikel het Hoofdbestuur,
overeenkomstig
de Reglementen der Universiteit, machtiging
tot het benoemen van een bijzonderen
IMI144UIIIIIII
en behoort als zoodanig beschouwd te
worden.
Van dit standpunt uitgaande, valt er op
de eevenreedige verteegenwoordlging een
geheel ander licht. De
verkiezlngs-organisatie is het opvoedings-middel, waarvan
het doel is den staatsburgers het gevoel te
geeven dat het bestuur der gemeenschap
ook hen allen aangaat, en hun aller grootste
belangstelling verdient.
Daaruit volgt ten eerste dat het eenige
werkelijk goede wat ons nieuwe kies-stelsel
heeft meedegebracht is de stemplicht.
De stemplicht is een uitbreiding van de
leerplicht. Alle verzet teegen stern-plicht of
stemdwang zou ook kunnen gelden teegen
leer-plicht en school-dwang. Deeze laatste
wordt niet als een onvrijheid gevoeld,
omdat de burgers algemeen erkennen,
dat een onopgevoed, onweetend, onge
letterd mensch een schade en een gevaar
is voor de gemeenschap. Een mensch
die niet leezen of schrijven kan, is hulp
behoevend en allen anderen tot ergernis en
last. Kinderen moeten onderwijs hebben,
omdat ze anders geen staatsburgers
kunnen zijn. Zoolang niet alle burgers deeze
waarheid inzien, moeten alle kinderen door
de wet dat is dus door dwang tot
schoolbezoek worden gedreeven. In een
volmaakte gemeenschap van mondigen is
die dwang ooverboodig. Daar zorgt ieder
voor het onderwijs der kinderen, zooals hij
voor hygiëne en reinheid zorgt, omdat hij
voelt, aat een onzindelijk en onweetend kind
een gevaar is voor de gemeenschap.
Maar hetzelfde geldt voordedeelneeming
in het staatsbestuur. Men vergeet alleen, dat
een mensch, meerderjarig volgens de wet,
nog niet mondig is in maatschappelijken
zin, dat onmondige menschen, als zijn ze
meerderjarig nog steeds leiding, opvoeding
en ontwikkeling behoeven, en dat het noo
dig is, wanneer ze die ontwikkeling niet
zelve zoeken, hen daartoe te dwingen. Om
dat een maatschappelijk onontwikkeld
mensch, die geen kennis heeft van het
staatsbestuur, geen gemeenschapszin en geen
belangstelling in staatszaken, een gevaar is
voor alle andere burgers.
Dit is de beteekenis van de stemplicht,
en daarom is deeze het beste wat het nieu
we kiesstelsel ons bracht. Duizende men
schen, en daaronder de allerbesten, zijn er
nu eerst toe gekomen zich met het weezen
van onze gemeenschap, zonder welke we
niet zouden kunnen leeven, te gaan
bemoeyen. Ze zullen hier, door deeze mijne
uiteenzetting, kunnen leeren waarom ze
daarmee zich niet verneederd en geblameerd
hebben, maar inteegendeel voldaan hebben
aan een groote, algemeene verplichting
; teegenoover hun meedemenschen.
Hoogleeraar in dat vak, die met de lei
ding van de nieuwe instelling zal wor
den belast. Het Hoofdbestuur heeft een
Curatorlum benoemd, waarin, behalve een
zijner leden en een lid der Commissie voor
Onderwijs, eenige paedagogen van naam
zitting nemen, om den te benoemen Hoog
leeraar voor te dragen en later met hem
de werkzaamheden van het Seminarium te
regelen.
Deze instelling belooft zoo belangrijk te
worden en is zoo breed opgezet, dat haar
stichting aller belangstelling verdient.
De oude Maatschappij heeft weder eens
getoond jong genoeg te zijn om de behoeften
van onzen tijd te verstaan, en kracht genoeg
te hebben om daaraan op onbekrompen
wijze te voldoen. Naast haren zich steeds
uitbreidenden socialen arbeid wil zij nu,
getrouw aan hare van oudsher erkende
roeping op het gebied van onderwijs en
opvoeding, eeri nieuwe, groote taak onder
nemen, waarvoor zij bereid is belangrijke
offers te brengen. Zij wil al wat zij in meer
dan een eeuw voor het volksonderwijs in
al zijn onderdeelen, voorbereidend, lager,
middelbaar en ambachtsonderwijs, heeft tot
stand gebracht, bekronen door een Instelling
van hooger onderwijs, die eenerzijds de
wetenschappelijke beoefening der
paedagogiek zal bevorderen en daardoor de vak
opleiding voor onderwijzers en leeraren op
hooger peil kan brengen, anderzijds een
gelegenheid moet scheppen tot samen werking
voor allen, die op eenigerlei wijze zich bezig
houden met opvoedingsproblemen en met
vragen- of moeielijkheden in eenig vak van
onderwijs, kortom door een wetenschap
pelijk centrum te scheppen van veelzijdig
paedagogisch werk.
Van alle kanten wordt daarom gevraagd,
en met steeds toenemenden aandrang, niet
tegenstaande misverstand en vooroordeel
velen nog altijd onverschillig of afkeerig
maakt van dezen arbeid. Sommgen zien in
paedagogiek niet veel meer dan een vrij
overbodig en vervelend leer- en examenvak
voor lager-onderwijzers, nuttelooze
schoolmeesterij voor Schoolmeesters. Nu, het kan
we' zijn dat vaak niet veel meer dan dit als
paedagogiek wordt onderwezen. Ik beoor
deel dat niet, maar spreek wel het vermoe
den uit, dat zulk een oordeel generaliseert
en onbillijk is. Voor zoover het juist is,
bewijst het echter niets anders dan dat er
behoefte is aan wetenschappelijke verheffing
van het vak, aan verbreeding en verdieping
van de studie voor hen, die onderwijzers
theoretisch en praktisch moeten opleiden en
aanstaande leeraren in allerlei vakken van
middelbaar onderwijs moeten vormen tot
goede docenten. Men zal toch wel niet ont
kennen dat dit nuttige arbeid is.
Anderen komen weer naar voren met de
oude opmerking: opvoeders en onderwijzers
worden niet gemaakt, maar geboren. Daar
ligt natuurlijk een stukje waarheid in. Maar
geen paedagoog heeft zich ooit verbeeld,
dat hij menschen zonder eenigen aanleg tot
goede schoolmeesters of docenten kan vor
men. Precies hetzelfde geldt echter van
predikanten en doctoren*. Is daarom hun
wetenschappelijke opleiding praktisch van
geen beteekenis? Alle goede werk moet
geleerd worden. Alleen onderwijzen en les
geven niet? ledere praktijk heeft haar
theorie. Zou alleen wat op de lagere en
hoogere scholen in praktijk wordt gebracht
zonder theoretische kennis, zonder inzicht,
zonder klaar begrip van doel en methode
goed gedaan kunnen worden ? In alle vakken
van wetenschap en kunst doet ieder, ook
het genie, winst met de ervaring van auderen
en heeft ook de begaafdste zijn werk te
leeren. Zou alleen voor den met
leeraarsgaven geborene dit alles overbodig zijn?
Of is veeleer het geestesleven van het
kind zoo moeielijk te verstaan en te leiden,
het geheele ontwikkelingsproces zoo
verliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiMiiiiiiiiiiiiuii iiiminiiiiii
Om dezelfde reeden is het gedrag van
onze regeering en ons parlement in 1917
zoo streng af te keuren, toen ze, om alle
verkiezings-agitatie te vermijden, de leuze
lieten gelden van laat zitten wat zit". Dat
was het dooden en versmooren van een
volks-actie, die tot de meest noodige en
heilzame dingen in een staat moet worden
gereekend, en die eigenlijk niet om de vier
jaren, maar alle jaren behoorde plaats te
grijpen.
Van uit dit gezichtspunt toont de nieuwe
kieswet ook haar ergste gebreeken. Name
lijk haar noodelooze omslachtigheid en haar
tendens om met partijen te reekenen in
plaats van met persoonen. Voor een ver
kiezing als opvoedingsmiddel is de grootste
eenvoud voldoende. De ooverdreeven nauw
keurige, spitsvondige uitreekening, om iets
eevenreedigs" te krijgen is onnoodig. Zoo
precies behoeft het niet. Het is een lastig,
tijd- en geld-vermorsend gepeuter en
gereeken. En het psychologisch doel wordt er
niet beeter maar slechter door bereikt. Het
gevoel ik doe óók mee met regeeren" en
dit is nu mijn candldaat" wordt er minder
door bevorderd, en dat is toch de hoofd
zaak. Niemand weet precies wat er met zijn
stem gebeurt, en de aandacht wordt geves
tigd op partijen en partij-programma's, in
plaats van op persoonen, zooals 't behoorde.
Terecht wordt door Walther Rathenau ge
zegd dat het in economie en politiek meer
en meer aankomt op persoonen en niet op
stelsels, partijen of programma's. Zoo is ook
de meening in Amerika.
Voor een onbevooroordeeld en zuiver
gevoelend mensch behoort dus de heele
verkiezingscomedie haar valschen schijn te
verliezen, en te worden aangezien voor wat
zij is: een volks-opvoeding.
Daaruit volgt dat de Staat dit opvoedings
middel ook zelf behoort te organiseeren en
te steunen, zooals ze met alle onderwijs
doet. En daarbij moet ze geen reekening
houden met partijen, maar ook dit onderwijs,
eeven als het lagere, maken neutraal, koste
loos en verplicht, met eerbiediging van
ieders oovertuiging.
Bij de ongeleide, nog min of meer
barbaarsche verkiezingsactie van thans, speelt
het geld een groote en demoraliseerende rol.
Ik weet nog hoe ik mij in 1917 ergerde toen ik
hoorde dat er f 10.000 was bijeengebracht
voor de verkiezing van een candidaat. Dat
heette geen omkooperij, maar was noodig om
de menschen te bewerken, te suggereeren,
de onkosten van zaalhuur, reclame enz. enz.
te bestrijden.
De groote trom, waarmee de Economische
Bond haar succes heeft behaald, is een zeer
kostbaar instrument. Tot nog toe wordt het
in geen der democratische landen zeedelijk
EINDELIJK GERED
Welkom Burgers, in de Kamer
Zijt ge voor uw taak gereed?
Gij zult nu er voor gaan waken
Dat ons Volk wat beter eet.
Bij de vorige Regeering
Was 't treurig met de kost,
Worden we door uwe zorgen
Van den voedselnood verlost?
Zult ge stiptelijk volbrengen
Wat ge plechtig hebt beloofd,
Waar uw kiezers aan de stembus
Zich voor hebben uitgesloofd?
Is 't uit met steenen gooien,
Zijn de relletjes gedaan,
Zijn er nu nog winkelruiten
Of wat deuren in te slaan ?
Krijgt nu iedereen het zijne
Uit den Vaderlandschen pot?
Deelen we, door uwe wijsheid
Allen nu hetzelfde lot?
Welkom Troelstra, welkom Wifnkoop
Welkom Kolkman en ter Laan,
Juffrouw Groeneweg en Lohman
Welkom allen, pak maar aan l
Is 't nu gedaan met praten
En met harrewarrerij,
Zijn de ruzietjes en geintjes
Nu eens eindelijk voorbij?
Driemaal honderd duizend gulden
Kost gijlieden ons per jaar,
Krijgen we voor onze duiten
Deze keer eens puike waar ?
Geeft ons nu in plaats van moties
Varkenslappen of gehakt,
Zorgt maar dat de kloeke bakker
Krentenbollen voor ons bakt.
Al uw prachtige principes
Over loon en kapitaal,
Geven wel kopy voor kranten
Maar geen voedzaam middagmaal.
J. H. SPEENHOFF.
llllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllHlMMIIHIIIIIIIIIim
H.VANDOOREN&Cü.
AMSTERDAM DEN HAAG UTRECHT
Bewaart gedurende de Zomermaanden
Uw BONT in MOTVRIJE KLUIS
!mllHUMIIIIIMIIIIIIIIIIIMtMIIMIIIHU!1<H*HIMIIMIIII1lllimtm»mlM4MH*
wikkeld, veelzijdig en belangrijk, de taak
van opvoeder en onderwijzer derhalve zoo
ernstig en verantwoordelijk, dat men hier
minder dan in eenig ander geestelijk werk
aan het toeval mag overlaten, en al wat
bij kan dragen tot degelijker kennis, dieper
inzicht, hooger opvatting van de leeraarstaak
dankbaar aangrijpen of bevorderen moet?
Ziedaar vragen waarop de praktijk zelve
het antwoord heeft gegeven in de overal
gevoelde behoefte' aan wetenschappelijke,
dat is grondige, breede en veelzijdige,
methodische en systematische beoefening
der tal l oo ze vraagstukken van opvoeding in
't algemeen, van schoolonderwijs en be
handeling der verschillende leervakken in 't
bijzonder. Daarvan spreekt het optreden van
den rector van het Haagsch Lyceum, prof.
Casimir, als bijzonder Hoogleeraar in de
IIMIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIMIliHlIflIlmlIlttllllllllll
iiiiiiiMiiiiiilittmitttn
veroordeeld, zich op die wijze een plaats
in 't parlement te verooveren. Maar met dat
al is het voor den zuiver voelende, den
dichter, een bespottelijke toestand, strijdig
met gezond verstand en goede zeeden. Een
wijs burger van een mondig volk zal zich
niet op die manier inkoopen in een volks
vertegenwoordiging. Voor zijn meedeburgers
toezicht houden op deregeerlngsdadenisgeen
prettig en eervol baantje, maar een moeilijke
plicht. Daarvoor maakt men zelf geen on
kosten, en reist men niet dorpen en steeden
af om zich zei ven ter markt te brengen en
de eigen waar aan te prijzen. Zoo doen
geen verstandige, bescheiden en waardige
staatsburgers. Dat voelen wij Hollanders
beeter dan Engelschen of Amerikanen. Dat
is het wat veelen onzer land-genooten en
de besten, vooral ook de vrouwen af
keerig maakt van alle politiek. Het is een
hinderlijke, onwaardige reclame.
En dat behoefde toch niet. Aan het doel
van de verkiezingsactie zou reeds volkoomen
beantwoorden een reeks voordrachten, te
houden in alle districten, op kosten van den
staat, door daartoe van staatswege
aangeweezen bekwame spreekers, die het programma
der voorgestelde candidaten uiteen zetten en
gelegenheid gaven tot debat, vragen-stelling
en gedachte-wisseling. De candidaten zelf
zouden daarbij een ondergeschikte rol moe
den speelen, ze zouden hun program moeten
verdeedigen, maar niet de hoofdtoon voeren,
niet zichzelven aanbeveelen, niet de ver
kiezingsactie leiden in het uitsluitend belang
van zichzelven of hun partij. Alle onwaar
dige reclame, alle werken met geld om
iemands verkiezing te bevorderen, zou als
omkooperij wettelijk moeten worden
teegengegaan, wanneer de algemeene zeeden er
niet met voldoende kracht teegen op
kwamen.
Zonder eenig ooverleg gepleegd te hebben
met de groep die mijn eigen candidatuur heeft
gesteund Algemeene Staatspartij, weet
ik dat bovenstaande beschouwingen in hoofd
zaak door hen zullen worden gedeeld. En daar
ik meen dat onze gemeenschap gaandeweg
haar ontvoogding en sociale mondigheid
nadert, zoo geloof ik ook dat de genoemde
beginselen en inzichten het teegenwoordlge
kiesstelsel lang zullen ooverleeven. De
moeyelijkheid is niet om stelsels of mooye
leuzen ie bedenken, maar standvastig te
blijven in zuivere beginselen.
FREDERIK VAN EEDEN
Nederl. Munt
Hollands meest gewilde Sigaar