Historisch Archief 1877-1940
». 8148
Zaterdag 20 Juli
&? 1018
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof... Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
j Prijs per No. f 0.20. Per 3 rond, f 2.25. Abonn. ioopen per jaarj | Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam | | Advertentiën omslag f 0.35 p. regel, binnenpag. f 0.40 p. regel
De Commissie voor de Uitschry ving
van de Kracht en Warmte- en
Levensmiddelen Prijsvragen
maakt bekend dat voorde
Voedlngsbrochureprjjsvraag, behalve de 7 antwoorden In het
nammer van 13 dezer vermeld, nog Is Ingeko
men een 8ste antwoord onder het motto:
ATOOD LEEKT BIDDEN".
minimin Miimiiimiiiii
Blsdz. 1: Nieuw Liberalisme, door
v. H. Bnitenl. Overzicht, Andere Verjaardag,
door dr. W. O. O. Bjvanck. Bericht aangaande
de Kracht en Warmte en Levensmiddelen prijs
vraag. 3: Brief uit Indiëaan De Amsterdammer",
door B. J. Het Begearingsu teekeaing van
Jordaan. Krekelzang, door J. H. Speenhofi. De
Groote omkeer in Dnitschland.door dr.Fr. v. Eeden.
3: Boekbespreking i Het Weidsoh Ornaat, door J.
E. Halga. Feuilleton: Bedienden, spel in l be
drijf, door Herman Salomonson. 5: Voor Vrouwen
(redaotric e Elis. H. Bogge): Wat de week bracht,
door Elis. M. Bogge. De Vrouwelijke Candidaten
en de Kiezers bij de jongste Verkiezingen, door
Van Deekiogham.?De Huishoudelijke Appreciaties
van Mary, III, door Ariëtte. Over Boeken en
Tijdschriften. Uit de Natuur: Donderbaard. door
Jae. F. Thtjsse. 7: De Vijanden, teekening van
George van Baemdonok. Sobilderknnst-Kroniek:
Arti, II, Amsterdam, Utrecht, b|j Gerbrand'a, Haar
lem, Frans Hala, Botterdam, in den Protector;
RsnéBoeiers, door Plasschaert. De Wetenschap
der Journalisten. I, door Nurks. Feuilleton, ver
volg van pag. 3. 8: Boekbespreking: W. G. O.
Byvanok, Bataafsch Verleden, door prol H.
Brugmans. Wilhelm Hnehlon, door dr. A. H, Fried,
overgenomen nit de Friedenswarte." Grachten
en gedempte grachten van Amsterdam, door C,
Visser. 9: Financiën en Economie: Kern en (of)
Vakvereniging, door H. Smiseaert. 10: Uit het
Kladsohrift van Jantje. Juli in Vlaanderen, door
Joh. de Maegt. Achter de Schermen, IX,
Cameraderie, door Joan. Boeketjes Sofistiek, X,
Vacantie Buiten, door Gerh. v. Op. 11: Plaats
gebrek in de Gevangenissen, teekening van Joh.
Braakensiek. Damrnbriek, red. K. O. de Jonge.
Toor hen, die ziende blind z(jn, door Ante A. H.
P.?NienweBoeken van deze Week?Droombeeld.
12: Een en ander over Heraldiek, door C. W. H.
Verster. Inbond van Tijdschriften.
Bijvoegsel: De Bljkskanselier over België, tee
kening door Joh. Braakensiek.
IIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIII
iitiiiiiiifiimiiiiiiiiiiiimim
NIEUW LIBERALISME
Het is een veelvuldige fout, tijdelijke
symptomen tot algemeene conclusie's te
maken. Wie een paar nachten slecht
geslapen heeft en bovendien met zijn
spijsvertering in de war is, tobt dat
de kwalen van den ouden dag begonnen
zijn en hij nooit meer de gezondheid
van voorheen genieten zal. Wanneer het
twee winters achtereen niet gevroren
heeft, zegt men dat 't klimaat veranderd
is, en de schaatsen wel kunnen worden
weggedaan.
Iets dergelijks meenen wij te zien bij
degenen, die na den afloop der verkie
zingen zoo gereedelijk klaar waren met
te verkondigen: dat het liberalisme
hiermede voorgoed van het tooneel ver
dwenen is."
Ons schijnen zulke redeneeringen meer
diepzinnig dan juist, en meer oratorisch
lllllHIIlllllflllllillllllliil iiiiiiiiiiu UMI iiiiiiiiu n
ANDERE VERJAARDAG
O, tegenstelling van verjaaisfeest, die arme
steden in het oorlogsgebied l..
Men stelle zich gerust, het is de bedoeling
niet hier naar de rij af het aantal verjaar
dagen te memoreeren waarvan de oogst in
deze zomermaanden zoo groot is: ik wil
alleen nog 4 Juli gedenken, den
Amerikaanschen Onafhankelijkheidsdag, in
de Vereenigde Staten en In de beschaafde
landen van Europa tegelijkertijd gevierd.
Maar dat is de sluitsteen voor mij van de
verjaardagen.
Is het niet een heel bijzondere dag?
Waartoe onze aandacht te verkwisten aan
beteekeriislooze incidenten die de eene dag
oproept en de andere dag weer opruimt,
van onze filosofische hoogte gezien, onraad
der historie door den automatische n reinigin
gsdienst der feiten op z'n lijd verwijderd?
Men zegt: A'd i e u K ti h l m a n n, e n bon
jour M. Hintzen, die een dieper in de
wol geverfde Kühlmann is! En daarmee
genoeg; onnoodig nog meer stof te maken!
Maar de viering van 4 Juli ditmaal is een
symbolische gebeurtenis. Die viering houdt
meer in dan het bloote feit van een
herinneringsfeest.
Wat is de reden geweest die ondanks
de kolossale afmetingen dezer
weretdcatastrophe ons toch bijna voortdurend een ge
voel van beklemming heeft gegeven, als of
dat onmetelijke gebeuren binnen te enge
grenzen was opgesloten? Een ge voel waar
van de beelding door den dichter tragisch
is verwezenlflkt, als hij spreekt van een
gewonde op het slagveld, zieltogend onder
een stapel dooden.
Et qui meurt, sans honger, dans d'immenses efforts.
Ja, zoo was het, het is geweest het mee
leven met een bovenmenschelijke Inspanning
zonder dat er voortgang was te bespeuren,
ziedaar de reden.
Ach, al die arme steden in het oorlogs
gebied!
dan weldoordacht. Terwijl ieder toegeven
zal, dat de vrijzinnige, of wil men: de
liberale richting uit de jongste stembus
cijfers een betrekkelijk te geringen aan
hang onder het Nederlandsche volk heeft
kunnen aanwijzen, zijn daarmede twee
dingen nog allerminst gezegd.
Ten eerste bewijst, hoe de meerder
heid der kiezers zich over zeker beleid
en beginsel uitspreekt, nog niet dat dit
beleid en beginsel ook fout zijn. En in
de tweede plaats evenmin, dat het Neder
landsche volk niet na eenige andere
ervaring, ten slotte toch ook weer aan
liberale politiek behoefte hebben zal.
Naar ónze overtuiging is dit inderdaad
het geval. Het liberalisme is geen tijde
lijke kennis, doch een blijvende metgezel
van de natie. Zij zal er nog immer veel
aan te danken hebben; en v/elke geestes
richting ook moge overheerschen, vroeg
of laat zal daarbij om een toevoeging
van het* vrijzinnige zalfsel worden ge
vraagd.
De bijzondere omstandigheden van
het oogenblik mogen niet te zwaar ge
nomen worden.
Het zij erkend, dat met de invoering
van het algemeen kiesrecht en van de
evenredige vertegenwoordiging, met
het nieuwe debuut dus van twee zaken,
waarin het liberalisme zwakker blijft
staan dan welke andere richting ook:
volkssuggestie en partij-regime, de win
nende kracht van de liberale propaganda
vanzelf zeer gedempt moest zijn. Doch
daarbij is gekomen de waanzinnige
onderlinge verdeeldheid; de onvoldoend
afgeschudde vereenzelviging met het
zittend ministerie; en de nerveuze toe
stand van vele menschen om eens wat
anders te hebben." Behalve de eigen
fouten, heeft dit alles den vrijzinnigen
partijen heel wat veeren gekost.
De taak van het liberalisme is echter
allerminst afgedaan.
De toekomende tijd zal immers, afge
scheiden van de levenskansen van be
paalde partijen, de behoefte aan liberale
politiek duidelijker doen gevoelen dan ooit.
In de eerste plaats zal in Nederland
toch eenmaal de behoefte doorbreken
naar een gezond en doelbewust nationaal
element in de politiek. Ook al werken
wij ons daartoe niet van binnenuit meer
op, zoo zullen de steeds nijpender wor
dende omstandigheden van buitenaf
het eenmaal wakker roepen.
Wij hebben den laatsten tijd door
gemaakt in eene orgie van partij
schap s-verwarring en in eene verslap
ping van de algemeene energie. Gaat
het Nederlandsche volk daarop verder
door, zoo sukkelt het, hiervan kan
men zeker zijn, heel snel den berg
af! Er moet een streven tot nationale
eenheid en tot krachtige, gezamenlijke
bevordering van de nationale belangen
wakker worden.
Maar de hand, die daartoe noodigzal
zijn, zal zijn de hand van een liberale
leiding. a
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiii
Maar heeft er dan, vooral in den beginne,
niet een stemming geheerscht, ondanks alle
miserie, als was het niet alleen te doen om
de bevrijding van België, maar om de be
vrijding der menschheid, een oorlog tegen
den oorlog ?
Zeker, zoo'n vleug van opwinding echter
van enkelen of van velen kon niet aan
houden; er was een ideale uitweg te voor
zien aan den wereldbewegenden strijd.
Het scheen wel dat de Fransche revolutie
van het elnc\ der achttiende eeuw den
beschikbaren voorraad van principes voor
de menschheid had uitgeput, zoodat er geen
beginselen meer overbleven om richting te
geven aan de toomloos losgelaten krachten.
Geen andeie dan realistische, verspreide,
dikwijls elkander weersprekende doeleinden
bepaalden den vorm van den krijg.
Het jaar 1917 heeft een verandering en
een vernieuwing gebracht. Dat was aan
Amerika en aan Rusland te danken.
Men mag denken over de Russische
revolutie wat men wil, in allen geval heeft
zij het rotsblok van het Tsarisme
weggewenteld en een strooming in de geesten
opgewekt; Amerika heeft dan het denkbeeld
van het Recht als machthebber der wereld
hooggehouden en zijn gansche nationale
kracht, economisch, financieel, militair en
technisch ingezet om zijn idee tot een
wezenlijkheid te maken. Tegenover de
anarchlsche beweging van Rusland, de klare
ordening der macht van de Vereenigde
Staten.
Voortaan heeft de wereldoorlog in de
vervulling van zijn taak een steun en een
open weg naar de toekomst. Pallas Athene,
de geharnaste idee staat de krijgers bij.
Maar o die arme steden in het oorlogs
gebied!
Natuurlijk is dat helpen van Amerika niet
alleen het gevolg daarvan dat 4 Juli 1776
vertegenwoordigers van de Amerikaansche
Kolonies In het Statenhuls te Philadelphia
bijeenkwamen om de gehoorzaamheid op te
zeggen aan het gezag van den Engelschen
Koning, Qeorge III en de zelfstandigheid
van hun Staten te proclameeren. Zoo'n
enkele lichtstip doet het niet.
Het is de Amerikaadsche geest die levend
is gebleven, die zijn groei heeft gehad, die
zijn strijd heeft gestreden, die zijn mannen
Haar beginsel toch is het meeste wars
van afscheidingen en partijzucht, van
onverdraagzaamheid en gebrek aan samen
werking. Er is stellig in dit opzicht ook
in eigen boezem geweldig veel te gene
zen ! Maar toch: wanneer het hier nog toe
komen zal, moet het zijn door middel
van een levenskrachtige middenpartij, die
zich om het vrijzinnige beginsel schaart.
In de tweede plaats zal de toekomst meer
dan thans nog door velen wordt ingezien,
den staat stellen voor geweldige econo
mische vraagstukken, sociaal-economische
zoowel als productief-economische. Het
geheele welvaartswezen dringt zich op,
dringt aan alle oude ploblemen en mo
derne democratische theoriën voorbij!
Alweer wat dit punt betreft, zal het
liberale beginsel onmisbaar zijn. In geene
maatschappelijke opvatting is steeds zoo
zeer als in die van het liberalisme,
de aandacht op het belang der pro
ductie en op hare praktische uitwerking,
op ruilverkeer en bedrijf gevestigd ge
worden. Bedriegen wij ons niet, dan
gaat de wereld weer een tijd tegemoet,
die met zijn intensen drang tot voort
brenging, aan de dagen van het
saintsimonisme herinneren zal. Het laat zich
niet anders denken, of dit zal onder de
leiding van een modern, een hernieuwd
liberalisme moeten gaan.
En in de derde plaats zien wij groote
vragen van staatsorganisatie rijzen. Men
is nu komen te staan aan den over
kantvan het algemeen stem
recht, en men staat er, gelijk te voor
zien was, vrij hulpeloos! Ook in dit
opzicht breekt het nieuwe eerst nauwe
lijks door. Het zal er nu op aan
komen, andere, geschikte vormen voor
doelmatig, democratisch staatsbestuur te
scheppen, en daarbij de democratie
tegen zichzelve te beschermen, opdat zij
niet in machteloosheid vervalt. Anderzijds
de overheidszorg en het staatsbestuur
zoodanig te organiseeren, dat zij opge
wassen zijn tegen de veelzijdige taak,
die hen wacht; en daarbij zooveel mo
gelijk de volkskrachten te ontwikkelen en
benutten.
In zooverre staan wij voor een tijd
vak, als waarvoor ook de herstellers der
moderne staten hebbejj gestaan, die in
de eerste helft van dl= 19e eeuw nieuwe
constitutioneele beginselen en praktijken
hebben moeten uitwerken. Dit zijn de
liberalen geweest. En het komt ons voor,
dat voor dit doel ook andermaal op die
richting een beroep zal worden gedaan.
Men mag toch zeggen, dat het ook juist
het liberalisme is geweest, waar de rege
ling van den staat steeds als een vak
van bijzonderen toeleg en studie heeft
gegolden; waar staatkunde iets meer
w^s, dan dilettantisme of
leuzendogmatiek. Bij anderen speelt de nauwgezette
doelmatige ordening van het staatsleven
minder een rol, dan het breede credo,
zonder dat men zich precies rekenschap
geeft, hoe dit geheel kan worden uitge
werkt.
Toch zal het hierop aankomen. De staat
zal in den nieuwen tijd ontzaglijk veel
IIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIlnlIIIIIIIIIMIIMIIMIIIIIIIIIMIIIIIIII
heeft gevonden om het werk te doen, die
zijn zieners en dichters heeft opgewekt om
het geloof brandend te houden, in te
koiten, het is de burgeroorlog geweest die
de eenheid van de Staten heeft gegrond
vest, het waren Washington en Lincoln die
hebben gehandeld, het was Walt Whitman
die profetisch aan Amerika zijn zedelijke
grootheid heeft gewezen.
Thans, in dezen staat van honderd millioen
menschen die in zijn samenstelling zou men
bijna kunnen zeggen een resumégeeft van
de wereldbevolking, is President Wilson de
woordvoerder, de man van actie, de profeet.
Hij weet het wel: hij is meer dan staats
man, hij heeft bij deze crisis der wereld
historie een hoogepriesterlijke waardigheid
te vervullen, en als die leiders der volkeren
van ouds bezocht hij dezen feestdag, dezen
4en Juli een van de gewfjde plaatsen der
nationale geschiedenis om daar, op het graf
van het groote hoofd van het volk, in
schaduw van den edelen naam van Washing
ton, de wijding te ontvangen voor zijn
woorden.
Hij spreekt er als in intiemen kring met
eenvoudig ernstigen aanhef van gedachten,
hij laat van den grafheuvel, waarop hij staat,
zijn oog rondgaan over de omgeving en de
herinnering roept hem voor den geest de
gevoelens der heroën van den bevrijdingstijd.
Zij zijn het zaad geweest waaruit de toe
komst is voortgesproten.
Nu wordt zijn taal massiever. Hij staat
daar niet alleen in overdenking; wat hij
zegt wordt in breede golving over de wijde
wereld voortgedragen, het moeten zijn
woorden gegraveerd om in het geheugen
te bleven, tot een richtsnoer der gebeurte
nissen krachtens de macht van den
Amerikaanschen geest die zich n weet met het
wereld bedoelen. Om daarop te besluiten met
een breeden uitroep van triomf en van troost.
O die verslagenen en neergeslagenen in
het wieede oorlogsgebied!
Ik wil enkele der motieven aanhalen van
President Wilson's rede bij Washington's
tombe. Dit is geen plaats die ons doet
denken aan den dood; dit is de plaats waar
de belofte is gegeven van voleinding. Een
vervulling voor de geheele menschheid!
Want al dachten de helden van een voor
gaand geslacht vooreerst aan hun dadelijke
hebben te verrichten, om de maatschappij
te herbouwen. Hij zal ook aan de maat
schappelijke rust onder de verschillende
klassen bijzondere zorg moeten wijden,
want de stof voor sociale conflicten
zamelt zich op, en toch zullen wij ons
de luxe daarvan niet kunnen
permitteeren. Voor het behoud van 't sociale
evenwicht zullen de overheidsinstel
lingen te waken hebben. Ook zal de
onverantwoordelijke democratie van het
algemeen kiesrecht en het zoogenaamde
parlementaire alvermogen, moeten worden
verwerkt tot de verantwoordelijke demo
cratie, waarop wij reeds vaker in deze
kolommen hebben gewezen: vermeer
dering van zelfbestuur, deelneming van
de burgerij aan administratie en recht
spraak, ontlasting van het parlement,
herziening van den parlementairen arbeid,
decentralisatie en vertegenwoordigende
instellingen in het bedrijfswezen, reor
ganisatie ook van de werkzaamheid van
gemeente en provincie.
Hier liggen geheele velden braak, die
met knappe hand en kundig overleg ont
gonnen worden moeten. De afteekening,
maar vooral ook de uitwerking van
nieuwe staatsbeginselen dringt zich op,
evenals na 1840 ten onzent de groep der
Negenmannen zich voor iets dergelijks
geplaatst heeft gezien.
* *
*
Op deze doeleinden moet dus de libe
rale richting zich voorbereid houden.
't Kan zijn, dat reeds spoediger hiertoe
een beroep wordt gedaan, dan meenigeen
thans denkt, 't Kan zijn, dat eerst nog
andere avonturen moeten worden door
gemaakt. Wij ;zouden echter raden in
dit opzicht gereed te zijn.
Is men dat al?
Verre van dien! De vrijzinnigheid"
was in den laatsten tijd ten onzent zeer
zeker beneden haar taak geraakt. Zij
behoeft den loop der verkiezingen waar
lijk niet als een geheel pnverdienden
slag te beschouwen. Het is een wenk,
een harde wenk, met den sjambok, dat
het liberalisme zich geheel opnieuw moet
aanpakken!
Niet het liberalisme, niet de vrijzinnig
heid, was ten onzent verouderd, maar
een groot deel der vrijzinnigen, en hunne
verhoudingen. Eigenlijk kan men zeggen,
dat na den tijd waarin Borgesius en
Pierson en Eland en Drucker hun
regeerings- en wetgevingswerk hebben ge
leverd, men aan vrijzinnige zijde in een
soort van epigonendom is verstrikt ge
raakt. Men heeft op de oude lauweren
gerust. Te weinig werd nog stelselmatig
en studieus werk verricht. Dubbele aan
leiding ware daarvoor in den oorlogstijd,
met] zijne economische vraagstukken en
politieke perspectieven geweest. Echter:
enkele zaken bleven troef, maar gezette
voorbereiding van gewichtige nieuwe
onderwerpen vond, zoowel in als buiten
het parlement, veel te weinig plaats. Het
beste hebben zich in dit opzicht de
vrijzinnig-democraten gehouden. Aan den
anderen kant bleef men te veel arrivé.
taak, hun plan kon niet anders saamvatten
dan de vrijheid van de gansche wereld. Zij
kwamen niet op voor een klasse, maar voor
het geheele volk, niet voor bijzondere be
langen, maar voor het wezenlijk belang
van den mensch. Zij zagen Amerika als de
vrijplaats der menschheid.
Wij zien thans verder. Amerika gaat
uit om in de wereld te strijden. Het kent
in dien strijd geen compromis, het heeft
daarin geen bijzondere belangen, het eischt
alleen tegenover de tyrannie de vrijheid van
de menschheid en de formule van die vrij
heid is de heerschappij van het Recht, ge
grond op den wil van het volk en rustend
op de welbevestigde en welingerichte mee
ning van het volkerengeheel. Deze plek
zag het begin der ontplooiïng van de
krachten tot vrijmaking.
Maar thans is de tijd daar om met een
trotsch vertrouwen te spreken, in den naam
van den omkeer en den opstand van het
voorgeslacht, te spreken van de ontwik
keling van dien omkeer en van dien opstand
tot de bevrijding van de geheele wereld.
Want deze krachten hebben een be
zieling, een uitzicht en een doel die niet
weten van vermindering en van dood; de
gedachte alleen aan hun vermogen omvat
reeds de belofte van triomf.
These forces once roused can never be
crushed to earth again, for they have at
their heart an inspiration and a purpose
which are deathless, and of the very
stuff of trlumph."
Triumf ook voor de vernietigende macht
van den oorlog.
Want deze oorlog doodt niet alleen de
personen, maar hij wil ook een eind maken
aan de gezamentlfjke persoonlijkheid van
het volk, hij wil de geschiedenis en de mo
numenten van het geestelijk leven der natie
vernietigen en ten doode opschrijven.
O die arme steden in het oorlogsgebied!
Denk aan Atrecht met zijn vroolijke plein,
de kerk aan de eene zijde en aan de andere
het flamboyante raadhuis met zijn belfried
en den leeuw in top die de stadsbanier
droeg, en de huizen aan de beide kanten
in hun weidsche burgerlijke versiering. Eén
ruïne thans, verminkt als een mensch, waar
van alleen een stompje Is overgebleven,
zonder een enkele expressie van leven.
Atrecht is onder vuur geweest sinds
SepAan onze Medewerkers
De redactie acht het gewenscht, haren
medewerkers en inzenders nadrukkelijk
te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo
veel mogelijk rekening te houden met den
voor het Weekblad meestgeschikten om
vang. Te lange artikelen leveren ver
schillende bezwaren op, zijn ook voor
de lezers veel minder aantrekkelijk. De
normale afmeting van artikelen moet
op ten hoogste 1500 woorden, en, die
van Feuilletons op, ten hoogste 2000
woorden worden gesteld.
Van met potlood geschreven bijdragen
kan de redactie geen kennis nemen;
evenmin van die bijdragen waarvan het
papier aan beide zijden is beschreven.
Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge
typte copie in te zenden.
Alle inzendingen moeten
geadresseerd worden: Aan
het Secretariaat der Redactie
van De Amsterdammer", Week
blad voor Nederland, Keizers
gracht 333, Amsterdam, zonder
vermelding van persoonsnamen.
Eventaeele vragen over drukproeven,
overdrukken, tijdstip van plaatsing e. d.
eveneens en uitsluitend te richten tot het
Secretariaat".
IIIIIIIIIM'llllllmlIIIII
en bedacht niet, welk een winnende
kracht het ook op de breede lagen van een
volk moet uitoefenen, wanneer een poli
tieke groep hard en zakelijk werkt,
zooals b.v. onder de sociaal-democraten
gebeurt. Dit is beter nog dan welke
propaganda of huisbezoek ook: de pro
paganda van den praktischen,
voorbereidenden arbeid. En in dit opzicht moet
veel meer worden gedaan.
Dit hangt samen met een veel te ge
ringe zorg voor verjonging en aanvulling
van krachten. Men kan op den duur niet
voortkabbelen op verworven reputatie's,
zonder aanmoediging,ja,met belemmering
van een?Nachwuchs". Wanneer deze ont
breekt, moet eene staatkundige beweging
indommelen.
Aan opgaven hapert het waarlijk niet!
Aan richtlijnen evenmin. Maar de inspi
ratie en de energie hadden zich te slapen
gelegd, ja, schenen uit den booze te
zijn. Zoo is er ingeteerd op 't kapitaal!
En dit gevaar duurt voort. Want nog
steeds bemerkt men, ook in breederen
liberalen kring, van besloten en door
niets gemotiveerden coteriegeest, die het
verdere land geen eerbied kan afdwingen
en tot de burgerij veel te weinig uitgaat.
Uit dit alles vloeit ook weer depolitieke
besluiteloosheid uit voort, die bijv. inzake
het beleid onzer vrijzinnige partijen
de twee kardinale fouten heeft doen
begaan, welke haar een groot deel van
't echec der verkiezingen op den hals
hebben gehaald: eerst de weigering om
te regeeren in 1913, vervolgens het na
laten om met 't kabinet Cort van der
Linden te breken, zoodra daartoe in
1918 de uiterste tijd gekomen was!
* *
*
HIIIIIIIIII iiinti iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim,,,,,,
tember 1914, het begin van den oorlog en
onder vuur gebleven voortdurend. Alleen
vrouwen leven er nog in kelders, wanneer
het leven raag heeten onder het aanhoudend
gedreun met de herinnering aan de uren
van verderf, die alle geluk hebben ontnomen.
Het zou zijn om te vertwijfelen, wanneer
de macht van de Idee niet in al haar wer
kelijkheid zegepraalde door het oproepen
van de milljoenen strijders voor de vrijheid
van gene zijde van den Atlantischen Oceaan.
Niettegenstaande alle bezwaren van het
verderf, dat op zee dreigt en van den af
stand, die hen scheidt van den geboorte
grond, staan zij gereed, dragers van de idee
der bevrijding...
Die arme steden in het oorlogsgebied!
Vele jaren geleden herinner ik mij in den
kring waarin ik te Parijs verkeerde wel
Tattegrain te hebben ontmoet, Tattegrain,
den geestigen historieschilder, geen talent
van den allereersten rang misschien, maar
een man toch die er mocht zijn. Hij was
van Atrecht of uit de buurt daarvan. Toen
hij van de beschieting der plaats had ge
hoord, wilde hij daarheen om nog een
indruk te hebben van zijn geliefde stad.
Maar op het gezicht van den woesten puin
hoop begaf hem zijn hart, begaf hem het
leven.
4 Juli, en door heel Frankrijk zullen de
steden hun vreugde toonen. Parijs...
Wat, Parijs! Atrecht, het doode, vertwij
felde Atrecht tooit zich met de vereenigde
Amerikaansche en Fransche vlaggen op de
doode ruïnes van huizen en openbare ge
bouwen. In feestkleeren gaan de menschen
er rond, komen van buiten de stad, nog met
de wanhoopsschittering in 't oog, die een
enkel uur van verwachting niet kandooven.
Heel ver weg in een flauw
verbeeldingsverschiet trekt de feeststoet van de Ameri
kaansche en Fransche soldaten langs de
Avenue Wilson begroet, toegejuicht en be
bloemd door een bevolking vol geestdrift
De avond valt over Atrecht, de menschen
trekken zich terug in hun holen, de vlaggen
worden ingenomen, de zwarte,
wanhoopsvolle nacht dekt de donkere vormlooze
bouwvallen. Maar het teeken der verwachting
te midden van het verdriet is toch verschenen.
De dag der bevrijding zal weder aanbreken.
Eens l
W. G. C. BYVANCK