Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
20 Juli '18. No. 2143
HET REGEERINGSEI
Teekcning voor De Amsterdammer" van fordaan
N.V. PAERELS
Meubileering M".
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
iiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiitiiiiiiiitliiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiitimiiiiimiiti
eenen arbeidskring vormen; en'de beste
drang daartoe zal misschien buiten de
politiek van den dag kunnen worden
uitgeoefend.
Wanneer daar zich de krachten aan
eensluiten, niet aanstonds tot het voeren
van actie", maar om te komen tot
praestatie, om zich onderling te
vinden in een werkplan van voorbe
reiding en toekomstbevruchting, die het
liberalisme eischt,' en waarmede het
liberalisme zich legitimeert, dan zal
ook een nieuwe winnende kracht kun
nen worden geboren, buiten alle
politikasterij.
En dan zal 't oogenblik van deze ver
kiezing blijken niet te zijn geweest een
moment van sterven, maar van
verpopping, waaruit na grauwe schrompeling,
een metamorphose en een nieuw, glo
rieus leven aanbreekt.
v. H.
DE R. K. KIP: Hoe ik het ook bekijk: uitbroeden is het eenige wat er op zit!"
iiimlliiiiiuiiiiiiliimiiiiiiiiiiiiiiiilii
IIIIIIIIIIIIIMII1IU Hllll
IIUIIIIIMMIMIIIIMIIIMIIIIIIIimlIIIIIIIIIIIIMIIIIHIlmltHIMIlMIIIIIHIIIMIIIIIIMIII
Zoo liggen de middelen zoowel als
?de wegen voor het nieuwe liberalisme
open en bloot. Niet tobbe men zich af
om pakkende leuzen en suggestieve
programdenkbeelden te formuleeren,
waarin andere richtingen waarschijnlijk
steeds voor zullen blijven. Het libera
lisme is nu eenmaal de leer van het
mogelijke, van het bereikbare, van het
praktische, van het nuchtere; en zijn
idealen van voortdurende, vrije ontwik
keling, van persoonlijke verantwoorde
lijkheid en van harmonische samenwer
king zullen uit zich zelve nimmer zoo
de menigte pakken, als godsdienstige roep
of sociale utopie dit doen.
Het beste, dat het liberalisme daar
nevens te stellen heeft is: werk en
resultaten, voortvarendheid en moed,
toewijding aan het algemeen belang.
Hiermede moet het nieuwe tijdvak inge
zet worden. In welke partijorganisatie dit
zal kunnen gaan, laat ons even onver
schillig. Dit moet de ervaring nog leeren.
Nergens bestaan meer persoonlijke moei
lijkheden dan pp dit gebied. Toch zal
onvoorwaardelijk naar een grootere,
andere eenheid moeten worden gestreefd,
al ware het alleen, omdat slechts op
die manier werkelijk werk kan worden
gedaan.
Het was onze meening, dat de liberale
DE GROOTE OMKEER IN
DU1TSCHLANO
Dr Poul Bjerre, de Zweedsche literator en
psycholoog heeft een bezoek aan Duitschland
gebracht en stelt vast dat een geweldige
omkeer keeft plaats gevonden in de gemoe
deren. In 1914 booden professoren zich aan
als vrijwilligers, de meer dan SOjarige Rlchard
Dehmel greep naar 't geweer, Sombart ont
popte zich als een laayende
krqgs-enthousiast, het intellekt werd de drijvende kracht
van de handeling.
Dit was, volgens Bjerre, geen zuiver
patriotisme, geen slaafs zich gebonden voelen
aan het Pruisische systeem. Hier was een
sterker motief aanwezig. Men haalde den
oorlog in als de een'g moogelt/ke zuivering
van de menschheid. Men had geleeden onder
het steeds toeneemende materialisme en
mechanisme, men had ondervonden dat die
tijdgeest het woord heett zijn kracht verloo
ren in een tijd zonder geest niet te bekam
pen was. De oorlog zou een reinigend vuur
zijn waaruit de nieuwe mensen zou opstaan.
Nu had Bjerre geleegenheld te spreeken
met een deezer dweepers van 1914. Maar
deeze had de groote omkeer ondergaan. Zijn
inzicht was geoopend voor het tragische
feit dat de oorlog niet anders bleek als het
démasquévan de Vreede. Dat wat tot den
oorlog geleid had, de geestelijke vertroe
beling, het daaraan sluitend bruute leeven,
het egoTsme, het materialisme waren niet
door den oorlog ooverwonnen, maar hadden
inteegendeel kracht gewonnen en de staats
machine bracht ondragelijker slavernij dan
te vooren. Er was geen hoop meer, tenzij
het Wonder.
Bjerre vroeg hem: Kan dan een geestelijk
herbooren worden voortkoomen uit een be
weeging in het materieele plan? Ontstond
een geestelijke beweeging ooit uit iets anders
dan uit de nieuwe geestelijke sfeer, in enkelen
unie de middenpartij kon zijn, van wie
voldoende aantrekkingskracht en
verzamelvermogen uit zou gaan, om van
het nieuwe liberalisme het brandpunt te
worden. Dit is niet verwezenlijkt. Maar
niet op de namen, doch op de zaken
komt het aan. Het is noodig een jong,
vrijzinnig geslacht met nieuw plichts
gevoel en nieuwen arbeidslust te ver
vullen. Den pakkendsten stoot daartoe
heeft zeker de economische bond van den
heer Treub gegeven, en wanneer die
zich niet in zichzelve opsluit, maar ook
op samenwerking uit is, kunnen waar
schijnlijk het eensklaps gegroeide en 't
groeikrachtige bestaande het vruchtbaarst
bijeenkomen. De goed willenden van ver
schillende nuance zullen toch bijeen
moeten komen, en in de eerste plaats
Brief uit Indiëaan
De Amsterdammer"
Batavia, 4 April 1918
De ,-neeningen over Wilsonisme en de
Amerlkaansche politiek, in
onderstaanden Brief uit Indiëvan onzen geachten
en gezaghebbenden medewerker uit Java,
zijn niet die, welke De Amsterdammer"
voor Nederland en zijne koloniën de
juiste heeft geacht. De nadere feiten en
bijzonderheden zullen trouwens
waarschynlijk ook in Insulinde nog tot verdere
overweging aanleiding geven.
Wel echter vinden wij aanleiding, de stem
ming In Indiëgewekt en sprekend uit het
schri/ven van iemand als onzen corres
pondent, hierbij af te drukken.
Het was een slapelooze nacht. Ik verliet
mijn bed om in mijn studeerkamer de ver
veling met een sigaret te trachten te ver
drijven. In de stilte van de duisternis, waarin
men om met Mark Twain te spreken
zijn mikroben kon hooren knagen, ving ik
met een subliminair gehoor een onwezenlijk
geluid van een stem op. Het kwam van een
nabij rtaand tafeltje, waarop een groep
Chineesche porseleinen beeldjes geschaard stond:
eerr Kwan Yin, liefelijk en waardig op een
Kylin gezeten, een tot een menschelfjke
abstractie uitgeteerde Boeddhistische monnik,
een gezellige, op gekruisde beenen gezeten
dikzak met breed lachenden mond, een grijs
aard met lange witte baard, goedig
rondblikkend van zijn zitplaats op den rug van
IIBIIIIIIIIIIIMIMIIItlllMIIIIIIIIIMMIIIMIIMIIIIIIIIIIIIMtllllllllMIMIIIIIIIHIIIII
OELOF fllTROEN
Kalverstraat 1
- Opgericht 1850
TELEFOON 658 N
Paarlen, Brillanten
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll .Illllllllllllllltlllllllllll
J. A. HOETIHG
Hofjumrolloi» - - Amsterdam
Paarlon - Colliers
Brillanten
leevend en van enkelen uitgaand?"
Toen zeide de ander zacht en langzaam,
als zag hij een ver vizioen: Als ge misschien
de Augustus-dagen van 1914 hier had mee
gemaakt ...? Ja, ja," zei Bjerre, ik begrflp;
dan zou ik óók geloofd hebben dat die
grandiooze opheffing, booven alle persoonlijkheid
uit, het groote Wonder geweest was, dat
meent ge. Ik zou ook den schijn voor de
waai held hebben genoomen. Het is mooge
lijk. Men kent zichzelf zoo weinig."
? Veelen Tiebben dien grooten omkeer
doorlet f d. En veelen hoopen op nieuw.?Waarop?
Het antwoord was: de honger, de nood.
De oorlog deed het niet. Door den nood
zal het koomen."
Ach de honger l Als koolrapen 's morgens,
's middags en 's avonds het niet konden l
En het stadium van de koolrapen is voorbij,
en zal wel niet terug keeren. Revolutie en
bloedbad en Bolsjewisme, die alleen zouden
de massa sterk genoeg kunnen beroeren.
De nood kan werken als een zweep voor
den trage, maarietsnieuwsverheffen?... Nooit!
Bjerre vond dat men f ei t ei ij k verder en
verder van den honger af raakt. Ais vreem
deling leefde hij in Berlijn eeven goed als
in Stockholm. Niemand teert werkelijk op
het staats-rantsoen. ledere hulsmoeder heeft
haar smokkelwaren. Er is een modus vivendi
gevonden. In Duitschland zal zeeker de
honger niet tot het wonder leiden. Maar
hoe lang moet dan de oorlog duuren? Want
als de oorlog het teegengestelde van een
verheffing bewerkt, moesten toch
kuituuraansprakelijke mannen als Rlchard Dehmel
het geweer weg werpen.
Bjerre meende, na een zorgvuldige
bereekenlng, den duur te moeten stellen op
minstens tien jaar. Die uitspraak werd alge
meen als een zwakhoofdlge paradox be
schouwd in Zweden. Maar in Duitschland
was men zoo optimistisch niet. Van een
bevoegd persoon hoorde hij daar: Eerder
vier dan twee, eerder tien dan vier, eerder
twintig dan tien."
Men heeft zich in den oorlogstoestand
ingeleefd. De oorlogsberichten worden ge
leezen als alle ander nieuws. Dit is een
opvallend verschil met twee jaren geleeden.
Bjerre meent dat men te weinig reekening
houdt met de moogelijkheid dat de oorlogs
toestand! een oover gang is tot een nieuwe
bestaansvorm. De groote massa en de land
bouwers hebben) niet zoo zeer te klagen.
Ze hebben allen werk en worden ongehoord
hoog betaald. Ze zullen kleine kapitalisten
worden en zich aansluiten aan het burgerlijk
verband. Aan de industrie en het groot
kapitaal denkt Bjerre maar liever niet, anders
zou zijn rechtvaardigheidsgevoel al te
oproerig worden. De uitgeevers beleeven een
gulden tijd, zij verkoopen alles wat gedrukt
wordt en alles wat ze nog in voorraad
hadden millioenen boeken gaan naar de
loopgraven.
Men denke aan het leeven dier millioenen,
vroeger in fabrieken, voorstads-huurkazernes,
onder voedselzorg en klassenstrijd. Dit ruil
den ze voor lucht, volop eeten, sport, sigaren,
boeken en het leeven onder kameraads.
De offensieven, en de middenstand zijn
duistere plekken in deeze beschouwing. Maar
de hoofdvraag is: wordt er zooveel
menschelijk materiaal verspild, dat dit een reeden
zou zijn tot opgeeven van den oorlog?
Neen! want het blijkt dat op den duur
misschien 50 a 75 pCt. verlooren gaat, en
er dus ooverblijft wat men zou bereiken als
het tweekinder-stelsel werd ingevoerd.
De middenstand zal, volgens Bjerre, moeten
ondergaan. Maar dit is voor de samenleeving
niet meer dan een verschuiving, zooals die
bij iedere sociale omkeer voorkomt. En op
die wijze zou men kunnen zeggen dat de
oorlog bevordert het materialistisch ideaal:
het grootst moogelijk genot voor het grootste
aantal. Wat 99 pCt der menschen geluk"
noemt.
Maar er zijn gewlgtiger reedenen, die het
einde van den oorlog ver houden. Wij ver
keerden in een latenten oorlogstoestand,
waarvan de oorzaken liggen in de eeuwen
geschiedenis achter ons, en niet plotseling
weg te neemen zijn. De vreede van
BrestLitowsk die niemand ernstig neemt is
een voorbeeld van wat er terecht komt van
een verbond, in deeze omstandigheden
geslooten.
En voor de binnenlandsche politiek kan
een rustig voortstappende koe. Het was blijk
baar de lachende dikzak, die sprak.
Kwan Yin en gij heeren," zei hij duidt
het mij niet ten kwade, dat ik eens hartelijk
uitlach. Dat komt van de politiek. Het is
vandaag weer een goede dag geweest voor
filosofen met een porceleinen ziel als ik.
Voor zulke naturen is President Wilson, die
maar raak neemt en raak als recht procla
meert wat in zijn kraam te pas komt, een
buitenkansje. Ha, ha, hal
Kwan Yin. President Wilson? Is dat
niet die man, die aan den oorlog is gaan
meedoen omdat hij den duikbootoorlog als
een inbreuk op de rechten der Vereenigde
Staten als neutrale beschouwde?"
De Dikzak. Ja, Kwan Yin, dezelfde
ook, die als een ridder in het krijtperk is
getreden voor het goed recht der neutralen
en ook voor het goed recht der kleine staten
en dat der demokratie."
De Grijsaard. En heeft die nu maar
zonder omslag alle Nederlandsche schepen,
waar hij en zijn Engelsche trawant de hand
op konden leggen, weggepakt?"
De monnik (met een grafstem). Ishij
de Oppermensch van Nietzsche, die over
alle vooroordeelen heen is?"
De Dikzak. Misschien is hij wel alleen
een drenkeling, die alles aanpakt wat binnen
zijn bereik is om niet onder water te ge
raken."
K w a n Y i n. O, die mannenpraat. Wat
hij gedaan heeft zou iedere vrouw in zijn
plaats ook gedaan hebben."
De Dikzak. Wel verplicht! We zullen
dan maar aannemen, dat President Wilson
evenals het geslacht, waartoe Kwan Yin
behoort, wel eens tijdelijk last heeft van
geestelijke kleurenblindheid.
What in matters of colour is called
Daltonism.
In matters of right may be named
Wilsonism!
Ha, ha, ha!"
Kwan Yin. Ik laat President Wilson
daar, wat mij betreft kun je Wilsonism zelfs
op felonism laten rijmen, maar voor de
vrouwen moet ik opkomen..."
De Dikzak. Kwan Yin. Ik bid je,
denk aan de nachtrust van onzen baas. Als
tiet je gevoelens te na komt President
Wilson en het vrouwelijk geslacht van
geestelijke kleurenblindheid te verdenken,
trek ik mijn woorden in. Het ligt ook voor
de hand, niet waar, in Wilsonism niets
anders te zien dan het machtwoord van
den President: IWILL it, SO be it. Ha, ha, ha!"
Het gesprek nam hiermede een eind.
Ik kon niet anders dan mijn Dikzak gelijk
geven: het is een voorrecht in dezen tijd
een porceleinen ziel te bezitten. Voor mijn
moreel ten minste is de opname van al
hetgeen aan enormiteiten thans in de wereld
gedaan wordt te machtig. Het spel van
stuivertje verwisselen met telkens meer en
ongeliktere duivels, dat de Nederlandsche
maagd nu reeds vier jaren speelt, wordt
vermoeiend om aan te zien. Intusschen
waren de toestanden hier in Indiëtot vóór
korten tijd nog in staat het moreel op te
houden. Wel werd de afzondering telkens
grooter, maar de levensvoorwaarden hand
haafden zich op een meer dan dragelijk
peil. Er was geen gebrek aan levensmiddelen
en de onon t beerlij kneden van het leven en
zelfs niet aan veel, dat tot Ie superflu"
behoort.
Deze overvloed zal nu plotseling voor
gebrek plaats maken, gebrek in de eerste
plaats aan het allernoodigste zooals rijst,
melk, meel, boter en verder ook aan al het
andere, dat een meer of minder belangrijke
FO! in het leven speelt. Onze afsluiting van
de buitenwereld is nu volmaakt. Wij zijn
teruggekeerd tot den primitieven staat van
verhouding tot de buitenwereld, waarin
bulten het gebied van den eigen stam
rechteloosheid en onveiligheid heersenen
en men alleen op eigen territoir nog eenig
gevolg van zekerheid heeft.
De gevolgen van dezen toestand van
afsluiting van de buitenwereld zijn zeer
ernstig. Alle in- en uitvoer is stop gezet
voor een niet te bepalen tijdsduur. Wat
baat het nu suiker, rubber, tabak, thee,
kinabast enz. «voort te brengen ? Met deze
vraag worden alle cultuurondernemingen
voor het harde dilemma gesteld om óf de
productie te staken of althans belangrijk
in te krimpen dan wel groote bedragen
werkkapitaal om te zetten in producten, die
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiHinitiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiimmi
vreede niet anders zijn dan een schrikbeeld,
dat den geldman en den politicus de handen
doet wringen. De volken zijn geruïneerd en
ooveral rijzen onoplosbare probleemen. Nu
meene men niet, dat Bjerre een verdeediglng
van den oorlog bedoelt. Hij geeft de feiten
zooals ze hem vóórkwamen. Die schijnbare
verbeetering in het lot van veelen is een
weg naar de hel; geplaveid met valsche
waarden. Het materieele leeven moge feest
vieren, het hoogere stort ineen.
De waereldoorlog was noodig om den
menschen deh afgrond van leugen en ellende
te wijzen waarbooven onze zoogenaamde
cultuur is gebouwd, om hen te leeren
dat een reiniging der menschheid niet be
reikt wordt door bajonetten en granaten.
Die reiniging moet van binnen uit gebeuren.
Al wat op materie is gebouwd, staat op een
zandboodem. Wie de groote omkeer nog
niet heeft doorleefd zal na nog eenige oor
logsjaren wel eindelijk zoo ver koomen.
Nu is er verscheenen een Jaarboek van
de Aktivisten" geschreeven door ongeveer
dertig meedewerkers, en de inhoud komt in
hoofdzaak hierop neer. De zuiver negatieve
uitwerking van deezen oorlog is eindelijk
tot in breede kringen van het intellectueele
Duitschland doorgedrongen. Zoo zegt von
Qerlach in zijn opstel oover den volkeren
bond": Tot en met het vierde oorlogsjaar
vindt men nog menschen, die spreeken
oover den .grooten tijd" die wij beleeven.
Ik twijfel of later de geschiedenis de jaren
1914?(...?) anders zal beschouwen, dan als
een zinloos moorden, een vernietigen van
economische waarden en een onherstelbaar
verlies aan kuituur en kunstschatten. Alle
holle pathos en metafysische frazen zijn
ooverleefd en er moet verzet koomen ter
wijl het nog tijd is." Helene Stocker zegt:
de zoogenaamde real-politici zijn de opper
vlakkigste, hardnekkigste vijanden van de
menschheid".
Ze gelopven alleen wat hun handen
kunnen grijpen en ontkennen daarmee de
oneindige macht en gezichtskracht van den
Geest, die alleen de uiterlijke waereld
opbouwt in goed en kwaad".
Geweld wordt alleen overwonnen door
GEVANGENISKLANTJE
Ja, meneer de Commissaris
Daar was ouwe Heintje weer,
Is er nu geen pietsie plaatsje
Voor uw trouwe klontje meer?
Niemand heb ik op de wereld
Nergens huis of onderdak,
Daarom kom ik nog eens vragen
Om een hoekje in de bak.
Voor zoo'n sukkelige stakker
Is 't niets gedaan op straat;
Als ik zit houd ik me netjes
Als ik vrij ben, doe ik kwaad.
Ben ik minder dan 'n ander
Minder dan een moordenaar?
Die is beter af dan Heintje
Die krijgt wel zijn vijftien jaar.
Ach, meneer de Commissaris
Houd me van de straten af,
Stuur me naar die stille bajes
Want mijn vrijheid is mijn straf.
Wie de fiets heeft uitgevonden
Is een smeerlap van 'n vent,
Want dat lamme ding op wielen
Is mijn grootste concurent.
Alle huizen van bewaring
Met de krententuin er bij,
Zitten vol met zwijntjesjagers
Nergens is er plaats voor mij.
Vroeger jaren was 't schande
Als je in de nor moest gaan,
Tegenwoordig word je nijdig
Als de heeren je ontslaan.
Wat moet Heintje gaan beginnen
Als hij niet de cel in mag,
Toe, meneer heb medelijden
Denk toch aan mijn ouden dag.
Bijna vijf en twintig jaren
Ben ik nu al vaste klant,
Laat me nu ook rustig sterven
Bij de luidjes van mijn stand.
Kijk, ik heb al wat gestolen
Ik ben strafbaar, berg me op,
Want ik tikte in de wachtzaal
Een horloge op de kop.
J. H. SPEENHOFF.
iiiiiiitmiiiimii
HUM iiiiimmiiiiiii
H.VANDOOREN&Cü.
AMSTERDAM - DEN HAAG - UTRECHT
Bewaart gedurende de Zomermaanden
Uw BONT in MOTVRIJE KLUIS
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUimillllllMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIItlll
niet te gelde kunnen worden gemaakt.
Kiezen zij het eerste alternatief, zoo zien zij
het geoefende werkvolk verloopen en hebben
zij het vooruitzicht bij hervatting van het
bedrijf dit geheel opnieuw te moeten op
bouwen. Kiezen zij het laatste, zoo onder
vinden zij het bezwaar, dat hunne beschik
bare middelen niet alleen uitgeput raken
maar dat zij zelfs in schuld komen of, indien
zij geen krediet vit,den, dat haar levensdraad
wordt afgesneden.
Voor het inlandsche werkvolk zijn de ge
volgen niet te overzien, wanneer tot een
sluiting van ondernemingen op groote schaal
besloten mocht worden. Voor dit deel der
inlandsche bevolking gaapt dan een onpeil
bare afgrond van ellende, indien de Regee
ring niet met werkverschaffing op groote
schaal tusschenbeide komt.
Alleen zij, die bouwgrond hebben, kunnen
de toekomst zonder te veel zorg tegemoet
zien. Toch is ook voor hen die toekomst
niet geheel helder. Java voert in normale
omstandigheden 400.000 ton en de
Buitenbezittingen 300.000 ton rflst 'sjaars in,
welke hoeveelheden nu gemist zullen wor
den. Men hoopt door alle zeilen bij te
zetden geest. Alleen het geestelijk Aktivisme
kan deeze waereld-stoornis tot een einde
brengen.
Volgens Bjerre is er geen land waar thans
zoo diep gedacht wordt als in Duitschland.
Maar... het woord is er impotent. De cen
suur behoeft niet eens in te grijpen. Het blijven
club aangeieegenheeden. Deeze impotentie
van het woord is de belangrijkste oorzaak van
het uitblijven van politieke verbeeteringen
om van revolutie niet te spreeken. Er is
stagnatie in de normale leevensuitingen der
gemeenschap en d<t is alleen moogelijk door
de ijzer-harde wet der offensieven. Bjerre
ziet nog de meeste kans voor regeneratie
in de neutrale landen, die het minst van
den oorlog te lijden hebben gehad.
Ik ken Bjerre persoonlijk als een betrouw
baar en diepzinnig man. Zijn observatie is
stellig juist maar zfln geest ziet de toe
standen naar mijn meening te somber. Een
verblijf in het Amerika van thans zou hem
meer licht brengen. Maar ook de lectuur
van het jongstverscheenen tijdschrift die
Friedenswarte" kan ons reeden zijn tot bemoe
digt g. Een indiukwekkend aantal Duitsche
en Zwitsersche meedewerkers schrijven in dit
uitmuntend tijdschrift oover den oorlog bij
't ingaan van het vijfde oorlogsjaar, allen
in denzelfden zin van totale omkeer. Met
aandrang beveel ik de lectuur van deze
merkwaardige publicatie aan. Een Duitscher
zelf herhaalt daar mijn woord, met nog
sterker nadruk: Algemein wird nach dem
Grundsatz gehandelt: Wer jetzt nicht lügt
ist ein schu/f' *)
Deeze zeif-inkeer is hoopvol, en waar de
geest waarlijk in aktie komt, daar daagt
ook het Licht.
FREDERIK VAN EEDEN
*) Die Friedenswarte" no. 7/8 Juli
August 1918 pg 178.
Levensverzekering Maatschappij
H A A R L E M"
Wilsonsplein 11
DE VOORDEELfGSTE TARIEVEN