De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 20 juli pagina 2

20 juli 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 20 Juli '18. No. 2143 HET REGEERINGSEI Teekcning voor De Amsterdammer" van fordaan N.V. PAERELS Meubileering M". COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N iiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiitiiiiiiiitliiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiitimiiiiimiiti eenen arbeidskring vormen; en'de beste drang daartoe zal misschien buiten de politiek van den dag kunnen worden uitgeoefend. Wanneer daar zich de krachten aan eensluiten, niet aanstonds tot het voeren van actie", maar om te komen tot praestatie, om zich onderling te vinden in een werkplan van voorbe reiding en toekomstbevruchting, die het liberalisme eischt,' en waarmede het liberalisme zich legitimeert, dan zal ook een nieuwe winnende kracht kun nen worden geboren, buiten alle politikasterij. En dan zal 't oogenblik van deze ver kiezing blijken niet te zijn geweest een moment van sterven, maar van verpopping, waaruit na grauwe schrompeling, een metamorphose en een nieuw, glo rieus leven aanbreekt. v. H. DE R. K. KIP: Hoe ik het ook bekijk: uitbroeden is het eenige wat er op zit!" iiimlliiiiiuiiiiiiliimiiiiiiiiiiiiiiiilii IIIIIIIIIIIIIMII1IU Hllll IIUIIIIIMMIMIIIIMIIIMIIIIIIIimlIIIIIIIIIIIIMIIIIHIlmltHIMIlMIIIIIHIIIMIIIIIIMIII Zoo liggen de middelen zoowel als ?de wegen voor het nieuwe liberalisme open en bloot. Niet tobbe men zich af om pakkende leuzen en suggestieve programdenkbeelden te formuleeren, waarin andere richtingen waarschijnlijk steeds voor zullen blijven. Het libera lisme is nu eenmaal de leer van het mogelijke, van het bereikbare, van het praktische, van het nuchtere; en zijn idealen van voortdurende, vrije ontwik keling, van persoonlijke verantwoorde lijkheid en van harmonische samenwer king zullen uit zich zelve nimmer zoo de menigte pakken, als godsdienstige roep of sociale utopie dit doen. Het beste, dat het liberalisme daar nevens te stellen heeft is: werk en resultaten, voortvarendheid en moed, toewijding aan het algemeen belang. Hiermede moet het nieuwe tijdvak inge zet worden. In welke partijorganisatie dit zal kunnen gaan, laat ons even onver schillig. Dit moet de ervaring nog leeren. Nergens bestaan meer persoonlijke moei lijkheden dan pp dit gebied. Toch zal onvoorwaardelijk naar een grootere, andere eenheid moeten worden gestreefd, al ware het alleen, omdat slechts op die manier werkelijk werk kan worden gedaan. Het was onze meening, dat de liberale DE GROOTE OMKEER IN DU1TSCHLANO Dr Poul Bjerre, de Zweedsche literator en psycholoog heeft een bezoek aan Duitschland gebracht en stelt vast dat een geweldige omkeer keeft plaats gevonden in de gemoe deren. In 1914 booden professoren zich aan als vrijwilligers, de meer dan SOjarige Rlchard Dehmel greep naar 't geweer, Sombart ont popte zich als een laayende krqgs-enthousiast, het intellekt werd de drijvende kracht van de handeling. Dit was, volgens Bjerre, geen zuiver patriotisme, geen slaafs zich gebonden voelen aan het Pruisische systeem. Hier was een sterker motief aanwezig. Men haalde den oorlog in als de een'g moogelt/ke zuivering van de menschheid. Men had geleeden onder het steeds toeneemende materialisme en mechanisme, men had ondervonden dat die tijdgeest het woord heett zijn kracht verloo ren in een tijd zonder geest niet te bekam pen was. De oorlog zou een reinigend vuur zijn waaruit de nieuwe mensen zou opstaan. Nu had Bjerre geleegenheld te spreeken met een deezer dweepers van 1914. Maar deeze had de groote omkeer ondergaan. Zijn inzicht was geoopend voor het tragische feit dat de oorlog niet anders bleek als het démasquévan de Vreede. Dat wat tot den oorlog geleid had, de geestelijke vertroe beling, het daaraan sluitend bruute leeven, het egoTsme, het materialisme waren niet door den oorlog ooverwonnen, maar hadden inteegendeel kracht gewonnen en de staats machine bracht ondragelijker slavernij dan te vooren. Er was geen hoop meer, tenzij het Wonder. Bjerre vroeg hem: Kan dan een geestelijk herbooren worden voortkoomen uit een be weeging in het materieele plan? Ontstond een geestelijke beweeging ooit uit iets anders dan uit de nieuwe geestelijke sfeer, in enkelen unie de middenpartij kon zijn, van wie voldoende aantrekkingskracht en verzamelvermogen uit zou gaan, om van het nieuwe liberalisme het brandpunt te worden. Dit is niet verwezenlijkt. Maar niet op de namen, doch op de zaken komt het aan. Het is noodig een jong, vrijzinnig geslacht met nieuw plichts gevoel en nieuwen arbeidslust te ver vullen. Den pakkendsten stoot daartoe heeft zeker de economische bond van den heer Treub gegeven, en wanneer die zich niet in zichzelve opsluit, maar ook op samenwerking uit is, kunnen waar schijnlijk het eensklaps gegroeide en 't groeikrachtige bestaande het vruchtbaarst bijeenkomen. De goed willenden van ver schillende nuance zullen toch bijeen moeten komen, en in de eerste plaats Brief uit Indiëaan De Amsterdammer" Batavia, 4 April 1918 De ,-neeningen over Wilsonisme en de Amerlkaansche politiek, in onderstaanden Brief uit Indiëvan onzen geachten en gezaghebbenden medewerker uit Java, zijn niet die, welke De Amsterdammer" voor Nederland en zijne koloniën de juiste heeft geacht. De nadere feiten en bijzonderheden zullen trouwens waarschynlijk ook in Insulinde nog tot verdere overweging aanleiding geven. Wel echter vinden wij aanleiding, de stem ming In Indiëgewekt en sprekend uit het schri/ven van iemand als onzen corres pondent, hierbij af te drukken. Het was een slapelooze nacht. Ik verliet mijn bed om in mijn studeerkamer de ver veling met een sigaret te trachten te ver drijven. In de stilte van de duisternis, waarin men om met Mark Twain te spreken zijn mikroben kon hooren knagen, ving ik met een subliminair gehoor een onwezenlijk geluid van een stem op. Het kwam van een nabij rtaand tafeltje, waarop een groep Chineesche porseleinen beeldjes geschaard stond: eerr Kwan Yin, liefelijk en waardig op een Kylin gezeten, een tot een menschelfjke abstractie uitgeteerde Boeddhistische monnik, een gezellige, op gekruisde beenen gezeten dikzak met breed lachenden mond, een grijs aard met lange witte baard, goedig rondblikkend van zijn zitplaats op den rug van IIBIIIIIIIIIIIMIMIIItlllMIIIIIIIIIMMIIIMIIMIIIIIIIIIIIIMtllllllllMIMIIIIIIIHIIIII OELOF fllTROEN Kalverstraat 1 - Opgericht 1850 TELEFOON 658 N Paarlen, Brillanten Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll .Illllllllllllllltlllllllllll J. A. HOETIHG Hofjumrolloi» - - Amsterdam Paarlon - Colliers Brillanten leevend en van enkelen uitgaand?" Toen zeide de ander zacht en langzaam, als zag hij een ver vizioen: Als ge misschien de Augustus-dagen van 1914 hier had mee gemaakt ...? Ja, ja," zei Bjerre, ik begrflp; dan zou ik óók geloofd hebben dat die grandiooze opheffing, booven alle persoonlijkheid uit, het groote Wonder geweest was, dat meent ge. Ik zou ook den schijn voor de waai held hebben genoomen. Het is mooge lijk. Men kent zichzelf zoo weinig." ? Veelen Tiebben dien grooten omkeer doorlet f d. En veelen hoopen op nieuw.?Waarop? Het antwoord was: de honger, de nood. De oorlog deed het niet. Door den nood zal het koomen." Ach de honger l Als koolrapen 's morgens, 's middags en 's avonds het niet konden l En het stadium van de koolrapen is voorbij, en zal wel niet terug keeren. Revolutie en bloedbad en Bolsjewisme, die alleen zouden de massa sterk genoeg kunnen beroeren. De nood kan werken als een zweep voor den trage, maarietsnieuwsverheffen?... Nooit! Bjerre vond dat men f ei t ei ij k verder en verder van den honger af raakt. Ais vreem deling leefde hij in Berlijn eeven goed als in Stockholm. Niemand teert werkelijk op het staats-rantsoen. ledere hulsmoeder heeft haar smokkelwaren. Er is een modus vivendi gevonden. In Duitschland zal zeeker de honger niet tot het wonder leiden. Maar hoe lang moet dan de oorlog duuren? Want als de oorlog het teegengestelde van een verheffing bewerkt, moesten toch kuituuraansprakelijke mannen als Rlchard Dehmel het geweer weg werpen. Bjerre meende, na een zorgvuldige bereekenlng, den duur te moeten stellen op minstens tien jaar. Die uitspraak werd alge meen als een zwakhoofdlge paradox be schouwd in Zweden. Maar in Duitschland was men zoo optimistisch niet. Van een bevoegd persoon hoorde hij daar: Eerder vier dan twee, eerder tien dan vier, eerder twintig dan tien." Men heeft zich in den oorlogstoestand ingeleefd. De oorlogsberichten worden ge leezen als alle ander nieuws. Dit is een opvallend verschil met twee jaren geleeden. Bjerre meent dat men te weinig reekening houdt met de moogelijkheid dat de oorlogs toestand! een oover gang is tot een nieuwe bestaansvorm. De groote massa en de land bouwers hebben) niet zoo zeer te klagen. Ze hebben allen werk en worden ongehoord hoog betaald. Ze zullen kleine kapitalisten worden en zich aansluiten aan het burgerlijk verband. Aan de industrie en het groot kapitaal denkt Bjerre maar liever niet, anders zou zijn rechtvaardigheidsgevoel al te oproerig worden. De uitgeevers beleeven een gulden tijd, zij verkoopen alles wat gedrukt wordt en alles wat ze nog in voorraad hadden millioenen boeken gaan naar de loopgraven. Men denke aan het leeven dier millioenen, vroeger in fabrieken, voorstads-huurkazernes, onder voedselzorg en klassenstrijd. Dit ruil den ze voor lucht, volop eeten, sport, sigaren, boeken en het leeven onder kameraads. De offensieven, en de middenstand zijn duistere plekken in deeze beschouwing. Maar de hoofdvraag is: wordt er zooveel menschelijk materiaal verspild, dat dit een reeden zou zijn tot opgeeven van den oorlog? Neen! want het blijkt dat op den duur misschien 50 a 75 pCt. verlooren gaat, en er dus ooverblijft wat men zou bereiken als het tweekinder-stelsel werd ingevoerd. De middenstand zal, volgens Bjerre, moeten ondergaan. Maar dit is voor de samenleeving niet meer dan een verschuiving, zooals die bij iedere sociale omkeer voorkomt. En op die wijze zou men kunnen zeggen dat de oorlog bevordert het materialistisch ideaal: het grootst moogelijk genot voor het grootste aantal. Wat 99 pCt der menschen geluk" noemt. Maar er zijn gewlgtiger reedenen, die het einde van den oorlog ver houden. Wij ver keerden in een latenten oorlogstoestand, waarvan de oorzaken liggen in de eeuwen geschiedenis achter ons, en niet plotseling weg te neemen zijn. De vreede van BrestLitowsk die niemand ernstig neemt is een voorbeeld van wat er terecht komt van een verbond, in deeze omstandigheden geslooten. En voor de binnenlandsche politiek kan een rustig voortstappende koe. Het was blijk baar de lachende dikzak, die sprak. Kwan Yin en gij heeren," zei hij duidt het mij niet ten kwade, dat ik eens hartelijk uitlach. Dat komt van de politiek. Het is vandaag weer een goede dag geweest voor filosofen met een porceleinen ziel als ik. Voor zulke naturen is President Wilson, die maar raak neemt en raak als recht procla meert wat in zijn kraam te pas komt, een buitenkansje. Ha, ha, hal Kwan Yin. President Wilson? Is dat niet die man, die aan den oorlog is gaan meedoen omdat hij den duikbootoorlog als een inbreuk op de rechten der Vereenigde Staten als neutrale beschouwde?" De Dikzak. Ja, Kwan Yin, dezelfde ook, die als een ridder in het krijtperk is getreden voor het goed recht der neutralen en ook voor het goed recht der kleine staten en dat der demokratie." De Grijsaard. En heeft die nu maar zonder omslag alle Nederlandsche schepen, waar hij en zijn Engelsche trawant de hand op konden leggen, weggepakt?" De monnik (met een grafstem). Ishij de Oppermensch van Nietzsche, die over alle vooroordeelen heen is?" De Dikzak. Misschien is hij wel alleen een drenkeling, die alles aanpakt wat binnen zijn bereik is om niet onder water te ge raken." K w a n Y i n. O, die mannenpraat. Wat hij gedaan heeft zou iedere vrouw in zijn plaats ook gedaan hebben." De Dikzak. Wel verplicht! We zullen dan maar aannemen, dat President Wilson evenals het geslacht, waartoe Kwan Yin behoort, wel eens tijdelijk last heeft van geestelijke kleurenblindheid. What in matters of colour is called Daltonism. In matters of right may be named Wilsonism! Ha, ha, ha!" Kwan Yin. Ik laat President Wilson daar, wat mij betreft kun je Wilsonism zelfs op felonism laten rijmen, maar voor de vrouwen moet ik opkomen..." De Dikzak. Kwan Yin. Ik bid je, denk aan de nachtrust van onzen baas. Als tiet je gevoelens te na komt President Wilson en het vrouwelijk geslacht van geestelijke kleurenblindheid te verdenken, trek ik mijn woorden in. Het ligt ook voor de hand, niet waar, in Wilsonism niets anders te zien dan het machtwoord van den President: IWILL it, SO be it. Ha, ha, ha!" Het gesprek nam hiermede een eind. Ik kon niet anders dan mijn Dikzak gelijk geven: het is een voorrecht in dezen tijd een porceleinen ziel te bezitten. Voor mijn moreel ten minste is de opname van al hetgeen aan enormiteiten thans in de wereld gedaan wordt te machtig. Het spel van stuivertje verwisselen met telkens meer en ongeliktere duivels, dat de Nederlandsche maagd nu reeds vier jaren speelt, wordt vermoeiend om aan te zien. Intusschen waren de toestanden hier in Indiëtot vóór korten tijd nog in staat het moreel op te houden. Wel werd de afzondering telkens grooter, maar de levensvoorwaarden hand haafden zich op een meer dan dragelijk peil. Er was geen gebrek aan levensmiddelen en de onon t beerlij kneden van het leven en zelfs niet aan veel, dat tot Ie superflu" behoort. Deze overvloed zal nu plotseling voor gebrek plaats maken, gebrek in de eerste plaats aan het allernoodigste zooals rijst, melk, meel, boter en verder ook aan al het andere, dat een meer of minder belangrijke FO! in het leven speelt. Onze afsluiting van de buitenwereld is nu volmaakt. Wij zijn teruggekeerd tot den primitieven staat van verhouding tot de buitenwereld, waarin bulten het gebied van den eigen stam rechteloosheid en onveiligheid heersenen en men alleen op eigen territoir nog eenig gevolg van zekerheid heeft. De gevolgen van dezen toestand van afsluiting van de buitenwereld zijn zeer ernstig. Alle in- en uitvoer is stop gezet voor een niet te bepalen tijdsduur. Wat baat het nu suiker, rubber, tabak, thee, kinabast enz. «voort te brengen ? Met deze vraag worden alle cultuurondernemingen voor het harde dilemma gesteld om óf de productie te staken of althans belangrijk in te krimpen dan wel groote bedragen werkkapitaal om te zetten in producten, die miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiHinitiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiimmi vreede niet anders zijn dan een schrikbeeld, dat den geldman en den politicus de handen doet wringen. De volken zijn geruïneerd en ooveral rijzen onoplosbare probleemen. Nu meene men niet, dat Bjerre een verdeediglng van den oorlog bedoelt. Hij geeft de feiten zooals ze hem vóórkwamen. Die schijnbare verbeetering in het lot van veelen is een weg naar de hel; geplaveid met valsche waarden. Het materieele leeven moge feest vieren, het hoogere stort ineen. De waereldoorlog was noodig om den menschen deh afgrond van leugen en ellende te wijzen waarbooven onze zoogenaamde cultuur is gebouwd, om hen te leeren dat een reiniging der menschheid niet be reikt wordt door bajonetten en granaten. Die reiniging moet van binnen uit gebeuren. Al wat op materie is gebouwd, staat op een zandboodem. Wie de groote omkeer nog niet heeft doorleefd zal na nog eenige oor logsjaren wel eindelijk zoo ver koomen. Nu is er verscheenen een Jaarboek van de Aktivisten" geschreeven door ongeveer dertig meedewerkers, en de inhoud komt in hoofdzaak hierop neer. De zuiver negatieve uitwerking van deezen oorlog is eindelijk tot in breede kringen van het intellectueele Duitschland doorgedrongen. Zoo zegt von Qerlach in zijn opstel oover den volkeren bond": Tot en met het vierde oorlogsjaar vindt men nog menschen, die spreeken oover den .grooten tijd" die wij beleeven. Ik twijfel of later de geschiedenis de jaren 1914?(...?) anders zal beschouwen, dan als een zinloos moorden, een vernietigen van economische waarden en een onherstelbaar verlies aan kuituur en kunstschatten. Alle holle pathos en metafysische frazen zijn ooverleefd en er moet verzet koomen ter wijl het nog tijd is." Helene Stocker zegt: de zoogenaamde real-politici zijn de opper vlakkigste, hardnekkigste vijanden van de menschheid". Ze gelopven alleen wat hun handen kunnen grijpen en ontkennen daarmee de oneindige macht en gezichtskracht van den Geest, die alleen de uiterlijke waereld opbouwt in goed en kwaad". Geweld wordt alleen overwonnen door GEVANGENISKLANTJE Ja, meneer de Commissaris Daar was ouwe Heintje weer, Is er nu geen pietsie plaatsje Voor uw trouwe klontje meer? Niemand heb ik op de wereld Nergens huis of onderdak, Daarom kom ik nog eens vragen Om een hoekje in de bak. Voor zoo'n sukkelige stakker Is 't niets gedaan op straat; Als ik zit houd ik me netjes Als ik vrij ben, doe ik kwaad. Ben ik minder dan 'n ander Minder dan een moordenaar? Die is beter af dan Heintje Die krijgt wel zijn vijftien jaar. Ach, meneer de Commissaris Houd me van de straten af, Stuur me naar die stille bajes Want mijn vrijheid is mijn straf. Wie de fiets heeft uitgevonden Is een smeerlap van 'n vent, Want dat lamme ding op wielen Is mijn grootste concurent. Alle huizen van bewaring Met de krententuin er bij, Zitten vol met zwijntjesjagers Nergens is er plaats voor mij. Vroeger jaren was 't schande Als je in de nor moest gaan, Tegenwoordig word je nijdig Als de heeren je ontslaan. Wat moet Heintje gaan beginnen Als hij niet de cel in mag, Toe, meneer heb medelijden Denk toch aan mijn ouden dag. Bijna vijf en twintig jaren Ben ik nu al vaste klant, Laat me nu ook rustig sterven Bij de luidjes van mijn stand. Kijk, ik heb al wat gestolen Ik ben strafbaar, berg me op, Want ik tikte in de wachtzaal Een horloge op de kop. J. H. SPEENHOFF. iiiiiiitmiiiimii HUM iiiiimmiiiiiii H.VANDOOREN&Cü. AMSTERDAM - DEN HAAG - UTRECHT Bewaart gedurende de Zomermaanden Uw BONT in MOTVRIJE KLUIS IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUimillllllMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIItlll niet te gelde kunnen worden gemaakt. Kiezen zij het eerste alternatief, zoo zien zij het geoefende werkvolk verloopen en hebben zij het vooruitzicht bij hervatting van het bedrijf dit geheel opnieuw te moeten op bouwen. Kiezen zij het laatste, zoo onder vinden zij het bezwaar, dat hunne beschik bare middelen niet alleen uitgeput raken maar dat zij zelfs in schuld komen of, indien zij geen krediet vit,den, dat haar levensdraad wordt afgesneden. Voor het inlandsche werkvolk zijn de ge volgen niet te overzien, wanneer tot een sluiting van ondernemingen op groote schaal besloten mocht worden. Voor dit deel der inlandsche bevolking gaapt dan een onpeil bare afgrond van ellende, indien de Regee ring niet met werkverschaffing op groote schaal tusschenbeide komt. Alleen zij, die bouwgrond hebben, kunnen de toekomst zonder te veel zorg tegemoet zien. Toch is ook voor hen die toekomst niet geheel helder. Java voert in normale omstandigheden 400.000 ton en de Buitenbezittingen 300.000 ton rflst 'sjaars in, welke hoeveelheden nu gemist zullen wor den. Men hoopt door alle zeilen bij te zetden geest. Alleen het geestelijk Aktivisme kan deeze waereld-stoornis tot een einde brengen. Volgens Bjerre is er geen land waar thans zoo diep gedacht wordt als in Duitschland. Maar... het woord is er impotent. De cen suur behoeft niet eens in te grijpen. Het blijven club aangeieegenheeden. Deeze impotentie van het woord is de belangrijkste oorzaak van het uitblijven van politieke verbeeteringen om van revolutie niet te spreeken. Er is stagnatie in de normale leevensuitingen der gemeenschap en d<t is alleen moogelijk door de ijzer-harde wet der offensieven. Bjerre ziet nog de meeste kans voor regeneratie in de neutrale landen, die het minst van den oorlog te lijden hebben gehad. Ik ken Bjerre persoonlijk als een betrouw baar en diepzinnig man. Zijn observatie is stellig juist maar zfln geest ziet de toe standen naar mijn meening te somber. Een verblijf in het Amerika van thans zou hem meer licht brengen. Maar ook de lectuur van het jongstverscheenen tijdschrift die Friedenswarte" kan ons reeden zijn tot bemoe digt g. Een indiukwekkend aantal Duitsche en Zwitsersche meedewerkers schrijven in dit uitmuntend tijdschrift oover den oorlog bij 't ingaan van het vijfde oorlogsjaar, allen in denzelfden zin van totale omkeer. Met aandrang beveel ik de lectuur van deze merkwaardige publicatie aan. Een Duitscher zelf herhaalt daar mijn woord, met nog sterker nadruk: Algemein wird nach dem Grundsatz gehandelt: Wer jetzt nicht lügt ist ein schu/f' *) Deeze zeif-inkeer is hoopvol, en waar de geest waarlijk in aktie komt, daar daagt ook het Licht. FREDERIK VAN EEDEN *) Die Friedenswarte" no. 7/8 Juli August 1918 pg 178. Levensverzekering Maatschappij H A A R L E M" Wilsonsplein 11 DE VOORDEELfGSTE TARIEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl