Historisch Archief 1877-1940
20 Juli '18. No. 2143
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Wat de Week bracht
Er was een tentoonstelling van het werk
der leerlingen op de Dagteeken- en
Kunstambachtsschool voor meisjes, Oabriël
Metzustraat Amsterdam.
Deze was er in twee jaar niet geweest.
Mej. Kerien de vorige Directrice, die met
onvermoeiden ijver de school tot groote bloei
heeft gebracht, was om gezonüheidsreden
afgetreden, en haar opvolgster, de tegen
woordige Directrice Mej. H. Doyer moest
zich in den zoo vél-omvattenden werkkring
eerst inwerken.
De school bepaalde zich dus verleden jaar
tot onderlinge meer huiselijke tentoonstel
lingen. Thans werd vóór het sluiten van het
schooljaar weder de gewone jaarlijksche voor
het publiek toegankelijke expositie gehouden.
Een der groote zalen was geheel inge
nomen door de textieiafdeeling. Tal van
voorwerpen in de meest verscheiden tech
nieken van ket kunstnaaldwerk op verschil
lende grondstof, met velerlei materiaal
bewerkt lagen op de tafels.
Het waren alle gebruikstukken, klein en
groot, in wolwerk en zijde-borduursel, in
kruis- en platsteek, in machine- en
kralenwerk. Over 't geheel is de ornamentiek der
school streng van lijn en vorm, dit is o.l. een
juiste opvatting, want eerst als door de
leerlingen de waarde van lijn en vorm goed
wordt begrepen en gevoeld, kan het vrije
ornament zich ontwikkelen en als compositie
ryihmische bekoring hebben.
Nergens conventioneel borduurwerk, overal
nieuwe scheppingen, nieuwe werkwijzen,
nieuwe steekcombinaties, nieuwe
kleurharmonieën.
Er was wolwerk op baai en andere wol
len stof, o.a. een paars kussenovertrek be
werkt met rood, blauw, groen, zwart; een
rood baaien kussen met fel-kleurig pijl
motief. Er waren ook kussens van
boerenrultjesstof, een met applicatie van linnen
dril, een ander met borduurwerk; dit laatste
was vooral een zeer goed geslaagd werkstuk.
Het taschje" was in allerlei modellen en
grootten aanwezig. Nooit zagen wij het in
zulk een verscheidenheid van stoffen, van
vorm, van werkwijze. Wij zagen een
vierdeelig wit zijden taschje met een krachtig
steekjes-randjein oranjeenpaars; een groote
tasch met rijk ornament in tatnboureerwerk
aangevuld met borduursteken, aardige
tasschen met kruissteek-borduursel, andere met
draadbewerking enz. Ook proeven van
weef werk waren ter plaatse, 't waren meest
proeflappen en enkele kussens.
Dut jaar was in 't bijzonder werk gemaakt van
bedrukte stoffen. Een kleine kamer, waar
goudsbloemen in de vensterkozijnen toon
gaven, was geheel met bedrukte stoffen
ingericht. De wanden waren bekleed met
wit doek zwart geornamenteerd, aan den
bovenrand een fel sprekende fries met
oranje en groen, om den hanglamp een rand
van bedrukte stof met kralen versiering,
verder kussens en courantenhangers in
geplet zwart fluweel en andere gebruik
stukken. 't Was alles handenarbeid, die den
blik der leerlingen heeft verruimd en prak
tische resultaten kan afwerpen voor het ver
fraaien van enze vertrekken.
Naast de vakschool voor textielarbeid was
een ruime plaats ingeruimd voor de vak
school voor kleeding. Logisch doordachte
kinderkleertjes en jonge-meisjes jurken von
den veel bekijks. Ze verdienden dit ook
door hun pittige afwerking, hier een steekje,
daar een mopje, ginds een kraaltje gevat
in een gehaakt netvormlg randje, en hun
kleurige boerenruitjes, zoo zonnig in hunne
naïeve eenvoud.
En dan was er nog fraai
beeldhouw-snrjwerk, krachtig teekenwerk, cartonnage en
boekblndwerk, ja er was nog veel meer.
Het volgend jaar hopen wij in de gele
genheid te worden gesteld u vooraf op de
expositie van deze school opmerkzaam te
maken.
Thans is de tentoonstelling helaas voorbij.
DONOERBAARD
Er staan er weer een stuk of zes te bloeien
aan den voet van den voormuur, onder de
winterjasmijn vlak in de heete zon. Een jaar
of wat geleden heb ik er een paar rozetjes
neergezet tusschen dien muur en een rij
opstaande pannen en daaruit is nu geworden
een strook van dicht opeen staande plantjes,
een mozaïek van rozetten van grauw groene
bladeren met rood violette puntjes. Ze staan
zoo dicht opeengedrongen, dat er niets meer
tusschen kan, en de nieuwe uitloopers zijn
al over dien pannenrand heen gekropen,
zoodat ik nu een heel moolen muurvoet
gekregen heb, altijd gaaf en netjes, en herrie
van onderhoud heb ik er heelemaal niet aan.
Alleen gaan elk jaar een paar van die ro
zetten bloeien. Op zichzelf is dat aardig
genoeg. Een dikke stee gel schiet omhoog,
dicht bezet met dikke schubachtlge bladeren
en vertakt zich naar boven in een aantal
bloeischichten, die zich splraalsgewflze ont
rollen, naarmate elke bloem ontluikt. De
bloemen zelf zijn uiterst gevoelig voor licht
en warmte en openen zich in de heldere
voormiddagzon tot groote, wijd gespreide
sterren. Die hebben een heel ongewoon aan
tal punten. De meeste andere bloemen worden
beheerscht door de getallen drie, vier of vijf;
onze donderbaard echter heeft in den regel
kransen van elf of dertien bloemdeelen, zoo
als ge zien kunt aan de hierbij afgebeelde
bloemen.
Hun kleur is geelgroen met een bijmengsel
van roodachtig violet, dat des te sterker is,
naarmate de bloemen meer licht krijgen.
Ook zijn de helmknoppen purper en boven
dien kunnen er nog klierhaartjes optreden,
die fonkelen als kleine robijnen en smaragden
en met dat al zijn de bloemen vaak zeer
mooi, vooral wanneer de plant boven op
een dak groeit.
Bfl nader toezien blijkt de bloem gevuld
te zijn met vreemde verschijnselen. Als het
Mogen onderwijzend personeel en leer
lingen genieten van een beerlijken
vacantietijd, dien zij zoo ten volle hebbeniverdiend.
Want wij verzekeren u, er wórdt op de
school hard gewerkt om het kunstambacht
voor meisjes in alle richtingen vooruit t
brengen.
Hard gewerkt, en met succes!
ELI s. M. ROGGE
Hit III MIIIIMIIM III III III IIIIIIIIMICm
De Vrouwelijke Candidaten en de
Kiezers bij de jongste Verkiezingen
De Nederlandsche kiezers hebben zich,
ten opzichte van de vrouwelijke
kamercandidaten, bijzonder conservatief getoond.
Zij durfden het nieuwe niet aan, hoewel in
alle partyen op de vergaderingen het vrou
welijke kamerlid" schering en inslag was.
Op dit laatste afgaande mogen wij gerust
zeggen dat in theorie de verkiezing der
vrouw n der wenschen van den kiezer
was, doch deze in de praktijk toe te pas
sen ... dat kwam niet in hem op. De ge
dachte: een vrouw in het parlement, wilde
er nog niet in.
Mej. Suze Groeneweg heeft hare verkiezing
niet te danken aan de voorkeur van den
S. D. A. P.-kiezer om een vrouw af te vaar
digen, doch slechts aan het groote aantal
stemmen dat nummer 2 van haar lijst kreeg.
Zijzelf kreeg slechts 569 stemmen, terwijl
mevrouw Bakker Nort 793, mej. 'Joh. Wes
terman 598, mevr. Tjaden-v.d. Vlies 1851
en mevrouw dr. Aletta Jacobs 1919 stem
men op zich wisten te vereenigen.
Wat de voorkeur-stemmen betreft, blijkt
hieruit, dat mej. Groeneweg niet met vlag
en wimpel is binnengehaald, doch slechts
op de lijst van de voor dit geval meest
geschikte partij stond. Wij willen hier niet
mede zeggen, dat mej. Groeneweg hare
benoeming niet verdient, verre.van dien.
De lezers van het artikel over haar in het
vorige nummer zullen dit moeten beamen.
Van de 1344209 kiezers brachten slechts
10425 hun stem uit op een vrouw, verdeeld
volgens onderstaand staatje:
V r ij z. D e m. Bond.
P. Bakker-Nort 793
Dr. A. H. Jacobs 1919
S. de Vries -v. d. Heyden .... 71
S. D. A. P.
H. de Boer-Baltjes 39
Suze Groeneweg £69
A. Ladenius 165
W. Mansholt?Andreae. ..... 301
C. Pothuis-Smit 275
A. H. Schmidt-Moll 37
L i b. Unie.
F. S. van Balen?Klaar 102
idem 323
idem 439
idem 205
H. A. van Riel-Smeenge 332
Vrij L i b.
Grav. v. Heerdt (10
idem 307
idem 19
Joh. Naber " . . 519
Anna Polak 52
S. D. P.
R. Vos 189
Christen-Soc.
A. Tjaden?v. d. Vlies 1851
Weermacht
M. Langelaer?v. Eyk 270
idem 7
idem 12
Econ. Bond
Joh». Westerman 334
idem
598
315
W. Wynaendts Francken?Dyserinck.
Neutrale Partij
Car. v. Dommelen 334
Hieruit blijkt dat 0.71 pCt. van de kiezers,
die een geldige stem uitbrachten, het aan
durfde een vrouw in de Kamer te brengen.
VAN DEEKINGHAM
iiiimiiiiliiiiiiiiiiiliiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliit' iliniiiuiiiiiiii
goed gaat behooren f r elf of dertien stam
pers te zijn en tweeëntwintig of zesentwintig
meeldraden. Met die stampers is het meestal*
De Huishoudelijke Appreciaties
van Mary
Teekeningen van Guurtje Winter
TECHNISCHE APPRECIATIES
Zonder maar in het minst fatterlg te zijn,
kleedde Karel zich graag goed, een beetje
bont, wat hem iets sportiefs gaf, schijnbaar
nonchalant, met vermijding van alle precies
heid. Hij was lichtelijk ijdel op zijn dassen,
die steeds goed kleurden bij zijn sokken
en droeg graag lage bruine schoenen, om met
de gekleurde sokken te kunnen coquetteeren.
Hij was er bijzonder op gesteld, als Mary
eens iets van zijn das, van zijn shirt, of van
een nieuw pak zei, en droeg met voor
liefde die kleeren waarover ze hem wel
eens een complimentje had gemaakt.
Hij vond het prettig als ze eens iets met
hem ging uitzoeken, en was kinderlijk blij
geweest, toen ze hem eens met een mooie
das en eens met een eenvoudig speldje
met een parel bad verrast.
Mary had dezelfde losse stijl van zich
te kleeden als Karel, droeg graag o
verhemdblouses, lichte rokken, gekleurde kousen,
en coquette schoenen, zonder te hooge hak
ken of te pretensieuze modellen. Nooit liet
Karel de gelegenheid voorbijgaan, iets
aardigs van haar kleeren te zeggen en altijd
was Mary gestreeld, door «ulke kleine at
tente opmerkingen.
Maar aan de blijde verrukking en kinder
lijke vreugde, over deze ijdele futiliteitjes,
kwam een einde, toen Mary eenigen tijd
op de huishoudschool was. Ze was niet
minder gestreeld door Karels behaagzucht,
vond het niet minder aardig, als hij, wat
ze noemde echt leuk gekleed was, maar
haar spontane bewondering maakte plaats
voor technische appreciatie, omdat ze ge
neigd was met haar nieuwe wijsheid te
geuren, en aan de algemeene kwaal ging
leiden, om alles wat van huishoudelijken
aaid was, te overschatten, met bloedigen
ernst op te nemen en van overheerschend
belang te vinden.
Het eerst openbaarde dit verschijnsel zich,
toen Karel eens een paar mooie lak molières
had gekocht van echt Amerikaansch model,
waar Mary mee dweepte. Toen hij ze paste,
had hij het gevoel, Mary een plelzier te
doen als hij ze nam. Ze zou ze op zijn
minst doddig" noemen.
Hij trok zijn broekspijpen opzichtig hoog
op, toen hij in Mary's boudoirtje op een
lage stoel ging zitten, en legde zijn rechter
voet nonchalant op zijn linker knie, om on
gemerkt zijn mooie schoen te doen opvallen.
Zonder het minste spoor van appreciatie
of vreugde, of bewondering, zei Mary.
Heb je lakschoenen gekocht ? Die moet
je eiken dag schoonmaken met een beetje
melk.
Ik poets nooit zelf mijn schoenen, zei
Karel eenigszins teleurgesteld.
Ja maar lakschoenen, die moet je
zelf onderhouden, want in de keuken poet
sen ze ze met bijtend zwarte schoensmeer
en dan zijn ze zoo
wegIk heb er een fleschje witte crème
bij gekocht.
Ja, maar je weet nooit of ze ze uit
gemakzucht toch niet met den schoenbor
stel doen, en lak is zoo teer, het barst
Donderbaard of Huislook
volmaakt in orde, maar de meeldraden ver
oorloven zich allerlei buitensporigheden.
Enkele zfln volkomen normaal. Andere heb
ben groote, meest ongelijk ontwikkelde
helmhokken, die open liggen en daarin vinden
we geen stuifmeel, maar kleine bleekgroene
of zelf spierwitte knopjes, volkomen gelijk
aan de eitjes, die we
in de stampers vinden,
wanneer we die open
maken. Ja verscheidene
van de meeldraden,
meestal alle van den
binnensten krans zijn
geheel in! stampers
veranderd, maar dan
in open liggende met
de eitjes er uit puilend,
net rijstekorreltjes.dat
is op onze foto heel
goed te zien. Daaren
tegen zijn er onder de
buitenste meeldraden
weer, die haast geen
helmknoppen hebben
maar wier helmdraden
verbreed zijn, zoodat
ze op bloembladen
gaan gelijken. Het is
heel leerzaam, om al
deze din gen te bekij ken
en daarbij de overtui
ging op te doen, dat al
de organen, waar een
bloem uit opgebouwd
is, eigenlijk niet anders
zijn dan merkwaardig
vervormde bladeren.
Dergelijke verschijn
selen komen ook wel
bij andere bloemen
voor, maar bij niet een
op zoo groote schaal als
bij onze donderbaard
of huislook.
In dit geval heeft de
cultuur met het ver
schijnsel niets te ma
ken, want wij nemen
het ook waar bij de
donderbaard- bloemen,
die tot dicht bij de
sneeuwgrens bloeien,
in de Alpen bij voorkeur op de kale graniet
rotsen. Daar is de plant volkomen thuis en
maakt bloemstengels van wel een halven
meter hoog, met honderden bloemen, die
dadelijk, en geen enkele winkelier durft er
ooit voor in te staan.
Karel zweeg en tuurde een beetje ont
daan, naar de glimmende punten van zijn
gloednieuwe molières.
Als je ze niet zelf onderhoudt en zelf
weg zet, kan je ze na zes weken gewoon
weggooien, ging Mary energiek voort en
begon al haar huishoudkundige
lakschoenenwetenschap te luchten.
Melk was beter dan witte crème. Als ze
dof waren moest Karel ze opwrijven met
een flanellen lapje met slaolie.
Karels ontstemming nam merkbaar toe,
en hij zette den schoen, die hij zoo mooi op
zijn knie geëxposeerd bad op den grond.
Je moest nooit lakschoenen in den zomer
dragen, want dat was onhygiënisch, omdat
je voeten broeiden in lak, daar het niet
poreus was.
Karel werd merkbaar ongeduldig en begon
zacht met zijn nieuwe molières te trappelen,
dat ze hoorbaar gingen kraken.
Hij moest ze dadelijk af wrijven en leesten
koopen, waar hij ze onmiddellijk op moest
zetten, als hij ze uit deed.
Moest hij dan perzéschoenpoetser worden,
dacht hij, tot booswoxdens toe
Hij moest vooral oppassen voor vocht,
want daar konden ze heelemaal niet tegen,
dan werden ze dof en gingen barsten.
Hij had spijt als haren op zijn hoofd, dat
hij ze had gekocht en ging bedenken of
hij er op een uf andere wijze niet af kon. Hij
bekeek de zolen, die duidelijk toonden dat
er op geloopen was.
Ten slotte vrofg hij wanhopig.
Maar hoe vindt je dan, dat ze me staan.
O, \reurlg, zei Mary, maar ik ben
alleen maar bang, dat je er niet netjes ge
noeg op zal zijn.
Met een diepe zucht van Karel eindigde
de conversatie over de schoenen.
Een week later kocht hij een stroohoed.
Na veel passen, vond h? er een, die hem
heel goed beviel. Hij was zeker, dat Mary
zou zeggen, dat hij hem leuk stond, en ging
dadelijk naar haar toe, en hield hem even
op in haar kamertje.
Als hij geel wordt, kan je hem schoon
maken met verdund zuringzuur, was Mary's
eerste opmerking.
Ja, maar hij wordt toch zou gauw
niet geel.
Als je hem maar niet voortdurend op
de kapstok laat hangen.
Maar waar moet ik hem dan laten?
Naar je kamer brengen als je thuis
komt, en in een doos doen, dat doe ik ook.
(Inderdaad deed Mary dat, nadat het haar
op de huishoudschool was onderwezen.)
Maar dat kan ik toch niet doen?
Mary zag niet in, waarom een man dat
niet net zoo goed zou kunen doen als een
vrouw.
Hoe ze vond dat de hoed Karel stond,
hield ze verder volkomen voor hem geheim.
Alleen ontstemde ze hem nog even, bij
het uitlaten met de opmerking dat hij vooral
moest oppassen dat de hoed nooit nat
rebijna altijd de metamorphose der meeldraden
vertoonen. Maar ze worden er even goed
door, hommels en bijen en enkele vlinders,
die hier de kruisbestuiving moeten bewerken,
.want de stempels komen pas tot ontwik
keling, als de meeldraden hun stuifmeel
hebben verloren. Ze spreiden zich dan zoo
uit, dat ze komen te liggen, waar eerst de
helmknoppen stonden, zoodat ze moeten
worden aangeraakt door de deelen van het
insect, die in een jongere bloem met stuif
meel zijn bepoederd. Dat is een zeer ge
wone kunstgreep.
In het Engadin ging ik eens bij zoo'n
Twee bloempjes van
Donderbaard
bloeiende huislook zitten, om naar het
insectenbezoek Ie kijken, maar ik vloog
meteen weer overeind, zoo heet was dat
graniet door de zon bestraling. Men vraagt
zich af, hoe een plant het zoo kan uithouden
in de hitte en de droogte.
Inderdaad is dat zeer bewonderenswaar
dig, vooral wanneer ge bedenkt, dat op
heldere nachten diezelfde granietrots een
temperatuur krijgt van eenige graden bene
den het vriespunt. In een paar uur tijd kan
de temperatuur van dien bodem wel hon
derd graden veranderen. Het water speelt
gende, want dan was meteen alle kleur er af.
Langzamerhand werd de huishoudmanie
erger, en ging Mary desertaties geven over
de meest onverwachte onderwerpen en goede
raad uitdeelen die Karel zelfs niet kon over
wegen om op te volgen.
Zijn witte flanellen broeken, moest hij
in een lauw sopje wasschen, anders krom
pen ze en werden geel. Zijn leeren ceintuur
moest met boenwas gewreven worden, en de
gesp ervan opgepoetst met een zilverlapje.
Plotseling kreeg hfl raad hoe hij zijn haar
moest wasschen, en was zich in het geheel
niet bewust, dat het niet voldoende rein
was, noch dat de kapper het niet goed ge
noeg deed. Hij had onberispelijk helder
witte tanden, die hij jaren lang met Pebecco
poetste, en nu kwam Mary hem vertellen, dat
dit poetsmiddel ten eenenmale niet deugde,
te scherp was, en chloorcaU bevatte, en
dat hij houtskool en meerschuim moest
nemen, met een paar druppels pepermuntolie
voor den smaak.
Verdrinkende'in al deze raadgevingen die
hem steeds weer lichtelijk uit zijn humeur
brachten, merkte hij n ding heel duidelijk
op en wel, dat Mary eigenlijk verdraaide
slechte thee zette.
ARIËTTE
ililllitliiiiiiiliiliiiiiiilliililiiiillliiiiii
iiiiiiiiiimiiimi
Over Boeken en Tijdschriften
Het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid
zond ons drie der jongste uitgaven van
de hand van de directrice Anna Polak, ter
kennismaking. Alle drie de boekjes getuigen
van de ernst waarmede op het bureau de
onderzoekingen worden verricht en de werk
zaamheden in 't belang der vrouw worden
geleld.
Het eerste boekje Nr 29 der goedkoope
uitgaven (prijs 25 ets. fr. p. p ) is een over
druk uit het Sociaal Jaarboek", het handelt
over: Vrouwenarbeid in 1916, en wel
over: aantal en verdeeling van
beroephebbende vrouwen, aantal beroepen in
Nederland door vrouwen vervuld, aantal
beroepen waarvoor opleiding bestaat en het
aantal opleidingsgelegenheden. Het boekje
licht voor bij beroepskeuze, het spreekt over
arbeidsbemiddelirgenarbeidsbelooning, over
vakorganisatie, over vrouwen die universi
taire studiën voltooiden, en is aangevuld
met opmerkingen van algemeenen aard.
N» 30 der goedkoope uitgaven (prijs 40
ets. fr p. p.) is een overdruk uit .Vragen des
Tijds" en handelt over: De omvang der
arbeidsbescherming. Daar het onderzoek
hier internationaal is opgevat en de toe
standen in een groot aantal landen worden
geschetst, is het werkje zeer belangrijk om
verbetering te krijgen in toestanden die in
ons land dringend om betere regeling vragen.
Nr 31 der goedkoope uitgaven (prijs 75
ets fr. p. p.) geeft een overzicht over het
arbeidsleven van Buffetjuffrouwen en
bediensters in het Hotel-, Café-
enRestaurantbedrijf, ook geschreven door
Anna Polak. Het handelt over den duur van
den arbeid, de belooning van den arbeid,
over teekenende gevallen in zake salarieering
en arbeidsduur, over klachten en wenschen,
om ten slotte den weg aan te geven om tot
verbetering te geraken.
Goed werken, lederen dag weeraan, zoo
mogelijk onder behoorlijke voorwaarden,
daarmede behoudt men, of verwerft men
zich gemoedsrust, levensbevrediging, op
welken sport men ook sta van den
maatschappelijken ladder." Met dit woord eindigt
het boekje, dat wij gaarne in handen zouden
zien van allen, die in het lot van de wer
kende vrouw verbetering trachten te brengen.
De uitgaven zijn te bekomen aan het
Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, Van
Speykstraat 30, den Haag.
E. M. R.
iiiiiiiiiiiiiiiiii imiiiMiiiimiiiiM
IIIMIIIlrilllllilllllllllllllHIIIIIMHIlt
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VflN SCHAICK
BOQTHSTRAflT UTRECHT
hier een groote rol. Met kleine vezelwortels
zit de plant bevestigd in de enge spleetjes
van het graniet (of in de poreuse massa
van de dakpan) en daaruit zuigt hij dan
ook wat water op. Als het dauwt of regent
neemt hij zijn kans waar en verzamelt een
Hinken watervoorraad in al de dikke bla
deren van het rozet. Die liggen zoo dicht
opeen, dat ze elkaar wederkeerig tegen uit
droging beschermen, temeer doordat ze een
dikke oppeihuid hebben, waarin de verdam
pingsopeningen beschut gelegen zijn. En
als het nu in eenige weken noch regent
noch dauwt, dan teert de plant op zijn eigen
voorraad weken, maanden lang. Zelfs al
was zij ontworteld. Een heel bekende anek
dote uit de plantkunde vertelt van een
huislookplant uit Teneriffe, die anderhalf jaar
tusschen papier had gelegen om gedroogd
te worden en toch nog leefde. )a, bleef
door leven, toen men haar weer plantte.
Het is dan ook buitengewoon gemakkelijk
om op reis rozetten van deze planten en
van zér mooie verwante soorten mee te
nemen, voor het rotstuintje thuis.
De Grieken en Romeinen noemden deze
plant al donderbaard". Het Jovis barba"
is in het Fransch geworden tot joubarbe.
Ik weet niet of de Romeinen al geloofden,
dat donderbaard op het dak een voorbe
hoedmiddel zou zijn tegen het inslaan van
den bliksem. Maar Karel de Groote ge
loofde het wel en schreef kort en goed
voor, dat iedere landbouwer of tuinier ze
op zijn dak moest planten. Het staat er
kort en goed in voor ieder begrijpelijk
Latijn: Et ille hortulanus habest super
domum suam Jovis barbam." Dat was dan
tegelijk cultuurdwang en verzekeringsdwang
en dat nog al duizend jaar geleden. Toen
ik nog een kind was hadden wij ook een
behoorlijk plakkaat van donderbaard op ons
dak en ik herinner mij nog zeer goed dat
wij met smaak de dikke vleezige bladeren
kauwden en ons er over verbaasden dat ze
zoo koel waren, terwijl ze toch op die heete
pannen groeiden, Misschien heeft die tegen
stelling de heel oude lui van vroeger wel op
het idee gebracht, dat deze plant het vuur
en dus ook het hemel vuur kon weren. Wie
weet?
JAC. P. T H i] s s E