De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 27 juli pagina 11

27 juli 1918 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

27 Juli '18. No. 2144 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 MINISTERS BIJ DE MAAND IN OOSTENRIJK Teekening voor .de Amsterdammer" van Ion. Braakenstell MAANDKALLNDEK Keizer K a r e l: Ik zal de maandkalender maar weer eens afscheuren! MllllllllllllltlllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllIlIlllllMIlllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIII DE>=IMSTERD/=IMSCHE HEEREMGR/ICHT *)!*« ZIEKTE VERZEKERINGEN nmiiiiiimmiiiiimtiii iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiinitnjiiiHiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii t A. Th. Hartkamp Zeventig Jaar Zeventig jaar l Zulk een mooien en hoogen leeftijd heeft Woensdag 24 Juli, bereikt: De Amsterdammer A. Th. Hartkamp, jong van geest en steeds naarstig in riet beijveren. Meer dan een halve eeuw beijvert hij zich met ongekende naarstigheid om het ras ver vlietende leven, om belangrijke en schijnbaar onbelangrijke gebeurtenissen, om dagelfjksche zaken van Staat en oorlog, verschijn selen van vrede en onvrede, bewegingen van handel, nijverheid en scheepvaart, uitingen van alle kunst en alle wetenschap, werken van dichters en denkers, openbaring der volksziet, raadslagen van Hoogmogende en Edel achtbare heeren, verzorging van stad, land, onderwijs, opvoeding en armwezen, om alle uitingen van leven en bedrijf, Om den levensen ontwikkelingsgang van mannen en vrou wen van beteekenis, om, in 't kort gezegd, den loop der wereld in de jaren van zijn lang en gezegend leven niet te laten verloopen, ongekend en onbekend, maar om dat al en al wat tot de wereld, in 't blzonder tot zijn land, tot zijn stad, zijn nooit genoeg volprezen Amsterdam, behoort, den levensduur te schenken der eeuwen. Opgeteekend woord, groot of nietig geschrift, dagelijksche nieuwsmaren, teekeningen en prenten, heeft A. Th. Hartkamp meer dan vijftig jaren lang dagelijks verzameld en geordend, al zijn tijd, zorg, moeite en schatA. Th. Hartkamp In zijn werkkamer Teekening voor de Amsterdammer" van Martin Monnickendam ten gelds er aan ten offer gebracht, daarbij het geringste van gewicht geacht, en be grepen het belang en de waarde voor de nakomelingschap zelfs van vodjes papier". ZooisA.Th.Hartkamp's verzameling, gansch eenig in Europa, geworden tot de kroniek en het kort begrip van zijn tijd, van langer dan een gewoon menschenleven, reeds voor zijn tijdgenooten tot onderricht, maar voor de toekomstige geslachten de kenbron der waarheid van wat vóór hen was. Voor de toekomst heeft hij het heden bewaart, en voor het heden ook uit het verleden schat ten gepeurd. A. Th. Hartkamp, de Amsterdammer bij uitnemendheid, als knaap reeds, tot trots zijner moeder, vol eerbied voor het verleden en heden, voor Vaderland en Oranje, zijne werkzaamheden nog vermeerderend als directeur van het Persmuseum, heeft van de zeventig jaren zijns levens het grootste deel gezeten aan den weefstoel van den tijd, nacht ende dag", bij rijsender zonne en dalender mane". Hij heeft geweven het weefsel der historie, waar, waarachtig en oprecht, de feiten spreken en het woord van den dag getuigt. Honderden zijner tijd genooten heeft hij met dat weefsel verplicht, duizenden hunner nakomelingen zullen in het weefsel zien het beeld van den tijd voor hen, door dien tijd zelf geweven. Voor dit groote, dat reusachtige werk, voor dat opofferende doen worde A. Th. Hartkamp bij gelegenheid van zijn zeventigsten ver jaardag erkentelijk dank en hulde gebracht. J. H. RÖSSINQ IIIIIIIHIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIItllMHIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllMHIIIIIII HET WATERKAMP VAN DEN HEER TJEBBES Precies zes minuten voor drie lichtte de eerste klipper op 18 Juli van de Oranjesluizen het anker en trok voor de wind het zeegat uit, op Hoop van Zegen. Dat uur is veelzeggend voor het waterkamp en een goed voorteeken, want de hoofdleider had het vertrek bepaald op 3 uur en zijn bere kening is dus wondermooi uitgekomen. Doorgaans hebben zulke zaken vertraging. 't Was een mooi en vroolijk gezicht de vijf klippers niet hun 100 jongens aan boord te zien uitvaren, alle hens aan dek in helder witte hemden en broeken, gedragen met de coquetterie, die een der bekoorlijke fouten van den adolescens is. Er is heel wat noodig geweest om 't kamp in deze omstandigheden in elkaar te krijgen en ik stel mij zoo voor, dat het proviandschip, dat meevoer, behalve de noodige mondbehoefte voor den kamptijd menige geestelijke zweetdruppel van den heer Tjebbes zal hebben bevat. Te oordeelen naar de strenge controle, die door een sergeant van de infanterie werd geoef-nd om na te gaan of niet een deken te veel of te weinig de Stelling uitging en alle con senten wel in orde waren, moet het niet gemakkelijk zijn geweest alles vlot en vlug metdeautoriteitenin orde te krijgen, ofschoon over medewerking niet te klagen viel. Het waterkamp is geen nieuwigheid; 1914, '15, '16 hebben er een gehad; in '17 leken de omstandigheden te bezwaarlijk, maar in '18 hebben de jongens het om zoo te zeggen geforceerd en er met een variatie op het oude motto van gemaakt: 't mach vloeien 't mach ebben,'t waterkampzullenwehebben." Wel een compllnent aan den uitvinder van BILJARTSPORT HET TREKKEN VI (Slot) In een der vorige opstellen over het trek ken werd de aandacht gevestigd op de omstandigheid dat het geven van effect niet zoozeer noodig is voor het caramboleeren, maar hoofdzakelijk dient om de loop van den tweeden bal zoodanig te beïnvloeden dat na het caramboleeren de drie ballen in O eikaars onmiddelijke nabijheid liggen, terwijl tevens werd gewezen op de belangrijke functie welke bal 2 vervult in het carambolageproces. Van een en ander volgt hier; tot slot der bespreking over het trekken, \i een nadere toelichting. Ik wees er reeds eerder op dat zwakke spelers aliijd geneigd zijn om met volkomen verwaarloozing van de allereerste eischen der theorie de te maken carambole als het de gedachte. De naam is zoowat classiek geworden en ontstaan, omdat 't in de eerste jaren werkelijk een kamp aan het water was. Dit is nu veranderd; de ten te bleken te bezwaarlijk; er is nu meer een rondreis te water van gemaakt. De jongens - en in de 2e helft de meisjes - zijn over 5 klippers verdeeld, die ieder een organisatie op zich zelf vormen, onder eigen leiding. Het ruim is handig met eenvoudige kooien en eettafels bezet en voor 't vertrek konden we aan de sluizen om n uur de kampgangers hun eerste maal zien nemen: een verrukkelijke soep, waarvan de geur de wachtenden en kijkenden op de remming aandeed als Houbigant of Caraba de grande-mondaine. De vloot trekt rond waar de wind ze brengt, op een geschikt punt wordt het anker uitgeworpen en daar de tijd gedood met zwemmen, roeien, zeilen. Achter iedere klipper bengelde een zeilvaartuig en bovendien ging er nog een groote schuit mee opgevuld met kleinere scheepjes. Op Hoop van Zegen! 't Leek vanochtend of de bries te stijf was om de zee op te gaan en er werd om 12 uur reeds over ge sproken om voor Durgerdam het anker maar te laten vallen, maar ten slotte was de kans om voor 't windje een heel eind te maken te mooi en is koers gezet naar Blokzij!. Vermoedelijk zal op die tocht nog wel een enkele makker minder prettige gewaar wordingen krijgen. Ze schenen daar bij het vertrek niet aan te denken, want ieder bewoog zich al geheel thuis op het dek en tusschen de kooien. Het werk, dat de heer Tjebbes voor onze jeugd doet, moet in beteekenis niet onder schat worden. Hij wil den jongens niet alleen en in de eerste plaats een prettige vacantie bezorgen en wat zonnebruin op de bleeke gezichten brengen: met dit kamp en veel andere dingen door hem in de laatste jaren op touw gezet wil hij ze terugbrengen en vertrouwd maken op 't element, waarop wij- thuis hooren en waarop we groot zijn: het water. Het water is onze kracht en onze trots, een schip is voor ons iets aparts, iets einddoel van het biljarten te beschouwen en de daarna volgende ballenpositie maar zoowat aan het toeval over te laten. Afbeelding l vertoont een tweetal van deze traditioneel-foutieve caramboles. De positie der ballen in figuur l is zoodanig dat het niet mogelijk is de trekstoot te maken zonder bal 2 eerst den korten band te doen raken. Uitgaande van de verkeerde meening dat om een trekstoot te doen gelukken het noo dig is effect te geven aan den kant waarin de stootbal naar bal 3 ge dirigeerd moet worden, speelt men doorgaans dezen stoot met links effect wat tot gevolg heeft dat bal 2 rechts effect krijgt en dus na de carambole ergens op het midden van het biljart en derhalve veel te ver van de beide andere terecht komt. Afbeelding H geeft in figuur l de juiste manier weer waarop deze stoot behandeld moet worden. Bij figuur 2 in afberlding I schuilt de fout niet in het ver keerde effect, maar in het te dik raken van bal 2. Deze bal raakt zoodoende eerst den korten band en komt, mede als gevolg van het rechts effect, ook al weer, na ultgeloopetf te zijn, zoowat op het midden van het biljart te liggen. Wordt deze stoot behandeld als afb. 2 fig. 2 weergeeft, dan komen de drie ballen na het caramboleeren in eikaars onmiddel lijke nabijheid in den hoek bijeen. Afbeelding 3 vertoont eenige raakpunten van den stootbal bij het trekken. A zonder, b met weinig en c met veel effect. Het is van zeer groot belang om zich terdege reken schap te geven van het verschil in uitwer king op den tweeden bal bij verschillend raken. Het zou bij voorbeeld niet mogelijkzijn om een uit komst te verkrijgen als in figuur l van afbeel ding 2, wanneer deze stoot behandeld ware met het effect als b weergeeft; daarvoor toch wijkt de draaiing te weinig af bij die van a. In c wordt het maximum rechts effects afgebeeld dat aan den stootbal gegeven kan worden, en met dit effect moet de bovenbedoelde stoot dan ook worden gespeeld. B. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII levends, we houden van een schip omdat 't mooi is, rank, omdat het iets mysterievols inhoudt, dat wij respecteeren, dat wij niet zouden willen beleedigen, waarmee wij ons n voelen, dat wij verzorgen en waarvoor wij, als het moest, zouden vechten. Dat is het gevoel van de zeeman voor zijn schuit, dat moet het gevoel van een zeevarend volk zijn, als wij, voor het schip in het algemeen. Zeker leeft bij een groot deel van ons volk dat gevoel nog, maar het is soms alsof, onder den invloed van pacifisme, socialisme, internationalisme en andere ismen, die na tionale instincten zijn gaan sluimeren, alsof zij, die ze voelen, ze niet durven uiten, er zich voor schamen. Dat geldt eigenlijk niet alleen voor de zee en het schip, het geldt voor veel andere nationale gevoelens: de eerbied voor onze historie, onze groote mannen, zeehelden, dichters, staatslieden, voor ons koningshuis, voor de liefde in het algemeen tot het eigen land. Het heeft mij van ochtend getroffen, toen we op het bootje naar de Oranjesluizen voeren en de bekende hoornblazer het Wilhelmus" blies: van de aanwezigen stond bijna niemand op of nam zijn hoed af. Dat bewijst mij, dat ons natio naal voelen is verzwakt en geeft te denken voor de toekomst. We mogen gevaren van buiten als ziekten afweren, als het hait inwendig niet krachtig klopt, loopt het op den duur toch mis; geestdrift voor al wat Hollandsen, is, is noodig en daarom is het zoo goed als de leiders van onze jeugd, de jongens terugbren gen op het element van onze vaderen, waarin zoo menig Hollander is gebleven, dat ons zooveel roem, grootheid, angst en zorg heeft gebracht, maar dat oneindig rijk is aan romantiek en groote gedachten. Het water is ons element, De zee bruist onze glorie" staat voor in het boekje, dat het derde waterkamp heeft aangekondigd. Onze heilwensch vergezelt de klippers met hun kostbare vracht: .Holland voel toch wat voor varen Dan zult g' aw eigen Ik bewaren." FRISO Juichend trokken zij de Oranjesluizen door Teekening voor de Amsterdammer" van Fellx Hess

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl