Historisch Archief 1877-1940
IT. 2145
Zaterdag 3 Augustus
.' 1918
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgrv cht 333, Amsterdam
Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. 'regel
IKHOCD: Bladz. 1: De Vooravond
van Verwachting. Provisie of Distributie?
door v. H. Dultsche Intriges in Neutrale
Landen, door Uitkijk. S. Warendotf Jr. f.
door |. C. Tadema, met teekening van Job.
Braakensiek. 2: Spreekzaal: Regeeringen
Volksvertegenwoordiging, door
PosthumusMeijes. Het Kanaal door de Geld. Vallei,
door F. s'Jacob. Krekelzang, door J. H.
Speenhoff. Een domme misdaad, door
F. van Eeden. 3: Feuilleton: Elvira en de
Kapstok, door Herman Salomonson. 5:
Voor Vrouwen (red. Elis. M. Rogge): Wat
een bezoekster van Liefdadigheid naar Ver
mogen mij vertelt uit den nood der tijden,
door E. W. Asscher. Moderne Dictatuur,
door Marlt us. Natuurgenot, door
Frederike J. van Uildriks. Ingezonden, door
Martina Kramers. Van Alles Wat.
Uit de Natuur, door Jac. P. Thijsse.
7: Kunstnotities, door A. Plasschaert.
Woorden en Poëzie, door Henri Borel.
Hoogere Wiskunde, teekening van Jordaan.
8: Op den Economlschen Uitkijk: Twee
Commissies, door jhr. mr. H. Smissaert.
Boekbespreking, door H. Brugmans. Dra
matische Kroniek, door Top Naeff. De
Spaansche Griep, teekening van George
van Raemdonck. 10: Uit het Kladschrift
van Jantje. H: Nederland in afwachting
van het Nieuwe Ministerie, teekening van
Joh. Braakensiek. Bridge, door Brldger.
Boeketjes Sofistiek, door Gerh. v. D.
Leekenspiegel.
Bijvoegsel: De Zak van Soissons-Reims,
teekening van Johan Braakensiek.
ililiHililiiliiiimiiimiiiiiiiiiimiiiiinii
DE VOORAVOND VAN
VERWACHTING
Welk een genot ligt er voor groote
menschen in, dingen mysterieus te be
handelen !
Morgen aan den dag zal kindje een
geschenk krijgen. Met vriendelijke, ge
heimzinnige blikken loopen de ouders
af en aan. Hoe 'n aandoenlijk genoegen
scheppen zij in kindje's verwachtenden
blik.
Sst. Niet vragen," klinkt het telkens,
wanneer kindje poogt te visschen, vol
spanning over de nieuwe aanwinst.
Gefronster nog worden de voorhoofden
van bezadigde welbehagelijkheid. Soms
piept de deur open, en kindje poogt
te gluren: wat het wel wezen mag?
Foei, kleine deugniet! Neen, je raadt
het toch niet!" knort goedig het ouder
paar. Hoe hij ook vraagt en raadt en
gist! 't Is mis! 't Is mis! Mispoes!"
glimlachen zij telkens weer.
Wacht nu maar rustig, baby, tot den
dag van morgen. Je zult wel merken
als het zoover is. Er wordt, o zoo goed,
voor je gezorgd. Niet vragen, en niet
mee willen praten. Als alles klaar is,
zul je het geheim wel zien. Maar eerst
moeten vader en moeder nog alles klaar
maken. Wou je daar bij zijn? Wat denk
je wel!
Zoo doet men met kleine kinderen.
O, 't is zoo zoet, zoo geheimzinnig
te doen... in de kinderkamer. En het
is zoo gemakkelijk, tegenover de wereld
als tegenover een kinderkamer te doen.
Kindje zal straks immers toch nemen,
wat het krijgt en braafjes verder spelen
gaan.
Er is geen zoeter gefluister, dan aan
den vooravond van verwachting.
Raden maar, raden maar, kleine bengel.
Warm"... Nu lauw"... Nu weer
warm" Heelemaal koud"... Je
brandt je, je brandt je" ... Nee, weer
heelemaal mis!"...
Dit is het tafereel, volgens hetwelk
heden ten dage in Nederland ook nog eene
Regeering tot stand komt. Wij kunnen
het verschil niet zien tusschen zoo'n
kinderkamergedoe, en 't geheimzinnige
geritsel van de kabinetsformatie.
Niemand verklaart, van welk uitgangs
punt de voor de formatie aansprakelijke
staatslieden te werk gaan.
?Niemand verneemt, in welke richting
zij de oplossing zoeken; ja, wie zoekt,
en wat hij wil.
Af en toe maar een half versluierd be
richtje. Een orakelmededeeling en veel
Geheimniskrameref. Kinderkamerge
neugten.
't Is, of 't niet om de gewichtigste
aangelegenheden van het Nederlandsche
volk ging: en of het Nederlandsche
volk te onnoozel zou zijn, om tijdig zijn
stem over de plannen mee te mogen
doen hooren, bv. wanneer er eens ge
handeld mocht worden naar een wijze
waar het tegen heeft.
Toch ware het niet overbodig, wan
neer de mannen op wie het aankomt,
eens duidelijk hunne denkbeelden om
trent de meest wenschelijke of nood
zakelijke formatie hadden durven uit
spreken, aleer wij er weer als een fait
accompli voor7 worden gesteld.
Er is voor de natie immers nog wel
iets aan gelegen:
of zij in deze bange tijden gezegend
zal worden met een zuiver rechts, dan wel
met een gemengd kabinet van nationale
kracht;
of de leiding zal berusten bij den katho
liek, of bij den anders denkende";
naar welken grondslag de leider van
onze buitenlandsche zaken wordt gezocht,
en of daar zoo maar Heemskerk of Van
Karnebeek voor kunnen invallen;
of wij de onzinnigheid zullen bele
ven van thans een overwegend
produitsch samengestelden en aan het
Duitsche gezantschap gebonden minister
raad te vormen;
of wij nu gewichtige reorganisatie's van
onze uitvoerende macht krijgen zullen,
of niet krijgen: n departement van
landsverdediging; een afzonderlijk mini
sterie voor crisiszaken; en een zoo ver
langd onderwijsministerie;
of wij eindelijk het typisch Neder
landsche recept zullen zien toepassen
van de algeheele leiding van ons staats
bestuur, nu die met eenen grijsaard van
zeventig jaren niet zoo erg best bleek
te gaan, dan maar eens met eenen grijs
aard van tachtig te beproeven.
Dit alles zijn punten, waar een mondig
volk wel eens wat over vernemen mocht,
eer het bekokstoofd is. Er is in Neder
land toch ook buiten den kring der toe
vallig betrokkenen nog een denkend deel,
welks waarschuwende kritiek, redeneer
vermogen en opinie mee gewicht in de
schaal kunnen leggen!
't Zou niet kwaad zijn, wanneer men
zich eens spiegelde aan het afgetreden
ministerie. Dit heeft ook steeds achteloos
heengeloopen over de inzichten van het
land; en hoe vaak is het, te laat, gebleken,
dat de regeering het bij 't verkeerde, en
de stemmen daarbuiten het bij 't rechte
eind hebben gehad. Hoor nu b.v. hoe
minister Posthuma óns, drie jaren na
dato, komt vertellen: dat wij voor de
voorziening in ons levensonderhoud ons
geheel op eigen krachten aangewezen
moeten inrichten!"
Indien de nieuwe regeering van zins
mocht zijn, eene meer populaire en open
hartige houding aan te nemen dan 't
aftredende bewind, wordt hare geboorte
reeds verkeerd ingezet.
* *
*
Men verschuile er zich niet achter,
dat de formatie van 't nieuwe ministerie
behoort tot het koninklijk praerogatief.
Ook dit zou nog geen verklaring zijn
voor de ondemocratische wijze, waarop
eene zaak als deze thans behandeld
wordt. De Kroon behoeft de aanraking
en het overleg met de volksmeeningen
niet te schuwen. Integendeel. Het is eerder
gewenscht, dat bij den poel van politieke
verwarring, waarin ons land dreigt ten
onder te gaan, de Koningin nader ver
band zoekt met de krachten van goeden
wille daarbuiten, met de openbare mee
ning en met de werkelijke burgerij. Alleen
langs dien weg misschien zal Nederland
nog uit de klauwen van kortzichtige
partijschap kunnen worden gered.
Maar doorzien wij 't goed, dan is in
zake deze regeeringsformatie veeleer zeer
weinig invloed nog bij de Kroon over
gebleven. Het ministerie schijnt te wor
den ineengezet door de politieke bazen
en naar hun manier, door de
partijheeren en degenen, op wie zij welge
vallig 't oog willen werpen. De monar
chale factor in ons staatswezen, die zoo
bij uitstek een vo/Asfactor kan zijn, heeft
het toekijken.
Daarom treft de verantwoordelijkheid
voor den weinig yerheffenden, weinig
opvoedenden en weinig vruchtbaren gang
van zaken, de aansprakelijke leiders van
het oogenblik.
Er moet nog veel gebeuren, eer de
zaken van het Nederlandsche volk, met
al zijn democraten: vrijzinnig-democraten
en sociaal-democraten, christen-demo
craten en katholieke democraten, wer
kelijk naar een echten, gezonden
democratischen geest worden bestierd.
Voorloopig hebben zij gelijk, die het
eens zijn met Rousseau: dat in het par
lementaire regeeringsstelsel de burger
n dag mede-machthebbende is, maar
daarna weer vier jaar onmondige slaaf.
En die verzekeren, dat er geen weliger
groeibodem blijft voor Wichtigthuerei"
en heerenpolitiek, dan Nederland.
l Aug. '18.
v. H.
Provisie of Distributie?
HOE MOET HET MET DE AARD
APPELS AANGEPAKT?
De adviezen, die uitgebracht worden
op de rondvraag van den Minister van
Landbouw of aan de bevolking ge
legenheid moet worden gegeven, aard
appelen winterprovisie op te doen, dan
wel de distributie geheel van Rijkswege
te doen geschieden", loopen op opmer
kelijke wijze uiteen! Nu ziet men het
eene gemeentebestuur raden: wél eigen
opslag", en hierin is Rotterdam voor
gegaan. Het Vrouwencomitérequestreerde
in denzelfden geest. Maar aan den anderen
kant komen B. en \ifl. van Amsterdam,
en zeggen: overheidsdistributie'; en ook
zij staan niet alleen. Wij noteerden o.a.
Haarlem en Muiden als van gelijke opinie.
De kwestie is inderdaad, nademaal
wij nu eenmaal toch den halven dag
met etenskwestie's bezig zijn, van groot
gewicht. Te platten lande is men vrijwel
algemeen gewoon, zelf aardappelen op
te doen en te bewaren. Maar in de steden
waren talrijke gezinnen eveneens ge
wend, onder de niet-wei-gestelden even
goed, de noodige mudden zelf in te
koopen. Anders hebben ook
buurtvereenigingen enz. er met succes voor ge
zorgd. En wie 't niet deed, had toch 't
voordeel, bij den aardappelenhandelaar
telkens te kunnen koopen wat hij speciaal
verlangde.
Door de overheidsdistributie valt dit
weg. Vallen de voordeelen en aantrek
kelijkheden der individueele verzorging
weg.
Daarbij heeft de ervaring tevens ge
leerd, dat de individueele opslag uit
een algemeen belang zijne voordeelen
heeft. Nu in den afgeloopen winter alle
aardappelen van overheidswege zijn be
waard en verdeeld, zijn groote hoeveel
heden, dit valt niet te loochenen,
door slechte bewaring en inkuiling op
't land bedorven. De voorbeelden
daarvan zijn ons bekend. Zorgen de
menschen voor hun eigen provisie, dan zal
dit zeker meestentijds zorgvuldiger gaan,
en de algemeene voorraad blijft grooter.
Thans is er wel niet bepaald gebrek
aan aardappelen geweest, maar af en
toe was het toch krap.
Zoo redeneerend moet men zeggen:
laat de menschen gerust opslaan, mits
natuurlijk een beperkte, aangewezen hoe
veelheid." Dit schept tevredenheid en
voordeel.
Voor 't bezwaar, dat sommigen dan
misschien te gauw door hun aardappelen
voorraad heen zullen zijn, voelen wij
niet veel! Daartegen kan genoegzaam
gewaarschuwd, en het persoonlijke ver
antwoordelijkheidsbesef der huisvrouwen
behoeft toch waarlijk nog niet uitge
schakeld te worden, ook in de samen
leving niet!
Toch is er een overwegend bezwaar.
Vóór den oorlog was de verhouding
tusschen aardappeloogst en
aardappelverbruik ten onzent zoo, dat vrijwel ieder,
ook het armste gezin, goede
kleiaardappelen eten kon. Wat van 't veen kwam,
en de minder goede zandaardappel, ging
naar de industrie of over de grens.
Thans is dit niet zoo zeker. Er moet
zooveel aardappel bijgegeten" worden,
wegens gebrek aan iets anders, dat de
voorraad van 't goede volksvoedsel eerder
te kort schiet. Daartoe dragen ook nog
andere omstandigheden bij.
Dit zoo zijnde, gelooven wij niet, dat
nu reeds de particuliere opslag zoo
zonder meer reeds kan worden toege
staan. Daarvoor zouden natuurlijk de
beste soorten worden gezocht. En het
zou er op uit kunnen loopen, dat voor
de onvermogenden, die niet opslaan, ten
slotte slechts de minderwaardige kwali
teiten ter distributie overbleven.
Dit is in strijd met het goede, ja eenige
beginsel, in dezen tijd aangenomen:
waar te kort is, moet zooveel mogelijk
gelijk verdeeld." Er is mogelijk te kort
aan de gewone, goede aardappelsoorten,
dus....
Of daarom echter reeds nu noodwendig
tot de distributie besloten worden moet,
en dan wel distributie op den voet als
in 1917/18, is voor ons weer eengeheel
andere vraag! In dit opzicht zijn zij,
die daartoe aanstonds adviseerden, vél
te ver gegaan.
Met October zal, bij eene behoorlijke
dienstregeling, de uitlevering van den
aardappeloogst bekend kunnen zijn. Dan
kan bepaald, wat van de verschillende
kwaliteiten aanwezig is, en dan kan dus
ook gezegd, wat, desverlangd, per hoofd
van die kwaliteiten mag worden inge
slagen. Waarschijnlijk zou zelfs nu reeds
een minimum daarvoor in het uitzicht
kunnen worden gesteld.
Het voordeel van dit alles ware tevens,
dat de aardappelleverancier en handelaar
weer meer belang krijgt bij zijn bedrijf,
en dat de aardappels zorgvuldiger be
handeld zullen worden. Ook, dat meer
met de plaatselijke productie kan gere
kend, en dat de aardappels niet zulke
kris- en krasreizen behoeven te maken,
als thans is geschied. Eveneens is 't
verBERICHT
Van verschillende zijden is ons herhaaldelijk gevraagd de wekelijksche
teekeningen van Jantje verzameld uit te geven. Aan dit verzoek
hebben wij voldaan door de verschijning van
Uit het Kladschrift van Jantje
een bundel in oblong formaat van 64 pagina's in geïllustreerd
omslag. Prijs 60 cent.
Voor onze abonné's is deze bundel in iederen boekhandel ver
krijgbaar en tegen inzending van 65 cent franco per post bij
Amsterdam
de Uitgevers
VAN HOLKEMA & WARENDORF
iiliiiituiiiiiiiiiiiiitiniiiiiiiiiiituiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiniuitiiiiiiiiiintiiniiuiiiiiiiuiiiiuuiiiiiiiiiitiiuiiiiiiuiiiiittiiMiuiuiiiiiiiiiiuiiitiiliiiitiiiiuiiiiii
voer in kleine hoeveelheden, in zakken,
veel economischer dan dat per schip of
wagon.
In elk geval kan en moet aan den
opslag der te distribueeren aardappelen
vél meer zorg worden besteed, dan in
den afgeloopen winter is geschied. Wij
verwachten ook van dit voedingsmiddel
allerminst overdaad.
Onze conclusie is dus: wat de parti
culiere opslag aan voordeel biedt, moet
worden te baat genomen; maar dit kan
niet, door daartoe onmiddellijk en zoo
maar, losweg, te decreteeren. Er zal een
distributieregeling voor moeten gemaakt
worden, die eerst in 't najaar definitief
worden kan, en dienovereenkomstig be
hoort de opslag zoover mogelijk te worden
toegelaten. v. H.
DUITSCHE INTRIGES IN
NEUTRALE LANDEN
Een belangstellend lezer zendt ons een
nummer van het veelgelezen Spaansche
dagblad El So/(4 Maart 1918), waarin uiterst
merkwaardige onthullingen voorkomen om
trent: Duitsche manoeuvres in Spanje. De
mededeelingen worden door repioductie's
van de authentieke stukken gestaafd, en zijn
dus uiterst leerzaam, ook voor andere neu
trale landen, die... niet blind willen zijn.
Het is daar te lande om niet meer of
minder gegaan, dan dat het Duitsche ge
zantschap de Anarchistische beweging in den
dienst van Duitsche belangen wilde stellen.
Het navolgende is aan de uitvoerige ge
gevens van El Sol ontleend.
Miguel Pascual, bekend anarchistisch
leider'te Madrid, vroeger directeur van het
blad Rebeldios en de Accion Ana'qwsta,
secretaris van het Centraal Bureau voor
Sociale Studiën, gesticht door de anarchisten,
werd herhaalde malen uitgenoodigd, op de
Duitsche ambassade te Madrid te komen.
Ten laatste gaf hij uit nieuwsgierigheid aan
die uitnoodiging gehoor, en ontmoette daar
den 2en secretaris van het ge-iootschap, den
heer Qrimm, die hem voorstelde de anar- l
chistische propaganda in Spanje in dienst
te stellen van de Duüsche be'angen.
Alle propaganda zou door Duitschland
worden betaald, het blad Accion Anarquista
weer worden uitgegeven. Pascuai, die
begrerp. dat het voor de bereiking van de
anarchistische doeleinden in Spanje van
groot belang was door een machligen staat
als Duüschland met ONBEPERKTE GELD
MIDDELEN te worden gesteund, ging na
eenige aarzeling op de zaak in en werd
vervolgens toegelaten bij den len secretaris
der ambassade, baron v. S!ohrer, die de wijze
waarop de propaganda zou worden gevoerd
verder uitvoering met hem regelde.Von
Stohrer dicteerde hem het strooibiljet (waarvan
de letterlijke vertaling hierbij gaat) dat in
facsimile in het blad is opgenomen en waar
van in het eveneens facsimile opgenomen
briefje sprake is. Verder werd een MEETING
GEORGANISEERD in het theater Barbieri,
waar alle sprekers over de door von Stohrer
vastgestelde onderwerpen moesten spreken.
Het voornaamste doel dezer propaganda was,
het volk op te zweepen tegen Romanones en
diens val te bewerkstelligen. In Barceiona
en in Bilbao werd de anarchistische propa
ganda voor de algemeene staking met Duitsch
geld gesteund en door het gezantschap met
alle middelen bevorderd, teneinde zulk een
desorganisatie in de productie en het ver
keer te veroorzaken, dat de uitvoer naarde
geallieerden zou worden gestaakt. Tevens
moest door het opwekken van vrees voor
en verontwaardiging over het optreden der
duikbooten worden bereikt, dat de zeelieden
weigerden uit te varen en a'dus de toevoer
aan de geallieerden over zee werd belem
merd. Volgens Pascual is iedere syndica
stische beweging in Spanje gedurende de
oorlogsjaren door Duitsch geld gesteund.
Het navolgende is de vertaalde inhoud
van het:
STROOIBILJET
Om den handel van reeders en
winstjagers te verdedigen vermengt
de geldpers de belangen van deze
hèer e n met die van het Spaansche
volk, en vergeet daarbij het werke
lijke lijden van den arbeider.
Wij anarchisten herinneren er nog
eens aan, dat de belangen van deze
kooplieden tegenstrijdig zijn met
die van het volk, dat werkten niet
te eten heeft tengevolge van de
schandelijke stgging der prijzen van
levensmiddelen, veroorzaakt door
de begeerigheid van de exporteurs,
die rijk geworden zijn door den
honger van het proletariaat.
Niet tevreden met ons langzaam
dood te hongeren, willen zij ons tot
hun voordeel medesleepen in de
europeesche moordpartij. Wüanar
chisten kondigen hiermede aan, dat
wij van nu af aan vast besloten zijn
dit koste wat het wil te beletten en
hopen dat het volk met ons mede
zal gaan in dit streven om ons
leven, dat men wil opofferen ten
voordeele van onze beulen, te ver
dedigen.
Weg met den oorlog!
Weg met zijn verdedigers!
De Anarchisten
Terwijl hieraan bovendien nog kan worden
toegevoegd het
BRIEFJE VAN DE DUITSCHE AMBASSADE
AAN PASCUAL
Madrid, 11 October 1916
Keizerlijk Duitsch Gezantschap
In Spanje
Den Heer Miguel Pascual, alhier
Geachte Heer
Onder verwijzing naar het onder
houd, dat ik eenige dagen geleden
met u had hier in 't gezantschap,
heb ik het genoegen u mede te deelen,
dat Z. E. de Gezant bereid is U de
de som besteed voor het drukken
van zijn strooibiljet te vergoeden.
Ik verzoek u intusschen mij het
bedoelde bedrag te willen opgeven,
dat, als ik mij goed herinner, naar
u mij zeide, 100 Pesetas bedraagt.
Ik verblijf met de meeste hoog
achting,
v. Stohrer
Den Heer Miguel Pascusl
Alhier
Alfonso VI straat, 6 parterre
Wij volstaan met het overnemen van deze
gegevens, en voegen hieraan slechts toe de
vraag: Op welke manier zouden zij ons te pak
ken hebben? Of: is het voor ons niet m?:er
noodig ?
U I T K IJ K
llmiinlIlimlIMIIIimilNllimiNIMIIIIIIilllllllllllllllimil'IIHIIMIittlllll»
S. WARENDORF Jr. t
door J. C. TADEMA,
Oud-voorzitter van de Vereeniging ter
Bevordering van de Belangen
des Boekhandels.
Er is iets zeer weempedigs in gelegen om
een woord ter herinnering en ten afscheid
te schrijven in het weekblad, hetwelk zoo
vele jaren aan het hoofd zijn naam als
uitgever heeft vermeld. Hoe weinigen van
de duizenden !ezers hebben aan dien naam
aandacht geschonken; de geestelijke verzor
ging van het blad dringt de stoffelijke voor
de oogen van het publiek geheel naar ach
teren. Toch is er, dank zij de 23-jarig lange
uitgeversleiding in ne hand, bij allerlei
wisseling van redaktie een vaste gang in
den loop van het weekblad gebleven.
In Warendorf is der uitgeverswereld een
zeer bizondere persoonlijkheid ontvallen.
Terwijl de meeste vakgenooten door den
aard hunner productie zich niet op en d' op
fabrikanten en handelaars gevoelen; zich
de een wat meer de ander wat minder
aan kunst en wetenschap verwant denken
en zich nu en dan ter wille van die ver
wantschap tot oncommercieele uitstapjes
laten verleiden, heef t Warendoif immer zonder
pose eerlijk en open beleden, dat hij als
uitgever zuiver handelsman was.
Bij elke uitgave, welke hem werd aange
boden of waartoe hij en zoo waren er
tallooze zelf het plan opzette, vroeg hij
in de eerste plaats of zij commercieel vol
doende levensvatbaarheid toonde. En in de
beoordeeling van die levensvatbaarheid had
hy een inzicht zooals wellicht geen zijner
partijgenooten. Als het ware intuïtief ge
voelde hij of een onderneming zou slagen,
of zij er bij het publiek zou ingaan; en
hoogst zelden zal zijn pragnose hebben ge
faald.
Afgunstigen, die zich af en toe in de
vingers sneden en welk uitgever heeft
die onhandigheid niet vaak tot zijn schade