De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 3 augustus pagina 11

3 augustus 1918 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

3 Aug. '18. No. 2145 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 NEDERLAND IN AFWACHTING VAN HET NIEUWE MINISTERIE Teekentng voor ,de Amsterdammer" van Joh. Braakenslet Kindje mag niet vragen. Kindje moet maar zoet zijn. kindje wel zien, wat kindje krijgt" Dan zal ClinHIIIIIIIMIIIIIIIUIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIinillllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIMIMIIIIIIIIItllllllllllllllMllllltMIIIIllllllllllllMIUll Royal Auction Bridge Achtereenvolgens behandelde ik in mijn vorige artikelen de handelingen van de ver schillende spelers met het oog op de om standigheden, waarin zij werden gebracht door de annonces en het opbieden van hun voorgangers, maar wanneer nu de vierde ?speler aan bod is geweest, dan komen op nieuw, volgens hun beurt, elk der spelers weder aan bod, om hetzij hun annonce te verhoogen, hun partner zoo noodig door verhooging van diens bod te steunen, dan wel te passen. Het is niet eenvoudig, hiervoor een te volgen Ifjn aan te geven. Vaste regels daar voor bestaan niet. Of men zijn partner zal steunen hangt zoowel af van de eigen kaarten als van de ondervinding, die men heeft opgedaan van de wijze van annon ceeren van dien partner. Het persoonlijk element komt hierbij vrij sterk op den voorgrond, zoowel wat betreft uw partner als uw tegenspelers. Daarom is Xoyal Auction Bridge ook een spel, waarbij het gewenscht is, dat men zijn medespelers kent. Is uw partner toch iemand die voor zichtig annonceert, dan bestaat er dikwijls aanleiding zijn bod op te hoogen, wat men ?niet moet doen wanneer men speelt met iemand, die op een licht spel spoedig een annonce doet. In het laatste geval is het natuurlijk zaak om heel voorzichtig te zijn, want gaat ge er eenmaal toe over om zijn !bod te verhoogen, dan weet hij dus, dat hij wel steun vindt in uw spel en zal er daardoor j gemakkelijker toe komen tot drie, wellicht j 'tot vier trekken zijn annonce te verhoogen. In het laatste geval zal men op den duur ; goed doen op een vrij goed spel te passen, j 'terwijl men in het eerste geval met een ] minder goed spel, zelfs al is het misschien j wat gewaagd, een slag kan toevoegen aan het bod van uw partner. Want men moet niet te angstig zijn om gedoubleerd te worden. Twee trekken wor den niet dikwijls gedoubleerd en ook annon ces van drie en vier trekken laat men dik wijls ongemoeid. Bij gewoon Auction Bridge was de annonce van n sansatout" de annonce, die de meeste voordeelen boden daar kon men alleen met twee harten, of twee ruiten boven; terwijl, om boven twee sansatout te gaan een annonce van 3 trekken in harten noodig was en dan was het dikwijls een groote moeilijkheid die drie trekken te behalen met ?een tegenspel van sansatout bij de tegen standers, maar bij Royal Auction Bridge is dit door het wijzigen der telling heel anders geworden. Men kan daardoor zijn partner een beter inzicht geven in zijn eigen spel en zooals ik reeds zeide in mijn vorige beschouwingen: Bij Royal Auction Bridge" wordt de man che dikwijls van schoon gewonnen en be trekkelijk meer met een kleur als troef dan met sansatout, niettegenstaande n in harten n in schoppen een trek meer noodig is, dan met sansatout, en bij klaveren en ruiten vijf aan trek noodig is om de manche te winnen. Bij gewoon Auction Bridge kwamen de zwarte kleuren als troef eigenlijk niet in aanmerking; bij Royal Auction Bridge komen al de kleuren tot hun recht. Bij het algemeen opbieden, als de annon ces van de eerste ronde zijn afgeloopen, moet men in het algemeen, en dit geldt in de eerste plaats voor beginnelingen, zijn partner steunen, ik las het zoo juist uitgedrukt en een beschouwing over Royal Auction Bridge, men moet een werkelijke partner zijn. Men moet niet altijd het spel zelf willen spelen, men moet uit de verschil lende annonces gevolgtrekkingen maken om zijn eigen spel met dat van zijn partner te combineeren. In het algemeen moet men de annonce van zijn partner steunen, wan neer men hem twee of drie vaste trekken kan aanbrengen en die trekken behoeven natuurlijk niet in troef te zijn. Heeft men zelf een spel in de hoogere kleuren met kans op het winnen van de manche, dan verdient het aanbeveling in die kleur over te gaan, hoewel men daarbij ook voorzichtig moet zijn, want men weet natuurlijk wel of men de door den partner gedane annonce kan steunen, maar mer. weet niet, of diïns kaarten passen, bij de nu door u gedane nieuwe annonce en door het doen van die nieuwe annonce zegt ge hem eigenlijk, dat ge hem en de zijnerzijds genoemde kleur niet kan steunen. Hij krijgt dus een verkeerde voorstelling van uw spel en dat belemmert een goede samenwerking. ? Bij aile spelen heeft men natuurlij k goede en minder goede spelers en hoewel het natuurlijk aangenamer is het spel zelf te spelen, moet die minder goede speler er toch wel rekening mede houden, dat het dikwijls beter is zijn partner het spel te laten winnen, dan zelf het spel te vergooien. Uit het spel van den partner kan hij, door dit aandachtig te volgen, vee! leeren, ten einde later, wanneer hij meer gevorderd is in het spel, daarvan bij het spelen profijt te kunnen trekken. Ook is het een goeden speler niet kwalijk te nemen, dat hij tracht het spel zelf te spelen en, althans indien hij een goed spel heeft, overgaat in een andere kleur, dan zijn partner annonceerde. Het komt wel voor, dat dit lichtvaardig gebeurt en dan sleept hij zfjn partner mede in het ongeluk- Dit is natuurlijk zeer af te keuren, want door aan zijn partner geen kans te geven zelf ook eens een spel te spelen, leert deze het spel ook niet en blijft een kruk in het spel. Men heeft spelers, die zoo eenigzins mogelijk altijd zelf het spel willen spelen. Dit is onaangenaam voor den partner en die spelers moeten er eens aan denken, dat het weliswaar aangenamer is om het spel zelf te spelen, maar dat Bridge gespeeld wordt door twee partners met gelijke rechten en dat daardoor een aangenaam spel niet wordt bevorderd. En ook het steeds hooger bieden dan de tegenpartij is uit den booze. Ik wil het hier nog eens herhalen, dat er bij Royal Auction Bridge drie dingen zijn, die men in het oog moet houden, n.l. beletten, dat de tegenpartij de manche wint; trachten zelf de manche te winnen en de tegenpartij het spel te doen verliezen. Het komt er bij Royal Auction Bridge zoo weinig op aan of de tegenpartij wat punten boekt onder de lijn, als hij daarmede de manche maar niet wint en door dat steeds hooger bieden loopt men veel kans een belangrijk aantal strafpunten aan uw tegenpartij aan te bieden ook ten koste van uw partner en bij de afrekening rekenen de punten boven de lijn evenveel als die onder de lijn. Het doet er ook weinig toe of bij het einde van het spel blijkt, dat ge b.v. uw drie kroonschoppen wel gewonnen zoudt hebben; wanneer ge op schoon staat, zijt ge daar toch niet mede uit. Iets anders is het als men reeds eenige punten onder de lijn heeft gebracht, want dan dient wel degelijk o ver wogen te worden of de gedane annonces een verhooging van het eigen bod wettigen. Maar over het alge meen is het beter de tegenpartij een zwak spel te laten spelen met dekans zelf strafpunten aan de creditzijde te boeken, dan uzelf en uw partner bloot te stellen aan een te verwachten nederlaag, u door de tegenspelers toege bracht, die u zeer waarschijnlijk op een groot aantal strafpunten komt te staan. Toen ik het had over het doen van een annonce door den eersten speler of, wan neer deze past, door den tweeden speler, een zoogenaamde beginannonce , heb ik op den voorgrond gesteld, dat zulk een beginannonce gebaseerd moest zijn op een goed spel met hooge kaarten aan het hoofd van den troefkaart, voor het steunen van een annonce van uw partner zijn echter hooge troeven volstrekt niet noodig. Goede bijkaarten, een renonce of een singleton in de anonce van de tegenpartij, met eenige troeven, zijn dikwijls van veel waarde voor het leveren van eenige trek ken bij die van uw partner, terwijl een spel, waarbij de kaarten over de ver schillende kleuren verdeeld zijn, al is het ook met een vrij sterke troef, veel meer gevaar oplevert. Heeft uw partner toch een zelfde zwakke kleur, dan behaalt uw tegenpartij in die kleur eenige slagen, waar door ge wellicht het spel verliest en dit is geen uitzondering, want het komt gewoonlijk voor, dat in alle spellen de kaarten of on geveer gelijk verdeeld zijn over de ver schillende kleuren, of dat de kleuren onre gelmatig verdeeld zijn over alle spellen. Bij een regelmatige verdeeling van de kleuren over de spellen is het heel gemakkelijk de slagen te tellen, die men waarschijnlijk maken zal. Aas, heer zijn dan twee vaste trekken, ook al heeft men er twee kleinere kaarten bij; heer vrouw derde is n zekere, maar wellicht twee slagen; aas, vrouw zijn bijna waarschijnlijk twee trekken enz. Heeft men echter een lange kleur metaas heerof met heer vrouw, of met aas vrouw aan het hoofd, dan is het volstrekt niet zeker, dat men daarop rekenen kan; allicht is er dan bij de tegenpartij renonce. Zij, die spoedig geneigd zijn om te doubleeren, hebben waarschijnlijk dikwijls de kwade gevolgen daarvan ondervonden, dat reeds bij de eerste trek hun aas wordt afgetroefd of bij de tweede trek de vrouw van hun heer vrouw" niet meer tot haar recht komt. Wanneer de partner van den speler, die een beginannonce van n trek heeft gedaan, niettegenstaande het hooger bieden van den tusschen hen zittenden speler, die annonce niet verhoogt, dan wordt het voor hem, die reeds een bod gedaan heeft een moeilijk geval. Heeft hij een goed spel in handen. dan zal hij twee slagen aankondigen, maar laat zijn opvolger hem dat bod niet en zwijgt zijn partner weer, dan doet hij goed niet tot 3 trekken verder te gaan maar t? passen, want uit het voortdurend zwijgen van zijn part ner kan hij nu wel merken, dat deze hem slecht kan steunen en een verwijt, dat men dikwijls hoort, wanneer het spel, na een te hoog opbieden verloren wordt, ja, maar u hadt ook niets" is ongemotiveerd en het antwoord daarop luidt, dat wist u, want ik heb niets gezegd en u niet gesteund". Niets zeggen alleen is echter ook niet altijd voldoende. Het kan toch voorkomen, dat uw partner n sansatout aankondigt en dat ge zelf geen haalbare trek in handen hebt. Het is dan van belang, dat ge dat aan j uw partner doet blijken en dat kan in en dan j doen door twee slagen aan te kondigen, i hetzij in ruiten hetzfj in klaveren. In nor| male omstandigheden toch zou het dwaasI heid zijn, de sansatout annonce van uw i partner af te nemen. Het moet dus door ! hem worden opgevat als een noodsignaal. i Gij wilt er mede zeggen: Pas op, ik j hsb niets. Hij is dan gewaarschuwd en l kan naar omstandigheden handelen. i Voor het geval, dat ge in een var, de ! hoogstgeprijsae kleuren een annonce van j n siag doet en uw partner gaat daar boven met eeüannonce van twee slagen in een der twee laaggeprysde kleuren (klaveren en ruiten), dan kan dat ook maar n beteekenis hebben n.!., ik ben zwak in de door u ge annonceerde kleur en kan u over het geheel slecht steunen. Bij een opbieden tot drie of meer slagen wordt het weer anders, want dan wil uw partner zeggen, in uw kieur kan ik niet steunen, maar ben sterk ir. de door mijzelf aangekondigde kleur. Wanneer hoog opgebbden wordt, is het bijna altijd in harten of kroonschoppen. De eene partij is bang om den ander te laten spelen en daardoor deze in de gelegenheid te stellen de manche te winnen. Bij dat opbieden moet men echter niet in het dolle VERZEN Voorjaar Blauw, licht en stilte tot de horizont. Vroom luistert 't onbeweeglijk voorjaarsland Naar gouden profetie, die, zon-gezant, De wind herhaalt met nadrukk'lijke mond. Rustig-sterk stapt een zaaier, jong en blond, Helblauwe streep tegen grijsglinstrend zand: Beslist gebaar van zegenende hand Sprenkelt nevelend stof gou d op de grond. Ruischen, 'k hoor ruischen al het schuinend graan; Ik zie, ik ruik, ik proef het heilig brood: Phoenix iedere zonnekorr'l, zal groot De wierookvlam van mijn devotie staan. En plots'ling achter wazige oogen laait Mijn dank voor hem, die mijn ekstazen zaait. Metaalboom Pracht van metaal, uit licht en vuur bevroren, Verborgen was 't in geheimzinnig zout: In 't water, dat 't vervloeid en zwevend houdt, Schijnt 't kleurige in het kleurlooze verloren; Tot heil'ge wereldwet haar rythme ontvouwt En in het glas 't voorjaar begint te gloren: Het rijst, in stralende opstanding herboren, Als zilverpopulier en beukengoud. In korrels van herinneringen zijn De gratie's vastgelegd van klank en lijn, Onzichtbaar verkristald naar eigen wetten: In zijn beweeglijkheid ze oplossend wacht De geest op 't werken van zijn diepste kracht Stil groeit het bosch van f onk'lende sonnetten. Avond Waar bleef wel de meetkund'ge, die begon Zijn gouden werkstuk ginds te construeeren ? Hij liet een paar reusacht'ge teekenveeren Nalatig liggen op de horizon. Wat cirkelboog en punt daarbuiten leeren, Neergezet, scherp, met heldergeel crayon Op effen vlak van blauwig grijs carton, Staat in het oost de nacht te mediteeren. En langzaam, langzaam om onzichtbare as Wentelen rond in grootsch balancement De wereldstolpen van gespikkeld glas. 'K hoor?Jal Nu weet ik't: 't was Pyihagoras, Van sferenharmonle de dirigent, Teek'naar van sterrepunt en maansegment. Maan Grottenpaleis van nachtlijke Sibulle Stond zwart voor 'toosten; fakkelvlammen deden Flikk'ringenvliegenlangsscherpkant'ge treden Van trap in plots'ling blauwe vestibule; En zichtbaar achter doorschijnende tule, Die van 't terras fosferde naar beneden, Wezenloos, groenig wit kwam aangegleden De maan, bewustelooze somnambule; En stond te luist'ren naar de sterrebeelden. En machten, waaiend uit de nacht, verdeelden De sluier om de ekstatisch witte wang: En 't rolde uit honderd poorten over de aarde, Toen ze aan het wereldleven openbaarde Haar profetie van wereldondergang. ADWAITA iiiiiiiiiiiiiiiii nu IIIIIIMI imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHH, i u IIIHIIIIIIIIH iiiiliniliiiii iiiiiiiiiii doorgaan. Telt men bij de trekken in het eigen spel, die, welke ge bij een normaal spel in dat van uw partner kunt verwachten, dan is de grens bereikt waartoe ge kunt gaan en brengt opbieden u als regel slechts nadeel. B R i D o E R BOEKETJES SOFISTIEK door GERH. v. D. XI Open Brief van den Dood Hades, l Aug. 1918 Der wereld heil! Verwondert u niet te zeer, mijne vrienden homines sapientes, dat ik, Zwijger van pro fessie, vandaag het woord tot u richt, noch dat ik u mijn vrienden noem. Het eerste zijt ge niet van mij gewend: ik pleeg mijn arbeid sinds zestig eeuwen spraakloos te verrichten, (spreekt gij niet wel, terecht van een doodsche stilte)? en heb mij daar steeds wél bij bevonden. Be seft dan echter ook hoe gewichtige redenen mij thans nopen voor ditmaal eens het Woord te nemen, dat steeds tot de attributen van het Leven heeft behoord. Het tweede verbaast u wellicht nog meer, doch waarlijk ten onrechte. Het ligt niet aan mij, dat de menschen mij hun vijand achten, doch aan henzelf; of, juister wel licht, aan hun verhouding tegenover mijn goeden vriend, het Leven. Wie met hém in 't reine is vreest ook mij niet, zijn twee lingbroeder, die (bedacht gij dit steeds?) zijn arbeid aanvult, en voltooit wat hij be gonnen is. En dit moest geen zonderling nieuws voor u zijn: hij wijst er u dagelijks op, maar de meesten uwer luisteren slecht naar hem. Alzoo : mijne vrienden ! Heden, den l en Augustus dien ik zoo vrij ben als een persoonlijk jubileum te be schouwen wensen ik u een raad te geven, Als ge meer verstand hadt en eenvoudige waarheden vermocht te begrijpen, zou ik dien kunnen samenvatten in enkele woorden. En ik zou niet mér behoeven te zeggen tot u allen, mannen, vrouwen, en tot vooral, leiders der volken, dan dit ne: hervindt uzelf, en aanvaardt opnieuw de wet der Liefde en des Levens. Ik weet echter, dat de vragen waarom? en waartoe? steeds op uw lippen leven. En wijl ge zoo gewend, zijt aan 't vernemen van motiveeringen en conclusies, wil ik mijn advies dat ge, naar uw verdwaasd be grip omtrent mfjn aard en wezen, van mij allerminst hadt verwacht wel toelichten. Aan de' belangeloosheid van mijn ongevraagden raad zult ge zeker niet gelooven, nietwaar? Nu, daarin tenminste hebt ge gelijk: ik spreek allereerst terwille van mijzelf. Gij, menschen, begint mi] hinderlijk te worden, 'tgeen aileen in eer. omgekeerde wereld mogelijk is. A! de zesduizend jaren van r/iijn arbeidzaam, rusteloos leven heb ik mijn werk afgekund en, ware ik eer zuchtig als gij, 7.00 zou ik op ..een eervollen staat van dienst" kunnen wijzen. Alle menschengeslachten heb ik tot mij zien komen en ik heb nog alk- overleefd. Sinds vier jaren echter "die mij, den altijd-jeugdlge, oud en moe hebben gemaakt, vóór mqn tijd dreigt (ie veelheid en de soort van werk, dal ik~tc doen kreeg, mij te machtig te worden. Ik vervul mijn plichten, maar met weerzin, en ge weet hoe verdrietig dat is. Het schaadt de gezondheid en vermindert cie kwaliteit van een arbeid. Het staat u waarlijk niei finai, u, die zooveel ver plichting aar. mij hebt mijn reputatie van ernstig, degelijk werker in verdenking te brengen. Maar mér nog dan dit alles grieft en verbittert mij, dagelijks, de machts-aanmatiging van ulieden, menschenkinderen, die, alsof cii zoo behoorde, mij in uw dienst genomen hebt. Van eer. hoogere dan menschelijke Macht placht ik tot nu toe mijne orders te ont vangen. Maar, wat vermeet gij u? Waaraan ontleent gij - die slechts uitvoerders zijt van denzeifden Wil, wiens dienstknecht ook ik ben ;nl: onder uw hevtlen te stellen? Ben ik, toen de Tijd geboren werd, en het Licht, en het Leven, ais hun aller tegc-nbeeld, in het aan?.i]n geroepen, om 'n sctueloosgebruikt hulpmiddel te zijn voor uw kleinmenschelijk bedrijf? Verbeelddet ge u wellicht dat ik uw hulp of zelfs uw leiding noodig had om inwoners te werven voor mijn duister Rijk? Deed ik te weinig naar uw zin? Hadt ge u een surplus aan geluk, en vreugde, en welvaart, en kennis verwor ven, en degradeerdet ge mij daarom tot pandjes-bewaarder bij wien ge uw overschot van schatten kondt deponeeren? Maar weet wel, dat ik geen recht van weder-inkoop" erken, noch beleenbriefjes afgeef, die ge te gelegener tijd weer kunt inlossen. Mijn deposito's zijn niet meer op vorderbaar l Ge moet niet denken dat mijn hooge leef tijd mij sentimenteel heeft gemaakt, nu ik u een bekentenis ga doen: Gij, mijne afge dwaalde vrienden, waart mij vroeger sym pathieker dan nu. Waarlijk, het was mij liever, tégen u te strijden, dan, zooals thans, gedwongen aan uw zijde. Uw verzet tegen mijn heerschappij was natuurlijker, want menschelfjker, dan uw door mij nooit be geerd bondgenootschap van thans. Ik had eerbied voorden moed van uw ach, meestal hopeloozen strijd,en ik wreef mfj vergenoegd de dorre handen, als ge eens 'n enkele maal erin slaagdet, mij een stukje van mijn ter rein te ontnemen. Soms had ik reeds aan geklopt aan uw deur, rustig maar beslist, als een onafwijsbare gast, maar den weg naar het witte bed vond ik versperd door uw Liefde en uw Wetenschap, moeders, geneesmeesters, mijn liefste bestrijders, en tb glimlachte, als mijn Zender den wenk gaf die mfj wijken deed, en er was iets als geluk in mijn oud hart, en iets als de blijd schap van den gaarne-overwonnene, in mijn ngehoorden groet: Tot later dan..." Laat ik niet week worden op dezen dag. Mijn veerkracht mag niet verslappen in dezen tijd; ook ik moet durchhalten". Zevenduizend plaatsen per dag een mooi getal, nietwaar? heb ik in te ruimen voor de nieuwgekoinenen en ik kan ze toch niet afwijzen, al zien ze er meestal zóó deerlijk-gehavend uit, dat ik mij schamen zou, als ik was! Enfin, zooas gij wilt. Ik zou u willen waarschuwen, zóó niét voort te gaan: de dag zou kunnen komen, waarop ik mij niet meer laat gebieden, maar zélf het commando overneem. Gij stuurt mij er op uit met bommen, en granaten, en gassen, en vurige vlammen. Ik zelf heb echter nog meer en giftiger pijlen op mfjn boog. Meent ge verstandig te doen mfj te tarten al mijn krachten in te zetten? Ik vermaan u in gemoede: laat ons vrien den blijven. Het is niet noodig dat ge mij, vrijwillig, met zooveel duizenden tegelijk omhelst; ns druk ik u toch wel aan mijn hart en dan is 't nog vroeg genoeg. Hoort! ik word geroepen. Duizenden stemmen roepen mij. Het Ifjkt, alsof ze iets anders zeggen: Matter! fluisteren ze hun laatste woord. Of: Darling! En: Mes enfants f Ik versta ze beter: mij, mij roepen zij. Goed dan, ik kom! T ha nat os I. R. DROOMBEELD Verlangen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl