De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 10 augustus pagina 1

10 augustus 1918 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

V V "< V&I6 Zaterdag 10 Augustus A* 1918 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel UITSLAG DER PRIJSVRAAG VOOR EEN TEEKENINQ VAN DE . KOMEDIANTEN" ZIE PAG. 7 INHOUD i Bladz. 1: Bemiddeling, in plaats Tau staking, door T. H. Bnitenl. Overzicht, Einde IL, door dr. W. G. O. Byvanck. Anomiteit in de Pers, door W. N. van der Hout. 2: Alb. Hahn f, door L. J. Jordaan.?Amsterdam en het Luchtverkeer in de toekomst, door M. L. J. Hofstee. 3: Kiekelzamg, door J. H. Spernhoff. Spreektaal: over Afwekend Spreken, door Elka Schiijver. Feuilleton: Lief desbrieven van Vroeger, door Gard» Hading. 5: Voor Vrouwen, (red. Elis. M. Boga») Gemeen te!. WasohinrichtiDg, door J. W. Snyver-Landré. Een beroep van Eutopeegohe Vrouwen op president Wilson, door Aletta H. Jacobs. De Verstelkamer, door F. J. T. U. Vers.ranP. A. E. Oostarhoff. Ons Kookboek. 7: Uitslag van de Frjjsvraag De Komedianten". Boekbespreking, door dr. Joh. O. Breen. 8: In Memoriam Alb. Hahn, door ^lassohaert, Mnsenmhervorming en Beheer, door W. Martin. Krieg" aan de Marne, ieekening van Jordaan. Boekbeeprekiag, door dr. J. Prinsen JLzn. 9: Finantien en Economie: De Nederl. Handel-Mfl in 1917, door J. D. Santilhaoo. 10: Uit het Kladaohiift van Jantje. Wetenswaar digheden en Curiositeiten, door van Deekingbam. Eantteekeningen van een Ouden Snorrebaard, door Melis Stoke, met teekeningen .van Is. van Mens.' 11: Het Vloeken door de Zwtyndreohtsehe Gemeente strafbaargesteld, teekening van Joh.Braakensiek. Schaakrnhriek, redacteur dr. A. O. Olland. Btennend op zijn Scherp Zwaard, teekening van George van Baemdonek. 12: Bladen uit mijn Reisdag boek, door Eira Hellborg. Bijvoegsel: Naderend Einde van het Bolejewikisme, teekening van Joh. Braakengiek, ?iiiiiiiiiiiiiiniiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii BEMIDDELING, IN PLAATS VAN STAKING Er is iets zeer eigenaardigs in, dat terwijl ons land met alle geweld pro paganda moet maken voor de bemidde ling en de beslechting van geschillen tusschen de natiën, een veel meer voor de hand liggend geval van voor koming van strijd, en van vrede door overleg, vrijwel niet de aandacht heeft, of zelfs wordt verworpen! Is 't soms, omdat het veel gemakke ker is, voor het onbereikbare dan voor 'bereikbare te werken? I\\ komen weer midden in werkstaHJtigen te zitten. Nu op 't oogenblik vraagt de staking in de Rotterdamsche haven alle aandacht. Daar blijft op het oogenblik 't werk stilgelegd in een bedrijf, het lossen en laden van schepen, dat van de allergrootste beteekenis is voor tal van algemeene belangen. Reeds houden de konvooien van en naar Engeland op te varen, en alle Nederlandsche interessen, welke van dezen dienst afhankelijk zijn, om nu alleen van het postverkeer te spreken, worden getroffen. De Belgische Reliefcommissie slaakt een noodkreet, om er op te wijzen hoe de Belgische bevolking in ellende geraakt, door den stilstand van de regelmatige llllllflIIIIMIIIIMIIIIflIIIIIIIIIII Zér tot ons leedwezen kon in het vorige nummer, dit als altijd tijdig en secuur ver zonden artikel van onzen gewaardeerden medewerker,-dr. Byvanck, niet opgenomen worden, wegens een betreurenswaardige slor digheid der post, tengevolge waarvan het artikel 6 dagen te laat in ons bezit kwam. DE RED. EINDE II Is het mijn schuld," zeide Raspoetin eens, dat mijn lot zoo nauw is verbonden aan het lot van de keizerlijke familie? Ik ben het niet die over het Lot beschikt, ik ver klaar het alleen. Maar wat ik daar heb ge zegd, dat is zoo, ik weet het." Mysterieuze woorden, de profetie is uitgekomen! De val van Raspoetin heeft den val meegesleept van den Tsaar en zijn familie. Mysterieuze macht ook die daar verweg uit Siberiëdien boerendeugniet, dien paardedief en vrouwenschender van zijn vergeten dorp naar het hof te Petrograd heeft ge bracht ! Om daar tot een teeken te wezen van ondergang. Het klinkt als een volkssprook in zijn ruw krachtig begin, in zijn fantastische opkomst, maar dan de verbijsterende afloop in bloed en ellende! Raspoetin is niet zijn naam, hij heet Grigori, het is de bijnaam voor wie niet wil deugen, en tot zijn dertigste jaar heeft hij het in de omstreken van Tobolsk er naar gemaakt om den naam Raspoetin te verdienen. Hij werd gestraft en afgestraft, was er wel verbeteren aan?., tot op den tijd van zijn bekeering. In die dagen", zoo heeft Raspoetin ver teld, was ik wagenvoerder en bracht dan den een, dan weer den ander door debosschen en over de steppe naar Tjoemen, soms zelfs naar Tobolsk. Eens, nu wel twintig jaar geleden, had ik Zowolosky te voeren, toen nog. een leerling van het Groot Seminarie. behandeling der te Rotterdam'binnen komende levensmiddelen-booten. De stakers gaan door, dit is ook wel opmerkelijk, tegen het advies van hun bestuur in. Dit had geadviseerd, de voor gestelde regeling, zoo goed of zoo kwaad zij dan was, te aanvaarden. Afgezien van elke beoordeeling der bedoelde regeling, mag op dat feit gewezen worden, omdat het een teeken te meer is van de desorganisatie, waarin ver schillende maatschappelijke verhoudingen komen te verkeeren. Tot dusverre gold de Rotterdamsche havenarbeiderswereld als zeer modern en welbewust geor ganiseerd, hare leiding als vast. De vergelijking met de bootwerkerswereld in de hoofdstad werd gaarne, ten gunste van die aan de Maas, getrokken. Nu schijnt daar echter het heft uit handen geraakt. Dit geeft te denken. Trouwens, de geheele toekomst geeft te denken. De economische samenleving zal onder de algemeene verwildering ook meer en meer aan 't gevaar van wilde conflicten worden blootgesteld, in een tijdvak, dat zij minder dan ooit deze ge bruiken kan. Verleden jaar hebben wij daarvan ook reeds enkele proefjes gebad. In de Limburgsche mijnen; aan de Hembrug. Misschien werkt voorloopig het alge meen gevoel van den oorlogsmisère nog wat temperend, althans wat kalmeerend. Maar naderhand, als de economische hersteltijd intreedt, zijn de kiemen voor veel strijd welig gegeven. Wie weet trouwens, wat ook in ons land te wachten staat, wanneer nog lang de oorlogsdepressie heersenen blijft! * * * In elk geval is 't zeker, dat nu zoozeer als later, alle belangen er mede gediend zullen zijn, indien bedrijfsconflicten kunnen worden voorkomen of afgewend. De geheele bevolking, laag en hoog, is er in de eerste plaats bij gebaat. In tijden van overvloedige productie, gelijk wij die vroeger gekend hebben, kon het haar wellicht onver schilliger laten, of hier of daar hard tegen hard werd gestaakt. In de behoefte werd dan toch wel van elders voorzien. Thans is dit geheel anders geworden. Alle productieve arbeid is nu veelal onvervangbare, onmisbare gemeenschaps dienst, en zal dit voorloopig blijven. Wat de Belgische bevolking nu reeds door de Rotterdamsche staking lijdt, spreekt in dit opzicht boekdeelen. Maar 100 zal het zijn met alle industrie, en met alle bedrijven, nog jaren lang! Het belang der burgerij in haar geheel, alle klassen inbegrepen, spreekt dus reeds zeer sterk. En vraagt men nu verder, of ook niet de betrokken kringen der werkgevers zoowel als der arbeiders, er eigenlijk beter mee uit zullen zijn, wanneer in dien komenden tijd de conflictenstrijd zooveel mogelijk wordt ondervangen? Wij zijn overtuigd van ja. Er moge bij iiimiiiimiHiiiiiiimi iiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiitimiiiiiiiiiiiiiiiii wijlen eens aan den>eenen kant of aan den anderen, een voordeel te behalen zijn, door potig optreden, over het alge meen zal niemand tot zijn zegen den strijd weer opnemen, op de puinhoopen, waarin ook de economische en sociale wereld is komen te vervallen. Juist daar zal het meeste noodig zijn, dat worde gestreefd naar een anderen, een beteren vorm van gedachtenwisseling" en van belangenregeling, naar ordelijken samen hang en overleg. * * Wanneer ergens voor praktische man nen aanleiding is om met vrucht te werken voor 't beginsel van vrede door overleg, vrede door bemiddeling, dan is het hier op dit gebied. En het ware te wenschen, dat de anti-oorlogsraadmannen, die zich nu met braven ijver onledig houden met roeren in zaken waarin hun invloed nul is en waarin zij niets zullen bereiken, zich eens wendden tot de toepassing van hun idee op een terrein, waar wél nuttig werk valt te doen. Ook de arbeiderswereld, waar tel kens dezelfde vredetoonen klinken, pro testen tegen de?dwaasheid van den strijd," aanbevelingen voor een wijzer methode van belangenregeling dan de harde krachtproef," ook zij mag wel eens dichter < bij huis kijken, en datzelfde beginsel ook voor de oneenigheden over arbeids- en bedrijfsbelangen, als levensvatbaar aan vaarden. Is het denkbeeld van arbitrage, en van verplichte arbitrage, en van dwang tegenover dengene, die zich niet aan arbitrage onderwerpt, vruchtbaar en ge zond, dan zal 't ook niet alleen voor den internationalen kring aanbeveling ver dienen, maar bovenal op de-verhoudingen binnen de nationale grenzen toepasselijk kunnen zijn. Ja, in dit laatste geval zelfs nog vee! eerder! Want wat juist voor de internationale organisatie nog geheel ontbreekt, de ordenende en controleeleerende macht, die is binnenlands ge makkelijk tot stand te brengen. Wij meenen dus, dat het tijd is om in den kring van het bedrijfsleven de zaak van geregelde bemiddeling voor arbeids-conflicten tot een punt van practische regeling te maken. Er is daartoe in het afgeloopen jaar van regeeringswege eene poging, zij het eene ietwat «nhandige, gedaan. Het ontwerp op den Burgerlijken Dienstplicht bevatte ook de verplichte bemiddeling voor arbeids-conflicten, in bedrijven, waar het algemeene belang bij betrokken is. Het ongeluk van dat ontwerp was, dat het aan dit denkbeeld een ander vastkop pelde, n.l. een poging tot militariseering van de geheele burgermaatschappij. Dit was een overdreven opzet. Maar het andere gedeelte heeft daarmede niets te maken, en dit andere gedeelte zal stellig door eene ernstige overheid ter hand moeten worden genomen. ** * Het behoort ook thuis in eene ver standige, in eene zelfbewuste, in eene Bij een draai van den weg pakte hij mij bij den schouder, en zeide: Grigori, bekeer u tot den Heer! Het land weerklinkt van uw ui spattingen, de moeders weenen, de mannen jammeren; de zweep staat opnieuw voor u klaar, wanneer gij niet tot inkeer komt voor God." Op eenmaal daagde er toen een groot lichten een straal is in me neergedaald. Ik heb mg aan 't overpeinzen gezet, en toen ze met mij spotten, heb ik het werk laten steken en ze! vaarwel aan mijn vrouw en aan allen waarmee ik verkeering hield, en ben in 't woud gegaan om me te bedenken, voordat ik den grooten pelgrimstocht onder nam naar Jeruzalem en alle beroemde kloosters in 't Heilige Land en bij ons in Odessa en Kief, om daar voor de icons neergeknield te liggen en te bidden." In den nacht hoorde ik de icon van de H. Maagd tot mij zeggen: Zie, Grigori, hoe ik ween! Het is over de zonden der menschen. Ga, reinig hen van hun zinne lijkheid, bevrijd hen van hun begeerten!" En zij toonde mij wat ik moest doen. Twee jaar lang heb ik toen in een klooster de Heilige Schriften bestudeerd, daarop ben ik teruggegaan en predikte." Hij gold voor een ziener in zijn dorp, men voelde eerbied voor hem; hij dronk niet meer, hij hield zich rustig; wanneer hij sprak, dan was het in afgebroken zinnen, als een die zich door zijn ingeving liet lei den; de menschen hingen aan zijn woord, en hij verzamelde om zich een kring van getrouwen. Dan wijdde hij hen in in zijn leer van het mystieke zondigen om daarover be/ouw te kunnen toonen en zich door de zonde te reinigen van vleeschelijke neigingen. H| bracht hen tot extase, en zij gaven zich aan elkander over en hernieuwden in hun mysteriën de oudste riten der menschheid, zooals zij waren blijven voortleven insecten en buiten secten. Men ging over hem spreken, men wilde hem zien in Moscou. De zwerflust kwam over hem. Toen heb ik Siberiëverlaten", besluit bij zijn verhaal, en ben naar de steden van Rusland vertrokken, en vond daar een andere liefde". Wie hem bij zijn eerste optreden in Moscou leerde kennen er waren daar onder hooge waardigheidsbekleeders van de Kerk die hebben wel een heel vreemden indruk van Raspoetin gekregen, maar zij hebben nooit geloochend, zelfs als zij later zijn vijanden werden, dat toch ook veel weldoends in dien indruk lag. In den beginne gloeide er een goddelijk vuur in zijn ziel", hebben zij toegegeven. Wel was het een zeer grillige verschijning en die op het eerste gezicht niets dan terugstootends had, die man met zijn onbehouwen manieren en zijn verwaarloosde kleedij, met zijn ruigen baard en zijn werkmanshanden, met zijn trippelenden pretentieuzen gang, alsof hij een ceremonieelen dans wilde aan vangen; toch ging er een macht uit van dien man. Als hij het zware ooglid opsloeg en de menschen aanzag, dan weken als door een wonder pijn en ziekte, en de klank van zijn stem onderwierp de harten. Hij heeft mij veroverd", zeide de bisschop van Saratof, en de anderen die tot hem kwamen, heeft hij eveneens veroverd". Hij wist de menschen te naderen. Hij had de gaaf van een buitengewone gevoeligheid. Gevoel sprak bij hem direct tot het gevoel van zijn omgeving. Woorden waren daar voor niet noedig. Hij gaf dadelijk weerklank op het verdriet in het hart en verstond het te lenigen. Het was geen raden, het was geloof. Het was het echte geloof van den wonder doener. En daaraan paarde zich het zelf bewustzijn van den profeet. Hij wist van zich dat hij onmiddellijk tot de Godheid in betrekking stond; wie hem aanraakte, stond met God in verband, dat prentte hij zijn leerlingen in, dat moest wijding geven aan zijn onheilig beginsel van het uitbundig zondigen om zich uitbundig te kunnen verontmoedigen en berouw te hebben voor den Heer. Den reinen is alles rein, leerde hij. Desniettemin was hij de oude deugniet gebleven. Breng nu dien man met zqn geheimzinnig gebaren en zijn magnetische macht van zielsverovering in verkeer met een Russi sche groote wereld, bedenk dat het de meest nieuwsgierige en verdorven samenleving was, en zie wat Raspoetin maakte van de menschen die om hem waren, zie even eens wat diezelfde menschen maakten van Raspoetin. Hij met zijn listig gretig boerenverstand, met zijn gevoel van meerderheid boven die gezonde democratie. Dat wil zeggen: in eene democratie. Die er geen belang meer bij heeft, zich door tumult en con flict en strijd de eigen ingewanden uiteen te rijten, doch die zich de weelde van rustige en billijke overweging veroorlooft. Bekend is dan ook, dat moderne democratieën, als Australiëen Canada, met arbitrage voor arbeidsgeschillen voor aan zijn gegaan. Engeland, en laatstelijk ook Frankrijk, zijn evenzeer reeds een eind op dreef gekomen. Wat in de eerste plaats ook ten onzent noodig is, is dat er eene instelling worde gemaakt voor bemiddeling en beslechting van geschillen omtrent arbeidsverhoudingen. Dit behoeft niet te zijn eene vaste commissie, en er zal ook niet naar nheid voor 't gansene land moeten worden gestreefd. Om te be ginnen zal voor groote gemeenten, en voor groote bedrijfstakken gezorgd moeten worden, dat ingeval van geschil tusschen de arbeiders en de werkgevers, vanzelf een onpartijdig orgaan aangewezen zij om de zaak ter hand te nemen. Deszelfs samen stelling moet natuurlijk het vertrouwen van beide partijen kunnen verwerven, evengoed als v»or de algemeene recht vaardigheid van zijn beslissingen een waarborg zijn. Om te beginnen gelooven wij, dat in zeer vele gevallen bemiddeling reeds de zaak tot oplossing zal brengen. Beslechting door een aan de partijen opgelegde uitspraak, zal lang niet altijd nbodig blijken. Maar de mogelijkheid daarvan moet ook in het uitzicht gesteld, en daarmede tevens de plicht van beide partijen, om zich daarnaar te gedragen. Vooraf gaat natuurlijk ook de gebonden heid, geen strijdconflicten aan te gaan, zonder de inmenging van het scheidsgerecht te hebben afgewacht. Waarschijnlijk zal het goed zijn, de zaak langs den geleidelijken weg aan te vangen. Een eerste stap zou ons daarom lijken, dat de groote gemeentebesturen voor hun gebied een lijst van leden voor een kemiddelingscollege «pstelden, even als thans voor het Internationale Hof van Arbitrage door de verschillende regeeringer. was geschied, zoodat een vertrouwenwekkende scheidscommissie aanstonds bij dreigend conflict, zich uit eigen beweging, aanbieden kan. Wij begrijpen zeer wel, dat van beide kanten tegen het geheele denkbeeld nog bezwaren worden gevoeld. Men heeft zijn eigen vrijheid te lief. Men wil kunnen doen en beslissen en desnoods hard tegen hard gaan, gelijk men wil. Men duldt geen inmenging van vreemden in den eigen belangensfeer en in het eigen zeggingsrecht. Men twijfelt, of de scheidslieden wel tegen hun taak opgewassen zullen zijn. Naar onze vaste overtuiging kunnen deze bezwaren de schaal echter nooit doen doorslaan. De ontwikkeling der dingen eischt, ook op dit gebied een ordenend gezag te aanvaarden, dat niet de vrijheid verfijnde wereld die hem aanstaarde om de brutaliteit van zijn manieren en die zich daaraan onderwierp; hij met zijn paardedieven appetijt voor genot en zijn staljongens temperament om het te bevredigen! En toch wel een man van geloof en ook wel van hait. Bijna zonder overgang is Raspoetin door zijn vriendinnen aan het hof geleid. Zijn invloed heeft er enkele wonderkuren ver richt. Zijn handoplegging genas de Tsaritsa van haar kwellende hoofdpijn, zijn toespraak verlichtte haar melancolie, ja zijn binnen treden alleen in de Keizerlijke vertrekken dreef den dcffen druk weg die er gewoonlijk heerschte. De Tsaar liet zich gaan, de kin deren vroegen zijn raad, namen hem in hun vertrouwen. Hij werd aan het hof de nood zakelijke man. Raspoetin had aan de Tsaritsa de ge boorte van een zoon voorspeld, den erfge naam van het Rijk; het welzijn van dat kind knoopte hij vast aan zijn eigen welzijn en wist het geloof aan dien samenhang door wonderteekens te bevestigen, waarbij zijn handlangsters hem te hulp kwamen. Want ook hier, en hier vooral, werd de zending van zijn geloofverwekkende en wonderdoende persoonlijkheid door bereke ning gesteund. In een inomenl van vertrou welijkheid zeide hij eens: Denk toch niet dat het gemakkelijk is met die Tsarenfamllie het juiste woord te treffen. Neen, het is heel moeilijk. Men moet zich inhouden en op z'n lippen bijten: wil men hun een raad geven, dan maakt men zich eerst heel klein. Want ze vragen mij alles. Zonder mij kunnen de Tsaren toch niets d«en. Nu ja, het is hard om naar de les van een moejik te moeten luisteren. De Tzaar zegt me dan: het is zoo, en ik antwoord hem: neen, het moet anders zijn. Hfl wordt rood, en hij trilt over zijn heele lijf. Want het is niet prettig om te moeten doen wat een boer zegt. Maar toch, hij gehoorzaamt. Z«nder mij kan hij niet ademen. Is het niet als_ in de volksprdok waar de boerenjongen zijn weg vindt aan het hof van den Koning en het hart wint van zijn dechter? De schatten liggen voor Rispoetin open en zilfs de Tsarendochter is hem niet ongenegen ... doodt, maar dat de rustige vrijheid dient, en dat niet den strijd prikkelt, maar den billijken maatschappelijken samenhang bevordert! De ervaring heeft elders ook reeds geleerd, en af en toe in ons eigen midden eveneens, dat hier wat tot stand kan worden gebracht. Neemt men het ten onzent tijdig en flink ter hand; dan kan daarmede een vruchtbaar werk worden gedaan. V. H. llllllllllllMMIttllMIMIMillMIMIMIMIIMIMIIIHIHIIIIIIIIIHIItMItlHtlHIMIIII DE ANONIMITEIT IN DE PERS door W. N. VAN DER HOUT Redacteur van Het Vaderland" Het vraagstuk van de anonimiteit in de pers is niet nieuw, maar het behoort tot die vraagstukken wel ke telket s weer opduiken, steeds weer om een af doende oplossing vragen, doch deze maar niet schijnen te kunnen berei ken. Ten aanzien van deonderteekening van artikelen en berichten bestaat groote willekeur uniformiteit. De De schrijver van dit artikel en absoluut gemis aan redacties van dag-, week- en maandbladen houden haar eigen opvattingen indien deze ten aanzien van dit vraagstuk al bestaan niet altijd vast; de schrijvers, waaronder dan ook de journalisten, volgen evenmin een vaste lijn, zelfs daar niet waar zij vrij zijn om zelf hun onderteekening te bepalen. Deze algemeene stelselloosheid heeft al herhaaldelijk aanleiding gegeven tot moei lijkheden en onaangenaamheden en het is daarom onbegrijpelijk dat niet met meer kracht wordt gezocht naar een bevredigende oplossing. Het vraagstuk heeft een theoretischen kant en een praktischen. De beteekenis daar van loopt nogal uiteen. In theorie is het woord belangrijker dan de persoon, die het sprak of schreef. Het leidt heel vaak tot een onjuiste en niet objectieve beoordeeling wanneer het gezag van den schrijver wordt gevoegd bij het gewicht en de kracht van zijn woorden. Vaak kan ook het gemis aan gezag leiden tot een onverdiende vermin dering der appreciatie. Ik herinner me hoe vóór de verkiezingen van 1905 een brochure verscheen van een hoogleeraar in kunst geschiedenis over de politiek van den dag. Daarin werden theorieën verkondigd, ie duidelijk 's mans absoluut geruis aan poli tieke kennis verrieden. Toch werd de brochure zeer gepousseerd als afkomstig van een professor, een hooggeleerden" meneer. In een van onze dagbladen werd niet lang geleden een groot deel van een artikel uit een klein politiek blaadje over genomen, alleen omdat het de onderteekening droeg van een bekende persoonlijkheid. Toevallig was dit artikel niet van dezen afkomstig maar van zijn naamgenoot, een achter-neefje, halfwas studentje. Het staat wel vast dat wanneer plotseling Maar nu wendt zich op eenmaal het hart van de sprook, de held van hit verhaal wordt zijn booze genius. Keer die opgangs historie aan het hof met haar gezicht, weg van de Tsarenfamilie, raar Rusland toe, en ze wordt als een broedend onheil dat de toekomst van het land bedreigt; de man wordt de kwade toovergeest wiens onder gang men met spanning verwacht. Dat is de sombere andere kant van de sprook. Zal ik nu gaan uitweiden over wat ieder weet, hoe de werking van Raspoetin's macht zich hoe langer hoe verder uitstrekte en door zijn tusschenkomst, gekocht dik wijls voor geld, benoeming en ontslag plaats had van de hoogste regeeringspersonen, terwijl het schandaal van het losbandig uit gelaten leven van zijn kring al naakter v«or de wereld kwam te staan! Hij, thans, te midden der geweldige crisis van den oorlog, de infame beschermer van al de reactionnaire krachten in het bestuur, zich verzet tend tegen een open, eerlijke behandeling van de landszaken op den Rijksdag! De Doema had reeds lang haar meening over Raspoetin en zijn verderfelijken invloed. Zij hield zich in, zij beet zich op de lippen, zij sprak in onbepaalde termen, maar hoe meer het einde van het jaar 1916 naderde, hoe heftiger en duidelijker zij werd. Het heette in de vergadering: De ztmssfeer van Rusland wordt ondragelijk. Moet ons land door menschen als hij tot den af grond worden gebracht! Onder te gaan ter wille van de donkere machten die zich ach ter de regeering verschuilen!" Als een angstkreet klonk het. Eindelijk werd ook Raspoetin's naam in de Doema genoemd. Het bewees, men was tot het uiterste bereid. 30 December vernam Petrograd dat onder het ijs van de Newa zij n lijk was opgehaald, met twee doodelijke wonden, een in 't hoofd, een in de borst. Bij een vriendenmaal door de hand van een valschen vriend gedood! Zoo ging de legende, zoo komen in de sprookjes de monsters om, wanneer men verder geen raad met hen weet. Grenzeloos was het verdriet en de wrevel der Tsaritsa. Zij zon'op wraak. Maar het Lot had zijn zwaren streep getrokken bij Ras poetin's uiteinde. Dat beduidde: einde voor het oude Tsarenregiem! De wonderman sleepte in zijn val het Tsarenhuis mede. Het profetenwoord werd vervuld. W. G. C. By v ANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl