De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 10 augustus pagina 7

10 augustus 1918 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

A«jg. 'lè. No.-214« DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Motto Carpe Diem" UITSLAG DER PRIJSVRAAG voor een Teekening van: De Tweelingen Cecilius en Cecilianus" Uit Louis Couperus', Komedianten' gf Inzending van PAUL SCHULTZE onder motto Cortooys" Bekroond met den Isten prijs|van ? 150 HET aardige denkbeeld der Redactie van dit blad, om een prijsvraag uit te schrijven voor een Tee kening van de Komedianten-Tweelingen Cecilius en Cecilianus", waarbij ondergeteekenden gaarne de beoerdeeling op zich namen, heeft tot resultaten geleid, welke wij zeer zeker bevredigend mogen achten, al heeft het nu juist geen scheppingen van buitengewone genialiteit doen ontstaan. Mér dan dit laatste was dan ook het doel, den jongeren onder de plastische kunstenaars gelegen heid te geven zich in eerlijke concurrentie te meten en naar verdienste min of meerdert bekendheid te verwerven. Onder de dertig inzendingen waren er, naast een aantal weinig-typeerende en technisch zwakke ontwerpen, ver schillende met goede qualiteiten. Wat het voor de jury echter zér moeilijk maakte tot een belissing te komen, en wat dan ook veel wikken en wegen tengevolge heeft gehad, was de omstandigheid, dat die goede qualiteiten zoozeer verdeeld waren en zich juist in ver schillende richtingen uitten. De opgave toch hield in een tweeledig doel: het geven van een goede uitbeel ding van de idee der Tweelingen, (het treffen der ge lijkenis met het door den schrijver gegeven beeld) n het construeeren van een uit plastisch-artistiek oogpunt goede teekening. Dit gecombineerde ideaal kwamen, naar onze meening, het meest nabij de bekroonde ontwerpen, hier gere produceerd, waarvan de inzenders bij opening der motto-briefjes bleken te zijn: PAUL SCHULTZE (1ste prijswinner) en REIJER STOLK (2de prijswinner) beiden te 's-Gravenhage. Inzendingjvan REIJER STOLK onder motto «Compositie" Bekroond met den 2den. prijs van f 50 De vier, nevens de bekroonde ontwerpen hierbij ge reproduceerde teekeningen, mede tot de beste inzen dingen behoorend, geven een indruk van de zeer uiteenloopende opvatting der mededingers. Dat de wel knappe teekening, ingezonden onder motto De Tweelingen bij de Preatorianen" ten stotte niet in aanmerking kon komen voor bekroning, is te wijten aan de weinige overeenstemming met de in het boek gegeven beschrijving van de knapen, terwijl de in kleuren uitgevoerde illustratie onder motto Bacchides" hoewel zér aantrekkelijk als voorstelling, weer van te zwakke techniek en artisticiteit getuigde. De Jury M. A. J. BAUER, Louis COUPERUS, W. VOGELSANO. Op nog nader te bepalen data zullen de ingekomen ontwerpen, door vriendelijke bemiddeling van Prof. der Kinderen in het gebouw der Rijksacademie te Amsterdam voor het publiek tentoongesteld worden. De niet be kroonde inzendingen, waarvan de mottobriefjes gesloten bleven, kunnen daarna met vermelding van motto en adres, bij de Redactie van De Amsterdammer, Keizers gracht 333, terruggevraagd worden. Motto L. C. C. C." Motto Vivere Cogitare est" Motto Yone" BOEKBESPREKING Gedenkschriften van Gijsbert Jan van Hardenbroek; uitgegeven en toegelicht door dr. F. J. L. KRËMBR. Deel V, 1784-1785. Amst.,JohannesMüller,1917 (XVI + 732 blz.). De uitgave der breedsprakige mémoires van baron van Hardenbroek door het His torisch Genootschap vordert slechts langzaam Nadat de beide eerste deelen, over 1747-1781, bewerkt door prof. Kramer, in 1901 en 1903 de pers hadden verlaten, volgde eerst in 1910 het derde, en in 1915 het vierde, in de bewerking van dr. A. J. van der Meulen. Diens plotseling overlijden bracht wederom vertraging, zoodat pas in het einde van 1017 het vijfde deel, nu weder door prof. Kramer bewerkt, het licht zag. In het laatste jaar verslag van het Historisch Genootschap wordt de verschijning van het zesde deel miiiiMiiiiimiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiimiiiiiimiiiiiimm minimum luim m uu m ABM.ABM.ABn.ABn.ABn.ABn.ABM.ABn.ABn.Abn. Aon. A tJM on IS 'M A B M A B ABM ABK ABM.A6M. ABr-t&BMABftABM-AB r ABM. ABM A B M are h A MEEREN-ARTI KELEN, UITRUSTINGEN. nog in dit jaar toegezegd, waarmede de uitgave dan voltooid zal zijn. Het vijfde deel, dat ik hier met een kort woord heb aan te kondigen, loopt van begin J.nuari 1784 tot einde April 1785; maanden vol van buitenlandsche moeielijkheden en blnnenlandsche oneenigheden. Ik behoef slechtsteherinnerenaan het vredesverdragmet Engeland, de geschillen met Jozef II, den drang naar een verbond met Frankrijk; de onlusten te Utrecht, Rotterdam, Wijk bij Duurstede en in andere plaatsen; de quaestie over de actie van consulentschap, en zooveel meer. Hardenbroek heeft getrouwelijk dikwijls zeer uitvoerig opgeteekend wat hij dage lijks van allerlei hoofdpersonen op het politieke tooneel vernam. Velerlei uiteen loopende meeningen krijgt de lezer onder de oogen; van verschillende zijden wordt alzoo menige quaestie toegelicht. Ook voor de kennis van het karakter van vele personen, die in die dagen hun rol hebben gespeeld, zijn de aanteekeningen van hoog belang. Op den Stadhouder valt geen gunstig licht: ieder niet het minst 's Prinsen secretaris de oude Larrey klaagt over zijn stijfzinnigheid, gepaard met slofheid, ordeloosheid en gebrek aan ernst, waardoor zijn invloed met den dag moest verminderen De raadpensionaris Gillis wordt geteekend als een in de chiffrabel mensen", met weinig bekwaamheid. Ook over den bekenden burge meester Rendorp luidt het algemeene oordeel niet gunstig Met betrekking tot dezen wordt een leepe jesnitenstreek" van zijn ouden col lega De Vrij Temminck verteld, die een brief van Rendorp, met bezwaren tegen de Amsterdamsche pensionarissen Van Berckel en Visscher, op listige wijze aan den laatstge noemde in handen wist te spelen. Verrassend is eene bewering van den Prins betreffende de onderhandelingen met den Amerikaan Laurens: de Amsterdamsche Regeering zou deze voor haar rekening hebben genomen, alleen om De Vrij Temmick te sparen, die, zonder het te hebben gelezen, een door Van Berckel gesteld stuk bij de Staten had ingeleverd, waarin deze Pensionaris ververklaarde de geïncrimineerde onderhande lingen te hebben gevoerd met voorkennis van Burgemeesteren ! Menige belangwekken de bijzonderheid zou voorts nog uit de bonte verzameling van aanteekeningen kunnen opgediept worden, als de plaatsruimte het toeliet. Natuurlijk ontbreekt ook de chronique scandaleuse nu en dan niet. Evenals de vorige deelen is ook dit vijfde voorzien van korte aanteekeningen over de personen, die er in voorkomen, en heeft het een naamregister. Eenige steekproeven, die ik mij veroorloofde, stelden mij teleur wat betreft de volledigheid van dit laatste. De aanteekeningen, die baron Hardenbroek ten paplere bracht, lijden ongetwijfeld aan eene zekere breedsprakigheld. Niettemin meen ik dat prof. Kramer terecht niet tot bekorting is overgegaan. Bekorten zou een voudig onmogelijk zijn geweest, zonder het karakter van het geheel volkomen te be derven. Thans kan men objectief kennis nemen van al wat de Utrechtsche edelman opschreef; valt hQ nu en dan in herhalingen, het is hem te vergeven; immers dedingen, die hij behandelt, vervulden in die dagen aller hoofd en hart. Wij kunnen nu als van zelf met de personen, die hij sprekende invoert, medeleven. Zooals het dagboek voor ons ligt, aanvaarden wij het dankbaar als eene rijke bron voor de kennis van den Patriottentijd. Dr. Jon. C. BREEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl